Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Klimaat en Groene Groei | Staatscourant 2025, 22357 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Klimaat en Groene Groei | Staatscourant 2025, 22357 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, 16, 17, derde lid, en 25 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
De Regeling nationale EZK- en-LNV subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4.2.44 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het tweede lid, bevat een samenwerkingsverband ten minste twee ondernemingen die niet met elkaar in een groep verbonden zijn, indien het een MOOI-project binnen de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4, betreft.
B
In artikel 4.2.47, tweede lid, wordt na ‘de MOOI-missie Industrie, innovatiethema 3,’ ingevoegd ‘en van de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4,’.
C
In artikel 4.2.49, onderdeel a, wordt na ‘een vooraanmelding’ ingevoegd ‘voor de MOOI-missie Systeemintegratie of op 1 oktober 2025 vóór 17.00 uur een vooraanmelding voor de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4,’.
D
Bijlage 4.2.6, Hoofdstuk 1. MOOI-missie Elektriciteit, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan Onderdeel A. Doelstelling, tweede alinea, eerste volzin, wordt toegevoegd ‘, nucleaire reactor of opslagsysteem voor radioactief afval’.
2. Aan Onderdeel B. Innovatiethema’s wordt een innovatiethema toegevoegd, luidende:
Het innovatiethema kernenergie is opgesplitst in twee onderdelen. Een project richt zich op ten minste één van de volgende subthema’s.
4a: Nucleaire reactor- en splijtstofcyclustechnologie
Dit subthema betreft projecten voor innovaties die betrekking hebben op de ontwikkeling van Generatie-IV reactoren of Small Modular Reactors (SMR’s) van ten minste Generatie III+, inclusief micro reactoren.
4b: opslag radioactief afval in geologische eindberging
Dit subthema betreft projecten voor innovaties die betrekking hebben op de ontwikkeling van veilige, kosten-efficiënte berging van radioactief afval in een geologische eindberging. Het gaat hierbij om systemen die aantoonbaar de kosten voor opslag en verwerking van hoogradioactief afval verlagen binnen van toepassing zijnde internationale veiligheidseisen (zoals beschreven in de Safety Standards van het IAEA).
In de tabel horende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 wordt onder de rij van Titel 4.2: Topsector energieprojecten, Artikel 4.2.9, Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO), Onderdeel D. Circulaire Economie, 3. Biobased Circular, een rij ingevoegd, luidende:
|
4.2.44 |
Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) |
1. MOOI-missie Elektriciteit: Innovatiethema 4 |
05-01-2026 t/m 12-02-2026 |
€ 10.000.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 30 juni 2025
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 (hierna: ROES 2025) in verband met de inhoudelijke aanpassingen en opstelling van de subsidiemodule Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (hierna: MOOI) ten behoeve voor innovatieprojecten op het gebied van kernenergie. Deze module valt onder titel 4.2 Topsector energieprojecten van de RNES.
De subsidiemodule MOOI draagt bij aan de innovatieopgave uit het Klimaatakkoord. De MOOI ondersteunt brede, multidisciplinaire samenwerkingsverbanden rondom onderzoek en ontwikkeling van integrale oplossingen voor innovatie-uitdagingen. Door alle facetten van de oplossing mee te nemen, wordt de slaagkans van de innovatie in de markt vergroot en wordt gezamenlijke kennisontwikkeling en -deling gestimuleerd. De integrale oplossingen die onderzocht en ontwikkeld worden dienen binnen tien jaar (missies Elektriciteit, Industrie en Systeemintegratie) of vijf jaar (missie Gebouwde omgeving) na de start van het project tot een eerste toepassing te leiden en dienen bij te dragen aan de verduurzamingsopgave van minstens één van de missies van de MOOI. De innovatiethema’s binnen de missies waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, komen voort uit inhoudelijke innovatiesporen – zogenoemde Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma's (hierna: MMIP's) – die vastgelegd zijn in de Integrale Kennis en Innovatie Agenda (hierna: IKIA)1.
Om de hernieuwde ambities van het kabinet op het gebied van kernenergie in Nederland te kunnen realiseren, is een versterkte inzet op kennisontwikkeling en innovatie essentieel. Hiertoe is in 2023 een MMIP toegevoegd aan de IKIA toegevoegd. Het MMIP Kernenergie is onderdeel van Missie Elektriciteit, omdat het bijdraagt aan een volledig CO2-vrij elektriciteitssysteem in 2050. Voor het MMIP Kernenergie is tot en met 2030 € 65.000.000 beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds. Het ondersteunen van innovatieprojecten via de subsidiemodule MOOI geeft hier deels verder invulling aan. Binnen de openstelling van de MOOI ligt de nadruk op twee innovatiethema's: onderzoek en ontwikkeling van nieuwe, innovatieve reactortechnieken, en onderzoek en ontwikkeling van kosten-efficiënte, veilige opslag van radioactief afval in geologische eindberging.
