Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2025, nr. 2025-0000198100, tot wijziging van de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 in verband met de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak voor arbeidsmarktregio's en tot wijziging van de Subsidieregeling ESF+ 2014–2020 in verband met de aanwijzing van een nieuwe certificeringsautoriteit [KetenID WGK027994]

De Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2b.1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. 1 oktober 2025, 9.00 uur tot en met 30 januari 2026, 17.00 uur, voor de projectperiode, bedoeld in artikel 2b.5, eerste lid, onderdeel c.

B

Aan artikel 2b.2 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. bedoeld in artikel 2b.1, onderdeel c, bedraagt € 41.000.000.

C

Aan artikel 2b.5, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. binnen de projectperiode van 1 oktober 2025 tot en met 31 januari 2028, met een startdatum die niet eerder is dan de datum van indiening van de volledige subsidieaanvraag en met een maximale termijn van 24 maanden.

D

Aan artikel 2b.12 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie in het kader van het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel 2b.1, onderdeel c, is per centrumgemeente vastgelegd in bijlage 3b bij deze regeling.

E

Na bijlage 3a wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 3b als bedoeld in artikel 2b.12, derde lid

Centrumgemeente

Arbeidsmarktregio

Aandeel

Subsidieplafond

€ 41 miljoen

Doetinchem

Achterhoek

1,08%

€ 443.351

Amersfoort

Amersfoort

1,09%

€ 448.452

Dordrecht

Drechtsteden

1,73%

€ 709.812

Emmen

Drenthe

1,84%

€ 755.910

Almere

Flevoland

2,13%

€ 874.675

Ede

Food Valley

1,19%

€ 486.457

Leeuwarden

Friesland

4,54%

€ 1.860.335

Hilversum

Gooi en Vechtstreek

0,81%

€ 331.558

Gorinchem

Gorinchem

0,45%

€ 182.563

Groningen

Groningen

6,27%

€ 2.570.736

Amsterdam

Groot Amsterdam

10,55%

€ 4.324.746

Den Haag

Haaglanden

7,41%

€ 3.037.273

Helmond

Helmond-De Peel

1,10%

€ 452.846

Leiden

Holland Rijnland

1,78%

€ 731.202

Tilburg

Midden-Brabant

2,31%

€ 945.642

Arnhem

Midden-Gelderland

3,10%

€ 1.269.854

Gouda

Midden-Holland

0,74%

€ 305.133

Roermond

Midden-Limburg

1,05%

€ 429.716

Utrecht

Midden-Utrecht

3,47%

€ 1.421.747

Alkmaar

Noord-Holland Noord

2,66%

€ 1.092.011

Venlo

Noord-Limburg

1,25%

€ 511.581

Den Bosch

Noordoost-Brabant

2,48%

€ 1.018.535

Zwolle

Regio Zwolle

2,28%

€ 936.582

Nijmegen

Rijk van Nijmegen

2,45%

€ 1.003.908

Rotterdam

Rijnmond

12,62%

€ 5.174.630

Tiel

Rivierenland

0,76%

€ 310.224

Enschede

Twente

3,92%

€ 1.608.344

Apeldoorn

Veluwe Stedendriehoek

2,84%

€ 1.165.522

Breda

West-Brabant

3,15%

€ 1.290.338

Zaanstad

Zaanstreek/Waterland

1,50%

€ 613.936

Goes

Zeeland

1,70%

€ 697.852

Zoetermeer

Zuid-Holland Centraal

1,40%

€ 575.368

Haarlem

Zuid-Kennemerland en IJmond

1,71%

€ 702.630

Heerlen

Zuid-Limburg

4,43%

€ 1.816.064

Eindhoven

Zuidoost-Brabant

2,20%

€ 900.468

Totaal

100%

€ 41.000.000

F

Bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘Apeldoorn Stedendriehoek en Noordwest Veluwe 3,92% € 354.981 3,55%’ wordt vervangen door: Apeldoorn Stedendriehoek en Noordwest Veluwe 2,84% € 284.778 2,85%.

2. De zinsnede ‘Enschede Twente 2,84% € 284.778 2,85%’ wordt vervangen door: 3,92% € 354.981 3,55%.

ARTIKEL II

In artikel 3, tweede lid, van de Subsidieregeling ESF 2014–2020 wordt ‘de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat’ vervangen door ‘de directie Dienstverlening, Samenwerkingsverbanden en Uitvoering, onderdeel Uitvoering Van Beleid, van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel II terug tot en met 27 mei 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt de Subsidieregeling ESF+ 2021–2027 (hierna: de regeling) aangepast. De wijziging voorziet in de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak onder hoofdstuk 2b ‘Arbeidsmarktregio’s’ van de regeling.

