Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 september 2025, nr. WJZ/ 100959621, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 in verband met een wijziging van de subsidiemodule Internationaal innoveren

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 4 en 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.8.1 worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

TechBridge-innovatieproject:

innovatieproject dat wordt uitgevoerd door een TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband en ziet op een van de volgende technologieën:

  • a. optical systems and integrated photonics;

  • b. quantum technologies;

  • c. process technology, including process intensification;

  • d. biomolecular and cell technologies;

  • e. imaging technologies;

  • f. mechatronics and optomechatronics;

  • g. artificial intelligence and data;

  • h. energy materials;

  • i. semiconductor technologies; of

  • j. cybersecurity technologies;

TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband:

samenwerkingsverband waarbij ten minste één van de partijen een in Nederland gevestigde ondernemer is en ten minste één van de partijen een ondernemer of onderzoeksorganisatie is die is gevestigd buiten Nederland.

B

In artikel 3.8.2 wordt, onder vervanging van ‘;of’ aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door ‘; of’, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. in een Techbridge-innovatiesamenwerkingsverband voor het uitvoeren van een TechBridge-innovatieproject.

C

Aan artikel 3.8.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Indien het totale subsidiebedrag voor de deelnemers van een TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband voor het uitvoeren van een TechBridge-innovatieproject meer bedraagt dan € 300.000 en het een TechBridge-innovatieproject betreft in het kader van de TechBridge-innovatiecall Verenigd Koninkrijk 2025, wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie.

D

In artikel 3.8.5 wordt na ‘Quantum-innovatieproject’ ingevoegd ‘, TechBridge-innovatieproject’.

E

Het eerste lid van artikel 3.8.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘omtrent’ wordt ingevoegd ‘de beoordeling van’.

2. Na ‘artikel 3.8.10’ wordt toegevoegd ‘, voor aanvragen om subsidie voor AI-innovatieprojecten, ITEA4-innovatieprojecten en XECS-innovatieprojecten’.

F

Aan artikel 3.8.9 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. indien, in het geval van een TechBridge-innovatieproject, aannemelijk is dat het TechBridge-innovatieproject geen doorgang kan vinden om redenen die samenhangen met andere omstandigheden in de andere deelnemende landen van het TechBridge-innovatieproject of met financiële of technische problemen van een van de deelnemende partijen in een ander deelnemend land.

G

In artikel 3.8.13, derde lid, wordt ‘artikel 3.7.2’ vervangen door ‘artikel 3.8.2’.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 wordt na de rij met titel 3.8, artikel 3.8.2, onderdeel b, Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall High Tech en Duurzaamheid te raadplegen via www.rvo.nl/globalstars, een rij ingevoegd, luidende:

 

3.8.2, onderdeel c

TechBridge-innovatieprojecten, onderdeel b, Quantum technologies, als bedoeld in de TechBridge-innovatiecall Verenigd Koninkrijk 2025, te raadplegen via www.rvo.nl/techbridge

 

15-09-2025 t/m 28-10-2025

€ 600.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 september 2025

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding en doel

Met de onderhavige regeling wordt de subsidiemodule Internationaal innoveren (titel 3.8 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES)) gewijzigd, er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd voor TechBridge-innovatieprojecten. Daarnaast wordt de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 (ROES 2025) aangepast in verband met de openstelling van dit nieuwe onderdeel.

Het Ministerie van Economische Zaken stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. De sleuteltechnologieën, zoals benoemd in de Nationale Technologiestrategie (NTS) van het Ministerie van Economische Zaken, zijn strategische technologieën die kansen bieden voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland, en tevens kunnen bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Internationale samenwerking is een belangrijke component in het verder brengen van de technologieën uit de NTS. Met TechBridge is het mogelijk om bilaterale innovatieprojecten op te zetten met landen die een belangrijke aanvulling kunnen leveren aan de strategische ontwikkeling van de NTS-technologieën in Nederland.

2. Wijziging subsidiemodule internationaal innoveren

Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd aan de subsidiemodule Internationaal innoveren, op grond waarvan het mogelijk is om subsidie te verlenen voor TechBridge-innovatieprojecten.

2.1 TechBridge innovatieproject

Door TechBridge-innovatieprojecten toe te voegen aan subsidiemodule Internationaal innoveren wordt het voor Nederlandse partijen mogelijk om deel te nemen aan bilaterale en multilaterale TechBridge-openstellingen voor R&D-projecten gericht op sleuteltechnologieën die bijdragen aan het realiseren van de ambities in de NTS.

