Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2025, 24724 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2025, 24724 | beleidsregel |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 3c van de Wet bescherming klokkenluiders;
Besluit:
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
het Huis voor klokkenluiders, bedoeld in artikel 3 van de Wet bescherming klokkenluiders;
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
het werving- en selectiebureau;
de commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders;
Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders;
een functie die krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet veiligheidsonderzoeken als zodanig is aangewezen;
een onderzoek als bedoeld in de artikelen 7 en 9 van de Wet veiligheidsonderzoeken;
een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet veiligheidsonderzoeken.
1. De minister draagt zorg voor tijdige openbaarmaking van een vacature voor een lid of de voorzitter van het Huis.
2. De vacaturetekst bevat het functieprofiel met functie-eisen en het competentieprofiel alsmede de wijze waarop belangstellenden kunnen reageren. Daarnaast staat in de vacaturetekst dat de functie van voorzitter en lid van het Huis aangewezen is als een vertrouwensfunctie en om die reden een veiligheidsonderzoek onderdeel uitmaakt van de sollicitatieprocedure.
3. Bij de selectie en benoeming wordt rekening gehouden met het streven naar een divers samengesteld bestuur. Deze bestaat uit een evenredige deelneming van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen. Dit streven blijkt uit de vacaturetekst.
1. Het bureau stelt een voorselectie op van geschikte kandidaten voor de vacature.
2. Voor de selectie van een geschikte kandidaat wordt een selectiecommissie ingesteld. De selectiecommissie bestaat uit de volgende leden:
a. de secretaris generaal of een plaatsvervanger van het ministerie (tevens voorzitter);
b. de directeur-generaal of een plaatsvervanger van het ministerie;
c. de voorzitter of een plaatsvervanger van het Huis;
d. de directeur of een plaatsvervanger van het Huis;
e. een onafhankelijke derde.
3. De kandidaten worden tijdens en na afloop van de selectieprocedure adequaat geïnformeerd over de stand van zaken van de procedure.
4. De voorzitter van de selectiecommissie draagt voor de functie een voorkeurskandidaat voor.
5. Tussen de voorkeurskandidaat en een afvaardiging van het personeel van het Huis vindt een draagvlakgesprek plaats.
6. Als het draagvlakgesprek tot een positief oordeel heeft geleid bij beide partijen, verzoekt de minister aan de commissie incompatibiliteiten om ten aanzien van de voorkeurskandidaat voor de functie een advies uit te brengen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, van het Instellingsbesluit. De voorzitter van de selectiecommissie kan dit verzoek ook namens de minister doen.
7. Na ontvangst van het advies van de commissie incompatibiliteiten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, van het Instellingsbesluit, vindt door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst een veiligheidsonderzoek plaats.
8. Na ontvangst van een Verklaring van Geen Bezwaar, vindt een gesprek plaats tussen de voorkeurskandidaat en de minister.
1. De minister kan de voorkeurskandidaat voordragen voor benoeming voor de functie bij koninklijk besluit.
2. Het benoemingsbesluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 4 juli 2025
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Commissie van onderzoek inzake de procedure van werving, selectie en benoeming van de voorzitter van het Huis voor klokkenluiders (hierna: de commissie Biesheuvel) heeft aanbevolen om een ‘onafhankelijke derde’ te betrekken bij de werving en selectie van de voorzitter en leden van het Huis. Met deze beleidsregel wordt hieraan uitvoering gegeven. Hiermee wordt voldaan aan een toezegging van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.1
Het Huis is een zelfstandig bestuursorgaan, dat is ingesteld bij de Wet bescherming klokkenluiders (hierna: Wbk). Het juridisch kader voor de werving, selectie en benoeming van de voorzitter en leden van het Huis is opgenomen in artikel 3c van de Wbk. Daarin is bepaald dat de leden en de voorzitter van het Huis bij koninklijk besluit worden benoemd (artikel 3c, eerste lid, van de Wbk). De benoeming van de leden gebeurt op zodanige wijze dat alle relevante deskundigheid voor de uitvoering van de wettelijke taken in het Huis aanwezig is (artikel 3c, tweede lid, van de Wbk). De leden worden voor een periode van ten hoogste vier jaar benoemd en zij kunnen tweemaal worden herbenoemd (artikel 3c, derde lid, van de Wbk). Verder is bepaald dat de voorzitter en de leden geen betrekkingen vervullen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun functie of op de handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin (artikel 3c, vierde lid, van de Wbk). Deze beleidsregel geeft binnen dit wettelijk kader nadere invulling aan de procedure tot benoeming van een nieuw lid of nieuwe voorzitter van het Huis.
Het werving- en selectiebureau (hierna: het bureau) kan de minister ondersteuning bieden bij het vervullen van een vacature voor voorzitter of lid van het Huis. Zo kan het bureau ondersteunen bij:
− het opstellen van een functieprofiel met functie-eisen en het competentieprofiel;
− de openbaarmaking van de vacature;
− het werving- en selectieproces.
De vacature voor voorzitter of lid van het Huis wordt openbaar gemaakt via verschillende kanalen. Naast openbaarmaking van de vacature kan het bureau in hun eigen en andere netwerken op zoek gaan naar mogelijk geschikte kandidaten en deze actief benaderen.
