Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 september 2025, nr. 54178956, houdende de vaststelling van de screenings- en testinstrumenten ten behoeve van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) en het gebruik daarvan voor het schooljaar 2026–2027 (Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2026–2027)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.46, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

besluit:

Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog:

diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog, als bedoeld in artikel 2.46, tweede lid, van het besluit, onder wiens verantwoordelijkheid de instrumenten voor het vaststellen van de intelligentie en de instrumenten voor persoonlijkheidsonderzoek worden toegepast;

didactische leeftijd:

aantal maanden dat een leerling vanaf groep 3 in de perioden van september tot en met juni was ingeschreven bij een school als bedoeld in artikel 1 WPO of een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 WEC;

DLE:

aantal maanden onderwijs dat behoort bij het niveau dat de leerling feitelijk heeft bereikt als bedoeld in artikel 2.46, derde lid, onderdeel a, van het besluit;

instrument voor het vaststellen van de intelligentie:

screenings- of testinstrument waarmee het intelligentiequotiënt van de leerling, uitdrukkende zijn cognitieve capaciteiten kan worden bepaald op basis van scores op verbaal en niet-verbaal gebied als bedoeld in artikel 2.46, eerste lid, onderdeel c, van het besluit;

instrument voor het vaststellen van een leerachterstand:

screenings- of testinstrument waarmee de leerachterstand van een leerling kan worden bepaald in de domeinen technisch lezen, spellen, begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen als bedoeld in artikel 2.46, eerste lid, onderdeel b, van het besluit;

instrument voor persoonlijkheidsonderzoek:

screenings- of testinstrument waarmee prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit dat een beeld geeft van het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling in relatie tot de leerprestaties wordt gemeten als bedoeld in artikel 2.46, eerste lid, onderdeel d, van het besluit;

lwoo:

leerwegondersteunend onderwijs als bedoeld in artikel 2.42 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

pro:

praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 2.8 van de Wet voortgezet onderwijs 2020.

Artikel 2. Vaststelling screenings- en testinstrumenten

  • 1. De instrumenten voor het vaststellen van een leerachterstand zijn vastgesteld in bijlage 1.

  • 2. De instrumenten voor het vaststellen van de intelligentie zijn vastgesteld in bijlage 2.

  • 3. De instrumenten voor persoonlijkheidsonderzoek zijn vastgesteld in bijlage 3.

Artikel 3. Toepassing instrumenten

Een instrument als bedoeld in artikel 2 wordt gebruikt conform de vastgestelde procedures en instructies, zoals opgenomen in de handleiding van de leverancier.

Artikel 4. Nieuwe versie, herziene versie of tussentijdse herbeoordeling van instrumenten op de lijst

Het bevoegd gezag kan een instrument gebruiken dat op de lijst in de bijlage van deze regeling is opgenomen met de opmerking dat het in afwachting is van beoordeling vanaf het moment dat het college of de Commissie Testaangelegenheden Nederland het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met ten minste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’.

Artikel 5. Vermelding van gegevens bij resultaten

Het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of van de school waaraan de leerling is ingeschreven, vermeldt bij de resultaten van een instrument als bedoeld in artikel 2:

  • a. de toetsversie;

  • b. of het gebruikte instrument digitaal of op papier is afgenomen;

  • c. de DLE van betreffende leerling;

  • d. of bij de afname van het instrument hulp of hulpmiddelen in verband met dyslexie zijn ingezet, en zo ja: welke hulpmiddelen en op welke wijze deze zijn gehanteerd.

§ 2. Instrumenten leerachterstand

Artikel 6. Geldigheid resultaat leerachterstand

  • 1. De geldigheidsduur van een resultaat van een instrument voor het vaststellen van een leerachterstand bedraagt 26 weken vanaf de datum van afname, waarbij de dagen in de maanden juli en augustus niet worden meegerekend.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is een resultaat van een instrument voor het vaststellen van een leerachterstand voor een leerling die na 1 februari 2026 wordt aangemeld met de bedoeling de leerling voor 1 oktober 2026 te plaatsen, geldig indien het instrument is afgenomen na 1 september 2025.

Artikel 7. Gebruik instrumenten voor het vaststellen van een leerachterstand

  • 1. Het bevoegd gezag stemt het gebruik van een instrument voor het vaststellen van een leerachterstand af op het leerniveau van de leerling. Indien uit de uitslag blijkt dat het gebruikte instrument niet passend is, wordt een aanvullend instrument afgenomen dat aansluit bij het leerniveau van de leerling.

  • 2. Er wordt bij leerjaar gebonden instrumenten van Cito, Boom en Dia in elk geval een aanvullend instrument gebruikt indien de uitslag van het instrument dat aansluit bij het leerniveau van de leerling meer dan 10 DLE-punten afwijkt en indien:

    • a. de uitslag van het instrument duidelijk afwijkt van de gegevens uit het onderwijskundig rapport of het leerlingvolgsysteem, of;

    • b. sprake is van tegenstrijdige gegevens, of;

    • c. sprake is van een intelligentiequotiënt in de bandbreedte van 75 tot en met 80.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt geen aanvullend instrument afgenomen indien op basis van de gegevens uit het onderwijskundig rapport of het leerlingvolgsysteem wordt verwacht dat een aanvullend instrument niet tot een andere indicatiestelling zal leiden.

  • 4. Bij instrumenten van IEP wordt door- of terug getoetst als de leerling de minimale of maximale score op het afgenomen instrument heeft behaald.

Artikel 8. Toepassing instrument eerste leerjaar voortgezet onderwijs

Het bevoegd gezag kan een instrument voor het vaststellen van een leerachterstand dat is bedoeld voor leerlingen in groep 8 gebruiken voor een leerling in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs, met dien verstande dat de didactische leeftijd 60 is.

