Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2025, 3204 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2025, 3204 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Asiel en Migratie,
Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;
Besluit:
De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf C2/3.3.1 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:
De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw als bij de verwijdering van de vreemdeling uit Nederland sprake is van een reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw en artikel 3.37b VV.
Het reëel risico op ernstige schade kan aanwezig zijn op het moment van het vertrek van de vreemdeling uit het land van herkomst, maar kan ook ontstaan na vertrek van de vreemdeling uit het land van herkomst.
De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw, als artikel 3.105e, Vb van toepassing is.
In artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, 1° tot en met 3°, Vw staat opgenomen, waar ernstige schade uit kan bestaan, namelijk:
1° doodstraf of executie;
2° folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen; of
3° ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.
Bij de beoordeling in verband met verlening van een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw is paragraaf C1/4.2.1 Vc van overeenkomstige toepassing.
Dat betekent dat een vreemdeling eerst door middel van zijn verklaringen en documentatie alle elementen ter staving van zijn verzoek om internationale bescherming naar voren brengt. De IND moet vervolgens de in samenwerking met de vreemdeling verzamelde feiten en omstandigheden beoordelen.
Bij de beoordeling is het van belang dat eerst gekeken wordt naar alle relevante elementen die betrekking hebben op de individuele situatie en de algemene situatie in het land van herkomst, voordat wordt vastgesteld of het risico onder artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, 1°, 2° of 3°, Vw valt.
Voor het vaststellen van een reëel risico op ernstige schade op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, sub 1° en 2°, Vw is een volledig individuele beoordeling vereist. Landeninformatie kan aanleiding geven om ten aanzien van een groep systematische blootstelling aan te nemen dan wel om groepen aan te merken als een risicoprofiel zoals in paragraaf C2/2.4 Vc is opgenomen.
Voor wat betreft het individualiseringsvereiste bij artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw wordt verwezen naar paragraaf 3.3.3 Vc.
In paragraaf C2/3.3.2 Vc staat ernstige schade beschreven als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw (artikel 15, onder a en b, van de Kwalificatierichtlijn, 2011/95/EG). Daaronder staan beschreven de onderwerpen:
• systematische blootstelling (paragraaf C2/3.3.2.1 Vc);
• eerdere confrontatie met wandaden (paragraaf C2/3.3.2.2 Vc)
• individuele kenmerken (paragraaf C2/3.3.2.3 Vc); en
• medische omstandigheden (paragraaf C2/3.3.2.4 Vc).
In paragraaf C2/3.3.3 Vc staat ernstige schade beschreven als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw (artikel 15, onder c, van de Kwalificatierichtlijn, 2011/95/EG).
B
Paragraaf C2/3.3.3 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:
De IND kan een verblijfsvergunning asiel verlenen op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw (implementatie van artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn) als sprake is van een reëel risico op ernstige schade vanwege een ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.
De minister kan op basis van de beschikbare landeninformatie vaststellen of in een bepaald land of gebied sprake is van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict. Er is sprake van een internationaal of binnenlands gewapend conflict, als de reguliere strijdkrachten van een staat tegenover een of meer gewapende groepen staan of wanneer twee of meer gewapende groepen tegenover elkaar staan.
Als de minister heeft vastgesteld dat er sprake is van een internationaal of binnenlands gewapend conflict in de zin van artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn, stelt de minister op basis van de beschikbare landeninformatie vast of dit conflict leidt tot willekeurig geweld en op welke schaal dit willekeurig geweld plaatsvindt.
Bij de beoordeling van de intensiteit van het willekeurig geweld, worden in ieder geval de volgende elementen in samenhang gewogen:
• de vraag of partijen bij het conflict oorlogsmethoden hanteren die de kans op burgerslachtoffers vergroten of burgers als doel nemen;
• de vraag of het gebruik van die methoden wijdverbreid is bij de strijdende partijen;
• de vraag of het geweld wijdverbreid is of plaatselijk;
• de vraag of er een veiligheidsstructuur aanwezig is;
• de intensiteit van de gewapende confrontaties en het organisatieniveau van de betrokken strijdkrachten;
• de aantallen doden, gewonden en ontheemden onder de burgerbevolking ten gevolge van de strijd.