In het hoofdstuk voor Arbeidsmarktregio’s worden middelen beschikbaar gesteld voor het leveren van een bijdrage aan de uitvoering van het programma Europees Sociaal Fonds Plus. Dit hoofdstuk van de regeling is toegevoegd om de besteding van deze middelen voor de activiteiten die vanuit de arbeidsmarktregio’s met name door de gemeenten worden uitgevoerd, op nationaal niveau mogelijk te maken. Doel van deze regeling is om mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te ondersteunen bij het toetreden tot de arbeidsmarkt, bij het vinden van ander werk, of bij het realiseren van meer (declarabele) uren werk.

Daarnaast maakt deze wijzigingsregeling kenbaar dat de functie van Certificeringsautoriteit (CA-functie) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de Subsidieregeling ESF 2014–2020 per 27 mei 2025 overgeheveld is naar de Managementautoriteit, de directie Dienstverlening, Samenwerkingsverbanden en Uitvoering, onderdeel Uitvoering Van Beleid (UVB), om de laatste werkzaamheden ten behoeve van de afsluiting van de periode ESF 2014–2020 (en REACT-EU) te kunnen uitvoeren.

Tenslotte worden in de tabel in bijlage 5 (sociale innovatie) de percentages en bedragen van de subsidieplafonds van de regio’s Apeldoorn en Enschede gecorrigeerd. De percentages en maximale subsidiebedragen waren bij publicatie van het derde tijdvak Sociale Innovatie omgedraaid en daarmee incorrect weergegeven. Met deze wijziging wordt deze technische fout gecorrigeerd en zijn de percentages en bedragen weer in lijn met het verdeelmodel. Wellicht ten overvloede wordt hierbij opgemerkt dat op grond van artikel 4:27, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht de verlaging van subsidieplafond voor de regio Apeldoorn niet geldt als op het moment van inwerkingtreding van deze regeling Apeldoorn reeds een aanvraag heeft ingediend die hoger is dan het nieuwe subsidieplafond.

2. Inhoud regeling

De aanleiding voor de wijzigingen in hoofdstuk 2b is dat er een nieuw tijdvak wordt opengesteld gericht op arbeidstoeleiding in de 35 arbeidsmarktregio’s. Het aanvraagtijdvak staat open van 1 oktober 2025, 09.00 uur tot en met 30 januari 2026, 17.00 uur. Het totaalbedrag aan ESF-subsidie voor dit tijdvak bedraagt € 41.000.000,–. Het maximaal beschikbare bedrag per centrumgemeente is vastgelegd in bijlage 3b bij de regeling.

De CA-functie onder de subsidieregeling ESF 2014–2020 is in mei 2025 overgegaan van RVO EZ naar UVB. Dit komt omdat deze functie vanuit RVO niet meer kan worden geboden. UVB borgt uiteraard dat de CA-functie (en de bijbehorende boekhouding) op een gedegen wijze en in functiescheiding wordt geborgd en afgerond. Voor de periode 2021–2027 zit de boekhoudkundige functie al bij UVB.

3. Privacy

Ten behoeve van de rapportage aan de Europese Commissie, voor monitoring en evaluaties en voor controle- en verantwoordingsdoeleinden worden in het kader van deze regeling een aantal kenmerken van deelnemers verzameld en verwerkt, waaronder het Burgerservicenummer (BSN). Bij de opzet van de regeling is gekeken naar de bescherming van de privacy van deelnemers bij het verzamelen en verwerken van deze gegevens. Dit heeft geresulteerd in een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, de DPIA (data protection impact assessment).

De privacyrisico’s zijn in de DPIA in kaart gebracht voor publicatie van het eerste tijdvak en op basis van deze risico’s zijn er maatregelen geformuleerd. Deze maatregelen zullen in de uitvoering worden toegepast om persoonsgegevens goed te beveiligen en de privacy van betrokkenen te waarborgen. De bevindingen uit de DPIA dragen bij aan het aantoonbaar kunnen voldoen aan de in de AVG gestelde documentatie- en verantwoordingsplicht.

4. Uitvoering

Door Uitvoering Van Beleid (UVB) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een UMO-toets uitgevoerd, met het doel de uitvoerbaarheid en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regeling in kaart te brengen. De toets bestaat uit twee delen; een toets op de uitvoering (U-deel) en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (MO-deel).