§ 3. Instrumenten intelligentie

Artikel 9. Geldigheid resultaat intelligentie

De geldigheidsduur van een resultaat van een instrument voor het vaststellen van de intelligentie bedraagt 104 weken vanaf de datum van afname.

Artikel 10. Gebruik instrumenten voor het vaststellen van de intelligentie

Het bevoegd gezag stemt het gebruik van een schriftelijk af te nemen klassikaal instrument voor het vaststellen van de intelligentie af op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling met leerachterstanden in de domeinen technisch lezen, spellen of begrijpend lezen.

Artikel 11. Toepassing instrument uitstroom na groep 7

Het bevoegd gezag kan een instrument voor het vaststellen van de intelligentie dat is bedoeld voor leerlingen in groep 8 gebruiken voor een leerling die vanuit groep 7 wordt verwezen naar het lwoo of pro, mits de leerling in groep 3 of hoger heeft gedoubleerd.

§ 4. Instrumenten persoonlijkheidsonderzoek

Artikel 12. Geldigheid resultaat persoonlijkheidsonderzoek

De geldigheidsduur van een resultaat van een instrument voor persoonlijkheidsonderzoek bedraagt 52 weken vanaf de datum van afname.

Artikel 13. Gebruik instrumenten voor persoonlijkheidsonderzoek

Het bevoegd gezag stemt het gebruik van een schriftelijke zelfbeoordelingsvragenlijst voor een persoonlijkheidsonderzoek af op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling met een DLE lager dan 40 op het domein begrijpend lezen.

Artikel 14. Intrekking vorige regeling

De Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2025–2026 wordt ingetrokken.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2025.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro schooljaar 2026–2027.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul

BIJLAGE 1. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO EN PRO SCHOOLJAAR 2026–2027

Opmerking:

  • Naam ‘Boom test onderwijs’ sinds 2024 gewijzigd in ‘Boom primair onderwijs’.

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Technisch lezen schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Technisch Lezen Tekst,

Boom test onderwijs, editie 2019, normering 2024

Groep 3 t/m 8

 

Boom LVS Technisch Lezen Woorden,

Boom test onderwijs, editie 2022, normering 2022

Groep 3 t/m 8

 

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017 en 2023

Groep 5 t/m 8

Herziene handleiding 2023 ook toegestaan.

IEP LVS Technisch Lezen,

Bureau ICE, 2020. Herbeoordeling verwacht in 2026

Groep 3 t/m 6

Let op:

– Instrument in afwachting van tussentijdse herbeoordeling.

– De herbeoordeelde versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

Klepel-R, Pearson Benelux B.V., 2019

Groep 3 t/m 8 regulier basisonderwijs en klas 1 en 2 van het regulier voortgezet onderwijs (leeftijd: 6,5 t/m 14,5 jaar)

 

LVS AVI, Cito, editie 2017, normering 2024

Groep 3 t/m 8

 

LVS DMT, Cito, editie 2017, normering 2024

Groep 3 t/m 8

Afname van kaart 1, 2 en 3 verplicht, met samengestelde ruwe score als uitgangspunt voor bepalen achterstand.

Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Begrijpend lezen schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Begrijpend Lezen, Boom test onderwijs, editie 2023, normering 2022.

Groep 4 t/m 8

Papieren en digitale versies toegestaan.

Dia LVS, Diatekst 345, Diataal B.V., editie en normering 2022

Midden groep 3 t/m midden groep 5

Voor leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs.

Dia LVS, Diatekst 678, Diataal B.V., editie en normering 2020

Eind groep 5 t/m midden groep 8

Voor leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs.

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017 en 2023

Groep 5 t/m 8

Herziene handleiding 2023 ook toegestaan.

IEP LVS (Begrijpend) Lezen, Bureau ICE, 2020. Herziene versie verwacht in 2026

Groep 4 en 5

Let op:

– Herziene versie in afwachting van beoordeling.

– De herziene versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

IEP LVS (Begrijpend) Lezen, Bureau ICE, editie 2019, normering 2025

Groep 6 t/m 8

 

Leerling in beeld, Begrijpend Lezen, Cito, 2022, tussentijdse herbeoordeling 2022

Groep 3 t/m 5

 

Leerling in beeld, Begrijpend Lezen, Cito, 2023, tussentijdse herbeoordeling 2023

Groep 6 t/m 8

 
Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Spelling schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Spelling Woorden en Werkwoorden, Boom test onderwijs, editie 2019, normering 2021

Groep 3 t/m 8

Deel ‘Spelling Woorden’.

Naamswijziging sinds maart 2021. Voorheen heette deze test: Schoolvaardigheidstoets Spelling (SVT SP).

Dia LVS, Diaspel 345, Diataal B.V., editie en normering 2022

Midden groep 3 t/m midden groep 5

 

Dia LVS, Diaspel 678, Diataal B.V., editie en normering 2021

Eind groep 5 t/m midden groep 8

 

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017 en 2023

Groep 5 t/m 8

Herziene handleiding 2023 ook toegestaan.

IEP LVS Taalverzorging,

Bureau ICE, 2023

Groep 6 t/m 8

 

Leerling in beeld, Taalverzorging, Cito, 2022, tussentijdse herbeoordeling 2022

Groep 3 t/m 5

 

Leerling in beeld, Taalverzorging, Cito, 2022, tussentijdse herbeoordeling 2023

Groep 6 t/m 8

 

PI-dictee, Boom test onderwijs, editie en normering 2019

Groep 3 t/m 8

 
Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Inzichtelijk Rekenen schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Boom LVS Rekenen-Wiskunde, Boom test onderwijs, editie 2019, normering 2025

Groep 3 t/m 8

Normering 2025 voor de blokken 5A, 5B, 6A en 6B zijn aangepast.

