Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 augustus 2025, nr. IB/52803216, houdende wijziging van de Subsidieregeling Koninkrijksbeurzenprogramma in verband met het toevoegen van het Caribbean Academic Foundation Year en enkele andere wijzigingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Koninkrijksbeurzen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

In de alfabetische volgorde wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

CAFY:

Caribbean Academic Foundation Year aangeboden door een gesubsidieerde onderwijsinstelling in Sint Maarten;

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid, wordt een subsidie als bedoeld in artikel 8, vijfde of zesde lid, verstrekt voor de duur van ten minste 21 kalenderdagen en ten hoogste zes maanden.

C

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid, wordt een subsidie als bedoeld in artikel 8, vijfde of zesde lid, verstrekt voor de duur van ten minste 21 kalenderdagen en ten hoogste zes maanden.

D

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a. Te subsidiëren reis- en verblijfskosten voor het CAFY

De minister kan subsidie verstrekken aan een gesubsidieerde onderwijsinstelling in Sint Maarten ter tegemoetkoming in reis- en verblijfskosten voor het CAFY, indien:

  • a. de subsidie betrekking heeft op kosten voor CAFY-cursisten en maximaal zes begeleiders, waarvan minimaal één en maximaal twee uit Saba en minimaal één en maximaal twee uit Sint Eustatius; en

  • b. de reisbestemming gelegen is in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van bovengenoemde leden, geldt voor een subsidie als bedoeld in artikel 4a, dat de hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal personen waarvoor reis- en verblijfskosten worden gemaakt, waarbij een vast bedrag van € 1.000,00 per persoon geldt.

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De subsidie, bedoeld in artikel 4a, wordt verstrekt aan een gesubsidieerde onderwijsinstelling in Sint Maarten.

G

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘een subsidie’ wordt ingevoegd: ‘als bedoeld in de artikelen 3 en 4’.

b. In onderdeel a, wordt na ‘artikel 6’ ingevoegd: ‘, eerste lid’.

2. In het derde lid, onderdeel e, wordt na ‘artikel 6’ ingevoegd: ‘, eerste lid’.

3. In het vierde lid, onderdeel f, wordt na ‘artikel 6’ ingevoegd: ‘, eerste lid’.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 4a gaat vergezeld van ten minste:

    • a. het aantal CAFY-cursisten en begeleiders;

    • b. het aangevraagde subsidiebedrag;

    • c. een verklaring dat voldaan wordt aan de vereisten, bedoeld in artikel 4a; en

    • d. de bankgegevens van de aanvrager, bestaande uit de Bank Identifier Code, de landcode, het International Bank Account Number en de naam van de rekeninghouder.

H

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Een aanvraag voor een subsidie voor een studie-uitwisseling of stage startend tussen 15 januari 2026 en 31 juli 2026 wordt vóór 15 oktober 2025, 06:00 uur CET, ingediend.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Een aanvraag voor een subsidie voor een studie-uitwisseling of stage startend tussen 1 augustus 2026 en 14 januari 2027 wordt vóór 15 mei 2026, 06:00 uur CET, ingediend.

3. Er wordt een zesde en zevende lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Een aanvraag voor een subsidie voor een studie-uitwisseling of stage startend tussen 15 januari 2027 en 31 juli 2027 wordt vóór 15 oktober 2026, 06:00 uur CET, ingediend.

  • 7. Een aanvraag voor een subsidie op grond van artikel 4a wordt uiterlijk ingediend binnen 180 dagen na de start van het studiejaar waar de subsidie betrekking op heeft.

I

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor subsidieverstrekking op grond van artikelen 3 en 4 van deze regeling is in het studiejaar 2025–2026 een bedrag van € 604.000 beschikbaar, € 302.000 voor studie-uitwisseling of stage startend tussen 1 september 2025 en 31 oktober 2025 en € 302.000 voor studie-uitwisseling of stage startend tussen 15 januari 2026 en 31 juli 2026.

2. Er wordt een derde, vierde en vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor subsidieverstrekking op grond van artikelen 3 en 4 van deze regeling is in het studiejaar 2026–2027 een bedrag van € 604.000 beschikbaar, € 302.000 voor studie-uitwisseling of stage startend tussen 1 augustus 2026 en 14 januari 2027 en € 302.000 voor studie-uitwisseling of stage startend tussen 15 januari 2027 en 31 juli 2027.

