Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 3359 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 3359 | ander besluit van algemene strekking |
(KetenID WGK027354)
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, 6, zesde lid, 8, 10, tweede lid en vierde lid, 13, 15, derde en vierde lid, 16, 22, tweede lid, 23, derde en vijfde lid, 24, derde lid, en 26 van het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
De Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit als volgt te wijzigen:
A
In artikel 1.1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
verkrijging van de eigendom, bedoeld in artikel 84, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens koop of financial leasing als bedoeld in paragraaf 3.2 van het Besluit heffing omzetbelasting bij leasing;
voertuigcategorie als bedoeld in artikel 4 van verordening (EU) 2018/858;
prijs inclusief af fabriek opties zoals vermeld in de offerte, verminderd met de daarin begrepen omzetbelasting;
schriftelijke overeenkomst tot koop als bedoeld in artikel 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of een schriftelijke overeenkomst tot financial leasing als bedoeld in paragraaf 3.2 van het Besluit heffing omzetbelasting bij leasing;
vervoermiddel van dezelfde categorie dat aan reeds van kracht zijnde toepasselijke Unienormen voldoet en dat zonder de steun zou zijn aangeschaft;.
B
In artikel 2.1.1 vervallen de begripsbepalingen aanschaf, categorie, offerteprijs, overeenkomst en referentievoertuig.
C
Na paragraaf 2.3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
vergunninghoudende vervoerder als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000, van een concessie voor openbaar busvervoer;
emissieloos als bedoeld in artikel 86c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
emissieloos batterij-elektrisch motorvoertuig dat blijkens het kentekenregister of een aantekening op het kentekenbewijs is goedgekeurd voor een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur;
groep als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek;
kleine onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede of derde lid, van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening;
mkb-onderneming die niet kwalificeert als kleine onderneming;
emissieloze touringcar waarvan, blijkens vermelding in het kentekenregister, de datum eerste toelating, de datum eerste inschrijving in Nederland en de datum tenaamstelling, gelijk zijn;
formeel, schriftelijk, aanbod tot het sluiten van een overeenkomst voor de aanschaf van een nieuwe emissieloze touringcar, opgesteld op verzoek van de aanvrager;
voor een ieder openstaand personenvervoer met een bus volgens een dienstregeling.
Deze paragraaf heeft tot doel het stimuleren van de aanschaf van nieuwe emissieloze touringcars door ondernemingen teneinde de emissie van CO2 en luchtverontreinigende stoffen te verminderen.
De minister kan aan een aanvrager subsidie verstrekken voor de aanschaf van één of meerdere nieuwe emissieloze touringcars van categorie M3.
Subsidie kan worden aangevraagd door:
a. een concessiehouder;
b. een andere onderneming die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en die een vestiging in Nederland heeft.
De kosten die op grond van artikel 36ter van de algemene groepsvrijstellingsverordening voor subsidie in aanmerking komen, zijn subsidiabel.
1. De subsidie bedraagt ten hoogste 30% van de op grond van artikel 36ter van de algemene groepsvrijstellingsverordening in aanmerking komende kosten, tot een maximum van € 90.000 per emissieloze touringcar.
2. De steunintensiteit bedoeld in het eerste lid wordt:
a. met 20 procentpunten verhoogd voor subsidie aan een middelgrote onderneming, tot een maximum van € 150.000 per emissieloze touringcar;
b. met 30 procentpunten verhoogd voor subsidie aan een kleine onderneming, tot een maximum van € 180.000 per emissieloze touringcar.
3. Onverminderd artikel 5 van het Kaderbesluit wordt de overschrijding in mindering gebracht op het subsidiebedrag wanneer het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste of tweede lid, de maximale steunruimte van de algemene groepsvrijstellingsverordening overschrijdt.
1. Het subsidieplafond voor aanvragers als bedoeld in artikel 2.4.4, onderdeel a, bedraagt voor het jaar 2025: € 3.500.000.
2. Het subsidieplafond voor aanvragers als bedoeld in artikel 2.4.4, onderdeel b, bedraagt voor het jaar 2025: € 3.500.000
3. Indien een subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid voor dat jaar ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen te kunnen toewijzen, worden de bedragen aangevuld met de voor dat jaar onaangesproken middelen gereserveerd op grond van het tweede lid.
4. Indien een subsidieplafond als bedoeld in het tweede lid voor dat jaar ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen te kunnen toewijzen, worden de bedragen aangevuld met de voor dat jaar onaangesproken middelen gereserveerd op grond van het eerste lid.
5. De minister stelt het subsidieplafond vast voor de jaren na 2025 en geeft hiervan kennis in de Staatscourant voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor het betreffende subsidieplafond wordt vastgesteld.