Boom LVS Rekenen-Wiskunde Contextrijk, Boom test onderwijs, editie 2024, normering 2024

Groep 6 t/m 8

 

Dia LVS, Diacijfer 345, Diataal B.V., editie en normering 2022

Midden groep 3 t/m midden groep 5

 

Dia LVS, Diacijfer 678, Diataal B.V., editie en normering 2021

Eind groep 5 t/m midden groep 8

 

Drempelonderzoek 678 7e versie,

678 Onderwijs Advisering, 2017 en 2023

Groep 5 t/m 8

Herziene handleiding 2023 ook toegestaan.

IEP LVS Rekenen, 2020. Herziene versie verwacht in 2026

Groep 3 t/m midden groep 6

Let op:

– Herziene versie in afwachting van beoordeling.

– De herziene versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

IEP LVS Rekenen, editie 2024, normering 2025

Groep 6 t/m 8

 

Leerling in beeld, Rekenen-Wiskunde, Cito, 2022, tussentijdse herbeoordeling 2022

Groep 3 t/m 5

 

Leerling in beeld, Rekenen-Wiskunde, Cito, 2022, tussentijdse herbeoordeling 2023

Groep 6 t/m 8

 

BIJLAGE 2. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO EN PRO SCHOOLJAAR 2026–2027

Opmerking:

  • Naam ‘Boom test onderwijs’ sinds 2024 gewijzigd in ‘Boom primair onderwijs’.

Lijst toegestane instrumenten Criterium Intelligentie schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

ADIT: Adaptieve Digitale Intelligentie Test, A-VISION, 2013

Groep 6,7 en 8

Instrument minder geschikt voor potentiële pro-leerlingen.

IDS-2: Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren, Hogrefe Uitgevers, 2018

5–20 jaar

Let op: Er zijn nog onvoldoende onderzoekresultaten naar de criteriumvaliditeit bekend.

Alleen afname IQ verkort of IQ profiel toegestaan.

NIO: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau, Boom test onderwijs, 2018

Groep 7, 8 en klas 1, 2 en 3 vo

Voor groep 7-leerlingen: Afname van april-juli.

Niet bedoeld voor leerlingen uit het (v)so.

Groepsgrootte maximaal 15 bij afname bij leerlingen in sbo en pro.

Instrument minder geschikt voor potentiële pro-leerlingen.

NSCCT: Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test, Diataal B.V., 2014

Groep 4 t/m 8

Instrument minder geschikt voor potentiële pro-leerlingen.

SON-R 6-40, Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietest, Hogrefe Uitgevers, 2011

6 t/m 40 jaar

Dit jaar voor het laatst toegestaan.

Voor de Regeling 2026–2027 is deze versie toegestaan tot het moment er een goedgekeurde herziening/hernormering van deze test heeft plaatsgevonden, aangezien voor bepaalde doelgroepen onvoldoende alternatieven voor handen zijn.

WISC-V-NL: Wechsler Intelligence Scale for Children Fifth Edition, Pearson Benelux B.V., 2018

6–17 jaar

Let op:

– Er zijn nog onvoldoende onderzoekresultaten naar de criteriumvaliditeit bekend.

– Alleen puntscore toegestaan. Met behulp van zeven subtests (zie handleiding) kan puntscore (TIQ) bepaald worden.

– Bij de afname van een instrument worden geen betrouwbaarheidsintervallen gebruikt.

BIJLAGE 3. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, DERDE LID, VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO EN PRO SCHOOLJAAR 2026–2027

Opmerking:

  • Naam ‘Boom test onderwijs’ sinds 2024 gewijzigd in ‘Boom primair onderwijs’.

  • Naam ‘Bohn Stafleu van Loghum’ sinds 2024 gewijzigd in ‘BSL Media & Learning’.

Lijst toegestane instrumenten persoonlijkheidsonderzoek schooljaar 2026–2027

Naam Test

Bereik

Opmerkingen

Agressie Vragenlijst (AGV), Bohn Stafleu van Loghum, 2018

4–18 jaar

 

Autisme Spectrum Vragenlijst (ASV), Bohn Stafleu van Loghum, 2013

4–18 jaar

 

Kanjervragenlijst, Instituut voor Kanjertrainingen B.V., 2012

Groep 5 t/m 8

Dit jaar voor het laatst toegestaan.

NPV-J-3: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst 2, Boom uitgevers Amsterdam, 2021

9–16 jaar

 

Sociaal emotionele vragenlijst (SEV), Bohn Stafleu van Loghum, 2018

4–18 jaar

 

Vragenlijst Emotionele Intelligentie Quotient (EIQ), Bohn Stafleu van Loghum, 2015

8–18 jaar

 

Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV), Bohn Stafleu van Loghum, 2012

9–18 jaar

Dit jaar voor het laatst toegestaan.

ZIEN! Pedagogisch Expertsysteem voor het primair onderwijs. Driestar Onderwijsadvies, 2012

Groep 1 t/m 8

Dit jaar voor het laatst toegestaan.

ZIEN! Leerling 5 – 8 Sociale vaardigheden, Driestar Onderwijsadvies, 2015

Groep 5 t/m 8

Het betreft de Digitale leerlingversie.

ZIEN! Leerling 5 – 8 Leer- en leefklimaat, Driestar Onderwijsadvies, 2016

Groep 5 t/m 8

Het betreft de Digitale leerlingversie. De beoordeling voor de schaal Pestgedrag is onvoldoende.

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van artikel 2.46, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 wordt er jaarlijks voor 1 oktober bij ministeriële regeling een lijst van screenings- en testinstrumenten vastgesteld. Alleen de instrumenten die op deze lijst staan mogen worden gebruikt voor aanvragen tot een aanwijzing leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) of toelaatbaarheid praktijkonderwijs (pro). De aanvragen worden ingediend bij de samenwerkingsverbanden die over de aanvragen beslissen.

