Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 15 januari 2025, nr. 6016398, houdende wijziging van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen in verband met verblijfsruimten voor gedetineerde zelfmelders

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 16, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

Gezien het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming van 18 december 2024, kenmerk 5962083;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 12a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12b. Verblijfsruimten in normaal beveiligde inrichtingen of afdelingen

Het bepaalde in artikel 12, eerste tot en met vierde lid, ten aanzien van verblijfsruimten in beperkt beveiligde afdelingen is van overeenkomstige toepassing op verblijfsruimten in normaal beveiligde inrichtingen of afdelingen, voor zover deze verblijfsruimten worden toegewezen aan gedetineerden die zichzelf hebben gemeld bij de inrichting na daartoe te zijn opgeroepen en voor wie geen plaats is in een inrichting of afdeling met verblijfsruimten die voldoen aan het bepaalde in de artikelen 3, 4, tweede lid, 5, 7, onderdeel a, en 9.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie

TOELICHTING

1. Aanleiding

Sinds vorig jaar is er bij Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) sprake van een capaciteitstekort. De huidige maatregelen hebben slechts beperkt effect gehad en recente prognoses wijzen erop dat de capaciteitsbehoefte tot juni 2025 verder zal toenemen. Daarom heb ik in de tweede voorgangsrapportage van 27 september 2024 aanvullende capaciteitsmaatregelen aangekondigd, waaronder het beschikbaar maken van extra plekken voor kortgestrafte zelfmelders (gevangenisstraffen tot twee weken).*Deze maatregel beoogt de groei van de voorraad zelfmelders af te remmen door op korte termijn extra plekken beschikbaar te maken voor kortgestrafte zelfmelders. Op 1 september 2024 was er een voorraad van 3.445 zelfmelders die nog geen oproep hebben ontvangen om een opgelegde gevangenisstraf uit te zitten. De totale nog uit te voeren detentieduur van deze groep personen bedraagt 493 detentiejaren.

Deze maatregel heeft tot gevolg dat de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (de Regeling) moet worden gewijzigd. Met onderhavige wijziging is dit bewerkstelligd met de introductie van een nieuw artikel 12b in de Regeling waarin een bijzondere bepaling is neergelegd voor verblijfsruimten voor gedetineerde zelfmelders met het oog op het verlichten van de druk op de detentiecapaciteit.

Bij brief van 18 december 2024 heeft de Raad voor Strafrechtspleging en Jeugdbescherming (de Raad) mij geadviseerd over een concept van deze wijziging. Ik ben de Raad zeer erkentelijk voor dit advies. Gezien het huidige tekort aan cellen en personeel in penitentiaire inrichtingen en het grote aantal zelfmelders dat zijn straf nog moet uitzitten, adviseert de Raad de wijziging door te voeren. Op één onderdeel uit het advies van de Raad ga ik hieronder verder in.

2. Bijzondere bepaling voor de eisen aan verblijfsruimten voor zelfmelders

De Regeling bepaalt aan welke eisen de cellen in penitentiaire inrichtingen moeten voldoen. De extra plekken die beschikbaar worden gemaakt, voldoen niet aan alle eisen die de Regeling daaraan stelt. Door de onderhavige wijziging zijn die eisen niet van toepassing op cellen voor zelfmelders voor wie zonder deze cellen geen plaats is. Ik meen dat hiermee op een verantwoorde wijze wordt afgeweken van die eisen, gelet in het bijzonder op de omstandigheid dat eventuele nadelen voor gedetineerden voldoende worden gecompenseerd en dat de orde en de veiligheid in de inrichting voldoende kan worden gehandhaafd. Dit wordt hieronder verder toegelicht.

Compenserende omstandigheden

De beschikbaar te maken cellen voldoen niet allemaal aan de eisen die worden gesteld aan de vloeroppervlakte, het raam, de deur, de communicatiemiddelen en het sanitair. De cellen voldoen wel aan de eisen die worden gesteld aan verblijfsruimten in beperkt beveiligde afdelingen. Daarom wordt aangesloten bij artikel 12 van de Regeling. Ik meen dat eventuele nadelen daarvan voor gedetineerden voldoende worden gecompenseerd. Daarbij wijs ik in het bijzonder op de omstandigheid dat de gedetineerden gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke ruimten, waarin zich onder meer de sanitaire voorzieningen en een keuken bevinden. Daartoe beschikken de gedetineerden over een sleutel van hun celdeur. Daarmee kunnen zij ook ’s nachts naar het toilet. Verder is personeel oproepbaar voor, bijvoorbeeld, noodgevallen. In dit verband heeft de Raad geadviseerd om in deze toelichting te verduidelijken op welke tijdstippen de gedetineerden gebruik kunnen maken van de gemeenschappelijke ruimten. De exacte invulling hiervan zal een plaats krijgen in de lokale huisregels. Over het algemeen geldt dat de gedetineerden het grootste deel van de dag van de gemeenschappelijke ruimten gebruik kunnen maken en ’s nachts alleen van het toilet. Ook kunnen de gedetineerden gebruik maken van een buitenruimte. Het aantal uur is mede afhankelijk van het dagprogramma.

Het plaatsen van zelfmelders in deze afdelingen wordt alleen gedaan als er onvoldoende plekken zijn in reguliere inrichtingen of afdelingen. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de wijziging ziet op het verlichten van de druk op de detentiecapaciteit.

Veiligheid

Ondanks het feit dat de cellen niet aan alle eisen voldoen, meen ik dat de veiligheid van zowel de samenleving als de gedetineerden als het gevangenispersoneel voldoende kan worden gewaarborgd. Allereerst komt niet elke veroordeelde zomaar in aanmerking voor een oproep tot zelfmelding. Op grond van artikel 2:1 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen worden bepaalde veroordeelden uitgesloten van zelfmelding, waaronder veroordeelden voor een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat en veroordeelden voor zedenmisdrijven met een minderjarig slachtoffer. Daarnaast wordt op basis van verschillende contra-indicaties beoordeeld of een veroordeelde wordt opgeroepen tot zelfmelding, waaronder de mate waarin de rechtsorde is geschokt vanwege het strafbare feit dat ten grondslag ligt aan de veroordeling en de psychische gesteldheid van de veroordeelde en de daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s. In zijn algemeenheid kan aldus bij zelfmelders worden gesproken van een verminderd veiligheidsrisico.

Voorts is van belang dat niet de cellen, maar wel de gebouwen waarin die cellen zich bevinden kunnen worden afgesloten en dat die gebouwen zich op de omheinde terreinen van de P.I.’s bevinden. Gedetineerden kunnen het gebouw niet zelf verlaten.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie


X Noot
*

Kamerstukken II 2024, 35 698, nr. 972.

Naar boven