Regeling van de Minister van Klimaat en Groene Groei van 28 augustus 2025, nr. WJZ/100543876, tot wijziging van de Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid 2025

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

Gelet op artikelen 2, eerste lid, en 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5, lid 6, sub f, wordt de zinsnede ‘een vergunningsbesluit van de gemeente’ vervangen door ‘geen vergunningsbesluit van de gemeente’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 augustus 2025

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

TOELICHTING

Nota van toelichting

Deze wijzigingsregeling strekt tot herstel van een kennelijke omissie in de Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid. De omissie betreft een verkeerd woord in artikel 5, lid 6, sub f. Met de voorgestelde wijziging wordt de regeling in overeenstemming gebracht met de bedoeling van de wetgever en de praktijk.

Bij de totstandkoming van Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid is abusievelijk de letter ‘g’ weggelaten voor het woord ‘een’ in artikel 5, lid 6, sub f. Deze weglating kan leiden tot een aanvraagvereiste dat niet klopt. Het doel van deze wijzigingsregeling is om deze kennelijke omissie te herstellen. Door de zinsnede ‘een vergunningsbesluit van de gemeente’ te vervangen door ‘geen vergunningsbesluit van de gemeente’ wordt de regeling verduidelijkt en wordt de rechtszekerheid vergroot voor de betrokken partijen.

Voorgesteld wordt om de regeling in werking te laten treden op de dag na publicatie in de Staatscourant. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie ervan in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen in werking treden met ingang van een nieuw kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober; zie aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving) en dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen (aanwijzing 4.17, vierde lid). Deze afwijking kan in dit geval worden gerechtvaardigd doordat spoedige inwerkingtreding van de regeling in het belang is voor de decentrale overheden. Spoedige inwerkingtreding van de regeling voorkomt ongewenste publieke nadelen. Hiermee is sprake van een situatie die valt onder de eerste uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid.

De voorgestelde wijziging heeft geen financiële, administratieve of juridische gevolgen van betekenis. De wijziging verduidelijkt de bestaande regeling en wijzigt de inhoudelijke strekking ervan niet.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

Naar boven