Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 augustus 2025, kenmerk 4155531-1083429-SB, houdende wijziging van de Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028 in verband met het verhogen van het subsidieplafond, actualisering en verduidelijking [KetenID WGK027664]

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, derde lid, vervalt ‘hoogstens eens per drie jaar’.

B

In artikel 3 wordt in onderdeel e, sub 1°, ‘de lijst topsport- en internationale wedstrijdsportdisciplines’ vervangen door ‘de lijst indeling topsportdisciplines 2025–2028’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘; of’ aan het slot van onderdeel b en worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. dat aanvangt voordat drie jaar zijn verstreken gerekend vanaf de startdatum van het voorgaande evenement voor dezelfde categorie deelnemers in dezelfde tak van sport, genoemd in artikel 2, derde lid, onder a tot en met h; of

  • e. dat niet past binnen het topsportbeleid van de betreffende nationale sportbond.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, kan de Minister op verzoek van de subsidieontvanger toestemming verlenen om tot 31 dagen voor het verstrijken van de genoemde termijn met het evenement te starten.

D

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt:

    • a. voor de kalenderjaren 2025 en 2026: jaarlijks € 10,5 miljoen;

    • b. voor het kalenderjaar 2027: € 11 miljoen; en

    • c. voor het kalenderjaar 2028: € 10,3 miljoen.

E

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt voor de organisatie van een topsportevenement met als categorie deelnemers:

  • a. talenten zonder handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2 miljoen;

  • b. senioren zonder handicap: ten hoogste 25% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen;

  • c. talenten met een handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen;

  • d. senioren met een handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 3 miljoen;

  • e. een combinatie van talenten zonder handicap met talenten met een handicap: ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen;

  • f. een combinatie van senioren zonder handicap met talenten: ten hoogste 25% van de subsidiabele kosten voor het deel voor senioren zonder handicap en ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten voor het deel voor talenten, tot ten hoogste € 2,5 miljoen;

  • g. een combinatie anders dan de in de onderdelen e en f genoemde: ten hoogste 25% van de subsidiabele kosten voor het deel voor senioren zonder een handicap en ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten voor het deel voor senioren met een handicap en talenten, tot ten hoogste € 3 miljoen.

F

Artikel 9, tweede lid, onder d, wordt vervangen door twee onderdelen, luidende:

  • d. hoe het evenement past in het strategisch kader topsport 2032;

  • e. hoe het evenement past in het topsportbeleid van de nationale sportbond, onderbouwd met actuele documentatie van de sportbond.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van onderdeel B terug tot en met 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen

TOELICHTING

1. Algemeen

Met onderhavige wijzigingsregeling is de Subsidieregeling topsportevenementen 2024–2028 (hierna: de Regeling) op een aantal punten gewijzigd. Het betreft kort samengevat een actualisering, verduidelijking en verbetering op de volgende punten:

  • Topsportevenementen komen eens per drie jaar in aanmerking voor subsidie; de wijze van berekening van de termijn van drie jaar is verduidelijkt. Daarbij kan de Minister op verzoek toestemming verlenen om tot maximaal 31 dagen voor ommekomst van de driejaarstermijn met het evenement te starten (onderdelen A en C).

  • NOC*NSF heeft een nieuwe indeling opgesteld van topsportdisciplines voor de periode 2025–2028 (onderdeel B).

  • Het subsidieplafond voor de kalenderjaren 2025 tot en met 2028 van jaarlijks € 9,1 miljoen is gewijzigd naar € 10,5 miljoen voor de kalenderjaren 2025 en 2026, € 11 miljoen voor het jaar 2027 en € 10,3 miljoen voor het kalenderjaar 2028 (onderdeel D).

  • De in artikel 7 opgesomde typen topsportevenementen zijn voor de volledigheid aangevuld met evenementen waarbij een paar categorieën deelnemers wordt gecombineerd (onderdeel E).

  • Het niet passen van een topsportevenement binnen het topsportbeleid van de betreffende nationale sportbond is toegevoegd als nieuwe grond voor weigering van subsidieverlening (onderdeel F).

Gevolgen voor de regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en C

In de Regeling was in artikel 2, derde lid, opgenomen dat per tak van sport hoogstens eens per drie jaar subsidie wordt verstrekt voor een topsportevenement. De terminologie ‘eens per drie jaar’ riep voor de berekening van de periode onduidelijkheid op bij aanvragers. Om deze reden is nu expliciet aan de weigeringsgronden in artikel 4, eerste lid, toegevoegd dat een subsidie wordt geweigerd als het topsportevenement moet starten voordat drie jaar zijn verstreken gerekend vanaf de startdatum van het voorgaande evenement voor dezelfde categorie deelnemers in dezelfde tak van sport.

Door de Minister kan op verzoek hierop een uitzondering worden gemaakt door toe te staan dat het evenement van start gaat tot maximaal 31 dagen voordat drie jaar na het voorafgaande evenement zijn verstreken.