In het U-deel zijn alle praktische zaken nader bekeken waaronder personele capaciteit, de ICT, de planning, politieke en maatschappelijke risico’s. UVB geeft met deze toets als uitvoerder inzicht in de praktische uitvoerbaarheid van de regeling.

In het MO-deel is de regeling artikelsgewijs getoetst op mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor ieder geconstateerd risico is een inschatting gemaakt van de kans en de impact van het geconstateerde risico waarna er beheersmaatregelen aangedragen worden. Vervolgens is het restrisico berekend. Op basis van deze toets krijgen UVB en de opdrachtgever een helder beeld van met de regeling gepaard gaande risico’s en het effect van mogelijk beheersmaatregelen.

Uit de UMO-toets komt naar voren dat door UVB de nodige beheersmaatregelen zijn geformuleerd ten aanzien van bevindingen met betrekking tot mogelijke uitvoeringsrisico’s en de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Hierdoor is de conclusie getrokken dat er geen significante restrisico’s overblijven.

Omdat deze wijzigingsregeling alleen het toevoegen van een derde tijdvak betreft en geen inhoudelijke wijzigingen aan de subsidieregeling, heeft er geen toetsing plaatsgevonden door het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Naar verwachting heeft deze wijzigingsregeling geen gevolgen voor de regeldruk.

Er is afgezien van een internetconsultatie, omdat deze regeling reeds is afgestemd met het Monitoringcomité ESF+, waarin alle potentiële aanvragers zijn vertegenwoordigd. Daarnaast is er in de voorbereidingsfase nauw contact geweest met de subsidieaanvragers die met de regeling te maken zullen hebben. Een internetconsultatie wordt daarom niet nodig geacht.

5. Financiële gevolgen

Het benodigde budget is afkomstig uit het ESF+ (2021–2027) -budget voor de lidstaat Nederland en is met de goedkeuring van het Programmadocument door de Europese Commissie beschikbaar gekomen.

Met deze wijzigingsregeling wordt één aanvraagtijdvak geopend voor het volgende onderdeel met bijbehorend subsidieplafond:

Hoofdstuk 2B. Subsidie Arbeidsmarktregio’s: € 41.000.000.

Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie in het kader van het aanvraagtijdvak is per centrumgemeente vastgelegd in bijlage 3b bij deze regeling. De wijze van de verdeling van de ESF+-middelen volgt het met de VNG afgesproken verdeelmodel, waarbij iedere arbeidsmarktregio in aanmerking komt voor een deel van het budget. Het budget wordt verdeeld op basis van enerzijds het budgetaandeel van gemeenten in het cluster Participatie van de algemene uitkering (25%) en anderzijds het budgetaandeel van gemeenten in het (voormalige) budget re-integratie klassieke doelgroep (75%).

Voor hoofdstuk 2B geldt een subsidiepercentage van 40%. Subsidieontvangers zijn zelf verantwoordelijk voor de cofinanciering van (minimaal) 60%.

6. Staatssteun

De subsidieaanvrager is het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente in een arbeidsmarktregio. Dit is een bestuursorgaan en geen onderneming, en voert geen economische activiteiten uit, zodat er geen sprake is van staatssteun als bedoeld in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit betekent dat de aanvragende centrumgemeenten als aanbestedende dienst, bij de inkoop van leveringen en diensten, zijn gehouden aan de Europese aanbestedingsregels zoals opgenomen in de Aanbestedingswet 2012.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is noodzakelijk om het aanvraagtijdvak op 1 oktober 2025 open te laten gaan. Het is van belang dat de regeling zo spoedig mogelijk in werking treedt, zodat de voorwaarden voor (potentiële) aanvragers duidelijk zijn en zij hierop kunnen anticiperen. Doordat in de voorbereidingsfase nauw contact is geweest met de subsidieaanvragers die met de regeling te maken zullen hebben, is er voldoende tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe regeling. Verder wordt het aanvraagtijdvak voor een lange periode opengesteld, zodat de subsidieaanvragers die alsnog knelpunten ervaren met betrekking tot de regeling voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de in te dienen aanvraag.

Artikel II, dat de overgang van de CA-functie op grond van de Subsidieregeling ESF 2014–2020 naar UVB regelt, treedt in werking met terugwerkende kracht tot en met 27 mei 2025, omdat dit de datum is waarop de CA-functie is overgegaan.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

Naar boven