De minister kan bij zijn beoordeling gradaties van willekeurig geweld vaststellen:
a. uitzonderlijk niveau van willekeurig geweld;
b. relatief hoger niveau van willekeurig geweld;
c. relatief lager niveau van willekeurig geweld.
Los van deze gradaties bestaat de situatie, waarin er geen 15c beoordeling plaatsvindt, omdat er geen gewapend conflict is of er geen willekeurig geweld is als gevolg van een gewapend conflict. In dat geval kan de vreemdeling alleen daarom al niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 3, Vw.
Ad a. Uitzonderlijk niveau van willekeurig geweld
Er is sprake van een uitzonderlijke mate van willekeurig geweld als de algehele geweldssituatie in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict in het land van herkomst of in een bepaald gebied in dit land zodanig is dat wordt aangenomen dat een vreemdeling enkel en alleen al door zijn aanwezigheid op dat grondgebied een reëel risico loopt op een ernstige en individuele bedreiging van zijn leven of persoon. Het individualiseringsvereiste van de vreemdeling beperkt zich in deze gevallen tot het afkomstig zijn uit het land of bepaald gebied, waar sprake is van deze uitzonderlijke mate van willekeurig geweld.
Ad b en c Relatief hoger niveau en relatief lager niveau van willekeurig geweld
Als er is sprake van een relatief hoger niveau of een relatief lager niveau van willekeurig geweld, dan is de enkele aanwezigheid van de vreemdeling in het betreffende gebied op zichzelf niet meer voldoende om een reëel risico op ernstige schade aan te nemen.
De vreemdeling moet in dat geval aan de hand van zijn individuele situatie en persoonlijke omstandigheden aannemelijk maken dat:
• de omstandigheden leiden tot een verhoogd risico om slachtoffer te worden van willekeurig geweld; en
• juist de vreemdeling specifiek vanwege deze omstandigheden een reëel risico loopt om slachtoffer te worden van willekeurig geweld.
Deze omstandigheden kunnen met name zien op het privé, beroeps- of familieleven. Dit betekent overigens niet dat alleen al door de aanwezigheid van risico verhogende factoren een reëel risico op ernstige schade aannemelijk is.
Naarmate het niveau van willekeurig geweld lager is zullen er relatief gewichtigere individuele omstandigheden vereist zijn om een reëel risico aan te nemen. Bij een relatief lager niveau van willekeurig geweld, zullen de door de vreemdeling naar voren gebrachte risico verhogende omstandigheden daarom meer gewicht moeten hebben om een reëel risico aan te kunnen nemen.
Nadat een vreemdeling zijn persoonlijke kenmerken en individuele omstandigheden naar voren heeft gebracht en waar nodig aannemelijk heeft gemaakt, beoordeelt de IND die omstandigheden in het licht van de veiligheidssituatie in het gebied waar de vreemdeling vandaan komt.
Dat betekent dat pas na het naar voren brengen door de vreemdeling van de relevante elementen die betrekking hebben op de individuele situatie en de algemene situatie in het land van herkomst, door de IND wordt vastgesteld dat het risico mogelijk onder artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, 3°, Vw valt.
Daarbij maakt de IND een gemotiveerde beoordeling en betrekt of de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat de relevante elementen ook daadwerkelijk zorgen voor een verhoogd risico op ernstige schade én dat juist de vreemdeling als gevolg van deze omstandigheden een reëel risico loopt slachtoffer te worden van willekeurig geweld.
Bij de beoordeling van het risico bij terugkeer kan de IND, afhankelijk van het individuele geval, meewegen of de vreemdeling bij terugkeer schade kan ontlopen.
Hulpmiddel
De hiervoor geschetste gradaties zijn enkel bedoeld als indicatief hulpmiddel voor de IND. Deze gradaties geven in grote lijnen aan, hoe de situatie van willekeurig geweld in een (deel van een) land van herkomst wordt ingeschat. Het voor de diverse landen beleidsmatig vaststellen van de gradatie van het geweld heeft daarmee ten doel er voor te zorgen dat de IND op uniforme wijze het in een land heersende geweldsniveau bij de beoordeling betrekt. Bij die beoordeling staan echter de door de vreemdeling aangevoerde individuele omstandigheden voorop bij de vraag of aannemelijk is gemaakt dat die omstandigheden het risico verhogen slachtoffer te worden van willekeurig geweld.
