Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 augustus 2025, nr. IENW/BSK-2025/40904, tot wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen in verband met het actualiseren daarvan [KetenID WGK 27522]

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10a, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 2, eerste lid, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen en artikel 6.51a, tweede lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Deze regeling is van toepassing op de volgende handelingen, bedoeld in bijlage 1 bij de VLG, bijlage 1 bij de VSG, bijlage 1 bij de VBG, of zoals omschreven in de Technische Voorschriften:

    • a. de goedkeuring van het prototype, het onderzoek en de beproeving alsmede het afgeven van certificaten en kernmerken voor drukhouders, verpakkingen, grote verpakkingen, IBC’s of tanks, alsmede handelingen ten behoeve daarvan;

    • b. het toezicht houden op de juiste werking van kwaliteitssystemen en kwaliteitsborgingsystemen voor het ontwerp, de constructie, appendages, bedrijfsuitrusting, productie, ombouw, reconditionering, reparatie en beproeving van drukhouders, verpakkingen, grote verpakkingen, bulkcontainers, IBC’s of tanks;

    • c. het beoordelen van de kwaliteit van gerecycleerde kunststoffen in relatie tot de fabricage van nieuwe verpakkingen;

    • d. de conformiteitsbeoordeling van drukhouders, het bijhouden van een actuele lijst van de onderzoeksinstanties en hun identiteitskenmerken alsmede van de toegelaten fabrikanten en hun identiteitskenmerken;

    • e. het beoordelen van de geschiktheid voor het gebruik voor specifieke stoffen van drukhouders, verpakkingen, grote verpakkingen, IBC’s of tanks en het stellen van speciale voorwaarden daaraan;

    • f. het toelaten van verruiming van de toegestane gebruiksduur of maximale beproevingsinterval voor drukhouders en verpakkingen;

    • g. het erkennen van alternatieve methoden voor het aantonen van chemische bestendigheid van kunststofverpakkingen;

    • h. het vaststellen van vervoersvoorwaarden voor drukhouders voor gebruik als brandstofreservoirs voor hete-luchtvervoermiddelen;

    • i. het uitvoeren van testprocedures op ladingmonsters voor het vaststellen van ladingeigenschappen en het afgeven van bijbehorende ladingcertificaten als bedoeld in appendix 2 bij de IMSBC-Code.

B

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Indien een erkende instantie voornemens is wijzigingen door te voeren in de bescheiden en gegevens, bedoeld in artikel 3, die gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van de handelingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, legt die erkende instantie de bescheiden en gegevens met de voorgenomen wijzigingen voorafgaand aan het doorvoeren daarvan ter beoordeling en goedkeuring voor aan de Inspectie Leefomgeving en Transport.

C

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

  • 1. Alle handelingen waarvoor een erkenning is verleend, worden binnen een periode van twaalf maanden na het verlenen daarvan tenminste eenmaal uitgevoerd.

  • 2. De erkende instantie laat een erkenning niet langer dan een aaneengesloten periode van twaalf maanden ongebruikt.

  • 3. Als een handeling waarvoor een erkenning is verleend langer dan een aaneengesloten periode van twaalf maanden niet is uitgevoerd, kan de erkenning worden ingetrokken.

ARTIKEL II

In artikel 1, tabel 1, van bijlage 4 bij de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen worden in de volgorde van de oplopende randnummers ingevoegd:

Randnummer

Instanties

7.2.3.7.1.6

SZW

7.2.3.7.2.6

SZW

ARTIKEL III

De Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

De begripsbepaling in artikel 1, onder d, komt te luiden:

d. richtlijn EU 2022/1999:

richtlijn (EU) 2022/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (codificatie) (PbEU 2022, L 274).

B

In hoofdstuk III van bijlage 2 wordt in het opschrift, in artikel 2, eerste lid, onder c, en tweede lid, en in artikel 3, tweede lid, ‘richtlijn nr. 95/50/EG’ vervangen door ‘richtlijn (EU) 2022/1999’.

ARTIKEL IV

De aaneengesloten periode van twaalf maanden in artikel 16, derde lid, van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, vangt aan op het tijdstip onmiddellijk volgend op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen in navolging van suggesties van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Met de wijzigingen wordt het verlenen en intrekken van erkenningen geactualiseerd. Daarnaast worden de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG) en de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG) op ondergeschikte punten gewijzigd.