6. De minister verdeelt de in de betreffende subsidieperiode beschikbare gelden op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
Een aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze regeling kan in 2025 van 11 februari 2025, 9.00 uur tot en met 30 mei 2025, 12.00 uur worden ingediend.
1. Een aanvrager kan bij de minister een aanvraag om subsidie indienen door middel van een daartoe vastgesteld formulier dat beschikbaar is via de website van RVO.
2. Een aanvraag tot subsidieverlening bevat naast de in artikel 10 van het Kaderbesluit genoemde gegevens ten minste:
a. naam en adres van de aanvrager;
b. contactgegevens van de contactpersoon van de aanvrager;
c. merk, type en handelsbenaming van de nieuwe emissieloze touringcar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
d. hoogte van het bedrag van eventuele reeds aangevraagde of ontvangen subsidies van een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Unie voor de aanschaf van een of meerdere nieuwe emissieloze touringcars;
e. kopie van de offerte, met inbegrip van de offerteprijs, voor de voorgenomen aanschaf van de nieuwe emissieloze touringcar;
f. een bewijs van minder dan zes maanden oud waaruit blijkt wat de prijs van het referentievoertuig is.
1. Onverminderd artikel 1.3 beslist de minister afwijzend op een aanvraag om subsidie indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze paragraaf.
2. In aanvulling op het eerste lid beslist de minister afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:
a. een emissieloze touringcar ten tijde van de aanvraag om subsidieverlening al is tenaamgesteld;
b. aan de aanvrager, dan wel aan aanvragers die tot eenzelfde groep behoren, op grond van deze regeling reeds voor de aanschaf van:
1°. 15 emissieloze touringcars subsidie is verstrekt onder een subsidieplafond als bedoeld in artikel 2.4.7, eerste lid;
2°. 12 emissieloze touringcars subsidie is verstrekt onder een subsidieplafond als bedoeld in artikel 2.4.7, tweede lid; of
c. de te verstrekken subsidie lager is dan € 25.000.
Op grond van artikel 16 van het Kaderbesluit zijn de regels inzake een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 van toepassing op subsidies van € 125.000 of meer.
1. Onverminderd artikel 17 en 18 van het Kaderbesluit is de subsidieontvanger verplicht:
a. onverwijld schriftelijk mededeling te doen aan de minister van gewijzigde omstandigheden of wijziging van gegevens die van belang zijn in verband met de subsidieverstrekking op grond van deze regeling;
b. medewerking te verlenen aan de controle op de uitvoering van de verplichtingen die zijn gesteld in deze regeling en de beschikking;
c. de nieuwe emissieloze touringcar waarvoor subsidie is verleend op zijn naam te stellen of een verstrekkingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 25 van het Kentekenreglement op zijn naam te registreren in het kentekenregister; en
d. er zorg voor te dragen dat de nieuwe emissieloze touringcar gedurende vier jaar vanaf de datum van de eerste inschrijving en tenaamstelling, of registratie van het verstrekkingsvoorbehoud bedoeld in artikel 25 van het Kentekenreglement, ononderbroken op zijn naam is gesteld of een verstrekkingsvoorbehoud op zijn naam is geregistreerd in het kentekenregister.
2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, geldt niet indien de subsidieontvanger de nieuwe emissieloze touringcar vervangt door een andere nieuwe emissieloze touringcar die ook in aanmerking zou zijn gekomen voor subsidie op grond van deze regeling en dit andere voertuig gedurende de nog resterende termijn van de periode, genoemd in het eerste lid, onderdeel d, op zijn naam is gesteld of middels een verstrekkingsvoorbehoud op zijn naam is geregistreerd.
3. De uitzondering van het tweede lid geldt niet wanneer de subsidieontvanger voor de vervangende nieuwe emissieloze touringcar subsidie aanvraagt.
4. Indien de nieuwe emissieloze touringcar wordt vervangen door een andere nieuwe emissieloze touringcar als bedoeld in het tweede lid, is de subsidieontvanger verplicht om gedurende de in dat lid bedoelde resterende termijn te beschikken over de overeenkomst tot aanschaf van de vervangende nieuwe emissieloze touringcar.
Gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening wordt 70% van het subsidiebedrag als voorschot verstrekt.
1. Een aanvrager kan bij de minister een aanvraag tot vaststelling van de subsidie indienen door middel van een daartoe vastgesteld formulier dat beschikbaar is via de website van RVO.
2. De aanvraag tot subsidievaststelling kan worden ingediend tot uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie.
3. De aanvrager kan bij RVO een verzoek doen tot uitstel van maximaal 12 maanden van de indiening van de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, indien hij kan aantonen dat de levertijd van de nieuwe emissieloze touringcar langer is dan de periode, genoemd in het tweede lid.