Zonder een aanwijzing lwoo die voor 1 oktober 2026 is afgegeven, kan de school een leerling weliswaar inschrijven, maar ontvangt de school geen ondersteuningsbekostiging lwoo voor schooljaar 2026–2027.

Het bevoegd gezag kan een aanvraag lwoo of pro indienen voor leerlingen:

  • die rechtstreeks afkomstig zijn van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra en instromen in het eerste leerjaar vmbo of het praktijkonderwijs (artikel 2.30, lid 2a, WVO 2020);

  • uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs, waarvoor een aanwijzing lwoo of pro wordt aangevraagd (artikel 2.30, lid 2b, WVO 2020);

  • die voldoen aan criteria die zijn gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (artikel 2.30, lid 2c, WVO 2020);

  • zoals bedoeld in artikel 2.30, lid 3, WVO 2020, betreffende vreemdelingen. Voor deze leerlingen kan een aanvraag tot plaatsing in het lwoo of pro eerst ingediend worden na het schooljaar waarin zij voor het eerst zijn meegeteld als ingeschreven leerling op die school.

2. Uitgangspunten opname screenings- en testinstrumenten op de lijst

Nieuwe en herziene versie

Een nieuw instrument of herziene versie van een instrument waarvan wordt verwacht dat deze in de loop van deze regeling zal worden beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) of het College voor Toetsen en Examens (CvTE), kan op de lijst met instrumenten in de bijlage van deze regeling worden opgenomen. Het bevoegd gezag kan een instrument gebruiken dat op de lijst in de bijlage van deze regeling is opgenomen met de opmerking dat het in afwachting is van beoordeling, vanaf het moment dat op de website van het CvTE of de COTAN is gepubliceerd dat het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen is beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’. Het is dus van belang dat het bevoegd gezag dit controleert.

Bij een herziene versie kan zowel de inhoud als de normering worden gewijzigd.

Toetsaanbieders geven screenings- en testinstrumenten die verwacht worden in het komende jaar (her)beoordeeld te worden uiterlijk 1 juni door aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (secretariaatKO@minocw.nl).

Tussentijdse herbeoordeling van een LVS-instrument

Een erkenning van het CvTE over een LVS (leerlingvolgsysteem) instrument is tien jaar geldig. In tien jaar kunnen er echter veel ontwikkelingen plaatsvinden die (de werking van) een LVS-instrument beïnvloeden. Daarom vindt er in die periode minstens één tussentijdse herbeoordeling plaats. In deze tussentijdse herbeoordeling wordt antwoord gegeven op de vraag of de items of observatiecategorieën en de normering/ijking nog steeds passend en actueel zijn. Bij de tussentijdse herbeoordeling wijzigt het instrument inhoudelijk niet. Een tussentijdse herbeoordeling kan resulteren in het oordeel ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Bij een oordeel 'onvoldoende' wordt de erkenning door het CvTE ingetrokken. Betreffend screenings- of testinstrument mag dan gedurende de looptijd van de onderhavige regeling nog wel gebruikt worden voor de indicatiestelling lwoo of pro, maar zal niet worden opgenomen in de lijst van een volgende regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro.

Een instrument dat in afwachting is van een tussentijdse herbeoordeling kan onder dezelfde voorwaarden als een nieuw of herzien instrument op de lijst komen en worden gebruikt.

Uitgangspunten beoordeling

Uitgangspunt voor opname op de lijst is dat er sprake is van psychometrische deugdelijkheid die op onafhankelijke wijze is vastgesteld door de COTAN of het CvTE.

Het CvTE beoordeelt of instrumenten van een LVS aan de criteria voldoen zoals omschreven in het beoordelingskader LVS. Het CvTE beoordeelt als onafhankelijke commissie screenings- en testinstrumenten en rapporteert hierover via de website van het CvTE (https://www.cvte.nl/onderwerpen/toetsen-primair-onderwijs/genomen-besluiten/leerlingvolgsysteem-europees-nederland).

Voor opname op de lijst van screenings- en testinstrumenten dienen de vragen van de kwaliteitseisen van het betreffende aspect met ‘ja’ of ‘niet van toepassing’(n.v.t.) te zijn beantwoord om als voldoende te zijn beoordeeld.

De volgende aspecten dienen met een voldoende te zijn beoordeeld door het CvTE:

  • a. Uitgangspunten constructie

  • b. Inhoudsvaliditeit

  • c. Inzicht in de leervorderingen en ontwikkeling

  • d. Dataverzameling

  • e. IJking/normering

  • f. (Interbeoordelaars)betrouwbaarheid

  • g. Kwaliteit dataverzameling

  • h. Constructvaliditeit

  • i. Afname

‘Volgaspecten’ en ‘referentieniveaus’ worden niet meegenomen in de bepaling of een screenings- en/of testinstrument op de lijst in de regeling komt.

De COTAN beoordeelt als onafhankelijke commissie screenings- en testinstrumenten en rapporteert hierover via COTAN Documentatie (www.cotandocumentatie.nl).

Het COTAN-beoordelingssysteem bestaat uit zeven criteria, te weten:

  • a. Uitgangspunten van de testconstructie

  • b. Kwaliteit van het testmateriaal

  • c. Kwaliteit van de handleiding

  • d. Normen

  • e. Betrouwbaarheid

  • f. Begripsvaliditeit

  • g. Criteriumvaliditeit

Een screenings- of testinstrument dat op bovenstaande onderdelen in de loop van deze regeling is (her)beoordeeld door de COTAN met de kwalificatie ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘niet van toepassing (n.v.t.) mag gedurende de looptijd van deze regeling gehanteerd worden voor de indicatiestelling lwoo en/of pro. Het onderdeel ‘criteriumvaliditeit’ wordt dan gedurende de looptijd van deze regeling buiten beschouwing gelaten.

