Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 januari 2025, nr. WJZ/96405240, tot wijziging van de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2025

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4, 5, en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage 1. behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel I, onder F, kolom II van de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2025 wordt ‘€ 59’ telkens vervangen door ‘€ 56’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

TOELICHTING

1. Inhoud van de Regeling

Bij de vaststelling van de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2025 is een fout gemaakt. Het bedrag van ‘€ 59’ in bijlage 1. behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel I, onder F, Kolom II van deze regeling dient namelijk ‘€ 56’ te zijn. De tarieven van € 54 voor dezelfde subcategorieën zoals opgenomen in de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2024 dienen immers te worden aangepast met de algemene tariefswijziging van 4,11%. Een verhoging met dit percentage leidt dus tot een tarief van € 56 in plaats van € 59.

2. Regeldruk

De vaststelling van tarieven valt niet onder de definitie van regeldruk. Derhalve is hier geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers en evenmin van inhoudelijke nalevingskosten. De regeling is uitgezonderd van toetsing door het Adviescollege toetsing regeldruk.

3. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025. Deze datum wijkt af van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat het hier gaat om het herstellen van een kennelijke fout. Deze wijziging is niet nadelig voor de doelgroep omdat het gaat om een verlaging van de kosten voor een registratie voor maritiem frequentiegebruik. Deze afwijking is daarom in het belang van de doelgroep.

De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts

Naar boven