Regio Deal West-Brabant, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Partijen:

1. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: VRO;

2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark, hierna te noemen: BZK;

3. De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts, hierna te noemen: EZ.

Partijen genoemd onder 1 tot en met 3 ieder handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna samen te noemen: het Rijk;

4. Dagelijks Bestuur van de Regio West-Brabant, namens deze: de heer P. Depla, voorzitter, hierna te noemen: Regio West-Brabant;

5. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, namens deze: mevrouw S. Boelema, gedeputeerde, hierna te noemen: Provincie Noord-Brabant;

6. Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda, namens deze: de heer J. Bruijns, wethouder, hierna te noemen: gemeente Breda;

Partijen genoemd onder 4 tot en met 6 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen te noemen: Regio;

Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.

Begripsbepaling:

In dit convenant wordt verstaan onder:

• Regio Deal: convenant dat door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, eventueel een andere minister/staatssecretaris en één of meer regionale Partijen is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een Regio te verbeteren;

• Regio Envelop: het bedrag van € 900 miljoen dat het kabinet Rutte IV beschikbaar heeft gesteld om in de periode van 2022–2025 nieuwe Regio Deals af te sluiten;

• Regiokassier: publieke regionale Partij, zijnde een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of een van de openbare lichamen Bonaire Sint-Eustatius of Saba, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;

• Regionale private financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een private regionale Partij;

• Regionale publieke financiering: voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke regionale Partij, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk;

• Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals: betreft de specifieke uitkering waarin de juridische- en financiële kaders en verplichtingen voor het toekennen van de rijksmiddelen uit de Regio Envelop aan een regiokassier door het Rijk staan.

• Partner:organisatie die bij de Regio Deal betrokken wordt door Partijen, maar de Deal niet aangaat en waarvoor geen specifieke actie in de Regio Deal kan staan;

• Plantaardige economie: een economisch systeem dat bijdraagt aan duurzaam, gezond, veilig en hoogwaardig voedsel en de productie en het gebruik van plantaardige stoffen.

• Triple helix samenwerking: Samenwerking tussen overheid, ondernemers, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties.

Algemene overwegingen

• 1. Rijk en Regio werken samen in Regio Deals aan complexe, regionale opgaven gericht op het vergroten van de kwaliteit van leven, wonen en werken in de Regio (‘brede welvaart’).

• 2. Regio Deals beogen de samenwerking tussen overheden, onderwijs, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners in de Regio en tussen Rijk en Regio te versterken.

• 3. Voor de Regio Deals zijn middelen beschikbaar uit de Regio Envelop, waarbij vanuit het partnerschap vertrekpunt is dat de Rijksbijdrage gepaard gaat met minimaal eenzelfde bijdrage aan regionale (publieke en/of private) financiering.

• 4. De Regio Deals onderscheiden zich door haar integrale en gezamenlijke programmatische aanpak met lerend en adaptief karakter en met financiering van zowel Rijk als Regio van reguliere beleidsinstrumenten.

• 5. De Regio Deals zijn bedoeld als een tijdelijke impuls voor regionale ontwikkeling met een duurzaam effect, waarbij geleerde lessen en structurele exploitatiekosten van lange termijn investeringen worden geborgd.

• 6. De middelen uit de Regio Envelop voor de Regio Deals vijfde tranche worden door VRO beschikbaar gesteld als specifieke uitkering op grond van de Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

Specifieke overwegingen

Kenmerk Regio

• 1. Er wonen zo’n 700.000 mensen in de 16 gemeenten die gezamenlijk de Regio West-Brabant vormen. De West-Brabanders maakten zelf hun Regio, mede omdat er weinig aandacht van buitenaf was voor deze Regio aan de grens met Vlaanderen. West-Brabant neemt door haar gunstige ligging in het hart van de Nederlands-Vlaamse Delta een bijzondere economische positie in. De Regio West-Brabant is van oudsher een zelfredzame Regio met een goede toekomst voor zich, maar dan moet het wel lukken om samen de uitdagingen aan te pakken. Met deze Regio Deal wil West-Brabant het gebied in beweging zetten, initiatieven aanjagen en kracht bijzetten.