Achtergronden en hogere regelgeving

De regelgeving over het vervoer van gevaarlijke stoffen is grotendeels gebaseerd op internationale verdragen1 die via richtlijn 2008/68/EG2 in de Europese Unie doorwerken. Op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) werkt deze kaderrichtlijn door in Nederland. Voor het grootste deel zijn de inhoudelijke eisen hiervan geïmplementeerd in de VBG, de VLG en de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG). Voor een aantal handelingen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen is een erkenning nodig. Artikel 10a van de Wvgs geeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (minister) de bevoegdheid om instanties te erkennen voor bepaalde handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit zijn handelingen op grond van de eerder genoemde internationale verdragen, die kunnen worden overgelaten aan marktpartijen. Het gaat hier bijvoorbeeld om het keuren van verpakkingen of tanks en de classificatie van bepaalde gevaarlijke stoffen. De regels hiervoor en de handelingen waarvoor bedrijven erkend kunnen worden, staan in de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. Op grond van die regeling erkent de ILT, namens de minister, instanties die voldoen aan organisatorische en deskundigheidsvereisten om een goed kwaliteitsniveau te waarborgen. De ILT houdt toezicht op de door haar erkende instanties. Vanwege de veiligheid en het voldoen aan de genoemde hogere regelgeving is het van belang om de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen aan te passen en zo actueel mogelijk te houden.

Inhoud van de wijzigingsregeling

Deze wijzigingsregeling is in grote mate beleidsneutraal en bevat vooral technische wijzigingen. Het betreft een verduidelijking van de handelingen in artikel 2 van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. Bij de wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen in 2021 is gekozen voor een nieuwe systematiek met betrekking tot het aanwijzen van de handelingen met gevaarlijke stoffen. Met deze wijzigingsregeling wordt nu verder verduidelijkt dat voor alle handelingen worden bedoeld de bijlagen bij het VLG, VBG, VSG of handelingen zoals omschreven in de Technische Voorschriften3. Daarnaast zijn er kleine aanpassingen aangebracht in verband met tekstuele wijzigingen in de internationale vervoersvoorschriften.

Verder dienen de wijzigingen ertoe om de uitvoering van de taken door de ILT als toezichthouder en verlener van erkenningen beter te faciliteren. Daarom voorziet deze wijzigingsregeling erin dat de ILT alle wijzigingen in documenten moet beoordelen en goedkeuren en is de bevoegdheid opgenomen voor de ILT om erkenningen in te trekken.

Gelijktijdig met de wijzigingen in de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen, zijn er ondergeschikte technische wijzigingen doorgevoerd in de VBG en de VLG.

Administratieve lasten en financiële gevolgen

De wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, aangezien er geen nieuwe verplichtingen in het leven worden geroepen.

Deze wijzigingsregeling heeft evenmin financiële gevolgen.

Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)

Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Uitvoering, toezicht en handhaving

De Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen wordt uitgevoerd door de ILT. Naast het verlenen van erkenningen is de ILT belast met het toezicht op en de handhaving van de regelgeving over het vervoer van gevaarlijke stoffen en daarmee ook op de handelingen van de erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. Er verandert niets aan de taken van de ILT. De taak in het VBG wordt reeds uitgevoerd door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en leidt zodoende niet tot aanvullende taken voor hen. De wijziging van het VLG is enkel een geactualiseerde verwijzing en heeft geen invloed op uitvoering, toezicht en handhaving.

Advisering en consultatie

De ILT is gevraagd om inbreng en heeft vervolgens aangegeven met de wijzigingsregeling te kunnen instemmen.

Huftoets

De ILT is gevraagd om een HUF-toets uit te voeren naar deze wijziging. De ILT acht de wijzigingen van de regelingen handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig. De ILT heeft nog een aantal tekstuele aandachtspunten. Op basis daarvan is de toelichting op een tweetal punten ter verdere verduidelijking aangepast.

Internetconsultatie

Van 12 juni 2025 tot en met 10 juli 2025 heeft internetconsultatie plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan zijn geen reacties ontvangen. Wijzigingsregeling is daarom niet aangepast.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn (aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste nadelen is een van de uitzonderingsgronden op de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn. Omdat de wijzigingsregeling geen veranderingen tot gevolg heeft voor de wijze waarop erkenningen en procedures daarover in de praktijk werken, hebben de bij de uitvoering betrokken partijen, de ILT en erkende instanties, geen twee maanden nodig om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. De ILT heeft er daarnaast belang bij dat de toezichthoudende taak beter wordt ondersteund.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

De wijziging van artikel 2, tweede lid, van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen maakt voor alle genoemde handelingen de verwijzing naar de bijlagen 1 van de VBG, VSG, VLG of naar de Technische Voorschriften eenduidig en overzichtelijk.