  • 4. Voor subsidieverstrekking op grond van artikel 4a van deze regeling is in het studiejaar 2025–2026 een bedrag van € 46.000 beschikbaar.

  • 5. Voor subsidieverstrekking op grond van artikel 4a van deze regeling is in het studiejaar 2026–2027 een bedrag van € 46.000 beschikbaar.

J

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De minister verdeelt het beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste, tweede en derde lid, door middel van loting in ten hoogste drie rondes.

2. In het tweede lid wordt ‘vast aantal plekken’ vervangen door ‘subsidiebedrag’.

3. Onder vernummering van het vierde lid en het vijfde lid tot het vijfde lid en het zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het derde lid wordt in de tweede ronde het resterende subsidiebedrag verdeeld door ongewogen loting tussen studenten bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen c, d, e en f, en artikel 4, eerste lid, onderdelen c, d, e en f, die een subsidieaanvraag hebben ingediend voor studie-uitwisseling of stage in de aanvraagperioden bedoeld in artikel 8, vijfde en zesde lid, en in de eerste ronde zijn uitgeloot.

K

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 6, tweede lid, stuurt binnen 22 weken na afronding van de subsidieactiviteit, bedoeld in artikel 4a, een activiteitenverslag naar de Rijksdienst Caribisch Nederland.

L

Bijlage 2 bij deze regeling komt te luiden:

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 10, TWEEDE LID, VAN DE SUBSIDIEREGELING KONINKRIJKSBEURZENPROGRAMMA

Beschikbaar budget in lotingsronde 1:

Nederland

Per semester

€ 65.900,00

Waarvan gereserveerd voor mbo Europees Nederland

€ 14.100,00

Waarvan gereserveerd voor hoger onderwijs Europees Nederland

€ 28.200,00

Waarvan gereserveerd voor Caribisch Nederland

€ 23.600,00

Aruba

Per semester

€ 82.600,00

Waarvan gereserveerd voor mbo

€ 29.500,00

Waarvan gereserveerd voor hbo en universiteit

€ 53.100,00

Sint Maarten

Per semester

€ 35.400,00

Waarvan gereserveerd voor mbo

€ 11.800,00

Waarvan gereserveerd voor universiteit

€ 23.600,00

Curaçao

Per semester

€ 118.000,00

Waarvan gereserveerd voor sbo

€ 41.300,00

Waarvan gereserveerd voor universiteit

€ 76.700,00

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

I. Algemene toelichting

Algemeen

Op 1 april 2024 is de Subsidieregeling Koninkrijksbeurzenprogramma (hierna: de subsidieregeling) in werking getreden. Met de subsidieregeling is een tweejarige pilot van het Koninkrijksbeurzenprogramma mogelijk gemaakt. Met deze wijzigingsregeling wordt de pilotfase van het beurzenprogramma met één jaar verlengd. Hiertoe is besloten, omdat een nieuwe subsidiemogelijkheid wordt toegevoegd aan de pilot. Deze nieuwe mogelijkheid betreft het Caribbean Academic Foundation Year (CAFY) voor Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, aangeboden door de University of St. Martin (USM).

Daarnaast kwam gedurende de eerste beurzenrondes van de pilot naar voren dat het voor de evaluatie van de pilot wenselijk is om meer inzicht te krijgen in de praktische uitwerking van de subsidieregeling. Het blijkt namelijk lastig om op basis van de eerste drie subsidierondes al een gedegen afweging te maken over de gewenste vorm van een structureel beurzenprogramma voor mobiliteit binnen het Koninkrijk. De verlenging van één jaar biedt de mogelijkheid om enkele aanpassingen door te voeren gericht op het vergroten van het gebruik van de subsidieregeling door Caribische studenten. Door deze aanpassingen gedurende de pilot te doen, kunnen de effecten mee worden genomen in de evaluatie van de pilot. Hierdoor kunnen toekomstige beleidskeuzes omtrent de regeling worden gestoeld op ervaringen uit de praktijk.