Opgaven

• 2. Opgave 1: Werken aan herstel van vertrouwen in (overheids)instanties, betrekken van inwoners bij de maatschappelijke opgaven en behoud van (jong) talent voor de Regio

  In een sterk veranderende maatschappij zien Partijen dat het vertrouwen in instituties van West-Brabanders lager is dan elders in Nederland en meer mensen dreigen af te haken.¹ Daarnaast is West-Brabant een dubbel vergrijzende Regio met enerzijds meer dan gemiddeld mensen boven de 65 jaar en minder jongeren. Daarmee neemt het arbeidspotentieel af en is er sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt. De druk op het beschikbare talent is hoog. Ieders talent en inzet is nodig. Reden om in deze Regio Deal specifiek hierop in te zetten.

• 3. Opgave 2: Werken aan het verbeteren van de omgevingskwaliteit (water en bodem) in de Regio en de gezondheid en gezondheidsbeleving van onze inwoners

  In de huidige systemen staan landschap, bodem- en watersystemen en de biodiversiteit onder enorme druk. De plantaardige productie in West-Brabant wordt erdoor geraakt en heeft ook zelf invloed op de systemen. De West-Brabantse plantaardige economie moet anders leren omgaan met grondstoffen en omgeving, met betere verwaarding van de plant en het maken van duurzame producten. Deze ontwikkeling wil de Regio verbinden met de gezondheid en gezondheidsbeleving van West-Brabanders. De Regio scoort slecht op gezondheid met een gemiddelde levensverwachting die lager is dan in de rest van Nederland.² Ook zijn West-Brabanders niet tevreden over hun (lichamelijke) gezondheid.³ Terwijl juist gezondheid zo belangrijk is voor welbevinden, welzijn, participatie en (materiële) welvaart.

• 4. Opgave 3: Werken aan het versterken en ondersteunen van het innovatievermogen bij het bedrijfsleven in de Regio

  De economie van West-Brabant presteert nog goed, maar heeft onvoldoende innovatievermogen.⁴ De Regio presteert op dit vlak minder doordat de voor innovatiekracht essentiële ingrediënten leiderschap, netwerken en kennis nog niet op orde zijn. Met van oudsher een sterke focus op de plantaardige economie, liggen er vooral kansen om hier een transitie te bewerkstelligen. De Regio Deal wordt ingezet om in West-Brabant de kracht van de plant te benutten bij het duurzaam produceren van gezonde voeding en hernieuwbare grondstoffen voor tal van producten. En daarmee de Regio door te ontwikkelen tot een cruciale schakel in de innovatieve plantaardige economie voor Nederland. Daarvoor wordt de focus gelegd op het investeren in de voor innovatiekracht noodzakelijke ingrediënten.

Komen het volgende overeen:

1. Doelen, aanpak en resultaten Regio Deal West-Brabant

Artikel 1 – Doelen

De missie voor West-Brabant is de kracht en energie van onze plantaardige Regio te benutten om de brede welvaart te versterken. Bewoners, overheden, bedrijven en (kennis)instellingen werken samen aan drie hoofddoelen:

• 1. De veerkracht en zelfredzaamheid van onze inwoners en ondernemers vergroten

• 2. De sociale en fysieke leefomgevingskwaliteit verbeteren

• 3. Het innovatievermogen van de plantaardige economie vergroten

Artikel 2 – Aanpak

Om de in artikel 1 genoemde doelen te bereiken gaan Partijen aan de slag via de aanpak “Energie van onderop” en 3 programmalijnen.

Centrale aanpak “Energie van onderop”

• De programmadoorsnijdende aanpak “Energie van onderop” is een voor de Regio vernieuwende aanpak waarin afhaken wordt omgezet in aanhaken. Daar werd al voorzichtig mee geëxperimenteerd, maar dankzij de Regio Deal kan sterker worden doorgepakt. De eerste resultaten zijn er al: overheden, bedrijven en onderwijs werken al beter samen als partners bij de totstandkoming van deze Deal. Het is weliswaar soms nog pionieren, maar juist daarin worden krachten gebundeld.

• Wat de Regio wil bereiken in West-Brabant is meer aandacht voor de kracht van gemeenschappen en individuen. Dat betekent dat de samenwerkende partijen moeten leren die kracht te herkennen en te stimuleren. En soms ook iets loslaten en niet alles willen bepalen aan de voorkant. Dat vraagt kennis, leiderschap en samenwerking. De Regio Deal helpt ons om daarin al experimenterend stappen vooruit te zetten. Concreet betekent deze aanpak op meer plekken in de Regio het initiatief van onderop verder brengen. De Regio sluit zoveel mogelijk aan bij initiatieven (gemeenschappen) binnen de 3 programmalijnen, De Regio helpt deze gemeenschappen in het versterken van hun kracht. Dat doen Partijen gestructureerd.

