Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2025, 23716 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2025, 23716 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Gelet op de artikelen 5.1 en 7.2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;
Besluit:
1. Aanvragen voor subsidie in de derde openstelling van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen worden ingediend vanaf 25 augustus 2025 tot en met 6 oktober 2025, 15.00 uur Nederlandse tijd.
2. Aanvragen voor subsidie in de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen worden ingediend vanaf 9 februari 2026 tot en met 13 april 2026, 15.00 uur Nederlandse tijd.
1. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen geldt voor aanvragen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2027, een totaal subsidieplafond van € 4.000.000, onderverdeeld in de volgende subsidieplafonds:
a. € 3.000.000 voor aanvragen waarbij alleen mkb-ondernemingen, uitgezonderd lokale ondernemingen in het doelland, onderdeel zijn van het samenwerkingsverband;
b. € 1.000.000 voor andere aanvragen.
2. Als het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, onder a, niet volledig wordt benut in het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onder b. Als het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, onder b, niet volledig wordt benut in het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onder a.
3. Als het totaal subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, niet volledig wordt benut in het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen in de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen, bedoeld in artikel 1, tweede lid, voor aanvragen als bedoeld in het vierde lid, onder a.
4. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen geldt voor aanvragen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2027, een totaal subsidieplafond van € 4.056.378, onderverdeeld in de volgende subsidieplafonds:
a. € 3.056.378 voor aanvragen waarbij alleen mkb-ondernemingen, uitgezonderd lokale ondernemingen in het doelland, onderdeel zijn van het samenwerkingsverband;
b. € 1.000.000 voor andere aanvragen.
5. Als het totaal subsidieplafond, bedoeld in het vierde lid, onder a, niet volledig wordt benut in het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen als bedoeld in het vierde lid, onder b. Als het subsidieplafond, bedoeld in het vierde lid, onder b, niet volledig wordt benut in het tijdvak waarvoor het is vastgesteld, wordt het resterende bedrag beschikbaar gesteld voor aanvragen als bedoeld in het vierde lid, onder a.
De bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 19 juli 2024, nr. BZ2403369, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen)1wordt als volgt gewijzigd:
A
In de gehele bijlage wordt ‘sociale verduurzaming’ telkens vervangen door ‘sociale verduurzaming en vergroening’.
B
Paragraaf 1 (Achtergrond) wordt als volgt gewijzigd:
In de derde zin van de eerste alinea wordt ‘het milieu’ vervangen door ‘het leefmilieu of het behoud van biodiversiteit’.
In de vierde zin van de eerste alinea wordt ‘leefomgeving’ vervangen door ‘het leefmilieu en de biodiversiteit’.
De laatste drie zinnen van de tweede alinea (IMVO richtlijnen) komen te luiden:
Lidstaten hebben tot 26 juli 2027 de tijd om deze richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Ook andere Europese wetgeving heeft betrekking op due diligence, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de EU Regulation on Deforestation-free products (EUDR). Daarnaast bestaat er wetgeving op gebied van dwangarbeid (Forced Labour Regulation, FLR), conflictmineralen en batterijen. Door deze wetten heeft een grotere groep ondernemingen dan voorheen te maken met vereisten om hun keten te verduurzamen.
De laatste zin van de derde alinea (Sociale verduurzaming en vergroening (nieuw)) wordt vervangen door de volgende drie zinnen:
Vergroening heeft betrekking op het zuiniger omgaan met natuurlijke hulpbronnen en het behoud van biodiversiteit en het leefmilieu. Ondernemingen hebben vaak direct of indirect invloed op het fysieke leefmilieu van lokale gemeenschappen. Het subsidieprogramma beoogt eveneens ondernemingen te stimuleren maatregelen te nemen ter vergroening om daarmee het welzijn van lokale gemeenschappen te verbeteren.
B
In paragraaf 3 (Begrippen) wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
Vergroening: het zuiniger omgaan met natuurlijke hulpbronnen en het behoud van biodiversiteit en het leefmilieu. Maatregelen worden als groen gezien als ze bijdragen aan de milieudoelen van de EU-Taxonomie (klimaatmitigatie -en adaptatie, water, tegengaan vervuiling, circulaire economie en biodiversiteit). Een groene maatregel dient een positieve bijdrage te hebben op minstens één van de zes milieudoelen en tegelijkertijd geen negatieve impact te hebben op de andere vijf doelen noch op de sociale thema’s;
C
Paragraaf 4.1.1 (Hoofddoel en thema’s) onder c. Bestrijding van kinderarbeid wordt als volgt gewijzigd:
De titel van de derde alinea komt te luiden: ‘Samenhang tussen de drie thema’s en vergroening’.