Zie voor de toelichting bij het toevoegen van artikel 4, eerste lid, onder e (nieuw), de toelichting bij onderdeel F.

Onderdeel B

Een topsportevenement moet volgens de Regeling voldoen aan een aantal criteria, die zijn opgenomen in artikel 3. In artikel 3, onderdeel e, is bepaald dat het evenement gericht moet zijn op een tak van sport die door NOC*NSF op basis van het Reglement Topsportdisciplines is opgenomen in een lijst met aangewezen topsportdisciplines (onderdeel e, onder 1°) en/of ten doel moet hebben een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een nieuwe tak van sport of nieuwe vormen van een bestaande tak van sport (onderdeel e, onder 2°).

NOC*NSF heeft de in artikel 3, onderdeel e, onder 1°, vermelde lijst ‘topsport- en internationale wedstrijdsportdisciplines’ voor de periode 2021–2024, met ingang van 1 januari 2025 vervangen door de uitgebreidere lijst 'Indeling Topsportdisciplines 2025–2028'.1

Onderdeel D

Het subsidieplafond stond voor de kalenderjaren 2025 tot en met 2028 op jaarlijks € 9,1 miljoen. Voor de kalenderjaren 2025 en 2026 is dit verhoogd naar jaarlijks € 10,5 miljoen, voor het kalenderjaar 2027 € 11 miljoen en voor het jaar 2028 is het nieuwe budgetplafond € 10,3 miljoen. Het extra budget is beschikbaar gesteld vanuit loon- en prijsbijstellingen op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Onderdeel E

In artikel 7 worden de maximaal te subsidiëren kosten per topsportevenement genoemd aan de hand van de categorie of categorieën deelnemers. Een aantal mogelijke combinaties van categorieën deelnemers was nog niet opgenomen in de opsomming. Ter verduidelijking zijn deze combinaties alsnog toegevoegd.

Met de in onderdeel f genoemde combinatie van ‘senioren zonder handicap met talenten’ worden twee typen evenementen bedoeld:

  • een topsportevenement met twee categorieën: senioren zonder handicap in combinatie met talenten zonder handicap óf in combinatie met talenten met handicap, of

  • een topsportevenement met drie categorieën: een combinatie van senioren zonder handicap met zowel talenten zonder handicap als talenten met handicap.

Onderdeel F

Dat een evenement wordt georganiseerd met betrekking tot een in de lijst 'Indeling Topsportdisciplines 2025–2028' opgenomen discipline, maakt niet meteen duidelijk of, en zo ja in welke mate het betreffende evenement past binnen het topsportbeleid van de desbetreffende sportbond. De aanvraag moet daarom op grond van artikel 9, tweede lid, vergezeld gaan van een plan van aanpak, waarin onder meer de compatibiliteit van het evenement met het topsportbeleid van de nationale sportbond wordt toegelicht.

Tot de inwerkingtreding van onderhavige wijzigingsregeling was deze eis in artikel 9, tweede lid, onderdeel d, gebundeld met de eis dat wordt toegelicht hoe het evenement past in het strategisch kader topsport 2032. Het strategisch kader richt zich niet op specifieke disciplines, maar op het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport in het algemeen. Omdat het belang van het aansluiten bij het topsportbeleid van de sportbond concreet moet worden gemaakt, is de eis opgenomen in een afzonderlijk onderdeel (artikel 9, tweede lid, onderdeel e, nieuw) en aangevuld met de additionele eis dat de aanvrager ter onderbouwing actuele documentatie van de sportbond moet aanleveren (zie onderdeel E). Afhankelijk van het verband met het evenement kan de aanvrager zijn aanvraag bijvoorbeeld vergezellen van een document over het topsportbeleid/de topsportstrategie, meerjarenbeleidsplan, financieel beleidsplan, visiedocument- of missie of evenementenstrategie.

Gelet op het belang van de compatibiliteit van het topsportevenement met het topsportbeleid van de bond, is aan deze eis tevens een weigeringsgrond gekoppeld. Dit houdt in dat aan artikel 4, eerste lid, een nieuwe onderdeel e is toegevoegd, waarin is bepaald dat de subsidieverlening wordt geweigerd als het gaat om een topsportevenement dat niet past binnen het topsportbeleid van de betreffende nationale sportbond (onderdeel C).

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn bij regelgeving (zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), is de termijn tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling voor de lijst 'Indeling Topsportdisciplines 2025–2028’ (onderdeel B) afwijkend.

De lijst ‘topsport- en internationale wedstrijdsportdisciplines’ voor de periode 2021–2024 is met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2025 vervangen door de uitgebreidere lijst 'Indeling Topsportdisciplines 2025–2028'. Zodoende wordt in voorkomende gevallen voorzien in de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid, in samenhang met het derde lid, onderdeel a, van de Awb ten aanzien van vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling verleende subsidiebeschikkingen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen

Naar boven