Instrumenten ouder dan 15 jaar

Ten aanzien van de door de COTAN positief beoordeelde instrumenten geldt dat de normtabellen van de betreffende instrumenten niet ouder zijn dan 15 jaar. In 2024 heeft de COTAN gemeld dat het besloten heeft zijn werkzaamheden tijdelijk op te schorten en over te gaan tot een nieuwe werkwijze voor wat betreft beoordelingen van screenings- en testinstrumenten. Vanwege de opschorting van de beoordelingen door de COTAN is een aantal aanvragen ter beoordeling van herziene versies van screenings- en/of testinstrumenten (nog) niet in behandeling genomen. Op grond daarvan wordt in deze regeling afgeweken van de regel dat door de COTAN beoordeelde screenings- en testinstrumenten niet ouder mogen zijn dan 15 jaar. In deze regeling is de termijn voor een enkel instrument opgerekt naar ‘niet ouder dan 16 jaar’, aangezien er voor bepaalde doelgroepen onvoldoende alternatieve screenings- en/of testinstrumenten voor handen zijn. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. verwacht wordt dat een herziene versie van een screenings- of testinstrument in de loop van het jaar dat de onderhavige regeling van kracht is, wordt beoordeeld door de COTAN;

  • b. de normtabellen van het verouderde screenings- en/of testinstrument zijn op uiterlijk 30 september 2027 niet ouder dan 16 jaar;

  • c. voor betreffend screenings- of testinstrument zijn bij het ingaan van deze regeling voor bepaalde doelgroepen onvoldoende alternatieve screenings- en/of testinstrumenten op de markt;

  • d. gedurende de regeling 2026–2027 is de verouderde versie toegestaan voor de indicatiestelling lwoo of pro tot het moment er een goedgekeurde herziening van dit screenings- en/of testinstrument heeft plaatsgevonden. Vanaf dat moment dient de nieuwe goedgekeurde versie gehanteerd te worden.

3. Wijzigingen screenings- en testinstrumenten op de lijst

Jaarlijks verschijnen er nieuwe screenings- en testinstrumenten op de lijst en worden verouderde of door de Cotan of het CvTE bij een tussentijdse herbeoordeling als onvoldoende beoordeelde screenings- en testinstrumenten uit de lijst verwijderd. In onderstaande tabel is te zien welke testen er vorig jaar en dit jaar voor het laatst zijn toegestaan en welke er sinds dit jaar nieuw op de lijst staan.

Lijst wijzigingen screenings- en testinstrumenten op de lijst

Criteria

In vorige Regeling 2025–2026 voor het laatst toegestaan

In deze Regeling 2026–2027 voor het laatst toegestaan

Nieuw in deze Regeling 2026–2027

Technisch lezen

N.v.t.

N.v.t.

IEP LVS Technisch Lezen, Bureau ICE, 2020, groep 3 t/m 6. Herbeoordeling verwacht in 2026.

Let op:

– Instrument in afwachting van tussentijdse herbeoordeling.

– De herbeoordeelde versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

Begrijpend lezen

Boom LVS Begrijpend Lezen, Boom test onderwijs, Groep 4 t/m 8, 2011/2012.

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

N.v.t.

IEP LVS (Begrijpend) Lezen, Bureau ICE, 2020, groep 4 en 5. Herziene versie verwacht in 2026

Let op:

– Herziene versie in afwachting van beoordeling.

– De herziene versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

LOVS 3.0 Begrijpend lezen, Groep 3 t/m 8, Cito, 2014–2017.

Reden: Dit product wordt niet meer door de uitgever ondersteund.

 

Spelling

LOVS 3.0 Spelling Werkwoorden groep 7 en 8 en Niet-werkwoorden groep 3 t/m 8, Cito, 2014–2017.

Reden: Dit product wordt niet meer door de uitgever ondersteund.

N.v.t.

N.v.t.

Inzichtelijk rekenen

LOVS 3.0 Rekenen-Wiskunde, Groep 3 t/m 8, Cito, 2013–2017.

Reden: Dit product wordt niet meer door de uitgever ondersteund.

N.v.t.

IEP LVS Rekenen, 2020, Groep 3 t/m midden groep 6. Herziene versie verwacht in 2026

Let op:

– Herziene versie in afwachting van beoordeling.

– De herziene versie wordt voor de indicatiestelling lwoo/pro gebruikt vanaf het moment dat het CvTE het instrument op alle voor deze regeling relevante onderdelen heeft beoordeeld met tenminste het oordeel ‘voldoende’, ‘ja’ of ‘niet van toepassing’, en deze beoordeling is gepubliceerd op de website van het CvTE.

– Zodra de 2026 versie positief is beoordeeld kan de 2020 versie niet meer worden gebruikt.

SVT-RW: Schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde, Groep 3 t/m 8, Boom test uitgevers, 2011/2012

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

 

Intelligentie

Cito Intelligentietest VO, Klas 1 t/m 3, regulier vo, Cito 2013.

Reden: Dit product wordt niet meer door de uitgever ondersteund.

SON-R 6-40, Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietest, Hogrefe Uitgevers, 2011.

Reden: In 2027 zijn de normtabellen van deze test 16 jaar oud en verouderd.

Deze test wordt in de loop van deze regeling 2026–2027 ter beoordeling aangeboden aan de COTAN. Gedurende deze regeling 2026–2027 is de verouderde versie toegestaan voor de indicatiestelling lwoo of pro tot de datum waarop de COTAN dit screenings- en/of testinstrument positief heeft beoordeeld op genoemde criteria. Vanaf dat moment dient de nieuwe goedgekeurde versie gehanteerd te worden.