• Leerervaringen delen Partijen in de Regio maar ook daarbuiten. Hiermee dragen Partijen bij aan het bouwen en herstellen van vertrouwen. En waar nodig herstel van de verbinding tussen inwoners, bedrijfsleven, instellingen en overheden.

Programmalijn 1: Kennis en kunde

Om de beweging als Regio te maken, is iedereen nodig. Daarom wordt in programmalijn ingezet op het zo goed en adequaat mogelijk benutten van ieders (talent)potentieel. Er wordt ingezet op het vasthouden van jongeren in West-Brabant door opleidings- en werkaanbod te bieden waardoor jongeren zich verbinden aan West-Brabant. Door anders te kijken naar werkzaamheden, opleidingen en vaardigheden kunnen talenten gemakkelijker instromen en zich verder ontwikkelen.

• Via de sublijn “samen werken aan talent voor de toekomst” wordt hieraan invulling gegeven met o.a. een doenersacademie, gericht op het binden een boeien van talenten aan de plantaardige economie en het talentennetwerk, waardoor jong talent via traineeships aan het midden- en kleinbedrijf (mkb) wordt gekoppeld.

• Voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt willen we door de inzet van techniek en digitalisering hun kansen op werk duurzaam verbeteren. Dit doen we via de sublijn “technologie voor inclusie”, bijv. met behulp van robotica en gaming. Met dit programma wordt gewerkt aan een wendbare, weerbare arbeidsmarkt met gelijke kansen voor iedereen. Een arbeidsmarkt waar iedereen diens talent op verschillende niveaus kan ontplooien en ten volle wordt benut.

Programmalijn 2A: West-Brabant Kiest

Dit programma is een transitieaanpak gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van, en keuze voor, gezond en regionaal geproduceerde voeding en materialen. Samen met ketenpartijen en intermediairs worden drempels weggenomen zodat particulieren vaker kiezen voor plantaardig voedsel en gebruik van biobased materialen. Ook worden boeren geholpen bij hun keuze voor het produceren van eiwit- en vezelgewassen.

• De sublijn “Van plant tot bord” richt zich op bewustwording bij en ondersteuning van consumenten. Het gaat dan onder meer om het stimuleren van mensen om regionale producten te kopen door meer lokale initiatieven op meer plekken in de Regio zichtbaar en toegankelijk te maken, bijv. door samenwerking met sportverenigingen en culturele partners. Daartoe wordt ook de synergie gezocht met de initiatieven vanuit de aanpak “energie van onderop”.

• Via de sublijn “Van plant tot pand” worden nieuwe samenwerkingen in nieuwe ketens vormgegeven waarbij telers, verwerkers en bouwers samen gaan werken om innovatieve plantaardige bouwprojecten te realiseren. Door het verbinden van initiatieven ontstaan tevens nieuwe en betere perspectieven/afzettingsmogelijkheden voor ondernemers in de Regio.

Programmalijn 2b: West-Brabant Gezond

Bewoners en ondernemers maken dagelijks keuzes die van invloed zijn op de kwaliteit van de leefomgeving. Dit programma richt zich er op hen bewust te maken van de consequenties van hun keuzes én vooral ook kennis te laten maken met alternatieven via een tweetal lijnen.

• In de sublijn “gezonde omgeving” werkt de Regio vooral gebiedsgericht aan de grotere samenhangende opgaven rond water en bodem. Daarbij zet de Regio in op het streven naar een vitale bodem en het creëren en behouden van een gezonde en productieve bodemomgeving. Een vitale bodem is van cruciaal belang voor tal van ecologische, landbouw-, en maatschappelijke doelen, en de belangrijkste doelstellingen zijn onder meer duurzame landbouw, biodiversiteit, waterkwaliteit en -kwantiteit als ook veerkracht tegen extreme weersomstandigheden. Dit alles in combinatie met de inzet vanuit het programma “West-Brabant Kiest” op de groei van bewustzijn van de impact van onze voedselkeuzes en ons gedrag op kwaliteit van water, bodem en biodiversiteit.