4. Onverminderd artikel 24 van het Kaderbesluit bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor de subsidiabele activiteit, bedoeld in artikel 2.4.3, in elk geval de volgende gegevens:
a. het kenteken van de nieuwe emissieloze touringcar dat is vermeld in de overeenkomst; en
b. de gespecificeerde factuur tot betaling.
1. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.4.12, eerste lid, onderdeel d, kan de minister de vaststelling van de subsidie wijzigen en het onverschuldigd betaalde deel van de subsidie terugvorderen.
2. Het terug te vorderen bedrag wordt bepaald door de subsidie te verminderen met 1/48e van het verstrekte subsidiebedrag vermenigvuldigd met het aantal volledige maanden waarin niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 2.4.12, eerste lid, onderdeel d.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen
Op 1 juli 2024 is de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit in werking getreden. Deze wijzigingsregeling voegt aan hoofdstuk 2 een nieuwe paragraaf 2.4 toe, genaamd: Emissieloze touringcars. Op grond van deze nieuwe paragraaf kan subsidie worden verstrekt voor de aanschaf van één of meerdere nieuwe emissieloze touringcars van voertuigcategorie M3. In de nieuwe paragraaf 2.4 is de Tijdelijke subsidieregeling aanschaf emissieloze touringcars (hierna: Stour), die bij de inwerkingtreding van deze wijziging komt te vervallen, voor de jaren 2025 tot en met 2029 een op een overgenomen. De reden hiervoor is dat de Stour inhoudelijk aansluit bij de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit. De consolidatie als paragraaf in de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit komt de consistentie van de verschillende subsidieregelingen die betrekking hebben op zero-emissie in de mobiliteitssector ten goede. Gelet op het voorgaande komt de toelichting bij deze wijzigingsregeling grotendeels overeen met de toelichting bij de Stour.
Met het verstrekken van subsidie ten behoeve van de aanschaf van emissieloze touringcars wordt uitvoering gegeven aan de ambities uit het Klimaatakkoord1 van 28 juni 2019. Het kabinet heeft met het Klimaatakkoord een centraal doel: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen met 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Onderdeel daarvan is een reductieopgave voor de mobiliteitssector door middel van batterij-elektrisch vervoer. Paragraaf 2.4 richt zich uitsluitend op de aanschaf van batterij-elektrische touringcars. Touringcars op waterstof kunnen gebruik maken van de paragraaf 2.1, Waterstof in Mobiliteit, van de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit.
In Nederland rijden circa 3.500 touringcars rond. Slechts een enkele daarvan is een emissieloze touringcar.
Doel
Het doel van paragraaf 2.4 is het versnellen van de transitie naar emissieloos touringcarvervoer, en daardoor een bijdrage te leveren aan de gewenste CO2-reductie, alsmede aan de verbetering van de luchtkwaliteit in steden.
De subsidie is mede bedoeld om fabrikanten te stimuleren emissieloze touringcars te bouwen. Dankzij deze subsidie kunnen touringcarbedrijven die voertuigen aanschaffen.
Keuze voor subsidie
De overheid zet in op verbetering van de leefbaarheid en vermindering van CO2-uitstoot. Emissieloze voer- en vaartuigen dragen direct bij aan die vermindering. Personenauto’s en in mindere mate bestelauto’s hebben de transitie naar nul-emissie al ingezet. Dat is nog niet het geval voor touringcars.
Financiële tegemoetkoming voor de meerkosten van de aanschaf van een emissieloze touringcar is het belangrijkste aangrijpingspunt om de transitie naar CO2-neutraal touringcarvervoer in gang te zetten. De ervaring heeft geleerd dat een subsidieregeling een belangrijke eerste stap is richting de marktintroductie. Overheidsstimulering en -financiering is dan gewenst. Zonder die hulp komt de markt nauwelijks, of later, van de grond.
Naast de reductie van de meerkosten van de emissieloze touringcar is beschikbaarheid van adequate laadinfrastructuur een voorwaarde voor een succesvolle marktintroductie. De subsidie is bedoeld om het verschil in meerkosten te verkleinen tussen een touringcar op diesel en een emissieloze touringcar. Deze subsidie vormt één onderdeel van een groter geheel aan initiatieven vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: Ministerie van IenW) om de transitie naar emissieloos touringcarvervoer in goede banen leiden. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief zijn de paragrafen 2.2 en 2.3 voor publieke en voor private laadinfrastructuur in de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit. Daarnaast heeft het Ministerie van IenW met de vier grote gemeenten, KNV Busvervoer en de RAI Vereniging in 2023 het Afsprakenkader Emissieloos Touringcarvervoer afgesloten. Daarin is opgenomen dat gemeenten adequate laadinfrastructuur faciliteren en voor speciale voorzieningen zorgen.