N.v.t.

RAKIT-2: REVISIE AMSTERDAMSE KINDER INTELLIGENTIE TEST, 4 t/m 12,5 jaar, Pearson Benelux B.V., 2011.

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

SON-R 6-40, Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietest, Hogrefe Uitgevers, 2011.

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

Persoonlijkheidsonderzoek

Leervoorwaardentest (LVT), 4–18 jaar, Bohn Stafleu van Loghum, 2011.

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

Kanjervragenlijst, groep 5 t/m 8, Instituut voor Kanjertrainingen B.V., 2012.

Reden: In 2027 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

N.v.t.

LOVS VISEON 2.0, groep 3 t/m 8, Cito, 2016.

Reden: Dit product wordt niet meer door de uitgever ondersteund.

Vragenlijst Psychosociale Vaardigheden (VPV), 9–18 jaar, Bohn Stafleu van Loghum, 2012.

Reden: In 2027 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

PMT-K-2: Prestatie Motivatietest voor Kinderen 2, groep 7/8 en leerjaar 1 vo, Pearson Benelux B.V., 2011.

Reden: In 2026 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

ZIEN! Pedagogisch Expertsysteem voor het primair onderwijs, groep 1 t/m 8, leerkrachtversie. Driestar Onderwijsadvies, 2012.

Reden: In 2027 zijn de normtabellen van deze test 15 jaar oud en verouderd.

4. Gebruik klassikale en/of schriftelijke tests

In een flink aantal gevallen worden klassikale en/of schriftelijke tests niet geschikt geacht voor delen van de desbetreffende leerlingpopulatie. Dit hangt meestal samen met ernstige taal- en (begrijpend) leesproblemen van de leerling, onder andere als gevolg van dyslexie, ernstige spraak- en taalstoornissen of Nederlands als tweede taal. Wanneer het bevoegd gezag er evenwel voor kiest om deze leerlingen te laten deelnemen aan klassikaal en/of schriftelijke tests en de resultaten daarop in overeenstemming zijn met eerdere, op een andere manier verzamelde gegevens (bijvoorbeeld een recente NIO met een WISC V of er wordt gekozen voor een afname in een individuele setting), dan kan ervan worden uitgegaan dat de aangeleverde gegevens kloppen. Deze hoeven dan niet door een andere test vervangen te worden. Dit geldt ook wanneer gegevens harmonisch overeenkomen met andersoortige gegevens in de aanvraag. Bijvoorbeeld: van een leerling is een NPV-J-3 afgenomen hoewel hij voor begrijpend lezen slechts een DLE van 25 heeft, maar de gegevens komen overeen met eerder jeugdpsychiatrisch onderzoek en/of met gegevens uit het onderwijskundig rapport. Opnieuw testen is dan niet nodig. Dit moet wel gebeuren wanneer recente onderzoeksgegevens afwijken van eerdere resultaten en hiervoor geen duidelijke verklaring kan worden gegeven. Bijvoorbeeld: de NIO komt veel lager uit dan op grond van vorig intelligentie onderzoek of op grond van resultaten op de inzichtvakken mocht worden verwacht. Of de leerling geeft in de NPV-J-3 aan sociaal adequaat te handelen, waar de leerkracht in de ZIEN aangeeft, dat dat geenszins het geval is. In dergelijke situaties wordt aanbevolen over te gaan tot hertesten met een ander screenings- of testinstrument van de in deze regeling genoemde lijst.

5. Vaardigheidsscores of functioneringsniveaus omzetten naar DLE’s

Het aanleveren van Didactische Leeftijdseenheden (DLE) is voorwaarde bij de doorverwijzing van leerlingen naar het lwoo en het pro. In leerlingvolgsystemen die in het primair onderwijs worden gehanteerd, wordt niet bij alle toetsen een koppeling gemaakt met DLE’s in de rapportages. Het bevoegd gezag gebruikt bijvoorbeeld voor de rapportage vaardigheidsscores en/of functioneringsniveaus. In de handleiding van betreffend leerlingvolgsysteem is te vinden hoe de benodigde DLE´s opgevraagd en/of berekend kunnen worden. Ook zijn de betreffende tabellen te gebruiken in de publicatie DLE-Schalen1 voor de omzetting van ruwe scores (papieren versie) of vaardigheidsscores (digitale versie) naar DLE’s.

Het is niet mogelijk om een directe verbinding te leggen tussen de scores op papieren toetsen en digitale versies, omdat in beide gevallen de resultaten langs een andere route worden verkregen. Het is daarom noodzakelijk te vermelden welke toetssoort en -versie is gebruikt en de daarvoor van toepassing zijnde normen te hanteren.

6. Hulp voor dyslectische leerlingen

Wanneer hulp en/of hulpmiddelen voor dyslectische leerlingen zijn ingezet bij een instrument dient het bevoegd gezag in de aanvraag aan te geven welke hulp en/of hulpmiddelen op welke wijze zijn gehanteerd bij de afname van die toets.

Het kan nuttig zijn om te weten wat betreffende leerling kan met en zonder hulp en/of hulpmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van voorleessoftware.

7. Diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog

In twee specifieke gevallen worden de instrumenten toegepast onder de verantwoordelijkheid van een diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog. Het gaat daarbij (conform artikel 2.46, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020) om de resultaten op screenings- en testinstrumenten voor:

  • 1. Het intelligentiequotiënt van de leerling, uitdrukkende de cognitieve capaciteiten op basis van scores op verbaal en niet-verbaal gebied.

  • 2. Persoonlijkheidsonderzoeken met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die een beeld geven van het sociaal-emotionele functioneren van de leerling in relatie tot de leerprestaties.