Artikel 2, tweede lid, onder b, is gewijzigd omdat in het UN Subcommittee of Experts on the Transport of Dangerous Goods (UN SCE TDG) is onderschreven dat een gemodificeerde IBC (Intermediate Bulk Container) voldoet aan de definitie van een omgebouwde IBC. Naar aanleiding van de HUF toets wordt verder verduidelijkt dat Nederland hierover in 2023 een voorstel heeft ingediend, waarover overeenstemming is bereikt tijdens de 63ste sessie van de UN SCE TDG (zie hiervoor paragraaf 90 van het verslag van deze vergadering4). Een gemodificeerde IBC moet voldoen aan dezelfde eisen als de eisen voor nieuwe IBC’s van hetzelfde type. IBC’s die voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden gebruikt, moeten in overeenstemming zijn met een goedkeuring van het ontwerptype van de desbetreffende IBC.

De handeling genoemd in artikel 2, tweede lid, onder j (oud), had betrekking op het afgeven van een gasvrij-verklaring voor ladingtanks van binnenvaartschepen. Dit is een handeling die valt onder de VBG. Het certificaat van vakbekwaamheid hiervoor wordt afgegeven door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze handeling vervalt om die reden.

Voorts is artikel 2, tweede lid, onder i (nieuw), inhoudelijk gewijzigd omdat is gebleken dat erkende instanties in de praktijk geen gevaarlijke vaste lading voor zeeschepen classificeren. Dit vindt al in een eerder stadium plaats. Erkende instanties voeren wel ladingonderzoeken uit en geven hiervoor ladingcertificaten af zodat een lading onder bepaalde condities veilig kan worden vervoerd.

Artikel I, onderdeel B

Artikel 6 is gewijzigd om te bewerkstelligen dat een erkende instantie alle bescheiden en gegevens die betrekking hebben op voorgenomen wijzigingen in de uitvoering van de handelingen waarvoor een erkenning als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen is verleend, ter beoordeling en goedkeuring voorlegt aan de ILT. In artikel 6 wordt duidelijker gesteld dat alle bescheiden en gegevens met de voorgenomen wijzigingen vooraf moeten worden voorgelegd aan de ILT. Hiermee wordt geborgd dat de erkende instantie aan de juiste voorwaarden voor de erkenning blijft voldoen.

Artikel I, onderdeel C

Aan artikel 16 wordt een lid toegevoegd waarin is bepaald dat een erkenning kan worden ingetrokken wanneer de handeling waarvoor de erkenning is verleend langer dan een aaneengesloten periode van twaalf maanden niet wordt uitgevoerd. Het regelmatig uitvoeren van de erkende handeling is nodig als waarborg dat de erkende instantie over voldoende kennis en kunde blijft beschikken om de handeling goed te kunnen uitvoeren.

Artikel II

De handelingen die horen bij de genoemde randnummers in de VGB stonden in artikel 2, tweede lid, onder j (oud), van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. In de toelichting op artikel I, onderdeel A, is toegelicht waarom dit onderdeel is vervallen. De handelingen van deze randnummers zijn handelingen op grond van de Arbeidsomstandighedenregelgeving. De ILT is niet bevoegd om erkenningen voor deze handelingen te verlenen en toezicht te houden op de daarvoor erkende instanties. De randnummers zijn toegevoegd aan artikel 1, tabel 1, van bijlage 4 bij de VBG, om te borgen dat de Minister van SZW met betrekking tot deze randnummers de bevoegde overheidsinstantie is.

Artikel III

Artikel 1, onderdeel d, van de VLG bevatte de begripsbepaling ‘richtlijn nr. 95/50/EG’. Daarnaast had hoofdstuk III van bijlage 2 bij de VLG de titel ‘Implementatie van richtlijn nr. 95/50/EG betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg’. Richtlijn nr. 95/50/EG is inmiddels ingetrokken door richtlijn (EU) 2022/1999. Omdat richtlijn (EU) 2022/1999 een codificatie is van de herhaaldelijk gewijzigde richtlijn uit 1995, was voor de nieuwe richtlijn geen implementatieregelgeving nodig. De reeds geldende implementatiewetgeving blijft derhalve van kracht. Met deze wijzigingsregeling is voor de duidelijkheid gebruik gemaakt van de gelegenheid om de begripsbepaling met de gecodificeerde richtlijn in de VLG op te nemen.

Artikel IV

In artikel IV is voorzien in overgangsrecht voor de toepassing van artikel 16, derde lid, van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen. De periode van twaalf maanden, bedoeld in dat lid, vangt aan direct na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Dat betekent dat de ILT pas twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling een erkenning kan intrekken in gevallen waarin bedrijven de handeling waarvoor erkenning is verleend, gedurende die periode niet hebben uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, A.A. Aartsen


X Noot
1

ADR, ADN en RID, zoals gedefinieerd in artikel 1 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen.

X Noot
2

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PbEU 2008, L 260).

X Noot
3

Technical Instructions bij Annex 18 bij het Verdrag van Chicago.

X Noot
4

Verslag 63ste sessie UN SCE TDG: ST-SG-AC10-C3-126E.pdf

Naar boven