CAFY

Het CAFY is een voorbereidingsjaar gericht op toekomstige studenten die een middelbareschooldiploma hebben behaald op Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Voordat zij beginnen aan een opleiding, kunnen zij een programma volgen waarin zij worden ondersteund bij het maken van een passende studiekeuze. Ook worden zij voorbereid op het studeren en alles wat daarbij komt kijken. Tijdens het eenjarige programma ontwikkelen de cursisten persoonlijke- en studievaardigheden die bijdragen aan hun toekomstig studiesucces. Het CAFY is één van de prioriteiten binnen de Strategic Education Alliance (SEA). SEA is het samenwerkingsprogramma tussen overheids- en onderwijspartijen binnen het Koninkrijk, gericht op het vergroten van het studentsucces van Caribische studenten.

Met het toevoegen van deze subsidiemogelijkheid, ontstaat er voor alle (toekomstige) studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk een mogelijkheid om een ervaring op te doen buiten het eigen eiland met financiële ondersteuning onder de paraplu van SEA. Tot nu toe was dit niet het geval, omdat er op Saba en Sint Eustatius geen master-, bachelor-, associate degree-, vak-, middenkader- of specialistenopleiding wordt aangeboden en het Koninkrijksbeurzenprogramma, gericht op studie-uitwisseling of stage van studenten, daarom niet van toepassing is.

Deelname aan het CAFY van cursisten uit Saba en Sint Eustatius gaat gepaard met reis- en verblijfskosten. Dit komt doordat het CAFY in hybride vorm wordt aangeboden. Grotendeels digitaal en daarmee te volgen vanaf het eiland waar de cursist woonachtig is, maar ook één maand bij de aanbieder van het CAFY-programma op Sint Maarten. Om tegemoet te komen in de reis- en verblijfskosten voor deze cursisten, wordt een nieuwe subsidiemogelijkheid ingebouwd in de subsidieregeling. Deze subsidie wordt niet direct verstrekt aan de veelal minderjarige cursisten van het CAFY, maar aan de aanbieder van het CAFY-programma. De aanbieder regelt namelijk de reis en het verblijf voor de CAFY-cursisten.

Jaarlijks nemen maximaal 40 cursisten deel aan het CAFY. Er wordt voorzien in subsidiemiddelen voor in totaal 46 personen per jaar, omdat ook begeleiders van de CAFY-cursisten reis- en verblijfskosten maken. Gelet op de gemiddelde leeftijd van de cursisten is deze begeleiding nodig. De aanbieder van het CAFY-programma streeft ernaar de reis- en verblijfskosten per cursist te laten aansluiten bij het beschikbare subsidiebedrag per deelnemer van 1.000 euro.

Om geen onderling onderscheid te maken tussen deelnemers aan het CAFY, is het voor de aanbieder van het CAFY-programma ook mogelijk om subsidie aan te vragen voor de overige cursisten die ingeschreven staan bij het CAFY. Zij kunnen een korte studie-ervaring of praktijkervaring opdoen in andere delen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Voor alle deelnemers aan het CAFY is subsidie voor reis- en verblijfskosten via de aanbieder van het CAFY-programma dus mogelijk.

Wijziging van het Koninkrijksbeurzenprogramma

Het verlengen van de pilot van het Koninkrijksbeurzenprogramma biedt ruimte om enkele technische aanpassingen door te voeren, waardoor de regeling beter uitvoerbaar wordt voor de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en beter aansluit bij de Caribische onderwijspraktijk. Het gaat om:

  • 1. Het verruimen van de periode waarbinnen gestart moet worden met de stage of studie-uitwisseling;

  • 2. Het verkorten van de minimale uitwisselings- en stageduur, hierdoor kunnen ook uitwisselingen van minder dan 2 maanden gesubsidieerd worden;

  • 3. Het verduidelijken welke tijdszone van toepassing is.