Het aangaan van samenwerkingen met partijen buiten Nederland draagt verder bij aan de concurrentiekracht van Nederlandse partijen op het gebied van de tien sleuteltechnologieën en de daarbij horende specifieke toepassingsgebieden uit de NTS.

2.2 Aanvraag

Op grond van deze subsidiemodule worden Nederlandse partijen ondersteund voor hun deelname aan TechBridge-innovatieprojecten. Het TechBridge-programma faciliteert innovatieprojecten die uitgevoerd worden door deelnemers die gevestigd zijn in Nederland samen met ten minste één deelnemer die gevestigd is in het land waarmee de TechBridge call wordt georganiseerd. Voor iedere deelnemer geldt dat deze subsidie aangevraagd moet worden in het land waar de deelnemer gevestigd is. Het land van herkomst ondersteunt de desbetreffende deelnemer als deze zowel voldoet aan de voorwaarden die opgenomen zijn in de internationale oproep als aan de nationale voorwaarden.

In het TechBridge-programma kunnen meerdere TechBridge-innovatiecalls gelijktijdig worden georganiseerd, waarbij het samenwerkingsland, het thema, het subsidieplafond en het maximale steunbedrag zal verschillen. Dit zal per openstelling bekend worden gemaakt.

2.3 Subsidiabele kosten

De penvoerder van de subsidieaanvraag dient een ondernemer te zijn (artikel 3.8.3 van de RNES). Dit betekent dat onderzoeksorganisaties kunnen deelnemen aan een Nederlands samenwerkingsverband van een TechBridge-innovatieproject als projectpartner, maar niet als de penvoerder kunnen optreden of als enige Nederlandse partij een subsidieaanvraag indienen. Alleen organisaties die bijdragen aan een TechBridge-innovatieproject, kunnen deelnemen (artikel 3.8.2, eerste lid, van de RNES).

De percentages voor de steunintensiteit staan in artikel 3.8.4 beschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling, waarbij tevens onderscheid wordt aangehouden tussen ondernemers en onderzoeksorganisaties.

2.4 Afwijzingsgronden en rangschikking

De beoordeling van de ingediende projectvoorstellen in Nederland en het deelnemende partnerland zullen gelijktijdig worden uitgevoerd. Deelnemers aan een TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband kunnen alleen voor subsidie in aanmerking komen, indien de buitenlandse partner een subsidieaanvraag heeft ingediend het eigen land. Alleen voorstellen die in alle deelnemende landen voor financiering in aanmerking komen, kunnen worden gehonoreerd.

De Minister van Economische Zaken verdeelt het subsidieplafond op volgorde van rankschikking van de aanvragen, volgens de rankschikkingscriteria opgenomen in artikel 3.8.10. In het geval van TechBridge-innovatieprojecten zal de Minister geen gebruik maken van de Adviescommissie Internationaal Innoveren (artikel 3.8.7). Deze adviescommissie is ingesteld voor de beoordeling van AI-innovatieprojecten, ITEA-innovatieprojecten en XECS-innovatieprojecten. Ter verduidelijking van deze situatie is het eerste lid van artikel 3.8.7 aangepast.

2.5 Openstelling

De subsidiemodule Internationaal innoveren wordt voor TechBridge-innovatieprojecten in één TechBridge-innovatiecall opengesteld. Het partnerland voor de beoogde innovatiesamenwerking is het Verenigd Koninkrijk. Het thema voor de call is toegepaste Quantumtechnologie. Een nadere beschrijving van het thema is opgenomen in de internationale TechBridge-innovatiecall Verenigd Koninkrijk 2025, te raadplegen via www.rvo.nl/techbridge. Het subsidieplafond dat vanuit Nederland beschikbaar wordt gesteld in deze TechBridge-innovatiecall, is vastgesteld op € 600.000.

De subsidiemodule voor de uitvoering van TechBridge-innovatieprojecten als bedoeld in TechBridge-innovatiecall Verenigd Koninkrijk 2025 wordt opengesteld van 15 september 2025 tot en met 28 oktober 2025. Het maximale subsidiebedrag voor een TechBridge-innovatieproject in deze call is € 300.000.

