Besluit van de Directie van de Dienst Wegverkeer (RDW) van 8 september 2025, nr. JBZ.25.0080026 houdende regels inzake de verlening van ondermandaat en machtiging betreffende de uitvoering van de mandaatbesluiten voor ontheffingen nul-emissiezone Verkeersbesluit gemeenten (Besluit ondermandaat en machtiging ontheffingen nul-emissiezones RDW)

De directie van de RDW,

Overwegende dat het voor de doelmatige uitvoering van de aan hem gemandateerde taken in het kader van nul-emissiezones wenselijk is dat ondermandaat en machtiging wordt verleend;

Gelet op artikel 3 van het Besluit mandaat en machtiging voor ontheffingen nul-emissiezone verkeersbesluit gemeente;

Besluit:

Artikel 1. (begripsbepalingen)

In dit Besluit wordt verstaan onder:

a. Directie:

de directie van de RDW, als bedoeld in artikel 4d van de Wegenverkeerswet 1994;

b. Mandaatbesluit:

Besluit mandaat en machtiging voor ontheffingen nul-emissiezone Verkeersbesluit gemeente.

Artikel 2. (ondermandaat en machtiging)

De Directie verleent ondermandaat en machtiging voor het nemen en ondertekenen van besluiten over ontheffingsaanvragen of intrekkingen van een dergelijk besluit, alsmede voor het verrichten van overige feitelijke handelingen die daarmee verband houden aan de Divisiemanager Voertuig, Regelgeving en Toelating.

Artikel 3. (bezwaar en beroep)

De Directie verleent ondermandaat en machtiging voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen ontheffingsbesluiten en intrekkingsbesluiten, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen en behandelen van (hoger) beroep, alsmede voor het verrichten van overige feitelijke handelingen die daarmee verband houden aan het Afdelingshoofd Juridische en Bestuurlijke Zaken.

Artikel 4. (reikwijdte – algemeen)

  • 1. De in artikel 2 en 3 vermelde functionarissen dienen bij de uitoefening van de bevoegdheden het gestelde in het Mandaatbesluit en het ter zake vastgestelde beleid, richtlijnen of procedures in acht te nemen.

  • 2. De in artikel 2 en 3 vermelde functionarissen maken van het hen verleende ondermandaat en machtiging uitsluitend gebruik, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein en die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren dan wel door de Directie.

Artikel 5. (voorbehouden bevoegdheden Directie)

  • 1. Aan de Directie blijven voorbehouden, voor zover passend binnen het verleende ondermandaat:

    • a. de afdoening en ondertekening van beleidsregels;

    • b. de afdoening en ondertekening van circulaires, gericht tot een groep van personen of instanties buiten de overheid, die een verzoek om medewerking of inlichtingen bevatten;

    • c. de afdoening en ondertekening van stukken gericht aan de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Raad van Toezicht, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg;

    • d. het aangaan van (internationale) samenwerkingsverbanden;

    • e. het sluiten van bestuurlijke overeenkomsten;

    • f. het voeren van politiek overleg.

  • 2. Voor zover passend binnen het verleende ondermandaat is het reglement als bedoeld in artikel 4n van de Wegenverkeerswet 1994 bij het uitoefenen van deze bevoegdheden van toepassing.

Artikel 6. (voorbehouden voor akkoord Directie)

  • 1. Onverminderd het bepaalde in dit besluit, worden voorafgaand aan afdoening en ondertekening door de (onder)gemandateerden de volgende stukken aan de Directie voor akkoordverklaring voorgelegd:

    • alle niet reguliere correspondentie, niet zijnde standaardbrieven, zoals brieven die bijvoorbeeld betrekking hebben op zwaarwegende financiële aspecten, aspecten van algemeen belang of die betreffen mailings aan grote groepen.

  • 2. Voornoemde brieven worden eerst voor redactie voorgelegd aan de afdeling Communicatie. Brieven van de afdeling Human Resources zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 7. (wijze van ondertekening)

  • a. Het in een document vastleggen van een besluit geschiedt op briefpapier en met uitingen van de RDW.

  • b. De stukken die op grond van dit besluit krachtens mandaat worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:

    Namens het College van B&W van de deelnemende gemeenten,

    Namens de directie van de RDW,

    (handtekening)

    (naam van de betrokken functionaris)

    (functieaanduiding)

    met daaronder een verwijzing naar de vindplaats van de namen van de aan het Centraal loket van RDW deelnemende gemeenten.

  • c. De stukken die op grond van dit besluit krachtens mandaat worden ondertekend, vermelden aan het slot:

    Namens het College van B&W van gemeente (naam),

    Namens de directie van de RDW,

    (handtekening)

    (naam van de betrokken functionaris)

    (functieaanduiding)

Artikel 8. (slotbepalingen)

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 september 2025.

  • 2. Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 9. (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat en machtiging ontheffingen nul-emissiezones RDW.

Zoetermeer, 8 september 2025

Namens de directie van de RDW, J. Woudstra Algemeen Directeur

TOELICHTING

Met dit besluit worden de aan de Directie van RDW gemandateerde bevoegdheden en machtiging door deelnemende gemeenten in de organisatie belegd. Dit is toegestaan op basis van artikel 3 van het Besluit mandaat en machtiging voor ontheffingen nul-emissiezone verkeersbesluit van gemeenten. Dit betreft de aan het Centraal loket deelnemende gemeenten. Het gaat om gemeenten die een zogenaamde zero-emissiezone hebben ingesteld en samen met RDW een landelijke behandeling van procedures voor ontheffingen voor het rijden en stilstaan in die zones tot stand brengen. De deelnemende gemeenten zijn vermeld op de website van de RDW. De mandaatbesluiten van die gemeenten zijn gepubliceerd via de daarvoor geëigende kanalen.

Bij de verlegging van de bevoegdheden is zoveel mogelijk aangesloten bij de reguliere mandaatbesluiten van RDW. Belangrijk is dat het ondermandaat ten allen tijde wordt beperkt tot hetgeen het bovenliggende mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten toestaat. Dat betekent onder andere dat het ondermandaat moet passen binnen eventuele instructies van de gezamenlijke gemeenten en het geharmoniseerde ontheffingenbeleid van gemeenten.

De artikelen 5 en 6 bevatten ook algemene beperkingen in die zin dat de daarin genoemde besluiten en (rechts)handelingen ten allen tijde door de directie afgehandeld moeten worden. Hiervoor is aangesloten bij de Mandaatregeling RDW 2022, en enkel voor zover dit passend is bij het door gemeenten verleende mandaat en machtiging.

Artikel 7 bevat de wijze van ondertekening. Een specifieke verwijzing naar een webpagina van de RDW waarop de deelnemende gemeenten staan wordt hier vermeld.

Artikel 8 bevat een tweetal algemene bepalingen. Ten eerste de inwerkingtredingdatum van 15 september 2025. Vanaf deze datum is het Centraal loket RDW opengesteld voor het aanvragen van een ontheffing nul-emissiezone. Het ondermandaatbesluit wordt gepubliceerd en daarmee algemeen kenbaar gemaakt.

Naar boven