Doelgroep
De subsidie is gericht op touringcarbedrijven en op concessiehouders voor openbaar busvervoer die touringcars inzetten voor bijvoorbeeld vervangend treinvervoer of als interliner. Het gaat om touringcars die zijn goedgekeurd voor een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. De subsidie is uitsluitend bedoeld voor ondernemingen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel met een vestiging in Nederland. Zowel natuurlijke personen (éénmanszaak, VOF, CV en maatschap) als rechtspersonen (BV, NV, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij) kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Naast de koop van een emissieloze touringcar komt ook financial lease in aanmerking voor subsidie. Wat betreft financial lease komt alleen de lessee (onderneming die leaset) voor subsidie in aanmerking. Een leasemaatschappij die emissieloze touringcars ter beschikking stelt voor financial lease is uitgesloten van ontvangst van subsidie. Bij operational lease is de lessee uitgesloten van ontvangst van subsidie doordat in artikel 1.1 ‘aanschaf’ is gedefinieerd als koop of ‘financial lease’. Bij operational lease vraagt de leasemaatschappij de subsidie aan.
Verwachte impact van de regeling
De verwachte impact is dat de subsidie een stimulans geeft aan het gebruik van emissieloze touringcars in de Nederlandse touringcarsector. Andere instrumenten die hierbij worden opgepakt zijn regelgeving en flankerende maatregelen, zoals zorgdragen voor adequate laadinfrastructuur. De analyse van de marktintroductie van andere emissieloze voertuigen, zoals bestelwagens en vrachtwagens, toont aan dat deze categorieën op de markt zijn gekomen na overheidsinterventie in de vorm van stimulering (subsidieregeling) en het stellen van vereisten (nul-emissiezones).
Minimale duur tenaamstelling
Het is de wens om emissieloze touringcars voor Nederland te behouden om zo ook voor de langere termijn milieuwinst in Nederland te realiseren. Tegelijk is voor de onderneming een zekere mate van flexibiliteit gewenst wat betreft het bezit van de voertuigen. Daartussen is een balans gezocht door in deze paragraaf de eis te stellen dat de aangeschafte touringcar vier jaar in eigendom moet blijven van de subsidieontvanger.
De tenaamstelling van de emissieloze touringcars van subsidieontvangers zal bij de aanvraag tot subsidievaststelling door RVO worden gecontroleerd bij de Dienst wegverkeer (hierna: RDW). Na de tenaamstelling zal eveneens periodiek, gedurende de looptijd van de verplichting, bij de RDW worden gecontroleerd of aan deze eis blijvend wordt voldaan.
Bij operational lease kan het kenteken van de emissieloze touringcar op naam van de lessor (onderneming die het voertuig als eigenaar verhuurt) of van de lessee staan. Voor RVO is het mogelijk de instandhoudingstermijn die voor de leasemaatschappij geldt te controleren via de tenaamstelling (als het voertuig op naam van de leasemaatschappij staat) of via het verstrekkingsvoorbehoud als het voertuig op naam van de gebruiker (de lessee) staat. De RDW faciliteert dit laatste via het RTL-register, Registratie Tenaamstelling Leasemaatschappij.
Indien een onderneming de gesubsidieerde touringcar tussentijds verkoopt, dient de subsidie naar rato te worden terugbetaald. Dit geldt niet wanneer het voertuig tussentijds wordt vervangen door een andere emissieloze touringcar die op grond van deze paragraaf ook voor subsidie in aanmerking zou zijn gekomen. In dat geval dient de onderneming de wijziging te melden bij RVO en dient deze andere touringcar voor de resterende duur van de geëiste periode van eigendom op naam van de subsidieontvanger te blijven staan. Het subsidiebedrag blijft ongewijzigd.
Subsidiebedragen
Bij de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, gaat het gelet op artikel 36ter van de algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: AGVV) om meerkosten. Subsidiabel zijn de extra kosten voor de aanschaf van de emissieloze touringcar in vergelijking met het referentievoertuig (doorgaans een regulier dieselvoertuig van dezelfde voertuigcategorie dat hetzelfde aantal personen kan vervoeren). Bij de berekening van het maximale subsidiebedrag wordt uitgegaan van een maximale meerprijs van de emissieloze touringcar van € 300.000.
