Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Financiën | Staatscourant 2025, 3501 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Financiën | Staatscourant 2025, 3501 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Financiën,
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;
Besluit:
Het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel b, wordt ‘en het cluster secretaris-generaal;’ vervangen door ‘, het cluster secretaris-generaal en het bureau van de belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden;’.
B
Aan artikel 10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. het bureau van de belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden (bureau BBT).
C
Na Hoofdstuk 8A wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. Het bureau BBT staat onder leiding van de belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden (BBT).
2. Het bureau BBT bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a. de afdeling Triage en Relatiebeheer;
b. de afdeling Casusbehandeling;
c. de afdeling Strategie, Communicatie en Onderzoek.
3. Het bureau BBT ressorteert rechtstreeks onder de SG. De BBT kan over algemene bevindingen rechtstreeks rapporteren aan de bewindspersoon.
Het bureau BBT heeft de volgende taken:
a. het doorgeleiden van aangedragen individuele casuïstiek naar het best passende kanaal voor hulp en ondersteuning binnen en buiten het directoraat-generaal Belastingdienst en het directoraat-generaal Toeslagen;
b. het adviseren over aangedragen individuele casuïstiek van een belanghebbende;
c. het verzamelen van algemene signalen over aangedragen individuele casuïstiek en het delen van die signalen met de bewindspersoon, de IBTD en met een of beide Kamers der Staten-Generaal.
D
In artikel 42 wordt ‘de DG’s en de IG’ vervangen door ‘de DG’s, de IG en de BBT’.
E
In artikel 43, tweede, derde en vierde lid, en artikel 44, eerste lid, wordt ‘DG’s en de IG’ telkens vervangen door ‘DG’s, de IG en de BBT’.
Deze wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 (hierna: Organisatiebesluit) bepaalt de taken en de positie van de Belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden (BBT) en diens bureau (bureau BBT) binnen het Ministerie van Financiën. Op basis van artikel 41f van het Organisatiebesluit zal een ministeriële regeling worden vastgesteld die nadere regels stelt omtrent de taakuitoefening en bevoegdheden van de BBT (de Regeling taakuitoefening en bevoegdheden BBT). Het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 zal aangepast worden om het precieze mandaat van de BBT te regelen.
De BBT wordt geïntroduceerd met het doel bij te dragen aan het verbeteren van praktische rechtsbescherming voor burgers en bedrijven, voor zover het gaat om beslissingen van de inspecteur, de ontvanger en Dienst Toeslagen en de uitwerking van fiscale en toeslagenwetgeving. In concreto zal de BBT hulp bieden in belasting- en toeslagzaken in individuele gevallen waarin een burger of een bedrijf er zelf of met eerstelijns ondersteuning niet uitkomt met de Belastingdienst of Dienst Toeslagen (de uitvoeringsdiensten).
Als een casus wordt aangedragen door een ‘maatschappelijke intermediair’, bijvoorbeeld sociaal raadslieden of een professional op het gebied van schuldhulpverlening, of een van de uitvoeringsdiensten, bekijkt de BBT wat het best passende kanaal is voor deze casus. Als de BBT de casus zelf oppakt en onderzocht heeft, kan de BBT tot een zienswijze komen. De BBT is onafhankelijk in zijn oordeelsvorming. Deze onafhankelijkheid komt ook terug in de, in de Regeling op te nemen, bevoegdheid om zelf te communiceren met een van de Kamers van de Staten-Generaal; de BBT hoeft dus niet apart toestemming te vragen aan de Minister van Financiën voor een dergelijk contact. De minister wordt er wel, voorafgaand aan het contact, over geïnformeerd.
De instelling van de belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden vindt, overeenkomstig het bepaalde in het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen Rijksdienst, plaats met instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze minister heeft in november 2024 ingestemd met de instelling van de betreffende functie.1 Aan deze goedkeuring zijn de volgende voorwaarden verbonden: de functie wordt tijdelijk, maximaal vijf jaar, ingesteld en de 'totale werking van de fiscale en toeslagen-gerelateerde rechtsbescherming' wordt geëvalueerd. Voor wat betreft de organisatorische inbedding binnen het ministerie is ervoor gekozen de belangenbehartiger rechtstreeks onder de SG te laten ressorteren en aan te laten sluiten bij de dienstverlening van het kernministerie zoals de P&C-cyclus, bedrijfsvoering, communicatie en dienstverlening van de concerndirectie Mens en Organisatie, met dezelfde verantwoordelijkheid als een beleidsDG. Voor de medezeggenschap wordt bij de oprichting aangesloten bij de ORKD. Het voornemen bestaat evenwel, gelet op diens onafhankelijke positie, dat de BBT op termijn een eigen medezeggenschap (OR) zal instellen. In ieder geval bij het opstarten van de organisatie, zal de BBT onderdeel uitmaken van het kernministerie.
Artikel 1 bepaalt de positie van de organisatie, het bureau van de belangenbehartiger (hierna: bureau BBT). Het bureau BBT wordt een onderdeel van het kernministerie, naast de Generale Thesaurie, het directoraat-generaal Rijksbegroting, het directoraat-generaal Fiscale Zaken, en het cluster secretaris-generaal.
Artikel 10 bepaalt uit welke dienstonderdelen het ministerie bestaat. Hier wordt het bureau BBT aan toegevoegd.
De structuur en taken van de BBT zijn opgenomen in een nieuw hoofdstuk 8B. Hierin ligt tevens de basis voor een nadere regeling en invulling van die taken (artikel 41f).
De belangenbehartiger heeft de leiding over het bureau BBT. De organisatie kent geen directeur, maar wel drie afdelingen en een of meer afdelingshoofden. Op termijn zal elke afdeling een eigen afdelingshoofd kennen en gezamenlijk zullen zij het MT vormen van de organisatie. Het O&F rapport, vastgesteld op 16 december 2024, werkt het sturingsmodel verder uit. De BBT legt verantwoordelijkheid af aan de SG, vergelijkbaar aan een DG in het beleidsdepartement.
De wijzigingen in de artikelen 42 en 43 zien op het afleggen van verantwoording. De BBT zal, net als de DG’s en IG, verantwoording moeten afleggen over de uitvoering van de opgelegde taken en het gebruik van de verleende bevoegdheden (artikel 42). Tevens moet de BBT rapportages en een managementverklaring opstellen over de uitvoering ten behoeve van bespreking met de SG (artikel 43).
Omdat het bureau BBT per 1 januari 2025 van start is gegaan, treedt deze wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 per die datum in werking. Deze regeling wordt op een later moment dan 1 januari 2025 in de Staatscourant gepubliceerd, daarom werkt deze wijziging terug tot en met 1 januari 2025.
De Minister van Financiën, E. Heinen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-3501.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.