Onder een diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog wordt iemand die in het kader van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerd is als gezondheidszorgpsycholoog of orthopedagoog-generalist verstaan.

Indien een diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog niet geregistreerd staat in het register bedoeld in de BIG (het BIG register), dient de diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog te voldoen aan onderstaande twee eisen:

  • 1. Afgestudeerd als psycholoog of orthopedagoog (academisch gevormd).

  • 2. In bezit van de basisaantekening psychodiagnostiek.

Artikelsgewijs

Artikel 7. Gebruik van instrumenten voor het vaststellen van een leerachterstand

In bijlage 1 is vastgesteld welke screenings- en testinstrumenten voor het schooljaar 2026–2027 mogen worden gebruikt om te bepalen met welke leerachterstand de leerling kampt in de domeinen technisch lezen, spellen, begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen. Hierbij zijn de volgende zaken van belang:

Adaptief toetsen

Voor de commissies die in het voortgezet onderwijs over de aanvragen lwoo en pro beslissen, is het van belang dat leerlingen adaptief getoetst zijn, zodat die commissies het werkelijke didactische niveau van de leerling kunnen beoordelen.

Bij adaptieve toetsing worden toetsen afgenomen die de leerling op basis van zijn eigen leerniveau redelijk zou moeten kunnen maken. Een leerling die qua leerlijn in groep 6 zit, maakt niet een te moeilijke toets van groep 8. Het gebruik van de toets van groep 6 is kindvriendelijker, geeft een betrouwbaardere score en geeft meer inzicht in wat een leerling wél kan en weet. Dit kan dus betekenen dat leerlingen op de basisschool soms toetsen (moeten) maken die gemaakt zijn voor eerdere leerjaren. De handleidingen van de leerlingvolgsysteemtoetsen geven aan hoe op maat getoetst moet en kan worden.

Door- en terugtoetsen

De algemene regel is, dat voor een goede niveaubepaling een toetsversie gebruikt moet worden die het beste past bij het feitelijke leerniveau van de leerling. Veel basisscholen kiezen daar in de loop van de basisschoolperiode al voor, als blijkt dat een leerling zich veel minder snel ontwikkelt dan de groep waartoe hij formeel behoort. Mocht uit de uitslag desondanks blijken dat bij nader inzien niet de juiste toetsversie is gekozen, dan moet er in principe door- of teruggetoetst worden. Maar waaraan zie je dat? Wanneer moet er dan worden door- of teruggetoetst? Dat verschilt per toetssoort.

Door- en terugtoetsen bij Cito, Boom en Dia

Bij leerjaargebonden LVS-toetsen van Cito, Boom en Dia moet worden door- of teruggetoetst als de feitelijke behaalde score meer dan één leerjaar (in DLE’s uitgedrukt: meer dan 10 punten) van het niveau van de afgenomen toets af ligt.

Stel: De leerkracht vermoedt (of weet op basis van de eerdere toetsingen en/of de aangeboden lesstof) dat de leerling op het niveau van halfweg leerjaar 5 zal scoren. De leerkracht zal op grond daarvan de toets van niveau-M5 inzetten. De landelijk gemiddelde score op deze toets komt overeen met een DL van 25. Als de behaalde toetsscore op toets M5 binnen de DLE-range van 15 en 35 valt, dan hoeft er niet door- of getoetst te worden. De uitslag op betreffende toets M5 is betrouwbaar genoeg. Valt de behaalde score op de M5-toets buiten deze range, dan moet er in principe wel door- of teruggetoetst worden met een toetsversie van een hoger of lager niveau. Zie daarvoor een tweetal voorbeelden hieronder.

Voorbeeld 1: De leerling haalt op de M5-toets een toetsscore die correspondeert met een DLE van 36. Dit is geen pro-score maar een score die past bij lwoo. De behaalde score op de M5-toets valt echter buiten de DLE-range van 25–35. De feitelijke score ligt dus meer dan één leerjaar af van het niveau waarvoor de toets bedoeld is; de afwijking is groter dan 10 DLE-punten. In dit geval is het, ter nadere verifiëring van de juistheid van de behaalde score, noodzakelijk om een toets van een hoger niveau af te nemen; in dit geval wordt nu de M6- of E6-toets afgenomen om te zien welk niveau de leerling dan behaalt. Beide toetsscores (M5 en M6 (of E6)) worden toegevoegd aan het onderwijskundig rapport.

Voorbeeld 2: Opnieuw wordt een M5-toets afgenomen, maar nu blijkt de DLE die hoort bij de score van de leerling 14 te zijn. Ook hier is de afstand groter dan 10 DLE-punten, maar omdat de uitkomst nog steeds op pro-niveau ligt, is terugtoetsen niet noodzakelijk.

De toepassing van deze regel mag minder strikt gehanteerd worden als alle relevante gegevens in een eenduidige richting wijzen en door- of terugtoetsen naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere indicatie zal leiden. Echter: als de toetsuitslag van de leerling meer dan 10 DLE-punten van de gekozen toetsversie af ligt, moet in ieder geval worden door- of teruggetoetst als:

  • dit toetsresultaat duidelijk afwijkt van de gegevens uit het onderwijskundig rapport of het leerlingvolgsysteem, of;

  • er sprake is van tegenstrijdige gegevens (sommige scores verwijzen naar lwoo en andere naar pro), of;

  • er sprake is van een IQ tussen 75 en 80, omdat dit het overlapgebied is tussen lwoo en pro.

In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe door- of terug te toetsen bij de LVS-toetsen van Cito, Boom, Dia.

Adviestabel door- en terugtoetsen E-toetsen bij Cito, Boom, Dia

Niveau van de toets

Behaald DLE

Advies

Groep E4

< 10

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep E4

> 30

Kies een toets van groep 5

Groep E5

< 20

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep E5

> 40

Kies een toets van groep 6

Groep E6

< 30

Kies een toets van groep 41

Groep E6

> 50

Kies een toets van groep 7

Groep E7

< 40

Kies een toets van groep 6 (zie voetnoot 2)

Groep E7

> 60

Doortoetsen niet nodig: score valt buiten lwoo-criteria.

X Noot
1

Is de score lager dan het voorafgaande leerjaar dat u adaptief had gekozen, dan is het advies: neem de toets af van het leerjaar waar de behaalde DLE-score naar verwijst. Dit kan twee of meer leerjaren lager worden als uw startniveau veel te hoog is geweest.

Adviestabel door- en terugtoetsen M-toetsen bij Cito, Boom, Dia

Niveau van de toets

Behaald DLE

Advies

Groep M4

< 5

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep M4

> 25

Kies een toets van groep 5

Groep M5

< 15

Doortoetsen niet nodig: pro-score

Groep M5

> 35

Kies een toets van groep 6

Groep M6

< 25

Kies een toets van groep 5 (zie voetnoot 2)

Groep M6

> 45

Kies een toets van groep 7

Groep M7

< 35

Kies een toets van groep 6 (zie voetnoot 2)

Groep M7

> 55

Kies een toets van groep 8

Door- en terugtoetsen bij IEP

De vaardigheidstoetsen van IEP zijn criteriumgericht. Bij deze toetsen wordt door- of teruggetoetst als de leerling de minimale of maximale score op de afgenomen toets heeft behaald.

Voorbeeld: De leerkracht heeft de leerling voor taalverzorging de SLO-doelen van de eerste helft van leerjaar 5 aangeboden. De leerkracht zet daarom de toets 5a in. De leerling haalt op deze toets het niveau ‘op weg naar 5a’ met een ontwikkelscore van 36. Dit is de laagst mogelijke ontwikkelscore op deze toets. Dit zie je in het IEP LVS aan het pijltje naast de ontwikkelscore.

op weg naar 5a

36

 

Toets: Taalverzorging 5a

Afnamedatum: 15 april 2025

Score: 10/40 25%

Deze score raakt de ondergrens van deze toets.

Overweeg een toets van een lager niveau

In de domeinanalyse, de foutenanalyse en het uitrekenpapier ziet de leerkracht dat de leerling de toets ook echt heel moeilijk vond. De leerkracht kiest er daarom voor om de toets van 4b af te nemen. Hierop haalt de leerling een ontwikkelscore 31. Dat betekent dat de leerling het niveau 4b niet heeft behaald (op weg naar 4b), maar dit is niet de laagste en ook niet de hoogste ontwikkelscore op deze toets. Er staat dus ook geen pijltje naast de ontwikkelscore in het IEP LVS.

op weg naar 4b

31

 

Toets: Taalverzorging 4b

Afnamedatum: 2 mei 2025

Score: 24 / 40 60%

De leerling heeft het niveau van de toets (4b) niet behaald, maar de toets was wel passend voor het niveau van de leerling. Nu kan de leerkracht in de Excel Export bekijken welke DLE hoort bij deze ontwikkelscore. Bij de ontwikkelscore 31 op taalverzorging, hoort een DLE van 18. (Let op: dit verschilt per vaardigheid. Voor lezen en rekenen is de DLE 19 bij een ontwikkelscore van 31. Lees het dus altijd in de Excel af.)

Voorkomen dat te veel wordt getoetst

Werkend op deze wijze, hoeft (bijna) nooit meer dan twee keer getoetst te worden. Uitgangspunt is dat de leerling de eerste keer een toets voorgelegd krijgt, die naar de verwachting van de afnemer van de toets past bij het niveau van de leerling. De eventuele tweede toets die wordt gekozen sluit aan bij het op de eerste toets behaalde niveau. Die twee gegevens zullen voor elke commissie die over de aanvragen lwoo en pro beslist voldoende zijn. Het is van groot belang dat de toetsinstructies van de betreffende toetshandleiding worden gevolgd.

Artikel 13. Gebruik instrumenten voor persoonlijkheidsonderzoek

Persoonlijkheidsonderzoek bij potentiële leerlingen voor lwoo is alleen van toepassing voor de toelaatbaarheidsbepaling van betreffende leerlingen met een IQ tussen de 90 en 120. Doorgaans betreft het leerlingen waarvoor een aanwijzing leerwegondersteuning wordt aangevraagd en in bijzondere situaties een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs. Schriftelijke zelfbeoordelingsvragenlijsten zijn meestal te moeilijk voor leerlingen met leerachterstanden op het gebied van begrijpend lezen en/of beperkt begrip van de Nederlandse taal. Leerlingen zijn met zelfbeoordelingsvragenlijsten toetsbaar wanneer ze op Begrijpend Lezen het niveau halen van een DLE 40 of hoger (gemiddelde score van leerlingen aan het eind van groep 6 of hoger). Wanneer een leerling een begrijpend leesniveau heeft met een DLE 30–40 moet de onderzoeker nagaan of een zelfbeoordelingslijst wel een juiste keuze is.

Bij een begrijpend leesniveau DLE <30 is een zelfbeoordelingsvragenlijst minder geschikt voor het onderzoek van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor het persoonlijkheidsonderzoek kan de bevoegde diagnostisch geschoolde psycholoog of orthopedagoog of orthopedagoog-generalist (academisch gevormd) in dat geval gebruik maken van gegevens uit het onderwijskundig rapport, van beoordelingslijsten door ouders en/of leerkracht én van gegevens op basis van eigen gestructureerde of systematische observatie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul


X Noot
1

DLE-schalen indicatiestelling lwoo en pro voor instroom in schooljaar 2026–2027, Boom uitgevers Amsterdam, 2025

Naar boven