|
Aanvrager |
Maximaal subsidiebedrag |
Maximaal subsidiepercentage |
|---|---|---|
|
kleine onderneming |
180.000 |
60% |
|
middelgrote onderneming |
150.000 |
50% |
|
grote onderneming1 |
90.000 |
30% |
Bij het doen van de aanvraag om subsidie voor een emissievrije touringcar dient de aanvrager voor de opgave van de aanschafprijs uit te gaan van de door de fabrikant of importeur door middel van een offerte kenbaar gemaakte aanschafprijs. Bij de vaststelling van de subsidie wordt uitgegaan van de prijs in het koop- of financial leasecontract. Wanneer deze prijs hoger is dan de offerteprijs die is opgegeven door de aanvrager in de aanvraag om subsidieverlening, wordt voor de bepaling van de hoogte van de subsidie uitgegaan van de offerteprijs die is opgegeven door de aanvrager. Uit artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) volgt dat de subsidie bij de vaststelling niet hoger kan zijn dan bij de verlening.
Nationaal recht
Het nationaal bestuursrechtelijk kader voor deze paragraaf wordt gevormd door de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Meer specifiek kan gewezen worden op de titels 4.1 (Beschikkingen) en 4.2 (Subsidies) van de Awb, waarin bepalingen zijn opgenomen die relevant zijn of kunnen zijn voor subsidieontvangers.
Kaderbesluit subsidies I en M
Deze wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit is gebaseerd op het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: het Kaderbesluit) en de daaraan ten grondslag liggende Kaderwet subsidies I en M. De bepalingen van het Kaderbesluit zijn dan ook van toepassing op de subsidieverstrekking op grond van de onderhavige wijzigingsregeling, ook wanneer er niet expliciet in de wijzigingsregeling (in de nieuwe paragraaf 2.4 van de regeling) naar wordt verwezen. Voor de subsidieontvangers is dan ook niet alleen deze wijzigingsregeling, maar ook het Kaderbesluit van belang. In het Kaderbesluit zijn onder andere artikelen opgenomen over de subsidiabele kosten (hoofdstuk 3), het indienen van de aanvraag (hoofdstuk 5), afwijzingsgronden van een aanvraag (hoofdstuk 6), verplichtingen voor de subsidieontvanger (hoofdstuk 8) en de subsidievaststelling (hoofdstuk 10).
Europeesrechtelijke aspecten
De subsidieverstrekking voor de aanschaf van emissieloze touringcars is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Om deze geoorloofd te kunnen verstrekken, wordt toepassing gegeven aan de AGVV.
De subsidieverstrekking kan onder de vrijstelling van artikel 36ter van de AGVV worden gebracht. Uit artikel 36ter volgt dat in geval van investeringssteun de vervoermiddelen moeten worden aangeschaft. Bij financial lease gaat het economisch eigendom van de leasemaatschappij over naar de lessee. Daarom is ook bij financial lease sprake van aanschaf in de zin van artikel 36ter van de AGVV.
Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie is rekening gehouden met de maximaal toegestane steunpercentages in de AGVV. Mocht het toepassen van de genoemde subsidiepercentages in artikel 2.4.6 in een specifieke situatie toch leiden tot een overschrijding van de steunpercentages, dan zal in dat geval overeenkomstig het tweede lid van dat artikel het bedrag van de subsidie worden verlaagd. Daarnaast geldt op grond van artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit dat reeds eerder verstrekte subsidies voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan in mindering moeten worden gebracht op de subsidie.
Begrotingsbehandeling
De Eerste Kamer heeft nog niet besloten over de begroting van het Ministerie van IenW voor 2025. Daarom kan er voor het kalenderjaar 2025 geen subsidieplafond worden vastgesteld zonder daar een voorbehoud bij te maken. Om de sector een indicatie te geven van het beschikbare budget, zodat deze daarop kan anticiperen, wordt nu het beoogde plafond vastgesteld. Met ingang van 11 februari 2025 kunnen aanvragen worden ingediend.
Een verlaging van een reeds bekend gemaakt en in werking getreden subsidieplafond heeft in de regel geen gevolgen voor reeds ingediende aanvragen. Artikel 4:28 Awb biedt hierop een uitzonderingsmogelijkheid voor subsidieplafonds die worden vastgesteld voordat de begroting is vastgesteld of goedgekeurd. Deze bepaling borgt dat een eventuele latere plafondverlaging voor deze regeling gevolgen heeft voor eerder ingediende aanvragen.
Uitvoering
Paragraaf 2.4 van de regeling wordt uitgevoerd door RVO, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. RVO heeft aantoonbare en jarenlange ervaring met de uitvoering van diverse subsidieregelingen voor bedrijven en particulieren. RVO is betrokken geweest bij het opstellen van deze paragraaf en een door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitgevoerde uitvoerbaarheidstoets. Uit de uitvoerbaarheidstoets blijkt dat de regeling uitvoerbaar is tegen aanvaardbare uitvoeringskosten en administratieve lasten.
