Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2025, 22754 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2025, 22754 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;
Gelet op Verordening (EU) nr. 2025/1098 van de Raad van 27 mei 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in (PbEU L 2025/1098) en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;
Besluit:
De Sanctieregeling Syrië 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt als volgt te luiden:
1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2 bis, eerste lid, artikel 2 ter, eerste lid, artikel 2 quater, eerste lid, artikel 3, eerste en vierde lid, artikel 3 bis, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 11 quater, eerste lid, artikel 14, artikel 15 bis, vierde lid, artikel 19, tweede lid, artikel 27 bis en artikel 29, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 (Pb L16).
2. Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2 bis, tweede lid en derde lid, artikel 3, derde lid en vijfde lid, artikel 3 ter, artikel 4, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, in geval van voorafgaandelijke toestemming, bedoeld in artikel 5, eerste lid, artikel 11 quater, tweede lid, artikel 15 bis, eerste lid, artikelen 16 tot en met 20, of artikel 21 quater, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 van toepassing is.
B
Artikel 2 komt als volgt te luiden:
De bevoegde autoriteit in de artikelen 2bis, tweede lid en derde lid, 2 ter, tweede lid, 2quater, tweede lid, 3, derde tot en met vijfde lid, 4, eerste lid en tweede lid, 5, eerste lid, 15 bis, eerste en tweede lid, 16, artikel, 16 bis, derde en vierde lid, 17, 18, eerste lid, 19, tweede lid, 20, 20 bis, 21 quater, eerste lid, en 29, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 is, de Minister van Buitenlandse Zaken of de Minister van Financiën, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Syrië 2012 als gevolg van de gewijzigde Verordening (EU) nr. 36/2012 door Verordening (EU) nr. 2025/10981. Deze verordening geeft uitvoering aan Besluit 2025/10962.
Na de val van het regime van Assad in Syrië benadrukte de Europese Raad in zijn conclusies van 19 december 2024 de historische kans om het land te herenigen en weer op te bouwen. De Raad onderstreepte het belang van een inclusief en door Syrië geleid politiek proces dat beantwoordt aan de legitieme aspiraties van het Syrische volk en in overeenstemming met de kernbeginselen van Resolutie 2254 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Op basis van een evaluatie van Besluit 2013/255/GBVB werd een aantal sectorale en individuele maatregelen opgeschort. Op 20 mei 2025 heeft de Europese Raad zijn politieke besluit aangekondigd om economische sancties tegen Syrië op te heffen, ter ondersteuning van het Syrische volk om zich te herenigen en een nieuw, inclusief, pluralistisch en vreedzaam Syrië op te bouwen, zonder schadelijke buitenlandse inmenging. De Europese Raad oordeelde dat alle sectorale beperkende maatregelen moeten worden opgeheven, met uitzondering van die welke op veiligheidsgronden zijn gebaseerd. De leden van de families al-Assad en Makhlouf en personen die banden met hen hebben, ministers van de Syrische regering die na mei 2011 onder het voormalige al-Assad-regime aan de macht waren, kunnen pogingen ondernemen om het conflict te doen escaleren waardoor de vreedzame transitie in Syrië belemmert. Hetzelfde geldt voor milities, gewapende groeperingen, veiligheidstroepen en inlichtingendiensten die banden hebben met, en loyaal zijn aan, het voormalige al-Assad-regime. Vooraanstaande zakenlieden die actief zijn in Syrië en banden hebben met het al-Assad-regime en die als gevolg hiervan aanzienlijke rijkdom en macht hebben verworven, hebben hun invloedrijke positie en hun netwerken behouden. Deze individuen vormen daardoor een inherent risico op gewelddadige onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de vreedzame transitie in Syrië.
Na de val van het al-Assad-regime zijn er nog steeds meer dan 100 vermoedelijke locaties voor chemische wapens in Syrië, een aantal dat veel hoger ligt dan vóór de val van het al-Assad-regime. De vernietiging van de resterende voorraden chemische wapens van Syrië blijft een prioriteit voor de bescherming van de Syrische bevolking.
Het voorgaande heeft ertoe geleid dat de Europese Raad enkele beperkende maatregelen heeft verlengd tot en met 1 juni 2026. Deze verlengde beperkende maatregelen zijn:
– de beperkende maatregelen t.a.v. apparatuur die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt (artikel 2 e.v. van Verordening (EU) nr. 36/2012);
– de beperkende maatregelen ten aanzien van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie vermeld op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen (artikel 3 e.v. van Verordening (EU) nr. 36/2012);
– de beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde apparatuur, technologie of programmatuur (artikel 4 van Verordening (EU) nr. 36/2012);
– financiële sancties jegens bepaalde natuurlijke personen en entiteiten (artikel 14 e.v. van Verordening (EU) nr. 36/2012).
Artikel 1 van de Sanctieregeling Syrië 2012 is in zijn geheel opnieuw komen te luiden vanwege het vervallen van een groot aantal artikelen uit Verordening (EU) nr. 36/2012) als gevolg van Verordening (EU) nr. 2025/1098. In artikel 1, eerste lid, is het verbod op overtreding van bepaalde artikelen strafbaar gesteld en in het tweede lid zijn de uitzonderingen hierop opgenomen (artikel I, onderdeel A).
In artikel 2 van de Sanctieregeling Syrië 2012 worden de verwijzingen naar de bevoegde autoriteit geactualiseerd eveneens vanwege het vervallen van een groot aantal artikelen. In dit artikel wordt o.a. de Minister van Buitenlandse Zaken genoemd. Voor het huidige kabinet betekent dit dat de bevoegdheid uit artikel 2 wordt uitgevoerd door de Staatssecretaris Buitenlandse Handel (artikel I, onderdeel B).
Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website
Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vast verandermomenten.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
Verordening (EU) nr. 2025/1098 van de Raad van 27 mei 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in (PbEU L 2025/1098).
Besluit van de Raad (GBVB) 2025/1096 van 27 mei 2025 tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PbEU L 2025/1098).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-22754.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.