Eerder ondervonden ernstige schade
Daarnaast moet de IND meewegen dat de vreemdeling vóór zijn vertrek uit zijn land eerder al geweld heeft ondervonden. Daarbij doet het niet ter zake of het eerder ondervonden geweld het gevolg was van willekeurig geweld of van gericht geweld. De IND beoordeelt in dit verband of het eerder ondervonden geweld in combinatie met de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van een vreemdeling en in het licht van de veiligheidssituatie, tot een verhoogd risico op willekeurig geweld kan leiden.
Binnenlands beschermingsalternatief
De IND kan vaststellen dat sprake is van een binnenlands beschermingsalternatief (zie paragraaf C2/3.3.4 Vc), nadat de IND heeft vastgesteld dat de vreemdeling een reëel risico loopt op ernstige schade zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, 3°, Vw.
Landenbeleid
In het landgebonden beleid in hoofdstuk C7 Vc kan worden vastgesteld of een van de gradaties aan de orde is in het betreffende land of gebied.
Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 30 januari 2025
De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie
Dit WBV strekt tot aanpassing van de Vreemdelingencirculaire 2000 en bevat verbeteringen en verduidelijkingen van bestaande beleidsregels, redactionele aanpassingen en verwerking van jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 juli 2024, met kenmerk ECLI:NL:RVS:2024:2927).
De aanpassingen in dit WBV van het kader met betrekking tot de toets van artikel 15, onder c Kwalificatierichtlijn betekenen ook dat het landenbeleid voor sommige landen in hoofdstuk C7 Vc moet worden aangepast. Het landenbeleid in hoofdstuk C7 Vc is aangepast middels WBV 2025/3 van 5 februari 2025.
In paragraaf C2/3.3.1 Vc is een koppeling gemaakt met is paragraaf C1/4.2.1 Vc, zodat duidelijk is dat ook in deze paragraaf de samenwerkverplichting van toepassing is.
De Minister van Asiel en Migratie heeft op 19 november 2024 (kenmerk: 19 637, nr. 3315) de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de beleidsmatige gevolgen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 juli 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2927).
Ten aanzien van de beoordeling van een reëel risico op ernstige schade door willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict komt de Afdeling tot het oordeel dat de ondergrens die werd gehanteerd in het beleidskader zoals dat was aangekondigd in de Tweede Kamerbrief van 5 maart 2024 (kenmerk: 5213923) niet houdbaar is. De Afdeling komt met haar oordeel tevens terug op haar eerdere vaste rechtspraak waaruit volgt dat individuele omstandigheden nooit worden betrokken bij de beoordeling van het risico zoals bedoeld in artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de bovengenoemde brief van 19 november 2024 en de bijbehorende beslisnota (kenmerk 5685920).
Voor de Vc betekent dit dat in paragraaf C2/3.3.3.3 Vc de gradatie ‘geen of onvoldoende uitzonderlijke situatie’, waarin sprake is van een onvoldoende hoge mate van willekeurig geweld is gewijzigd. Aan de tekst van C2/3.3.3.3 Vc is de gradatie ‘relatief lager niveau van willekeurig geweld toegevoegd en zijn de andere gradaties hernoemd, te weten in ‘uitzonderlijk niveau van willekeurig geweld’, en ‘relatief hoger niveau van willekeurig geweld’. De gradaties zijn bedoeld als hulpmiddel bij het beslissen voor de IND en geven in grote lijnen aan, hoe de situatie in een (deel van een) land van herkomst wordt ingeschat. Dit ten behoeve van de uniformiteit van de besluitvorming. Het zwaartepunt van de beoordeling van het reële risico zoals bedoeld in artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn, ligt bij de individuele beoordeling. Het is – behoudens situaties waar sprake is van een uitzonderlijk niveau van willekeurig geweld – aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat er juist voor zijn persoon risicoverhogende factoren bestaan, waardoor specifiek de vreemdeling een reëel risico loopt op schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, 3°, Vw in het licht van de veiligheidssituatie in zijn herkomstgebied.
De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-3204.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.