Privacy
Voor de goede uitvoering en controle van de paragraaf maakt RVO gebruik van de gegevens van de RDW en het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Voor een deel betreft het hier de openbare gegevens die voor eenieder in het kentekenregister beschikbaar zijn. Voor een ander deel vindt er een uitwisseling plaats tussen de gegevens van de RDW en RVO. Zo zal RVO bij de vaststelling van de subsidie in alle gevallen nagaan of de tenaamstelling van de subsidieontvanger overeenkomt met de tenaamstelling in het kentekenregister.
In de paragraaf is de Stour overgenomen. De wijzigingsregeling komt vrijwel volledig overeen met de Stour. Omdat dit geen toegevoegde waarde zou hebben is deze wijzigingsregeling niet voorgelegd aan de functionaris gegevensbescherming (FG) van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat of aan de Autoriteit Persoonsgegevens voor advies.
Doeltreffendheid
De beleidsmix van subsidie en regelgeving is naar verwachting doeltreffend bij het op gang brengen van de transitie naar emissieloos touringcarvervoer. Met het voor de hele looptijd van de paragraaf beoogde budget van € 73,3 miljoen kunnen ongeveer 485 emissieloze touringcars in gebruik genomen worden.
Van dit budget komt € 64,3 miljoen ten laste van vergroenen reisgedrag (Klimaattransitiefondsgelden). Deze middelen, waarvoor parlementaire goedkeuring nodig is, zijn bestemd voor de ondersteuning van besloten busvervoer. Daarnaast is € 9 miljoen bestemd voor OV-concessiehouders. Dit budget is afkomstig uit de Klimaatakkoordgelden voor OV-busvervoer.
De Klimaattransitiefondsgelden en Klimaatakkoordgelden zijn bedoeld voor specifieke doelgroepen. Dit betreft dus een andere wijze van financiering dan op grond van de Comptabiliteitswet of de Wet mobiliteitsfonds. Om die reden is een voorhangprocedure geen vereiste.
Regeldrukeffecten
De inspanning die gevraagd wordt van de aanvragers van de subsidie bestaat allereerst uit het kennisnemen van de regeling. In de praktijk zal de touringcardealer veelal de ondernemer informeren over de mogelijkheden voor subsidie. Met behulp van die informatie kan deze zich via de website van RVO verder verdiepen in de voorwaarden voor het kunnen benutten van de subsidie. Een ondernemer kan zelf ook actief op zoek gaan naar informatie over subsidie.
Na het ontvangen van een offerte doet de ondernemer een aanvraag voor subsidieverlening via het digitale loket van RVO. Aanvragers moeten de aanvraag met behulp van eHerkenning indienen. De aanvrager ontvangt een verleningsbesluit van RVO. Daarbij wordt tevens een voorschot van 70% van het subsidiebedrag uitgekeerd. Als de touringcars geleverd worden en te naam zijn gesteld, volgt het verzoek tot vaststelling door de subsidieontvanger. Op de vaststelling volgt de uitbetaling van de resterende 30% van de subsidie.
Een belangrijke voorwaarde voor subsidie is de minimale eigendomsduur van vier jaar van touringcars. Als binnen deze periode de tenaamstelling wijzigt, moet RVO hiervan op de hoogte worden gesteld door de subsidieontvanger.
De tijd die een subsidieaanvrager per voertuig aan deze stappen besteedt, is afhankelijk van het aantal voertuigen waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De verwachting is dat een subsidieaanvrager in totaal maximaal drie uur per voertuig besteedt aan al deze stappen. Voor het berekenen van de regeldruk voor ondernemers wordt een standaard uurtarief van € 60 gehanteerd. In totaal is de regeldruk voor een aanvrager daarmee maximaal € 180 per touringcar. Bij het niet toekennen van een subsidieaanvraag neemt deze regeldruk toe met maximaal € 60 (1 uur) vanwege het mogelijk corrigeren van de aanvraag. In het geval van een gewijzigde vaststelling gaat dit maximaal om een toename van € 20. Uitgaande van een subsidiebedrag tussen de € 90.000 en de € 180.000 betekent dit een regeldruk van tussen de 0,1–0,2%. Het aantal onvolledige aanvragen zal bij deze eenvoudige paragraaf verwaarloosbaar zijn en zijn is daarom niet meegenomen in de regeldrukberekening.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft op 15 mei 2024 geadviseerd over de Stour, die inhoudelijk overeenkwam met deze paragraaf. Omdat advisering van door de ATR op deze wijzigingsregeling, geen toegevoegde waarde heeft, is deze niet voorgelegd ter toetsing.
De paragraaf zal leiden tot kostenreductie voor ondernemers die overwegen emissieloze touringcars aan te schaffen.
Deze wijzigingsregeling komt inhoudelijk overeen met de Stour. Omdat internetconsultatie geen toegevoegde waarde zou hebben ten opzichte van de internetconsultatie die in het voorjaar van 2024 heeft open gestaan voor de Stour, en die niet tot fundamentele inhoudelijke aanpassingen van de Stour hebben geleid, is er vanaf gezien deze wijzigingsregeling in internetconsultatie te brengen.
Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de door het kabinet vastgestelde vaste verandermomenten. Tevens wordt afgeweken van de in het systeem van vaste verandermomenten opgenomen minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Aanleiding daarvoor is dat met een snelle inwerkingtreding de gewijzigde regeling zo snel mogelijk kan worden toegepast. Dit is in het voordeel van de aanvragers. De uitzondering is gerechtvaardigd omdat dit aanmerkelijke ongewenste private nadelen voorkomt (artikel 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Daarbij wordt de doelgroep van de regeling geïnformeerd door informatie op de website van Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), die met de subsidievertrekking op grond van deze regeling is belast. De korte invoeringstermijn is niet bezwaarlijk voor RVO, omdat zij al op de hoogte is van deze wijziging en deze onmiddellijk kan toepassen.
De Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit is op 1 juli 2024 in werking getreden, en vervalt met ingang van 1 juli 2029. Dit geldt eveneens voor de met deze wijzigingsregeling toegevoegde paragraaf. Deze paragraaf maakt deel uit van de evaluatie van de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit.
Artikel 2.4.1 bevat de begripsbepalingen die van belang zijn voor deze regeling. Enkele begripsbepalingen worden hieronder nader toegelicht.
Emissieloos
Emissieloos wil zeggen zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z). Het kentekenregister bevat gegevens omtrent emissieklassen van voertuigen, volgens de tabellen in de bijlage 2 bij artikel 6, tweede lid,van het Kentekenreglement.
Emissieloze touringcar
Bij batterij-elektrische voertuigen gaat het om emissieloze voertuigen (emissieklasse Z). De letteraanduidingen voor deze emissieklasse, die zijn opgenomen in het hiervoor genoemde Kentekenreglement, kennen als bron Verordening (EU) 2017/11512. In deze verordening staat lettercode AY, met als bijbehorende motor ‘batterij, volledig elektrisch’. Het gaat om emissieloze touringcars die zijn goedgekeurd voor een maximumsnelheid van 100 km/u.
De regeling kent twee categorieën aanvragers: concessiehouders, en andere ondernemingen. De subsidie is gericht op touringcarbedrijven en op concessiehouders die touringcars inzetten voor bijvoorbeeld vervangend treinvervoer of als interliner.
derde lid
Mocht het toepassen van artikel 2.4.6 in een specifieke situatie leiden tot een overschrijding van het maximaal toegestane steunpercentage in de AGVV, dan zal in dat geval het bedrag van de subsidie worden verlaagd. Daarnaast geldt op grond van artikel 5, eerste lid, van het Kaderbesluit dat reeds eerder verstrekte subsidies voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan in mindering moeten worden gebracht op de subsidie.
zesde lid
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen (eerst komt, eerst maalt).
Bij deze verdelingswijzen geldt op grond van artikel 8, derde lid, onderdelen a en b, van het Kaderbesluit het volgende. Als datum van binnenkomst van de aanvraag geldt de datum waarop een aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften. De datum van binnenkomst is dus niet de datum waarop een aanvraag wordt ingediend die nog aanvulling behoeft met toepassing van artikel 4:5 van de Awb. Daarmee wordt voorkomen dat een aanvrager die snel een (pro forma) aanvraag indient die niet aan alle wettelijke eisen voldoet, voorgaat op iemand die weliswaar iets meer tijd nodig heeft, maar wel met een aanvraag komt die aan alle eisen voldoet.
Verder geldt dat de onderlinge rangschikking van aanvragen die binnenkomen op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, wordt vastgesteld door loting. Voor deze oplossing is gekozen omdat het bij aanvragen die op dezelfde dag binnenkomen veelal lastig, zo niet onmogelijk zal zijn vast te stellen welke aanvraag feitelijk het eerst is binnengekomen, terwijl dat in deze situatie wel verstrekkende gevolgen kan hebben in verband met het bereiken van het subsidieplafond.