3. Staatssteun

Subsidieverlening voor TechBridge-innovatieprojecten is een steunmaatregel als bedoeld in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De staatssteun wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (agvv). Dit artikel maakt het mogelijk om steun te verlenen ten behoeve van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die vallen binnen de categorie industrieel en experimentele ontwikkeling. Een definitie daarvan is opgenomen in artikel 2, punt 86, van de agvv. Bij die definitie wordt in de RNES aangesloten. De subsidie voor TechBridge-innovatieprojecten is bedoeld om in Nederland gevestigde ondernemers, al dan niet in samenwerking met in Nederland gevestigde onderzoeksorganisaties, de beoogde technologie verder te onderzoeken en te ontwikkelen met behulp van buitenlandse projectpartners. Daarbij zorgen de gestelde eisen in titel 3.8 van de RNES, alsook de algemene eisen uit het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, ervoor dat de subsidie op grond van deze subsidiemodule verleend wordt in overeenstemming met de eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijft de subsidiemodule Internationaal innoveren binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun en maximum steunintensiteiten. Omdat aan de subsidiemodule Internationaal innoveren slechts een nieuw soort project wordt toegevoegd en technische wijzigingen worden aangebracht, verandert er niks in de steunintensiteit. Voor industrieel onderzoek is het subsidiepercentage vastgesteld op 50 procent van de subsidiabele projectkosten. Voor ondernemers is dit 35 procent. Voor experimentele ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van een subsidiepercentage van 25 procent van de subsidiabele kosten voor ondernemers. Een MKB-ondernemer komt in aanmerking voor een verhoging van de subsidiepercentages met 10 procentpunten.

De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor het uitvoeren van TechBridge-innovatieprojecten zal ter kennisneming aan de Europese Commissie worden gemeld, conform artikel 11, onderdeel a, van de agvv. Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodule wordt verleend, staatssteun bevat die door de agvv wordt gerechtvaardigd, maakt de Minister op grond van artikel 1.8 van de RNES binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

  • a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de agvv (beknopte informatie over de subsidieregeling); en

  • b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de agvv, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 500.000 (beknopte informatie over het project).

4. Regeldruk

De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren heeft regeldrukeffecten. De volgende regeldrukeffecten zijn per call. Administratieve lasten voor de openstelling voor TechBridge-innovatieproject Verenigd Koninkrijk 2025 bedragen naar verwachting in totaal € 19.740. De onderverdeling van de lasten is: € 3.120 voor de aanvraag, € 3.540 tijdens de uitvoering en € 13.080 voor de eindverantwoording. De regeldruk is dus 3,29 procent ten opzichte van het beschikbaar gestelde budget van € 600.000. De berekening is gebaseerd op de inschatting dat vier aanvragen worden ingediend, waarvan twee gehonoreerd worden.

De administratieve lasten voor een aanvrager bestaan uit de kosten voor de nationale aanvraag. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld uurtarief van € 60. Er zijn administratieve lasten te verwachten bij de aanvraag, bij het leveren van tussen- en eindrapportages en bij de vaststelling van de subsidie. Met een verwachte tijdsbesteding van 101,5 uur per gehonoreerde aanvraag komen de regeldrukkosten per onderneming uit op € 9.090 per aanvraag. Hier komen nog de kosten van een accountantsverklaring bij (€ 2.000). Met een verwachte tijdsbesteding van 12,2 uur per niet-gehonoreerde aanvraag komen de regeldrukkosten per onderneming uit op € 732 per aanvraag.

Met het oog op de tijdsinvestering benodigd voor het indienen van een aanvraag, is het aanvraagproces dusdanig ingericht om de administratieve lasten voor bedrijven en onderzoeksorganisaties zo laag mogelijk te houden. Er wordt voor deze openstelling van dit nieuwe type TechBridge-innovatieproject gebruik gemaakt van reeds bestaande en voor de doelgroep herkenbare aanvraagdocumentatie.

Op basis van ervaring van de beoogde doelgroep met soortgelijke openstellingen en de herkenbare opzet van deze TechBridge oproep, wordt er vanuit gegaan dat organisaties zelfstandig in staat zijn een aanvraag in te dienen. De verwachting is dan ook dat er weinig tot geen gebruik zal worden gemaakt van een derde partij voor het aanvragen van subsidie. Voor toekomstige openstellingen zal de aanvraagprocedure onder andere op dit aspect worden gemonitord door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat de regeldruk beperkt is en deze in beeld is gebracht.