Daarnaast worden twee tussentijdse aanpassingen gedaan aan de regeling om Caribische studenten meer kans te geven op toekenning van een beurs. Namelijk:

  • 1. Er wordt momenteel bij de toekenning van beurzen gewerkt met drie lotingsrondes. In ronde één wordt een vast aantal plekken verdeeld op basis van de geografische ligging en het onderwijstype van de zendende instelling. In de onderhavige wijzigingsregeling wordt het aantal vaste plekken omgezet naar een vast subsidiebedrag. Hierdoor hebben studenten van de Caribische delen van het Koninkrijk de garantie dat een minimaal subsidiebedrag beschikbaar wordt gesteld aan Caribische studenten. In de omzetting van vaste plekken naar een subsidiebedrag blijft de gekozen verdeling tussen de landen en onderwijstypen ongewijzigd. De subsidiebedragen zijn berekend door het vaste aantal plekken, vermeld in bijlage 2 van de subsidieregeling, te vermenigvuldigen met het maximale subsidiebedrag per student, vermeld in bijlage 1 van de subsidieregeling.

  • 2. De tweede lotingsronde bestaat momenteel uit alle Caribische studenten die binnen de Caribische delen van het Koninkrijk op studie-uitwisseling of stage gaan en in de eerste rondes zijn uitgeloot. Europees Nederlandse studenten worden in lotingsronde 2 niet meegenomen. Met deze wijzigingsregeling wordt een aanpassing aangebracht in lotingsronde 2, door de voorwaarde te schrappen dat de stage of studie-uitwisseling moet plaatsvinden binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk. Daardoor bestaat de tweede lotingsronde uit alle Caribische studenten en zitten in de derde lotingsronde alleen nog Europees Nederlandse studenten. De kans op een beurstoekenning voor Europees Nederlandse studenten neemt hierdoor af. Deze wijziging wordt daarom alleen doorgevoerd voor studiejaar 2026–2027 en is niet van toepassing op beurzen vallend onder de initiële pilotfase van twee jaar.

Evaluatie

In de toelichting van de subsidieregeling is aangeven op welke aspecten de evaluatie van de pilot zich zal richten en wanneer deze evaluatie van de tweejarige pilot zal plaatsvinden. Door de verlenging van de pilot moet deze termijn worden herzien.

De driejarige pilot zal worden geëvalueerd in het voorjaar van 2026, teneinde tijdig een structurele regeling te kunnen publiceren, mocht hiertoe besloten worden op basis van de evaluatie. De evaluatie wordt voor het zomerreces van 2026 opgeleverd en ziet daardoor op 5 beursrondes onder de pilot. De evaluatie richt zich op de twee hoofddoelen van de subsidieregeling, namelijk het tegengegaan van de ongewenste effecten van het ontbreken van een Erasmus+-equivalent binnen het Koninkrijk en het bevorderen van studiesucces en kansengelijkheid van Caribische studenten. Bij de evaluatie worden de Adviescommissie SEA, Caribische overheden en onderwijsinstellingen actief betrokken.

Uitvoerings- en handhaafbaarheidsgevolgen

Een conceptversie van deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan RCN met het verzoek een uitvoeringstoets hierover uit te brengen. RCN geeft aan dat de wijzigingen voor RCN uitvoerbaar zijn.

In de ontwerpfase van deze wijzigingsregeling zijn stakeholders in het Caribisch deel van het Koninkrijk geconsulteerd, teneinde de wijzigingen in deze regeling te laten aansluiten bij de Caribische onderwijspraktijk.

Gevolgen regeldruk

Met de wijzigingen in de onderhavige regeling worden geen aanvullende verplichtingen opgelegd aan studenten en onderwijsinstellingen bij een subsidieaanvraag voor stage of studie-uitwisseling. De regeldruk voor studie-uitwisseling en stage verandert dus niet. Voor CAFY zijn de regeldrukkosten apart uitgewerkt, omdat voor CAFY een ander aanvraag- en verantwoordingsproces geldt.

Voor de subsidieaanvraag van de aanbieder van het CAFY-programma, is het proces zodanig ingericht dat de administratieve lasten zo beperkt mogelijk blijven. RCN stelt een aanvraagformat op en stelt dit beschikbaar aan de aanbieder van het CAFY-programma. Het invullen van dit format kost de universiteit ongeveer vier uur per jaar. Het activiteitenverslag dat moet worden ingediend kost de universiteit ongeveer zes uur per jaar. Bij een uurtarief van 54 euro, zijn de regeldrukkosten voor CAFY 540 euro. De proportionaliteit van de regeldruk voor subsidie voor CAFY is ongeveer 1,1%.

