Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 21 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/119810, houdende vaststelling van regels voor het verlenen van diensten voor het ontwerpen van vliegprocedures (Regeling diensten voor vliegprocedureontwerp) [KetenID WGK027445]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 1.5 van de Wet luchtvaart en artikel 6, onderdeel d, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

uitvoeringsverordening (EU) 2017/373:

uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PbEU 2017, L 62).

Artikel 2. Regelmatige beoordeling van vliegprocedures

  • 1. LVNL is aangewezen voor de taak tot het regelmatig beoordelen van de vliegprocedures als bedoeld in artikel 3, negende lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 voor luchthaven gerelateerde vliegprocedures voor de luchthavens genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en voor de en-route gerelateerde vliegprocedures, zijnde luchtverkeersroutes als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening.

  • 2. LVNL informeert de luchthaven over de beoordeling van de luchthaven gerelateerde vliegprocedures bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de in het eerste lid bedoelde beoordeling daartoe in verband met de luchtvaartveiligheid aanleiding geeft, treedt LVNL onverwijld in contact met de luchthaven respectievelijk de Minister en worden de luchtvarenden hieromtrent geïnformeerd.

Artikel 3. Onderhoud van vliegprocedures

LVNL is aangewezen voor de taak tot het onderhouden van de vliegprocedures in het luchtruim bedoeld in artikel 3, negende lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373, voor de en-route gerelateerde vliegprocedures, zijnde luchtverkeersroutes als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening.

Artikel 4.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling diensten voor vliegprocedureontwerp.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Deze regeling strekt tot het aanwijzen van Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL) voor de regelmatige beoordeling en onderhoud van vliegprocedures, ter uitvoering van artikel 3, negende lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373.1

Hoofdlijnen

Met de sinds 27 januari 2022 van toepassing zijnde wijziging2 van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 zijn onder andere eisen bepaald voor verleners van diensten met betrekking tot het ontwerp van vliegprocedures. Met de invoering van de nieuwe basisverordening3 in 2018 is ‘vliegprocedureontwerp’4 nieuw opgenomen als aparte dienst vallend onder het begrip ‘luchtverkeersbeheerdiensten en luchtvaartnavigatiediensten’.

De wijziging van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 vereist daarbij:

‘De lidstaten zien er op toe dat de vluchtprocedures voor de luchtvaartterreinen en het luchtruim onder hun verantwoordelijkheid worden onderhouden en regelmatig worden beoordeeld. Daartoe duiden de lidstaten de personen of organisaties aan die verantwoordelijk zijn voor die taken (...)’ (artikel 3, onderdeel c, onder 9, van de verordening).

LVNL heeft al expertise en ervaring met het ontwerpen en beoordelen van vliegprocedures. Het ontwerpen van vliegprocedures is voorbehouden aan een op grond van de verordening gecertificeerde ontwerper van vliegprocedures. LVNL is hiervoor gecertificeerd conform de eisen van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373.

Daarom wordt met deze regeling LVNL formeel aangewezen voor de taak tot het regelmatig beoordelen van luchthaven gerelateerde vliegprocedures van en naar de luchthavens waarop zij luchtverkeersdienstverlening verleent, te weten Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht en Lelystad, en tot het regelmatig beoordelen en onderhouden van de en-route gerelateerde vliegprocedures, zijnde luchtverkeersroutes die op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening zijn vastgesteld.

Deze regeling laat de taken m.b.t. vliegprocedureontwerp die LVNL op grond van andere regelgeving uitvoert onverlet.

Overeenkomstig uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 omvat dit zowel IFR5 als VFR6-vliegprocedures.

Onderhavige regeling volgt de begrippen zoals opgenomen in de door de Internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) opgestelde ICAO Doc 9906, Volume 1.’Quality Assurance Manual for Flight Procedure Design’.

Regelmatige beoordeling

De regelmatige beoordeling van vliegprocedures houdt in dat getoetst wordt of de vliegprocedures nog actueel en compleet zijn. Daarbij wordt onder andere beoordeeld of de vliegprocedure nog vliegbaar is, de aeronautische data nog correct zijn en of de terrein- en obstakelsituatie zodanig gewijzigd is dat aanpassing van de procedure nodig is. Ook wordt beoordeeld of een aanpassing van de vliegprocedure noodzakelijk is in verband met de eisen ten aanzien van veiligheid, efficiency en milieu aan het luchtverkeersmanagementsysteem. LVNL maakt in de regelmatige beoordeling gebruik van de aan LVNL meest recent beschikbaar gestelde terrein- en obstakeldata. Hiertoe zal separaat worden vastgelegd welke partijen verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van deze gegevens. Om aan te sluiten bij een intervalperiode van vijf jaar voor regelmatige beoordeling van vliegprocedures zoals opgenomen in AMC17 bij uitvoeringsverordening (EU) 2017/3738 betekent dit dat voor actualisatie van terrein- en obstakelgegevens ook een intervalperiode van ten hoogste vijf jaar wordt aangehouden.

In tegenstelling tot IFR-procedures zijn voor VFR-procedures in wet- en regelgeving geen ontwerpcriteria geformuleerd. Voor de beoordeling van VFR- procedures kan worden volstaan met een kwalitatieve beoordeling. Daarbij kan onder andere worden gekeken naar aan de vliegprocedure gerelateerde voorvallen, incidenten, meldingen, aantal routeafwijkingen en bekend gestelde (nieuwe) obstakels.

Op basis van de toetsresultaten van de regelmatige beoordeling van vliegprocedures kan vervolgens worden bepaald of vervolgacties nodig zijn om aan de eisen van luchtvaartveiligheid te (blijven) voldoen.

In lijn met de door EASA aangegeven aanvaardbare wijze van naleving, neergelegd in AMC1 bij artikel 3, negende lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373, zal de regelmatige beoordeling van vliegprocedures ten minste eenmaal per vijf jaar worden uitgevoerd.

Voor de luchthaven gerelateerde vliegprocedures (IFR en VFR) stuurt LVNL een afschrift van de beoordelingsrapportage naar de betreffende luchthaven. Op basis van de conclusies en eventuele aanbevelingen in deze beoordelingsrapportage neemt de luchthaven, waar nodig, het initiatief voor vervolgacties om aan de eisen van luchtvaartveiligheid te (blijven) voldoen.

Onderhoud

Het onderhoud, waaronder actualisatie van luchthaven gerelateerde vliegprocedures, zoals voorgeschreven door uitvoeringsverordening (EU) 2017/373, is een taak die bij de luchthavens ligt. Dit vloeit voort uit verordening (EU) 139/2014.9 De luchthavens waarnaar in artikel 2, eerste lid, van de onderhavige regeling verwezen wordt, vallen allen onder het bereik van deze verordening. In verordening (EU) 139/2014 is in punt ADR.OR.B.025 namelijk onder andere opgenomen dat de exploitant van de luchthaven alle nodige acties, inspecties, tests, veiligheidsbeoordelingen of oefeningen moet uitvoeren en documenteren. Tevens moet de exploitant aan de bevoegde autoriteit aantonen dat de gepubliceerde vliegprocedures van de luchthaven, incl. eventuele wijzigingen daarvan, zijn goedgekeurd, dat wil zeggen in overeenstemming met uitvoeringsverordening (EU) 2017/373. Daarmee samenhangend is in punt ADR.OR.C.005 van verordening (EU) 139/2014 de exploitant van de luchthaven onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp en de actualisering van de vliegprocedures. Indien aanpassing van een luchthaven gerelateerde vliegprocedure noodzakelijk is in verband met de eisen ten aanzien van veiligheid, efficiency en milieu aan het luchtverkeersmanagementsysteem, dan ligt de taak tot aanpassing van een dergelijke vliegprocedure bij LVNL.

Het onderhoud, waaronder actualisatie van en-route gerelateerde vliegprocedures, zoals voorgeschreven door de verordening, is een taak waarvoor LVNL wordt aangewezen. Deze taak valt binnen het toepassingsbereik van de daarvoor gestelde eisen in uitvoeringsverordening (EU) 2017/373. In aanhangsel 1 bij Bijlage XI (Deel-FPD) van de verordening staan algemene criteria voor het ontwerpen van en-route vliegprocedures. De technische ontwerpcriteria zijn opgenomen in ICAO Doc 8168, ‘Procedures for Air Navigation Services – Aircraft Operations’, Volume II. Op grond van artikel 3, negende lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 moet de Staat voor dit onderhoud een organisatie aanwijzen.

Toezicht en handhaving

Het onderhavige wetsvoorstel is voor een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidtoets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT acht het voorstel uitvoerbaar en fraudebestendig. De ILT acht het voorstel handhaafbaar, met daarbij enkele aandachtspunten. N.a.v. deze aandachtspunten is in artikel 2, tweede lid, verduidelijkt dat het informeren door LVNL over de beoordeling van de luchthaven gerelateerde vliegprocedures beperkt is tot de betreffende luchthaven en zijn met de ILT en LVNL nadere afspraken gemaakt over de reguliere beoordeling van vliegprocedures i.r.t. de beschikbare obstakeldataset.

Uitvoeringstoets LVNL

Door LVNL is een toets uitgevoerd ten aanzien van de uitvoerbaarheid van de onderhavige regeling. LVNL heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar is, mits daarbij voor de eerste beoordelingscyclus van de set vliegprocedures een risico-afhankelijke benadering mag worden gevolgd. Dit houdt in dat eerst alleen een beoordeling van de obstakelklaring van vliegprocedures zal worden uitgevoerd op basis van geactualiseerde obstakelgegevens. Indien nodig volgt hieruit aanpassing van de opgegeven waarden voor minimale daalhoogte of minimale klimgradiënten. Bij tijdige aanlevering van terrein- en obstakelgegevens kan dit binnen de beschikbare termijn van 5 jaren worden uitgevoerd. Pas daarna zal een volledige beoordeling van de vliegprocedures plaatsvinden, waarmee de termijn van 5 jaar naar verwachting zal worden overschreden. De opvolgende beoordelingscycli zullen vervolgens binnen de termijn van 5 jaar kunnen worden uitgevoerd. Zoals hierboven is aangegeven zullen t.a.v. obstakeldata separate afspraken worden gemaakt.

