Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 20 oktober 2025, nr. IENW/BSK-2025/260162, tot wijziging van het Reglement rijbewijzen tot aanpassing van het bedrag, genoemd in artikel 104b van dat besluit [KetenID WGK028225]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 111, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 104b wordt ‘€ 37,75’ vervangen door ‘€ 39,30’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

TOELICHTING

1. Inleiding

Gelet op artikel 111, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kan bij algemene maatregel van bestuur een maximumtarief vastgesteld worden voor rijbewijzen die door de gemeente worden afgegeven. Dit artikellid is tevens de basis voor het bij ministeriële regeling wijzigen van het maximumtarief van het rijbewijs als de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

Het tarief voor rijbewijzen bestaat uit een bedrag aan gemeentelijke leges en een rijkskostencomponent. De rijkskostencomponent is het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer (RDW) als vergoeding voor onder andere de productiekosten van het rijbewijs, de instandhouding van het rijbewijzenregister en bijbehorende processen (artikel 121 Wegenverkeerswet 1994).

1.1 Gemeentelijke leges

Deze regeling wijzigt het maximale bedrag dat bij plaatselijke verordening kan worden vastgesteld als gemeentelijke leges voor de afgifte van het rijbewijs. Dit tarief geldt voor de aanvraag van een rijbewijs waarvan de behandeling zonder bijzondere dienstverlening geschiedt, het zogenaamde standaardrijbewijs.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de consumentenprijzen in 2015 geïndexeerd, daarmee wordt 2015 als uitgangspunt genomen om de consumentenprijsindexstijging (CPI) te berekenen (met als waarde 100). Om de indexering voor deze leges voor de aanvraag van rijbewijzen toe te passen, moet de prijsstijging worden berekend tussen 2024 en 2025.

Per april 2025 bedroeg de CPI ten opzichte van 2015 134,72. In april 2024 was de CPI ten opzichte van 2015 129,42 en het maximumbedrag voor gemeentelijke leges was in 2025 € 37,75. Deze regeling stelt daarom het maximumbedrag voor de gemeentelijke leges nu vast op € 39,30 ((37,75/129,42)*134,72).

1.2 Rijkskostencomponent

De bedragen die in rekening worden gebracht in het kader van de rijkskostencomponent zijn geregeld in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer 2026. Deze tarieven worden vastgesteld door de RDW en worden dus niet aangepast via deze wijzigingsregeling. Dit bedrag wordt eind 2025 door de RDW vastgesteld en bekendgemaakt.

1.3 Het tarief

Het totale tarief voor een standaardrijbewijs dat bij de gemeente wordt aangevraagd, wordt na vaststelling van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer bekend. Bij een digitale aanvraag van een rijbewijs wordt dit maximum gehanteerd en houdt de RDW volgens afspraak een deel van de gemeentelijke leges in van gemeenten.

2. Gevolgen

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten voor de burger of het bedrijfsleven. Wel zal sprake zijn van een lichte stijging van de financiële lasten voor de burger doordat het maximumbedrag voor gemeentelijke leges stijgt van € 37,75 naar € 39,30 voor rijbewijzen waarvan de behandeling zonder bijzondere dienstverlening, zoals een spoedaanvraag, geschiedt. Dit is een verhoging van 1,55 euro. Afhankelijk van de geldigheidsduur van het rijbewijs komen deze kosten eens per 5 of 10 jaar terug. In uitzonderingsgevallen is dit vaker.

Een ontwerp van deze regeling is niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor een formele toets, omdat het een ministeriële regeling betreft die enkel de vaststelling regelt van gewijzigde tarieven, en daarom geen aanmerkelijke gevolgen voor de regeldruk zal hebben. Deze categorie regelingen is conform kabinetsbeleid uitgezonderd van voorafgaande ATR-toetsing.

3. Internetconsultatie

Over de regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden. De regeling heeft tot gevolg dat het maximumtarief voor gemeentelijke leges voor rijbewijzen in 2026 ten opzichte van 2025 wordt verhoogd met € 1,55. Deze wijziging heeft geen noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen en brengt geen ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven. Ook heeft de wijziging geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.

4. Inwerkingtreding

Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten. Er wordt wel afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden tussen publicatie en inwerkingtreding die op grond van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen en Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving geldt voor een regeling die direct relevant is voor decentrale overheden. Een uitzondering is mogelijk wanneer hierdoor aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- en nadelen worden voorkomen. Een spoedige inwerkingtreding is in dit geval van belang om gemeenten in staat te stellen met ingang van het nieuwe kalenderjaar de gemeentelijke leges voor rijbewijzen met een standaardaanvraag te kunnen verhogen. Van deze uitzonderingsmogelijkheid is hier gebruik gemaakt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

Naar boven