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Bescherming persoonsgegevens

De wijzigingen betrekking hebbende op subsidie voor studie-uitwisseling of stage brengen geen verandering in de wijze van verwerking van persoonsgegevens door RCN en er is daarom geen noodzaak tot aanpassing van de vastgestelde Data Protection Impact Assessment.

De toevoeging van het CAFY aan de regeling zorgt niet voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens. De aanvraag van de aanbieder van het CAFY-programma bevat geen persoonsgegevens van cursisten, enkel aantallen. De aanvraag bevat wel de naam en een handtekening van een medewerker van de aanbieder van het CAFY-programma die bevoegd is een aanvraag in te dienen namens de instelling. De handtekening op het aanvraagformulier dient slechts ter bevestiging van de ingevulde aanvraag naar waarheid. Het is niet bedoeld om te controleren of iemand is wie diegene zegt te zijn. Daarmee wordt het in de verwerking voor deze regeling niet gezien als biometrisch kenmerk, omdat het niet de unieke identificatie van een persoon tot doel heeft.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdelen A, D, E, F en G

Met deze wijzigingen wordt subsidie voor het CAFY-programma toegevoegd aan de subsidieregeling. CAFY-cursisten zijn over het algemeen minderjarig, waardoor ze niet zelf een subsidie aan kunnen vragen. Daarom is ervoor gekozen om de aanbieder van het CAFY als aanvrager te definiëren.

De subsidie kan worden verstrekt voor reis- en verblijfskosten van CAFY-cursisten en hun begeleiders. Op voorwaarde dat zij voor het CAFY-programma afreizen naar een bestemming in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal cursisten en begeleiders. Er komen jaarlijks maximaal 6 begeleiders in aanmerking voor subsidie, waarvan minimaal één en maximaal twee uit Saba en minimaal één en maximaal twee uit Sint Eustatius. Het door de aanbieder van het CAFY aan te vragen subsidiebedrag wordt berekend door het aantal cursisten en begeleiders te vermenigvuldigen met 1.000 euro.

Om RCN in de gelegenheid te stellen de subsidieaanvraag van de gesubsidieerde onderwijsinstelling in Sint Maarten goed te kunnen beoordelen, bestaat de aanvraag ten minste uit het aantal cursisten en begeleiders, het aangevraagde subsidiebedrag, de bankgegevens en een verklaring waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd past binnen de kaders van artikel 4a.

Artikel I, onderdelen B en C

Met deze wijzigingen wordt betere aansluiting gezocht bij de praktijk van stage en studie-uitwisselingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk, bijvoorbeeld van het Instituto Pedagogico Arubano. Een aantal uitwisselingen en stages kwam door de korte duur niet in aanmerking voor subsidie. Door kortdurende uitwisselingen onder de reikwijdte van de subsidieregeling te laten vallen wordt getracht meer Caribische studenten te bereiken. De vereisten dat er bij studie-uitwisseling vakken of onderdelen van een opleiding aan een ontvangende instelling moeten worden gevolgd en een stage een verplicht of extra-curriculair onderdeel moet zijn van de opleiding van de student en er een stagegever moet zijn, blijven onverminderd staan. Het is niet mogelijk om een beurs aan te vragen voor een studiereis van ten minste 21 dagen zonder dat er sprake is van een stagegever of een ontvangende instelling.

Artikel I, onderdeel H

Met de wijzigingen onder onderdeel H wordt de pilotfase van het Koninkrijksbeurzenprogramma verlengd door middel van toevoeging van twee nieuwe beursrondes in het studiejaar 2026–2027.

Voor studie-uitwisseling naar Sint Maarten is in de subsidieregeling een uitzondering gemaakt op de voor subsidie in aanmerking komende startdatum van de uitwisseling. Uit de binnengekomen aanmeldingen voor de eerste, tweede en derde subsidieronde blijkt dat ook voor de andere uitwisselingsrichtingen, en met name bij stages, afwijkende startdata voorkomen. Middels de wijzigingen onder dit onderdeel, wordt de flexibiliteit die geldt voor aanvragers van Sint Maarten uitgebreid naar alle aanvragers en de periode waarbinnen de uitwisseling of stage mag starten nog verder verruimd. Hierdoor wordt voorkomen dat aanvragen onnodig moeten worden afgewezen.