In dit artikel worden enkele zaken rondom de aanvraag om subsidieverlening geregeld. Overeenkomstig artikel 10, eerste lid, van het Kaderbesluit wordt de aanvraag ingediend met gebruikmaking van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld middel. De benodigde formulieren voor de aanvraag zijn te vinden op www.rvo.nl. De aanvraag moet met behulp van eHerkenning worden ingediend.
tweede lid, onderdeel d
In artikel 5 van het Kaderbesluit ligt vast dat, kort samengevat, subsidies van andere bestuursorganen in mindering worden gebracht op de subsidie. Gelet daarop bevat het tweede lid de vraag om informatie te verstrekken over de hoogte van het bedrag van eventuele reeds aangevraagde of ontvangen subsidies van andere bestuursorganen.
tweede lid, onderdeel f
Bij de onderbouwing van de prijs van het referentievoertuig gaat het bijvoorbeeld om een offerte of een catalogusprijs.
eerste lid
Artikel 1.3 van de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit kent enkele algemene afwijzingsronden. In de toelichting op artikel 1.33 is al opgenomen dat deze voortvloeien uit artikel 11 en 12 van het Kaderbesluit en uit de AGVV. Deze algemene afwijzingsronden gelden voor elke paragraaf, waaronder paragraaf 2.4.
tweede lid
Naast de algemene afwijzingsronden bevat het tweede lid enkele specifieke afwijzingsronden. De afwijzingsgrond in onderdeel b dient ertoe te voorkomen dat één aanvrager (of één groep) een onevenredig groot beslag legt op de beschikbare middelen.
Naast de verplichtingen die zijn genoemd in artikel 17 en artikel 18 van het Kaderbesluit zijn in dit artikel specifieke subsidieverplichtingen opgenomen. De minister kan daarnaast op grond van artikel 21 van het Kaderbesluit in de subsidieverlening nadere verplichtingen opleggen.
eerste lid, onderdeel d
De subsidieontvanger zal tot vier jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling moeten kunnen bewijzen dat hij daadwerkelijk de emissieloze touringcar heeft aangeschaft. Tevens is de subsidieontvanger verplicht om het kenteken van het met de subsidie aangeschafte voertuig gedurende vier jaar ononderbroken op zijn naam te hebben staan. Deze verplichting is opgenomen om voor langere termijn in Nederland milieuwinst te realiseren. Hieruit volgt logischerwijs dat de tenaamstelling plaats moet vinden in het Nederlandse kentekenregister.
tweede tot en met vierde lid
Op de verplichting uit het eerste lid, onderdeel d, geldt een uitzondering voor het geval de subsidieontvanger het voertuig vervangt door een ander voertuig dat op grond van deze regeling ook voor subsidie in aanmerking zou zijn gekomen. In dat geval dient dit andere voertuig wel de resterende termijn op naam van de subsidieontvanger in het kentekenregister te blijven staan. Deze uitzondering geldt uiteraard niet wanneer de subsidieontvanger subsidie aanvraagt voor dit vervangende voertuig.
Als uit de informatie uit het kentekenregister blijkt dat de tenaamstelling binnen vier jaar is gewijzigd, moet de subsidie naar rato worden terugbetaald. Dit is vastgelegd in artikel 2.4.15.
Bij een lagere vaststelling als bedoeld in artikel 2.4.15 is op grond van artikel 27 van het Kaderbesluit voorzien in een departementale registratie. Dit ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies. Registratie vindt alleen plaats als de subsidieontvanger een verwijt kan worden gemaakt van een lagere subsidievaststelling (of bijvoorbeeld van intrekking van de subsidieverlening). Het kan immers ook voorkomen dat een subsidieontvanger daarmee buiten zijn schuld wordt geconfronteerd. Het doel van de registratie is echter de toepassing van deze maatregelen vast te leggen om misbruik en oneigenlijk gebruik voor de toekomst te voorkomen. Voorts wordt ook een in het kader van de subsidieverstrekking gedane aangifte bij het openbaar ministerie op grond van artikel 162 van het Wetboek van strafvordering geregistreerd. Er worden in dat geval geen strafrechtelijke persoonsgegevens geregistreerd, doch alleen de melding dat er een aangifte is gedaan.
In paragraaf 1 van het algemene deel van de toelichting is ingegaan op de intrekking van de Stour. Alle aanvragen om subsidieverlening op grond van de Stour zijn afgehandeld. De Stour blijft van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend. Hierdoor kunnen deze subsidies op grond van de Stour worden vastgesteld en uitbetaald.
Voor een toelichting op de inwerkingtreding en horizonbepaling wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen
Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PbEU 2017, L175)
zie de toelichting op de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 17 juni 2024, nr. IENW/BSK-2024/160167, houdende vaststelling van de Tijdelijke subsidieregeling zero-emissie mobiliteit (Stcrt. 2024, 19712)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-3359.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.