  Daarnaast wordt ingezet op het (verder) versterken van netwerken en kennis om innovatie te bevorderen, waarbij binnen deze programmalijn de focus specifiek ligt op het onderwerp bodemgezondheid voor agrarisch ondernemers (boeren), overheid en onderwijs.

• In een tweede sublijn van dit programma wordt ingezet op “de gezonde mens” door mensen beter inzicht te bieden in de impact van wat ze in het dagelijks leven doen. Dit is immers de eerste stap naar gedragsverandering. Ook hier wordt nadrukkelijk de verbinding gezocht en gevonden met de initiatieven waar vanuit de aanpak “Energie van onderop” mee gewerkt wordt. Dit clusterproject draagt bij aan innovatie in gezondheid, zorg en welzijn én aan gezonde leefstijl en zelfregie van de West-Brabanders. Daarmee heeft deze aanpak een preventieve werking en draagt het bij aan het verkleinen van de zorgkloof, brede welvaart en gezondheid voor iedereen.

  De aanpak richt zich in eerste instantie op (kwetsbare wijken in) Breda. Omdat (onderdelen van) de aanpak schaalbaar zijn kan het eenvoudig worden uitgebreid en toegepast naar wijken in andere gemeenten in West-Brabant.

Programmalijn 3: West-Brabant Maakt

Deze programmalijn focust op het samenbrengen van ondernemers, instellingen en overheden teneinde daarmee een stevige basis te leggen voor een volwaardig innovatiemilieu in West-Brabant. In het programma wordt gewerkt langs 3 sublijnen. Daarnaast is er samenwerking met de andere programma’s en aanpakken binnen de Regio Deal o.a. vanuit netwerken en partners.

• De eerste sublijn is gericht op het versterken van de triple helix samenwerking in de Regio door in te zetten op leiderschap en een cultuur van samenwerking. Door het beter verbinden van verschillende generaties ondernemers, zowel jong als ervaren, met overheden, onderwijs- en kennisinstellingen zorgt dit voor kennisdeling en best practices in nieuwe mogelijkheden en toepassingen van plantaardige teelten (de plant in zijn kracht) en nieuwe plantaardige ingrediënten en grondstoffen (de kracht van de plant) als oplossingen voor maatschappelijke opgaven.

• De tweede sublijn betreft het ondersteunen van bedrijven om tot duurzame innovaties te komen door in aansluiting op al bestaande netwerken en structuren kennis en vaardigheden, business-development en netwerkontwikkeling aan te bieden. Hierdoor groeit het aantal en de toepassing van plantaardige innovaties in de Regio.

• De derde sublijn is gericht op het tot stand brengen en doorontwikkelen van innovatieve broedplaatsen in de Regio als essentiële schakels in de waardeketen van de plantaardige economie. Hier worden kennis en kunde ontsloten voor bestaande en nieuwe partners, waaronder bedrijven, onderwijs en maatschappelijke partners, studenten en experts.

De Regio Deal gaat helpen om de zo noodzakelijke innovatiekracht op orde te krijgen en door te ontwikkelen door sterker leiderschap, beter georganiseerde netwerken en een verhoogd kennisniveau, hetgeen zich vertaalt in de resultaten zoals benoemd in artikel 3.

EZ wil samen met de Regio werken aan de uitvoering van deze programmalijn door kennis uit te wisselen en te zorgen voor een goede aansluiting op beleidsinitiatieven, programma’s en -instrumenten van EZ gericht op het bevorderen van innovatie en kennisvalorisatie.

Artikel 3 – Beoogde resultaten

Gelet op de hiervoor omschreven doelen en de wijze waarop daaraan met de aanpak “Energie van onderop” en 3 programmalijnen gewerkt gaat worden in West-Brabant verwachten de samenwerkende Partijen de volgende resultaten te behalen:

Centrale aanpak “Energie van onderop”

• 1. Partijen hebben – via opzet en toepassing van een gestructureerde aanpak ervaringsgericht leren en met toepassing van verschillende methoden en instrumenten – inzichten opgedaan in wat nodig is om het vermogen van gemeenschappen (inwoners en bedrijven) – de ‘energie van onderop’ – te ontsluiten en te versterken (ophalen leervragen bij gemeenschappen, identificeren barrières) en welke randvoorwaarden en interventies hiervoor gecreëerd moeten worden (bijvoorbeeld vanuit overheden).

• 2. Partijen hebben hun aanbod aan methodes en instrumenten op een systematische manier doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt, zodat deze impact kunnen hebben op de brede welvaart van West-Brabant.

Programmalijn 1: Kennis en kunde

• A. Partijen streven naar meer beroepsmogelijkheden voor o.a. jongeren door een gezamenlijk aanbod van onderwijsinstellingen en bedrijven om de transitie naar een plantaardige economie te realiseren.

• B. De bewustwording van werkgevers en organisaties over de inzet van technologische mogelijkheden om te komen tot een inclusievere arbeidsmarkt is vergroot.

• C. Technologie en digitalisering worden gericht ingezet op meerdere werkplekken in de Regio ten behoeve van inwoners met kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.

Programmalijn 2a: West-Brabant kiest

• A. Partijen weten wat effectieve interventies zijn om inwoners te motiveren en te laten kiezen voor plantaardig voedsel en plantaardige eiwitten. Zo dragen Partijen samen zorg voor een betere sociale en fysieke omgevingskwaliteit.

• B. Partijen zorgen dat het collectieve aanbod en toepassing van biobased isolatiematerialen verbeterd is in West-Brabant t.o.v. 2023 en dragen daarmee bij aan het versterken van het innovatievermogen van de plantaardige economie.

Inwoners zijn zich dankzij voorgenoemde initiatieven bewuster van de effecten van hun leefstijlkeuzes op de eigen gezondheid en de leefomgeving. Nieuwe initiatieven komen tot stand in de Regio.

Programmalijn 2b: West-Brabant gezond

• A. Partijen versterken het netwerk rondom de opgaven op water- en bodemkwaliteit door gebruik te maken van de kennis opgedaan via de aanpak “energie van onderop” ter verbetering van de waterkwaliteit en bodemkwaliteit in samenhang met de plantaardige economie door samenwerkingen tussen bijv. ondernemers en kennisinstellingen te realiseren.

• B. Er zijn significante stappen gezet om bodemerosie en bodemverdichting te verminderen en de biodiversiteit in de bodem te vergroten zodat de Regio een vitale bodem behoudt voor een toekomstbestendige agrarische sector.

• C. De introductie van goed functionerende voedselbossen wordt versneld in de Regio. Het fundament is gelegd voor een nieuw duurzaam verdienmodel (agroforestry) voor telers in de Regio.

• D. Door intensieve samenwerking tussen Partijen, o.a. langs de lijn van energie van onderop, wordt het bewustzijn van inwoners vergroot en kennis op het gebied van gezonde voeding, bewegen en mentale gezondheid beter gedeeld, waardoor in preventieve zin aan de gezondheid van de inwoners van West-Brabant wordt gewerkt.

Programmalijn 3: West-Brabant maakt

• A. De broedplaatsen in de Regio zijn beter aan elkaar gekoppeld en functioneren nog meer complementair als essentiële schakels in de waardeketen van de plantaardige economie.

• B. Het aantal en de toepassing van plantaardige innovaties in de Regio is gegroeid (van start-up tot scale up).

• C. De triple helix samenwerking is versterkt dankzij het actiever organiseren van het netwerk en bij elkaar brengen van verschillende generaties.

2. Inzet middelen Regio Envelop voor uitvoering Regio Deal West-Brabant

Artikel 4 – Uitgangspunten

• 1. Partijen beogen een gecoördineerde beleidsmatige inzet van hun gezamenlijke financiële middelen op basis van de afspraken in deze Regio Deal. De Regio geeft met die middelen uitvoering aan de Regio Deal West-Brabant zoals het initiëren en/of realiseren van programma’s en projecten en andere uitvoeringsactiviteiten in het kader van de doelen en interventies van de Regio Deal West-Brabant zoals bedoeld in artikelen 1 tot en met 3. Op deze wijze zetten Partijen zich in om de regionale opgave van de Regio West-Brabant te realiseren.

• 2. VRO reserveert maximaal € 15 mln. inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid, volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling. Hierin zijn ook de uitvoeringskosten oftewel VAT-kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) opgenomen, waarbij uitgegaan wordt van 3% van de Rijksbijdrage.

  De Regio reserveert minimaal een bedrag van in totaal € 15 mln. aan regionale financiering voor uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in het eerste lid volgens de in de onderstaande tabel opgenomen onderverdeling:

  Uitvoeringsactiviteiten	Maximale rijksbijdrage[1]1)	Regionale financiering	Totaalbedrag
  0. Aanpak Energie van Onderop	€ 2.051.550	€ 2.000.000	€ 4.051.550
  1. Kennis en Kunde	€ 2.371.650	€ 2.550.000	€ 4.921.650
  2a. West-Brabant Kiest	€ 1.149.450	€ 1.200.000	€ 2.349.450
  2b. West-Brabant Gezond	€ 2.720.850	€ 3.000.000	€ 5.720.850
  3. West-Brabant Maakt	€ 6.256.500	€ 6.250.000	€ 12.506.500
  Uitvoeringskosten (VAT)	€ 450.000	€ 0	€ 450.000
  Bijdragen totaal maximaal	€ 15.000.000	€ 15.000.000	€ 30.000.000

  1 Dit bedrag is inclusief eventueel verschuldigde BTW.

• 3. De verdeling opgenomen in de tabel in het tweede lid geldt als uitgangspunt. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, een gewijzigde verdeling over de aanpak en de 3 programmalijnen. Op deze wijziging van Regio Deal West-Brabant is artikel 11 van toepassing.

Artikel 5 – Regiokassier

Partijen spreken af dat in het kader van de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal West-Brabant de gemeente Breda de rol zal vervullen van regiokassier. De regiokassier draagt zorg voor het nakomen van de voorwaarden en verplichtingen, zoals verwoord in de Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals.

3. Governance uitvoering Regio Deal West-Brabant

Artikel 6 – Rijk-Regio-overleg

• 1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal West-Brabant en met andere publieke en/of private samenwerkingspartners. Dit Rijk-Regio-overleg ziet toe op de uitvoering van Regio Deal zoals beschreven in dit convenant.

• 2. Het Rijk-Regio-overleg vergadert tenminste eenmaal per jaar, over de voortgang van, en eventuele knelpunten of risico’s in, de uitvoering van de Regio Deal en andere actualiteiten in de Regio.

• 3. Het in het eerste lid bedoelde Rijk-Regio-overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:

  • a. vanuit de ministeries van het Rijk:

    • i. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

    • ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;

    • iii. Economische Zaken.

  • b. vanuit de Regio:

    • i. Regio West-Brabant;

    • ii. Provincie Noord-Brabant;

    • iii. Gemeente Breda.

  Op verzoek van Partijen kunnen partners voor het overleg worden uitgenodigd.

• 4. Het Rijk-Regio-overleg voorziet in zijn eigen werkwijze, waarbij het uitgangspunt is dat de Regio bij het organiseren, uitnodigen en verslagleggen de lead heeft.

• 5. Het Rijk-Regio-overleg spreekt een escalatieregeling af.

• 6. Betrokken partijen zien zelf toe op een adequate verantwoording aan achterbannen en/of volksvertegenwoordigers.

4. Evaluatie, voortgang en communicatie Regio Deal

Artikel 7 – Evaluatie en voortgang

• 1. De Regio brengt de beginsituatie van de regionale opgave in kaart. Daarnaast bepaalt de Regio een evaluatie-aanpak waarmee bijgehouden kan worden of de afgesproken aanpak (artikel 2) bijdraagt aan de doelen (artikel 1) van de Regio Deals. De beginsituatie en evaluatie-aanpak zijn beschreven in het voorjaar van 2025.

• 2. De Regio stelt éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op, met daarin:

  • a. de voortgang van de initiatieven en projecten;

  • b. in hoeverre partijen op schema liggen om de beoogde resultaten (artikel 3) te behalen.

• 3. De jaarlijkse voortgangsrapportage wordt in concept voor 15 juni van ieder jaar voorgelegd aan Partijen, gelet op indiening voor 15 juli bij de Minister van VRO in het kader van de specifieke of bijzondere uitkering.

• 4. De Regio kan met de jaarlijkse voortgangsrapportage de betrokken gemeenteraden, provinciale staten en het algemeen bestuur van de ondertekenende partijen informeren. VRO gebruikt de jaarlijkse voortgangsrapportage als input voor de periodieke voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

• 5. VRO draagt zorg voor onderzoek, betreffende het geheel van de Regio Deals (o.m. de resultaten en effecten van de Deals voor brede welvaart). De Regio verleent haar medewerking hieraan.

• 6. BZK verzamelt binnen het geheel van de Regio Deals lessen en kennis over de (door)ontwikkeling van regionale samenwerking binnen het stelsel van openbaar bestuur, waarmee mede uitvoering wordt gegeven aan de Actieagenda Sterk Bestuur.⁵

Artikel 8 – Communicatie

• 1. Partijen zien toe op een gezamenlijke communicatiestrategie en -plan, waarbij de Regio in de lead is.

• 2. De Regio zal bij projecten die deel uitmaken van de uitvoering van de Regio Deal West-Brabant vragen om in de communicatie over die projecten kenbaar te maken dat het project mede mogelijk is gemaakt in samenwerking tussen Rijk en Regio.

5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht

De afspraken van deze Regio Deal en/of de daaruit voortvloeiende maatregelen worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd en uitgewerkt in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.

Artikel 10 – Gegevensuitwisseling

• 1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheimhouden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.

• 2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacygevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.

Artikel 11 – Wijzigingen

• 1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.

• 2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek kenbaar heeft gemaakt bij VRO. VRO informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.

• 3. Nadat alle Partijen aan VRO kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan dit convenant gehecht.

Artikel 12 – Opzegging

• 1. Elke Partij kan de Regio Deal West-Brabant met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze Regio Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

• 2. Wanneer een Partij deze Regio Deal opzegt, blijft de Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

• 3. Ingeval van beëindiging van de Regio Deal West-Brabant krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.

Artikel 13 – Toetreding nieuwe partijen

• 1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de Regio Deal West-Brabant als nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de Regio Deal voortvloeien te aanvaarden.

• 2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de Regio Deal West-Brabant wordt gericht aan VRO. VRO informeert Partijen en vraagt hen om instemming.

• 3. Zodra alle Partijen aan VRO schriftelijk kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Regio Deal West-Brabant en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.

• 4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal West-Brabant gehecht.

Artikel 14 – Ongeldigheid

Indien een bepaling van de Regio Deal in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, bijvoorbeeld wegens strijdigheid met het Besluit Specifieke uitkering Regio Deals vierde, vijfde en zesde tranche (zoals deze luidt op het moment dat de strijdigheid zich voordoet of alsdan in bestuursrechtelijke zin is vastgesteld), wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Regio Deal verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. De overige bepalingen van de Regio Deal blijven in een dergelijke situatie ongewijzigd en onverminderd geldig.

Artikel 15 – Publiekrechtelijke medewerking en toepasselijk recht

• 1. De in het kader van Regio Deal door Partijen te verlenen (publiekrechtelijke) medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet.

• 2. Op deze Regio Deal is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

Artikel 16 – Nakoming

De Regio Deal is niet in rechte afdwingbaar. Partijen kunnen elkaar aanspreken op tekortkomingen in de nakoming van de Regio Deal in het Rijk-Regio overleg.

Artikel 17 – Ondertekening in verschillende exemplaren

De Regio Deal West-Brabant kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze Regio Deal is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.

Artikel 18 – Citeertitel

Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal West-Brabant.

Artikel 19 – Inwerkingtreding en looptijd

• 1. Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2028.

• 2. Partijen kunnen, na bespreking in het Rijk-Regio-overleg, de looptijd van de Regio Deal wijzigen. Hierna moet door regiokassier een verzoek tot wijziging van de beschikking Specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten Regio Deals worden gedaan bij VRO.

Artikel 20 – Publicatie

• 1. Deze Regio Deal zal net als andere Regio Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de Regio Deals.

• 2. VRO rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

---

1 Bron: Vertrouwen in instituties 63,3%, 34 van 40 (CBS Monitor Brede Welvaart, 2022); Vertrouwen in anderen 60,4%, 33 van 40 (CBS Monitor Brede welvaart, 2022)

2 Zie Brede Welvaart Monitor CBS 2023 resp. Onderzoek Ervaren Brede Welvaart PON-Telos 2023

3 Idem

4 Zie onderzoek Enterpreneurial Ecosystems Birch en Utrecht University 2022

5 Met de Actieagenda Sterk Bestuur (2022, zie overheid.nl) richt het Ministerie van BZK zich op het versterken van de samenwerking binnen het Rijk en de samenwerking tussen Rijk, medeoverheden en niet-overheidspartners.