Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 7 augustus 2025, nr. BZ2518839, tot wijziging van de Sanctieregeling Libië 2016, de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en de Sanctieregeling Haïti 2022

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2025/813 van de Raad van 25 april 2025 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/44 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PbEU L 2025/813), Besluit (GBVB) 2025/814 van de Raad van 25 april 2025 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PbEU L 2025/814), Verordening (EU) nr. 2025/610 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU L 2025/610), Verordening (EU) nr. 2025/608 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 2022/2309 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (PbEU L 2025/608) en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Libië 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 3, eerste lid,’ vervangen door ‘artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 3 bis,’.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 2, derde of vierde lid, artikel 2 bis, derde lid, artikel 3, tweede tot en met vierde lid,’ vervangen door ‘artikel 2, derde, vierde of vijfde lid, artikel 2 bis, derde lid, artikel 3, derde tot en met achtste lid,’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, vierde lid, artikel 3, vierde en zesde lid, van Verordening (EU) nr. 2016/44, is de Minister van Buitenlandse Zaken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2 bis, derde, vierde en vijfde lid, van Verordening (EU) nr. 2016/44 is de Minister van Buitenlandse Zaken wat betreft een goederentransactie, een transactie met betrekking tot technische bijstand of een tussenhandeldienst en de Minister van Financiën wat betreft het verlenen van financiering en financiële bijstand.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, en artikel 3, vijfde lid, van Verordening (EU) nr. 2016/44 is de Minister van Buitenlandse Zaken wat betreft het verlenen van technische bijstand en de Minister van Financiën wat betreft het verlenen van financiering en financiële bijstand.

  • 3. In het vierde lid wordt na ‘artikel 11,’ ingevoegd ‘artikel 11 bis, eerste lid,’ en wordt ‘de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking’ vervangen door ‘de Minister van Buitenlandse Zaken’.

  • 4. In het zesde lid wordt ‘de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking’ vervangen door ‘de Minister van Buitenlandse Zaken’.

C

Artikel 3 vervalt.

ARTIKEL II

In de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 vervalt artikel 2.

ARTIKEL III

In de Sanctieregeling Haïti 2022 vervalt artikel 3.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Libië 2016, de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en de Sanctieregeling Haïti 2022.

Wijziging van de Sanctieregeling Libië 2016

Op 16 januari 2025 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is ingesteld op grond van Resolutie 1970 (2011) betreffende Libië, Resolutie 2769 (2025) aangenomen. In die resolutie zijn onder meer twee vrijstellingen van het thans geldende wapenembargo opgenomen. De Raad van Europese Unie stelde hierna Besluit (GBVB) 2025/8141 en Verordening (EU) nr. 2025/8132 vast. De Sanctieregeling Libië 2016 is overeenkomstig dit besluit en deze verordening aangepast.

Verordening (EU) nr. 2025/813 die Besluit (GBVB) 2025/814 uitwerkt, regelt onder andere het verbod op technische en financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt in artikel 1 van de Sanctieregeling Libië 2016 (artikel I, onderdeel A). Uitzonderingen op deze technische en financiële bijstand zijn opgenomen in artikel 1, tweede lid, van die sanctieregeling. Ook het nieuwe artikel 3 van Verordening (EU) 2016/44 dat verwijst naar goederen en technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen zijn opgenomen, alsmede vuurwapens en munitie, is verwerkt in artikel 1 van de sanctieregeling. De betrokken bevoegde autoriteiten zijn geactualiseerd in artikel 2 van de Sanctieregeling Libië 2016 (artikel I, onderdeel B). De implementatie van het wapenembargo uit artikel 1 van Besluit 2015/1333/GBVB in artikel 3 van de Sanctieregeling Libië 2016 kan hiermee komen te vervallen om dubbelingen te voorkomen (artikel I, onderdeel C).

Wijziging Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en Sanctieregeling Haïti 2022

Abusievelijk is zowel in artikel 2 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 als in artikel 3 van de Sanctieregeling Haïti 2022 een wapenembargo geïmplementeerd door de tekst uit het Raadsbesluit, in min of meer aangepaste vorm, over te nemen in de genoemde sanctieregelingen. Aangezien hetzelfde wapenembargo geregeld is in de verordening die aan de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 (artikel 2 van Verordening (EU) nr. 224/2014) en in die aan de Sanctieregeling Haïti 2022 (artikel 2 van Verordening (EU) nr. 2022/2309) ten grondslag ligt, had kunnen worden volstaan met een enkele verwijzing naar het artikel van die verordening waarin de verbodsnorm en de uitzonderingen op die norm zijn geregeld. De wijziging van deze beide sanctieregelingen bestaat uit het vervallen van de doublure van het wapenembargo; artikel 2 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en artikel 3 van de Sanctieregeling Haïti 2022 kunnen vervallen (artikel II en III).

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen wordt verwezen naar de website www.Rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp


X Noot
1

Besluit (GBVB) 2025/814 van de Raad van 25 april 2025 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PbEU L 2025/814).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2025/813 van de Raad van 25 april 2025 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/44 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PbEU L 2025/813).

Naar boven