Daarnaast wordt in onderdeel H ook een tijdsaanduiding toegevoegd. Dit is het gevolg van gebleken onduidelijkheid over het moment van sluiting van de aanvraagperiode. De uitvoering van de regeling is belegd bij RCN, locatie Bonaire, terwijl de regeling is opgesteld in Europees Nederland. Gelet op de subsidiedoelgroep die de regeling tracht te bereiken is het wenselijk om studenten in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid te geven een aanvraag in te dienen tot middernacht. Dit is geregeld door een tijdsaanduiding op te nemen in de leden, rekening houdend met het maximale tijdsverschil van 6 uur tussen Europees en Caribisch Nederland.

Tot slot wordt in onderdeel H geregeld dat de subsidieaanvraag voor CAFY ingediend moet worden binnen een half jaar, 180 dagen, na de start van het studiejaar waar de subsidie betrekking op heeft. Hierdoor is er tijd voor de onderwijsinstelling om het aantal cursisten dat reis- en verblijfskosten maakt vooraf goed in beeld te brengen. Het staat een gesubsidieerde onderwijsinstelling in Sint Maarten vrij om direct na de start van het studiejaar een aanvraag in te dienen, zo lang het maar niet later is dan 180 dagen na de start van het academisch jaar op Sint Maarten.

Artikel I, onderdeel I

Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de startdata genoemd in het artikel overeenkomen met de wijzigingen genoemd onder onderdeel H. Daarnaast worden subsidiemiddelen voor het CAFY toegevoegd, het gaat om maximaal 46.000 euro per studiejaar gedurende twee studiejaren.

Artikel I, onderdeel J

Met deze wijzigingen wordt geregeld dat het aantal vaste beursplekken op basis van geografische ligging en onderwijstype zoals vastgelegd in tabel 2 wordt omgezet naar een vast subsidiebedrag.

Daarnaast wordt geregeld dat Caribische studenten eerst worden ingeloot indien er sprake is van meer aanvragen voor subsidie dan er subsidiebudget beschikbaar is, ongeacht waar de stage of studie-uitwisseling van de Caribische student plaatsvindt. Eventueel resterend subsidiebudget wordt verdeeld in lotingsronde 3 onder de overgebleven uitgelote aanvragers uit lotingsronde 1. Deze wijziging heeft impact op de kans dat een Europees Nederlandse student een beurs ontvangt. Deze wijziging wordt daarom niet tijdens de initiële pilotfase van 2 jaar doorgevoerd, maar alleen in de verlengde pilotfase. Studenten zijn bij het publiceren van deze wijzigingsregeling immers al bezig met het zoeken naar een plek voor studie-uitwisseling of stage in het tweede semester van studiejaar 2025–2026.

Artikel I, onderdeel K

Door de toevoeging onder onderdeel K ontstaat de verplichting voor de aanbieder van het CAFY-programma om binnen 22 weken na afronding van de subsidieactiviteit een activiteitenverslag op te sturen naar RCN. Uit het verslag dient duidelijk te worden dat de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd is uitgevoerd conform de aanvraag die daarvoor is ingediend. Indien er sprake is van een verschil tussen de gerealiseerde activiteit en de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt, dient in het activiteitenverslag te worden aangegeven waardoor dit is verschil is veroorzaakt. RCN kan het subsidiebedrag gedeeltelijk of volledig terugvorderen als de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of gedeeltelijk zijn uitgevoerd. Deze bevoegdheid vloeit voort uit artikel 4:49 van Algemene wet bestuursrecht.

Artikel I, onderdeel L

In dit onderdeel wordt geregeld dat de vaste plekken in lotingsronde 1 worden omgezet naar een vast subsidiebedrag op basis van geografische ligging en onderwijstype van de zendende instelling. In de tabel wordt per land onderscheid gemaakt tussen onderwijstypen. In lotingsronde 1 komt eventueel overgebleven budget van een onderwijstype, bijvoorbeeld het mbo, eerst ten goede aan de andere aanvragers uit het land, bijvoorbeeld de universiteit, alvorens het wordt doorgeschoven naar lotingsronde 2 en 3.

Artikel II

De wijzigingen treden in werking op 1 september 2025, waardoor de wijzigingen van toepassing zijn op de vierde beurzenronde onder de pilot.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

Naar boven