Kennisgeving uitvoering van de milieueffectrapportage voor het concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn, Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Van 14 juli tot en met 25 augustus 2025 ligt het ontwerp van het concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn en het plan-MER ter inzage.

Ontwerp van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Op grond van artikel 5 van richtlijn 91/676/EEG (verder: de Nitraatrichtlijn) moet Nederland een actieprogramma opstellen dat maatregelen bevat om de verontreiniging van water die wordt veroorzaakt of teweeggebracht door nitraten afkomstig uit agrarische bronnen te verminderen, en verdere verontreiniging van dien aard te voorkomen.

Onderhavig concept 8e actieprogramma bevat voorgenomen maatregelen die, na definitieve vaststelling van het actieprogramma worden uitgewerkt in wet- en regelgeving.

In het najaar van 2025 zullen de bewindspersonen van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn, dat de periode 2026-2029 zal beslaan, vaststellen. Dit ter uitvoering van de verplichtingen uit de Nitraatrichtlijn.

Voor het vaststellen van het actieprogramma is geen wettelijke procedure vastgesteld.

Op grond van artikel 16.43 van de Omgevingswet moet in het proces om te komen tot vaststelling van het definitieve 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn een plan-milieueffectrapportage (plan-MER) worden opgesteld. Deze plan-MER moet meewegen bij de besluitvorming over de definitieve invulling van het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Dit volgt uit Europese Richtlijn 2001/42/EG1. Het instrument milieueffectrapportage is bedoeld om het belang van de leefomgeving, mens en natuur, vroegtijdig en volwaardig mee te kunnen wegen bij belangrijke en strategische besluiten. In de procedure die moet worden gevolgd bij de milieueffectrapportage is ook vastgelegd dat het publiek de kans moet krijgen om input te leveren en zijn belangen uit te spreken bij het voorgenomen concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Aan dit voorschrift wordt voldaan door het ontwerp van het concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn samen met de opgestelde plan-MER ter inzage te leggen en de gelegenheid te bieden daarover een zienswijze in te dienen.

Hoe kunt u reageren

Een ieder wordt de gelegenheid geboden een zienswijze in te dienen op het ontwerp van het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn en op de plan-MER.

Het ontwerp, het plan-MER en de overige stukken zijn van 14 juli tot en met 25 augustus 2025 digitaal te raadplegen via de onderstaande website:

Overheid.nl | Consultatie, open consultaties

Het ontwerp van het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn en de plan-MER en de overige relevante stukken liggen daarnaast in dezelfde periode ter inzage op het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Bezuidenhoutseweg 73, 2594 AC Den Haag (in de centrale hal). Houd daarbij rekening met de reguliere openingstijden. Bij bezoek aan het ministerie dient u voorts een geldig identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart of rijbewijs) te tonen.

Gedurende de periode 14 juli tot en met 25 augustus 2025 kunt u een gemotiveerde reactie indienen. Uw gemotiveerde reactie dient ten minste uw naam en adres te bevatten, de dagtekening en een omschrijving van uw reactie. Het indienen van een reactie kan op verschillende wijzen.

U kunt per email een reactie geven via de website van Overheid.nl | Consultatie, open consultaties of door te mailen naar: planMER8eAP@minlnv.nl.

Een schriftelijke reactie kunt u versturen aan:

Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit, t.a.v. Zienswijze ontwerp 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn en plan-MER

Postbus 20401, 2500 EK Den Haag

X Noot
1

Richtlijn 2001/42/EG, art. 5: Wanneer krachtens artikel 3, lid 1, een milieubeoordeling vereist is, wordt een milieurapport opgesteld waarin de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van de uitvoering van het plan of programma alsmede van redelijke alternatieven, die rekening houden met het doel en de geografische werkingssfeer van het plan of programma, worden bepaald, beschreven en beoordeeld.

Naar boven