Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 juni 2025 (6467692/25/dp&o), houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met een wijziging van de taken van het CJIB

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 63d wordt gewijzigd als volgt:

In het eerste lid komen de onderdelen k, l en m als volgt te luiden:

  • k. het inwinnen van informatie bij slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen ten behoeve van het meewegen van hun belangen bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende straffen en maatregelen;

  • l. het doen van mededelingen van de informatie als bedoeld in artikel 51ac, eerste lid, onder g, i, j en k, vierde en vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • m. het verzenden van afschriften van strafbeschikkingen als bedoeld in artikel 257d, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering aan slachtoffers, nabestaanden of andere rechtstreeks belanghebbenden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: Organisatiebesluit JenV) in verband met de actualisering van de beschrijving van de werkzaamheden van Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB) opgenomen in artikel 63d van dat organisatiebesluit mede in verband met de inwerkingtreding van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 2025.

Artikel 63d, eerste lid, onderdelen k, l en m van het Organisatiebesluit JenV worden gewijzigd. Deze wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid betreft de uitbreiding van taken op het gebied van het informeren en raadplegen van slachtoffers in de fase van tenuitvoerlegging.

Onderdeel k bepaalt na de wijziging daarvan dat het CJIB – namens de ter zake verantwoordelijke bewindspersoon van het Ministerie van Justitie en Veiligheid – verantwoordelijk is voor het inwinnen van informatie bij slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende straffen en maatregelen.

De in te winnen informatie moet ingevolge artikel 6:1:3 van het Wetboek van Strafvordering worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen, aangezien dat artikel bepaalt dat bij de tenuitvoerlegging met alle in aanmerking komende belangen, waaronder de belangen van slachtoffers en nabestaanden, rekening moet worden gehouden. Het raadplegen en informeren van slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen – afhankelijk van of het om tijdelijke gevangenisstraffen of andere vrijheidsbenemende straffen en maatregelen gaat – zal uitsluitend plaatsvinden, indien zij eerder te kennen hebben gegeven dat te wensen.

Volledigheidshalve wordt hier opgemerkt dat met betrekking tot gedetineerden uit artikel 40 van de Penitentiaire Beginselenwet volgt dat bij beslissingen over mediaverzoeken die zij indienen eveneens de belangen van slachtoffers en nabestaanden moeten worden meegewogen. Met betrekking tot de verpleegden volgt hetzelfde uit artikel 39 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.

Onderdeel l bepaalt na de wijziging daarvan dat het CJIB – namens de ter zake verantwoordelijke bewindspersoon van het Ministerie van Justitie en Veiligheid – verantwoordelijk is voor het informeren van slachtoffers over de informatie uit artikel 51ac, eerste lid, onder g, i, j en k, vierde en vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het gaat daarbij onder meer om het informeren over einduitspraken van rechters in strafzaken, schadevergoedingsmaatregelen en de invrijheidstelling van verdachten of veroordeelden.

Onderdeel m bepaalt na wijziging daarvan dat het CJIB – namens de ter zake verantwoordelijke bewindspersoon van het Ministerie van Justitie en Veiligheid – verantwoordelijk is voor het verzenden van afschriften van strafbeschikkingen van het Openbaar Ministerie.

De wijziging van voornoemde onderdelen l en m hangt samen met de inwerkingtreding van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 2025, waarbij andere specifieke informatietaken ten behoeve van slachtoffers en nabestaanden worden overgedragen van het Openbaar Ministerie naar de ter zake verantwoordelijke bewindspersoon van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

De onderdelen voorzien erin dat het CJIB – als onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid – invulling zal geven aan deze verantwoordelijkheid. Deze taken worden gefaseerd overgedragen. Voor zover de taken van het Openbaar Ministerie nog niet materieel zijn overgenomen door het CJIB zijn er samenwerkingsafspraken tussen het OM en het CJIB.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Naar boven