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

II. ARTIKELEN

Artikel I

Onderdelen A en B

De artikelen 3.8.1 en 3.8.2 zijn aangepast. In artikel 3.8.1 zijn de begripsbeschrijvingen voor de subsidiemodule opgenomen. In artikel 3.8.2 wordt bepaald voor welk soort innovatieprojecten op grond van de subsidiemodule Internationaal Innoveren subsidie verleend kan worden.

In artikel 3.8.1 zijn de begripsbepalingen voor TechBridge-innovatieproject en TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband opgenomen. In artikel 3.8.2 is een nieuw onderdeel opgenomen dat het mogelijk maakt om voor TechBridge-innovatieprojecten subsidie te verlenen.

Onderdeel C

Voor de subsidiemodule Internationaal innoveren zijn in artikel 3.8.4 de toepasselijke steunintensiteit en maximum subsidiebedragen opgenomen. De in het eerste en tweede lid van dit artikel opgenomen steunintensiteiten zijn in het vervolg ook van toepassing op TechBridge-innovatieprojecten. Indien voor de TechBridge-innovatieprojecten binnen deze steunintensiteiten gebleven wordt, is er sprake van staatssteun die gerechtvaardigd wordt door artikel 25 van de agvv.

Voor TechBridge-innovatieprojecten wordt in dit artikel een maximum subsidiebedrag ingevoegd. Indien het totale subsidiebedrag voor de deelnemers van een TechBridge-innovatiesamenwerkingsverband voor het uitvoeren van een TechBridge-innovatieproject meer bedraagt dan € 300.000, wordt het meerdere naar rato in mindering gebracht op de aan de betrokken aanvragers te verstrekken subsidie. Er is gekozen voor dit subsidiebedrag, omdat dit passend is bij de verwachte grootte van de projectvoorstellen. Per openstelling voor TechBridge-innovatieprojecten zal een ander maximumbedrag gaan gelden. Daarom is gekozen om dit nu alvast duidelijk te maken, zodat latere projecten op eenzelfde wijze kunnen worden toegevoegd.

Onderdelen D en F

In artikel 3.8.5 is voor de subsidiemodule Internationaal innoveren een afwijzingsgrond opgenomen voor innovatieprojecten die voor subsidie in aanmerking komen. Artikel 3.8.5 bepaalt onder meer dat geen subsidie wordt verstrekt, indien de aanvrager vóór indiening van de aanvraag om subsidie, bedoeld in artikel 3.8.2, al gestart is met zijn deel van het desbetreffende innovatieproject. Dit artikel is aangepast, zodat deze bepaling in het vervolg ook van toepassing is op TechBridge-innovatieprojecten. Hiermee wordt nader invulling gegeven aan de eisen betreffende het stimulerend effect van het toepasselijke steunkader, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel c, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, dat in casu zo gelezen moet worden dat alle eisen betreffende het stimulerend effect uit artikel 6 van de agvv van toepassing zijn op deze subsidiemodule. Met deze wijziging is geregeld dat deze afwijzingsgrond in het vervolg ook voor TechBridge-innovatieprojecten geldt.

Ook is in artikel 3.8.9 een aantal afwijzingsgronden opgenomen. Aan dit artikel is een nieuw onderdeel toegevoegd. Hierin is voor TechBridge-innovatieprojecten bepaald dat afwijzend wordt beslist, indien aannemelijk is dat het TechBridge-innovatieproject geen doorgang kan vinden om redenen die samenhangen met andere omstandigheden in de andere deelnemende landen van het TechBridge-innovatieproject of met financiële of technische problemen van een van de deelnemende partijen in een ander deelnemend land. Dit is bijvoorbeeld het geval als een of meer niet in Nederland gevestigde deelnemers voor hun aandeel in het project niet worden ondersteund vanuit hun nationale programma’s en de financiering van hun projectaandeel niet op een andere wijze kunnen rondkrijgen waardoor het gehele TechBridge-innovatieproject dan geen doorgang kan vinden in de aangevraagde vorm. Een project moet uitgevoerd worden conform het projectplan, zoals dat is ingediend (zie artikel 37, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies).

Onderdeel G

In artikel 3.8.13 stond per abuis een onjuiste verwijzing opgenomen die wordt gecorrigeerd.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

Naar boven