De functies van voorzitter en lid van het Huis zijn aangewezen als vertrouwensfunctie. Een veiligheidsonderzoek maakt deel uit van de sollicitatieprocedure voor een vertrouwensfunctie. Om een vertrouwensfunctie te mogen vervullen, dient de kandidaat in het bezit te zijn van een Verklaring van Geen bezwaar (hierna: VGB), waarvoor de kandidaat een veiligheidsonderzoek moet ondergaan. Het veiligheidsonderzoek wordt uitgevoerd door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De minister geeft een VGB af.
Artikel 3c, tweede lid, van de Wbk schrijft voor dat de samenstelling van het bestuur van het Huis zodanig is, dat alle relevante deskundigheid ten behoeve van de uitvoering van de taken van het Huis in het Huis aanwezig is. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de werving van een nieuwe voorzitter of een nieuw lid. Indien een lid of de voorzitter die vervangen wordt een specifieke deskundigheid, noodzakelijk voor de uitvoering van de taken van het Huis, had, dient daarmee rekening te worden gehouden bij de werving. Deze deskundigheid moet in de vacaturetekst tot uitdrukking worden gebracht.
Het kabinet streeft naar een diverse samenstelling van besturen van onder meer adviescolleges en zelfstandige bestuursorganen. Diversiteit kan onder meer tot uiting komen in een evenredige deelname van vrouwen en van personen die behoren tot etnische of culturele minderheidsgroepen of een arbeidsbeperking hebben. Het streven naar diversiteit wordt tot uitdrukking gebracht in de vacaturetekst. In het derde lid wordt dit streven van het kabinet ingebed in de benoemingsprocedure.
De ondersteuning die het bureau biedt bij het vervullen van de vacature, omvat in de selectiefase doorgaans de volgende elementen:
− het bureau stelt een long- en shortlist op, samengesteld uit de aanmeldingen. In deze fase voert de consultant van het bureau oriënterende gesprekken met de kandidaten die voldoen aan de eisen;
− sollicitanten worden zo spoedig mogelijk na de sluitingsdatum van de vacature geïnformeerd over het resultaat van de eerste selectie. De terugkoppeling wordt verzorgd door de consultant van het bureau.
De selectiecommissie voert vervolgens gesprekken met de geselecteerde kandidaten. De consultant van het bureau treedt op als adviseur van de selectiecommissie. Mede afhankelijk van het aantal kandidaten kunnen er meerdere gespreksrondes zijn. De (overgebleven) kandidaten worden hierover tijdens de procedure adequaat geïnformeerd, bijvoorbeeld door de bij de procedure betrokken consultant van het bureau.
Het voorzitterschap van de selectiecommissie wordt ingevuld door de Secretaris Generaal of zijn plaatsvervanger van het ministerie (hierna: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De eigenaar van het Huis is tevens vacaturehouder en treedt namens de minister op als opdrachtgever van de werving- en selectieprocedure. Daarnaast bestaat de selectiecommissie uit een functionaris van het ministerie die optreedt als opdrachtgever van het Huis, dit is de Directeur-Generaal of een plaatsvervanger.
Daarnaast maakt een ‘onafhankelijke derde’ deel uit van de selectiecommissie. De commissie Biesheuvel heeft aanbevolen om een persoon die geen band heeft met het ministerie of het Huis, of in elk geval op enige afstand staat, te betrekken bij de werving- en selectieprocedure voor nieuwe bestuursleden van het Huis. De minister heeft deze aanbeveling overgenomen en toegezegd dat de benoemingsprocedure wordt vastgelegd waarvan dit aspect onderdeel uitmaakt.2 Aan een ’onafhankelijke derde’ die deelneemt aan de selectiecommissie kan een vergoeding worden toegekend op grond van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. In het vierde lid is bepaald dat de voorzitter van de selectiecommissie één voorkeurskandidaat voordraagt. In het vijfde lid is opgenomen om een afvaardiging van het personeel van het Huis te betrekken bij de werving en selectie van nieuwe bestuursleden, door met de kandidaat een ‘draagvlakgesprek’ te voeren.
Na een positief advies van de commissie incompatibiliteiten vindt een veiligheidsonderzoek plaats. Deze commissie heeft tot taak om de minister een advies te geven over het aanvaarden of vervullen door een kandidaat-voorzitter of een kandidaat-lid van het Huis van nevenfuncties met het oog op een goede vervulling van hun voorziene functie in het bestuur van het Huis of de handhaving van hun onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.3
Het advies van de commissie incompatibiliteiten is niet bindend, maar zal in de praktijk wel zwaarwegend zijn. Mocht de commissie incompatibiliteiten oordelen dat sprake is van een ongewenste nevenfunctie, dan kan de kandidaat de uitoefening van die nevenfunctie staken of kan de minister afzien van het voordragen van de kandidaat voor benoeming.
Een voordracht voor benoeming bij koninklijk besluit moet eerst voor instemming worden voorgelegd aan de ministerraad.
Het benoemingsbesluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Dat sluit bekendmaking via andere kanalen uiteraard niet uit. Zo is het gebruikelijk dat na instemming van de ministerraad met de voordracht tot benoeming aan de Koning hierover een persbericht uitgebracht wordt. Verder kan een nieuwsbericht wordt geplaatst op de website van het Huis en op de website van de rijksoverheid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
Kamerstuk 33 258, nr. 40, met bijlage ‘Rapport van de Commissie van onderzoek inzake de procedure van werving, selectie en benoeming van de voorzitter van het Huis voor klokkenluiders’.
Artikel 2, tweede lid, onder a van het Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-24724.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.