Regeldruk

De regeling leidt voor de genoemde onderdelen tot een formele uitbreiding en daarmee toename van taken en taakuitvoeringsfrequentie van LVNL. Dit effect wordt ingeschat op een toename tussen 0,5 en 1,0 fte per jaar. LVNL kan deze ingeschatte toename als gevolg van haar taken m.b.t. vliegprocedureontwerp opvangen middels een herverdeling van taken.

Internetconsultatie

De regeling heeft gevolgen voor LVNL. LVNL is uitgebreid betrokken bij de totstandkoming van deze regeling. Omdat de onderhavige wijziging regelgeving betreft die verder geen gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen heeft, is er daarom afgezien van internetconsultatie.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De minimum invoeringstermijn wordt hierbij niet in acht genomen. De grond hiervoor is aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de regelgeving: het betreft hier uitvoeringsregelgeving ter implementatie van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373.

Artikelsgewijs deel

Artikel 1

Vanwege het lange opschrift van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 wordt hier een aparte begripsbepaling opgenomen, ten behoeve van de leesbaarheid van de artikelen 2 en 3.

Artikel 2

Met artikel 2 wordt uitvoering gegeven aan de verplichting op grond van uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 een organisatie aan te duiden, namelijk LVNL, die aangewezen is voor de regelmatige beoordeling van zowel de en-route als de luchthaven gerelateerde vliegprocedures. Voor luchthaven gerelateerde vliegprocedures betreft het hier de vliegprocedures voor de civiele gecontroleerde luchthavens waarop door LVNL luchtverkeersdiensten worden verleend. Hiervoor wordt verwezen naar artikel 5 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening waarin is bepaald welke luchthavens gecontroleerd zijn. Dit zijn Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht en Lelystad.

Voor de luchthaven gerelateerde vliegprocedures stuurt LVNL een afschrift van de beoordelingsrapportage naar de betreffende luchthaven.

Indien uit de beoordeling blijkt dat de vliegprocedure niet meer voldoet en daarmee mogelijk gevolgen heeft voor de luchtvaartveiligheid, treedt LVNL onverwijld in contact met de luchthaven respectievelijk de Minister. De luchthaven, de Minister of LVNL zal vervolgens het initiatief nemen om de luchtvarenden hierover te informeren.

Artikel 3

In artikel 3 is LVNL belast met het onderhoud, waaronder actualisatie van de en-route gerelateerde vliegprocedures, zijnde de luchtverkeersroutes. Hiervoor wordt naar artikel 3 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening verwezen.

LVNL is niet belast met het onderhoud, waaronder actualisatie, van de luchthaven gerelateerde vliegprocedures, omdat hiermee op grond van verordening (EU) 139/2014 de luchthavens al belast zijn. Zie hiervoor het algemeen deel van de toelichting onder het kopje ‘Hoofdlijnen’. LVNL is wel belast met het aanpassen van een luchthaven gerelateerde vliegprocedure, indien dit noodzakelijk is in verband met de eisen ten aanzien van veiligheid, efficiency en milieu aan het luchtverkeersmanagementsysteem.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman


X Noot
1

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PbEU 2017, L 62).

X Noot
2

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/469 van de Commissie van 14 februari 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 923/2012, Verordening (EU) nr. 139/2014 en Verordening (EU) 2017/373, voor wat betreft de voorschriften voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, het ontwerp van luchtruimstructuren en de gegevenskwaliteit, en de veiligheid van start- en landingsbanen, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 73/2010 (PbEU 2020, L 104).

X Noot
3

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PbEU 2018, L 212).

X Noot
4

In de Engelse versie wordt steeds de term ‘flight procedure’ gebruikt. In de Nederlandse versie is dat dan weer vertaald als ‘vluchtprocedure’, dan weer als ‘vliegprocedure’. Voor deze regeling is ervoor gekozen de term ‘vliegprocedure’ te hanteren omdat dat in de praktijk de gangbare term is.

X Noot
5

IFR: instrument flight rules (instrumentvliegvoorschriften)

X Noot
6

VFR: visual flight rules (zichtvliegvoorschriften)

X Noot
7

AMC: acceptable means of compliance, een in het kader van het toezicht acceptabele wijze van naleving van een voorschrift.

X Noot
8

ED Decision 2020/008/R van 2 juli 2020 (https://www.easa.europa.eu/en/document-library/agency-decisions/ed-decision-2020008r). Zie ook Easy Access Rules for ATM-ANS, AMC Article 3(9) Provision of ATM/ANS and design of airspace structures, p. 59 (https://www.easa.europa.eu/en/document-library/easy-access-rules/easy-access-rules-air-traffic-managementair-navigation-services)

X Noot
9

Verordening (EU) nr. 139/2014 van de Commissie van 12 februari 2014 tot vaststelling van eisen en administratieve procedures met betrekking tot luchtvaartterreinen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 44).

Naar boven