Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 24 januari 2025, nr. IENW/BSK-2025/16947, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord

(KetenID WGK 027446)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet en de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onder b, 4, eerste en tweede lid, en 5, aanhef en onderdeel h, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 8, derde lid, onderdeel d, wordt ‘in 2024’ vervangen door ‘in 2024 of 2025’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de op 1 april 2021 in werking getreden Regeling specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord1 (Spuk SLA). De Spuk SLA is een invulling van de afspraak uit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte III om te komen tot een nationaal actieplan luchtkwaliteit dat zich richt op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit.

2. Inhoud en noodzaak tot wijziging

De regeling bevatte voor de aanvraagperiode in 2025 nog geen maximum aan de omvang van de uitkeringen die een gemeente kan aanvragen. Dit zou tot het ongewenste resultaat kunnen leiden dat één gemeente het volledige budget benut. Gelet hierop is de regeling aangepast.

3. Gevolgen van de wijziging

Deze regeling betreft een aanpassing waarmee de verdelingsregels voor 2025 op een lijn worden gebracht met de verdelingsregels voor 2024.

De wijziging van de regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers en burgers en ook geen andere noemenswaardige gevolgen voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie2, kan internetconsultatie daarom achterwege blijven.

De financiële gevolgen voor de rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de regeling vallen binnen de kaders van de Rijksbegroting.

4. Inwerkingtreding van de regeling

Deze regeling treedt de dag na publicatie in werking. De wijzigingen hebben betrekking op een komende aanvraagperiode en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom blijft overgangsrecht achterwege.

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vierde lid). De reden van deze afwijking is dat sprake is van reparatieregelgeving (Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onderdeel c).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen


X Noot
1

Zie voor het SLA Kamerstukken II 2019/20, 30 175, nr. 343, p. 1–2.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven