Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2025, 23114 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2025, 23114 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
De Regeling specifieke uitkering COVID-19-vaccinatie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervallen de begripsbepalingen medische dienst, OMT-V en zorginstelling, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van de begripsbepaling uitkering door een punt.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘1 juli 2024 tot en met 31 december 2024’ vervangen door ‘1 januari 2025 tot en met 31 december 2025’.
2. In het tweede lid wordt ‘1 juli tot en met 31 december 2024’ vervangen door ‘1 september 2025 tot en met 31 december 2025’.
3. Het derde lid wordt vervangen door drie leden, luidende:
3. De hoogte van de uitkering wordt bepaald op basis van een vast bedrag per toegediende vaccinatie ter hoogte van € 25,89.
4. Indien de kostprijs van een GGD voor het toedienen van een COVID-19-vaccinatie hoger ligt dan het in het eerste lid genoemde bedrag, ontvangt de desbetreffende GGD een aanvullende uitkering van ten hoogste het bedrag zoals genoemd in de vierde kolom van de tabel in de bijlage bij deze regeling.
5. De uitkering per GGD voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties bedraagt ten hoogste het bedrag zoals genoemd in de vijfde kolom van de tabel in de bijlage bij deze regeling.
C
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid, wordt artikel 7, eerste lid, vervangen door drie leden, luidende:
1. De aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt uiterlijk op 31 augustus 2025 ontvangen.
2. Voor de aanvraag tot verlening wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
3. De minister beslist binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagtermijn, genoemd in het eerste lid, op een aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering.
D
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘de realisatiecijfers van de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt, volgens een door de minister vastgesteld format’ vervangen door ‘het toegediende aantal vaccinaties’.
2. In het tweede lid wordt ‘de daaraan verbonden kosten’ vervangen door ‘de daaraan verbonden aantallen en kosten’.
E
Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, wordt artikel 10, tweede lid, vervangen door twee leden, luidende:
2. De uitkering wordt vastgesteld op het in artikel 3, derde lid, genoemde bedrag per toegediende vaccinatie, voor ten hoogste het maximum aantal vaccinaties dat door de minister bij de verlening is genoemd en ten laagste 75% van het in de verleningsbeschikking genoemde uitkeringsbedrag.
3. In afwijking van het tweede lid wordt de uitkering aan een GGD die een aanvullende uitkering heeft ontvangen als bedoeld in artikel 3, vierde lid, vastgesteld op een bedrag per toegediende vaccinatie waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd, voor ten hoogste het maximum aantal vaccinaties dat is genoemd in de tweede kolom van de tabel in de bijlage bij deze regeling en ten laagste 85% van het in de verleningsbeschikkin genoemde bedrag.
F
De bijlage komt te luiden:
Onderstaand is een lijst opgenomen waarin de GGD’en staan en het maximale uitkeringsbedrag dat zij kunnen ontvangen op grond van artikel 3, vijfde lid, voor de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.
De bedragen zijn per GGD gebaseerd op het door het RIVM geprognotiseerde aantal vaccinaties per GGD en de vergoeding per vaccinatie (artikel 3, derde lid). De vastgestelde aantallen bestaan uit:
a. het toedienen van vaccinaties aan mensen die op individuele basis worden doorverwezen door hun behandelend arts; en
b. het toedienen van vaccinaties tijdens de najaarsronde voor de door de Gezondheidsraad aangegeven doelgroepen.
|
GGD |
Maximum aantal vaccinaties in 2025 |
Vergoeding op basis van tarief per vaccinatie (artikel 3, derde lid) |
aanvullende uitkering (artikel 3, vierde lid) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
|
GGD Drenthe |
83.865 |
€ 2.171.265 |
n.v.t. |
€ 2.171.265 |
|
GGD Flevoland |
42.470 |
€ 1.099.548 |
n.v.t. |
€ 1.099.548 |
|
GGD Fryslân |
82.914 |
€ 2.146.643 |
n.v.t. |
€ 2.146.643 |
|
VG Gelderland-Midden |
112.926 |
€ 2.923.654 |
€ 212.301 |
€ 3.135.955 |
|
GGD Noord- en Oost-Gelderland |
128.545 |
€ 3.328.030 |
€ 173.536 |
€ 3.501.566 |
|
GGD Gelderland-Zuid |
83.137 |
€ 2.152.417 |
n.v.t. |
€ 2.152.417 |
|
GGD Groningen |
76.711 |
€ 1.986.048 |
€ 67.506 |
€ 2.053.553 |
|
GGD Zuid-Limburg |
85.838 |
€ 2.222.346 |
n.v.t. |
€ 2.222.346 |
|
GGD Limburg-Noord |
76.775 |
€ 1.987.705 |
n.v.t. |
€ 1.987.705 |
|
GGD West-Brabant |
107.071 |
€ 2.772.068 |
n.v.t. |
€ 2.772.068 |
|
GGD Hart voor Brabant |
159.115 |
€ 4.119.487 |
€ 114.563 |
€ 4.234.050 |
|
GGD Brabant-Zuidoost |
119.695 |
€ 3.098.904 |
n.v.t. |
€ 3.098.904 |
|
GGD Zaanstreek/Waterland |
44.645 |
€ 1.155.859 |
€ 91.969 |
€ 1.247.828 |
|
GGD Kennemerland |
85.855 |
€ 2.222.786 |
€ 176.861 |
€ 2.399.647 |
|
GGD Hollands-Noorden |
95.513 |
€ 2.472.832 |
n.v.t. |
€ 2.472.832 |
|
GGD Gooi en Vechtstreek |
39.083 |
€ 1.011.859 |
n.v.t. |
€ 1.011.859 |
|
GGD Amsterdam |
100.328 |
€ 2.597.492 |
€ 206.676 |
€ 2.804.168 |
|
GGD Twente |
82.074 |
€ 2.124.896 |
€ 8.207 |
€ 2.133.103 |
|
GGD IJsselland |
71.574 |
€ 1.853.051 |
n.v.t. |
€ 1.853.051 |
|
GGD Regio Utrecht |
182.932 |
€ 4.736.109 |
€ 146.346 |
€ 4.882.455 |
|
GGD Zeeland |
65.974 |
€ 1.708.067 |
€ 60.696 |
€ 1.768.763 |
|
GGD Rotterdam-Rijnmond |
140.950 |
€ 3.649.196 |
€ 290.357 |
€ 3.939.553 |
|
GGD Hollands-Midden |
100.852 |
€ 2.611.058 |
€ 207.755 |
€ 2.818.813 |
|
GGD Haaglanden |
139.256 |
€ 3.605.338 |
n.v.t. |
€ 3.605.338 |
|
DGJ Zuid-Holland Zuid |
64.902 |
€ 1.680.313 |
€ 133.698 |
€ 1.814.011 |
|
Totaal |
2.373.000 |
€ 61.436.970 |
€ 1.890.470 |
€ 63.327.440 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Op grond van de Regeling specifieke uitkering COVID-19-vaccinatie (hierna: de Regeling) die per 1 juli 2023 in werking is getreden, kan een specifieke uitkering (hierna: uitkering) worden verstrekt aan GGD’en voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties. De Regeling heeft een geldingsduur tot 1 januari 2026. Voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 is een uitkering verstrekt aan de GGD’en, alsmede in de periodes van 1 januari 2024 tot en met 31 juni 2024 en van 1 juli tot en met 31 december 2024.
Omdat ook in 2025 capaciteit voor het toedienen van COVID-19-vaccinaties nodig is, wordt de Regeling opnieuw gewijzigd door middel van deze wijzigingsregeling.
Om te komen tot een duurzame manier van financieren die vergelijkbaar is met de wijze waarop andere vaccinaties worden gefinancierd, is voor de COVID-19-vaccinaties ook gekozen om te werken met een vergoeding per gezette vaccinatie.
COVID-19-vaccinatieprogramma
De GGD’en krijgen een uitkering voor het in de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 toedienen van COVID-19-vaccinaties aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde doelgroepen1: mensen vanaf 60 jaar, medische (hoog-)risicogroepen en zorgmedewerkers met direct patiënt-cliëntcontact.
Mensen die niet tot de bovenvermelde doelgroepen behoren, maar bijvoorbeeld vanwege een kwetsbaar gezinslid of op advies van een behandelend arts toch een COVID-19-vaccinatie willen ontvangen, komen ook in aanmerking voor een COVID-19-vaccinatie in de najaarsronde. Daarnaast blijft de mogelijkheid bestaan dat een behandelend arts in individuele gevallen buiten de najaarsronde om, op een moment dat dit nodig wordt geacht, COVID-19-vaccinatie kan aanbieden.
De begrippen medische dienst, OMT-V en zorginstelling zijn met deze wijzigingsregeling vervallen, omdat de bepalingen waarin deze begrippen voorkwamen zijn vervallen dan wel gewijzigd.
Om te komen tot een duurzame manier van financieren die vergelijkbaar is met de wijze waarop andere vaccinaties worden gefinancierd, is samen met de GGD’en met behulp van externe ondersteuning van KPMG een onderzoek uitgevoerd naar de vergoeding per vaccinatie. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat tussen de GGD’en grote verschillen bestaan in de kosten voor het toedienen van vaccinaties. In het onderzoek zijn geen algemene objectieve indicatoren (bijvoorbeeld bevolkingssamenstelling, regionale factoren) gevonden als verklaring voor kostprijsverhogende factoren bij GGD’en. Op basis van het onderzoek is met GGD GHOR en de GGD’en de wijze van financiering voor 2025 uitgewerkt, waarmee alle GGD’en op de algemene ledenvergadering van 12 april 2025 akkoord zijn gegaan.
Om te komen tot een tarief per vaccinatie is gekeken naar de gemiddelde kostprijs voor het toedienen van een vaccinatie en op basis daarvan is het tarief vastgesteld op € 25,89. Door uit te gaan van een gemiddelde ontstaat voor sommige GGD’en een nadeel (eigen kostprijs is hoger dan het gemiddelde) en voor sommige GGD’en een voordeel (eigen kostprijs ligt onder het gemiddelde). GGD’en die een hogere kostprijs hebben per vaccinatie zijn in staat om op termijn de kostprijs aan te laten sluiten bij het vastgestelde tarief. Omdat het naar beneden bijstellen van de kostprijs tijd vergt, ontvangen deze GGD’en tijdelijk een aanvullende uitkering (compensatie). Bij de berekening van de compensatie is met de GGD’en een maximale kostprijs afgestemd van € 30.
De GGD’en worden gevraagd om tijdens de najaarsronde voorbereid te zijn op een bepaald aantal vaccinaties. Om te voorkomen dat GGD’en financieel in de problemen komen door een opkomst die fors lager is dan de prognose, is een minimale vergoeding bepaald. Deze vergoeding van minimaal 75% is gebaseerd op het aandeel aan vaste kosten in de kostprijs, ongeacht of de vaccinaties worden toegediend, zoals uit het onderzoek van KPMG is gebleken. GGD’en met een bovengemiddelde kostprijs hebben een opgave om de kosten te reduceren. Voor deze GGD’en is een hoger bedrag gegarandeerd (garantiebedrag) van 85% van de verleende uitkering.
Samenvattend zijn voor de financiering van de COVID-19-vaccinaties in 2025 de volgende afspraken gemaakt:
• Voor 2025 is de vergoeding per vaccinatie bepaald op € 25,89 (zie onderdeel B, onder 3).
• In 2025 bedraagt de compensatie om de kostprijs naar beneden bij te stellen richting de gemiddelde kostprijs: 50% van het verschil tussen de kostprijs van de betreffende GGD, waarbij de kostprijs wordt gemaximeerd op € 30, en de vastgestelde prijs van € 25,89 per vaccinatie. Kortom: max € 30 – € 25,89 = € 4,11 x 50% = € 2,06 aan maximale compensatie (onderdeel B, onder 3).
• Het garantiebedrag is voor 2025 bepaald op 75% van het toegekende bedrag (artikel 10, tweede lid (nieuw), zie onderdeel E). Hiermee zijn de vaste kosten van de GGD afgedekt.
• Voor GGD’en die in aanmerking komen voor de tijdelijke compensatie is de garantievergoeding voor 2025 bepaald op 85% van het toegekende bedrag (artikel 10, derde lid (nieuw), zie onderdeel E). Deze groep GGD’en komt in aanmerking voor een hogere garantiebijdrage omdat zij al maatregelen genomen hebben om de kosten af te bouwen, waardoor de ruimte voor extra besparing beperkt zijn.
De vergoeding per vaccinatie geldt voor alle COVID-19 vaccinaties die worden gezet (op locatie, zorginstellingen, niet mobiel thuiswonenden). Bron voor het vaststellen van het aantal gezette vaccinaties per GGD is de registratie in het landelijk registratiesysteem Coronit.
Op basis van het totaal aantal verwachte vaccinaties is door het RIVM in afstemming met de GGD’en het aantal geraamde vaccinaties per GGD bepaald.
In de bijlage bij de Regeling blijkt uit de tabel, kolom 4, welke GGD’en alleen het vaste tarief van € 25,89 ontvangen en welke GGD’en ook compensatie ontvangen op grond van artikel 3, vierde lid. In onderstaande tabel is voor laatstbedoelde GGD’en de compensatie per vaccinatie opgenomen.
|
GGD |
Vergoeding p/vaccinatie |
Tijdelijke compensatie |
Totaal |
|---|---|---|---|
|
VG Gelderland-Midden |
€ 25,89 |
€ 1,88 |
€ 27,77 |
|
GGD Noord- en Oost-Gelderland |
€ 25,89 |
€ 1,35 |
€ 27,24 |
|
GGD Groningen |
€ 25,89 |
€ 0,88 |
€ 26,77 |
|
GGD Hart voor Brabant |
€ 25,89 |
€ 0,72 |
€ 26,61 |
|
GGD Zaanstreek/Waterland |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
|
GGD Kennemerland |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
|
GGD Amsterdam |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
|
GGD Twente |
€ 25,89 |
€ 0,10 |
€ 25,99 |
|
GGD Regio Utrecht |
€ 25,89 |
€ 0,80 |
€ 26,69 |
|
GGD Zeeland |
€ 25,89 |
€ 0,92 |
€ 26,81 |
|
GGD Rotterdam-Rijnmond |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
|
GGD Hollands-Midden |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
|
DGJ Zuid-Holland Zuid |
€ 25,89 |
€ 2,06 |
€ 27,95 |
Het verstrekken van de uitkering op aanvraag heeft de voorkeur boven het ambtshalve verlenen, gelet op foutgevoeligheid van laatstgenoemd proces. Daarom wordt vanaf 2025 gebruik gemaakt van een portaal waarin de conceptaanvraag voor de GGD’en is opgenomen. De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) stuurt medio 2025 elke GGD een brief, zodat de GGD’en binnen een bepaald tijdvak middels een door de minister vastgesteld formulier een aanvraag kunnen indienen voor de specifieke uitkering op grond van artikel 3, eerste lid, en – voor zover van toepassing, zie de tabel hierboven – de aanvullende uitkering (compensatie) op grond van artikel 3, vierde lid. De GGD’en ontvangen de verleningsbeschikking uiterlijk 1 september 2025.
De GGD’en rapporteren uiterlijk 4 weken na afloop van elk kwartaal na ontvangst van een uitkering het aantal gezette vaccinaties. Dit laat onverlet dat GGD’en verplicht zijn om elke informatie die kan leiden tot aanpassing van de regeling en een beslissing tot wijziging van de uitkering tijdig te melden (artikel 2, tweede lid, van de Regeling, in samenhang met artikel 5.7, eerste lid, onder c, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS).
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn bij regelgeving (zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), is de termijn tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling afwijkend. Afwijking van de minimuminvoeringstermijn is aangewezen, omdat de GGD'en al vanaf 1 januari 2025 bezig zijn om het COVID-19-vaccinatieprogramma te realiseren en er dus zo snel mogelijk duidelijkheid moet worden verschaft over de financiering.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
COVID-19-vaccinatie in 2025 (advies van de Gezondheidsraad van 27 maart 2025 aan de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport), Den Haag: Gezondheidsraad 2025, publicatienr. 2025/04.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-23114.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.