De vijfde en zesde zin van de derde alinea komen te luiden:
Ook problemen in het leefmilieu, zoals ontbossing, gevolgen van klimaatverandering, teruglopende biodiversiteit of milieuvervuiling, kunnen oorzaak zijn van een laag inkomen van kleine producenten. Dergelijke problemen kunnen door middel van vergroeningsmaatregelen onder het subsidieprogramma worden aangepakt als deze maatregelen bijdragen aan verbetering op de sociale thema’s. Vergroening kan bijvoorbeeld bijdragen aan veiligere arbeidsomstandigheden door minder gebruik van pesticiden. Een ander voorbeeld is zuiniger omgaan met grondstoffen, dit kan kostenbesparing opleveren, wat kan bijdragen aan leefbaar loon/inkomen.
D
Paragraaf 4.1.2 (Verbetering voor en samenwerking met lokale organisaties in de keten) wordt als volgt gewijzigd:
De derde en vierde zin in de eerste alinea komen te luiden:
Vergroening kan bijdragen aan de verbetering van het fysieke leefmilieu van producenten en hun gemeenschappen door middel van het tegengaan van ontbossing, het verbeteren van de biodiversiteit of het aanpakken van milieuvervuiling. Vergroeningsmaatregelen dienen altijd bij te dragen aan de in paragraaf 4.1.1 (hoofddoel en thema’s) opgenomen sociale thema’s. Bijvoorbeeld omdat een vergroeningsmaatregel bijdraagt aan een hoger inkomen of betere arbeidsomstandigheden, zoals in het geval van regeneratieve landbouw.
In de derde zin van de tweede alinea wordt ‘vereist’ vervangen door ‘vereisen’.
E
Aan paragraaf 4.1.3 (Leren en delen) wordt een alinea toegevoegd, luidende:
Door middel van het subsidieprogramma worden ondernemingen aangespoord om naast hun individuele inspanningen ook de samenwerking op te zoeken in hun sector via IMVO-sectorovereenkomsten of multistakeholder initiatieven. Dit geeft de mogelijkheid om samen met andere ondernemingen en organisaties risico’s te identificeren en aan te pakken, individuele lasten te verlagen, te leren van elkaar en samen invloed uit te oefenen. Van ondernemingen wordt dan ook verwacht dat ze hun kennis en ervaring opgedaan in de projecten onder dit subsidieprogramma actief delen met andere ondernemingen in de sector, via MVO-sectorovereenkomsten of soortgelijke initiatieven voor verduurzaming.
F
In paragraaf 4.2 (Begunstigden) wordt ‘en hun werknemers’ vervangen door ‘en hun werknemers en mogelijk de lokale gemeenschap’.
G
In paragraaf 4.6 (Looptijd van de activiteiten) wordt ‘3 jaar’ vervangen door ‘4 jaar’.
H
In paragraaf 7. (Beoordeling en verdeling beschikbare middelen) wordt in criterium 1.1 van onderdeel 1. Relevantie na ‘productielanden’ ingevoegd ‘, eventueel in combinatie met vergroeningsmaatregelen’.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat de bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp van 19 juli 2024, nr. BZ2403369 tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen) zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit van toepassing blijft op subsidies die voor die dag verleend zijn en aanvragen die voor die dag al waren ingediend.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Buitenlandse Zaken namens deze, de plaatsvervangend Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, S. Collet
Dit besluit strekt er allereerst toe de data van de derde en vierde openstellingsronde van het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen vast te stellen, evenals het subsidieplafond dat beschikbaar is voor subsidieverlening voorin die rondes te ontvangen aanvragen.
Daarnaast is het thema ‘vergroening’ expliciet toegevoegd aan het subsidieprogramma, zodat het subsidieprogramma ondernemingen en hun lokale partners in de producerende landen kan ondersteunen bij de implementatie van (brede) Europese due diligence wetgeving. Sociale en groene thema’s zoals ontbossing of verlies van biodiversiteit zijn vaak verbonden met elkaar, en met de toevoeging van het thema ‘vergroening’ worden ondernemingen gestimuleerd om sociale en milieu risico’s in hun waardeketens in samenhang aan te pakken. (Artikel 3, wijzigingsonderdelen A tot en met D, H en F)
Aangezien in de praktijk is gebleken dat een projectduur van drie jaar vaak niet toereikend is om goed onderzoek te kunnen doen, de juiste stakeholders te betrekken en passende maatregelen goed te verankeren, wordt voor aanvragen in de derde en vierde openstellingsronde van het subsidieprogramma de duur van de individuele projecten met een jaar verlengd van drie naar vier jaar. (Artikel 3, wijzigingsonderdeel G)
Tot slot wordt aandacht gevraagd voor het breed delen van de ervaringen en lessen opgedaan binnen SPVO-projecten met andere ondernemingen in de sector en met IMVO-sectorovereenkomsten of multistakeholder initiatieven, waarbij voortaan van ondernemingen wordt verwacht dat zij hun kennis en ervaringen gaan delen binnen dit soort initiatieven zodat ook ondernemingen die geen subsidie onder het subsidieprogramma ontvangen kunnen leren van de projecten. (Artikel 3, wijzigingsonderdeel E)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-23716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.