Om de openstelling mogelijk te maken betreft deze wijzigingsregeling enkele aanpassingen aan de subsidiemodule MOOI en de toevoeging van een vierde innovatiethema onder MOOI-missie Elektriciteit: Kernenergie. De openstellingsperiode waarbinnen projecten aanvragen voor dit innovatiethema kunnen indienen loopt vanaf 5 januari 2026 tot en met 12 februari 2026. Het subsidieplafond is daarbij vastgesteld op € 10.000.000. De openstellingsperiode en het subsidieplafond van dit nieuwe thema zijn vastgelegd in de ROES 2025. De wijzigingen van de regeling en bijlage worden verder toegelicht in de artikelsgewijze toelichting. Voorafgaand aan deze openstelling heeft een informele publieke consultatie plaatsgevonden. Hieruit is gebleken dat er voldoende interesse bestaat en dat de subsidiemodule MOOI aansluit op de doelgroep. Mede op basis van deze interessepeiling is één aanvullende wijziging doorgevoerd waarbij het aantal verplichte ondernemingen in een samenwerkingsverband van drie is verlaagd naar twee. Dit is verder toegelicht in de artikelsgewijze toelichting, onderdeel A.
Subsidie die verleend wordt op grond van de subsidiemodule MOOI, bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (hierna: AGVV; industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling).
De voorgenoemde subsidiemodule, en de wijziging en nieuwe openstelling hiervan, zijn verenigbaar met de maximale steunpercentages en voorwaarden van de voormelde artikelen uit de AGVV. In deze subsidiemodule wordt verwezen naar de relevante basis in de AGVV. De steun is transparant en heeft een stimulerend effect.
Voor de subsidiemodule MOOI geldt dat naast economische activiteiten waarvan de steun gerechtvaardigd wordt door de AGVV ook niet-economische activiteiten van onderzoeksorganisaties worden gesubsidieerd, indien deze activiteiten daadwerkelijk als onafhankelijk onderzoek worden gekwalificeerd. Dit onafhankelijk onderzoek valt conform paragraaf 2.1.1 van het O&O&I-steunkader2 niet onder de kwalificatie staatssteun.
De nieuwe openstelling van de voormelde subsidiemodule zal ter kennisneming aan de Europese Commissie worden gemeld, conform artikel 11, onderdeel a, van de AGVV. Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodule wordt verleend, staatssteun bevat die door de AGVV wordt gerechtvaardigd, maakt de minister op grond van artikel 1.8 van de RNES binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de AGVV, en
b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de AGVV, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 100.000.
De inhoudelijke aanpassingen en openstelling van de MOOI hebben effecten op de regeldruk. Alle subsidieaanvragers moeten een aanvraagformulier inclusief projectplan en projectbegroting indienen. Alle subsidieontvangers zijn daarna met de gebruikelijke taken belast, die onder meer terug te vinden zijn in de RNES en het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: Kaderbesluit). Er wordt niet afgeweken van de standaardbepalingen en standaardformulieren die zijn ingericht op minimale administratieve lasten. Zo hoeven er geen voorschotaanvragen te worden ingediend, omdat voorschotten automatisch worden uitgekeerd. Voor tussentijdse rapportages geldt een maximum van één rapportage per jaar conform het Kaderbesluit. Ten aanzien van projecten met een looptijd van een jaar of minder hoeft alleen een eindverslag te worden aangeleverd. Voor de controleverklaring zijn uniforme formulieren opgesteld.
Voor de openstelling van het innovatiethema Kernenergie van de subsidiemodule zal voor circa 4 aanvragen subsidie worden verleend. De administratieve lasten worden geschat op € 450.768. Dat is 4.51% van het totaal beschikbare subsidieplafond van € 10.000.000.
Deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk. Het adviescollege heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat deze geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025. Met deze datum wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden.
Wel wordt afgeweken van de regel dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd om de volgende redenen. In het algemeen wordt opgemerkt dat regels voor subsidiemodules feitelijk pas effect hebben als de subsidiemodule is of wordt opengesteld, omdat vanaf dan aanvragen kunnen worden ingediend en behandeld. Enkel de inwerkingtreding van een regeling heeft dus nog geen effect als de module nog niet is opengesteld. Daarom is vooral de tijd tussen publicatie en openstelling relevant, omdat potentiële aanvragers in die tijd kennis kunnen nemen van de regeling en hun aanvraag kunnen voorbereiden en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de openstelling en behandeling van aanvragen kan voorbereiden. Het moment van openstelling ten opzichte van het moment van publicatie wordt daarom hieronder beschouwd voor de rechtvaardiging van de afwijking van de vaste verandermomenten. Deze wijzigingsregeling wordt weliswaar niet twee maanden voor de officiële inwerkingtreding gepubliceerd, maar wel twee maanden voordat de regels daadwerkelijk van kracht worden, namelijk ruim voor de openstelling van het innovatiethema kernenergie vanaf 5 januari 2026 tot en met 12 februari 2026.
Bovendien heeft er eerder al een informele publieke consultatie plaatsgevonden om een interessepeiling op te halen voor het innovatiethema kernenergie. Hierdoor heeft de sector reeds inzicht kunnen krijgen in de mogelijke opening van dit innovatiethema. Ook is er voldoende tijd beschikbaar om kennis te nemen van de inhoud van deze regeling voordat een eerste actie nodig is, aangezien de vooraanmelding, die uiterlijk 1 oktober 2025 moet zijn ingediend, minder strenge eisen kent en dus minder voorbereiding vraagt.
In artikel 4.2.44 is geregeld dat een deelnemer in een samenwerkingsverband in aanmerking komt voor subsidie onder de MOOI. Onderdeel A wijzigt de nadere eisen voor een samenwerkingsverband in het tweede lid. Hierin is bepaald dat een samenwerkingsverband uit minimaal drie ondernemingen die niet met elkaar in een groep verbonden zijn, moet bestaan. Voor het toegevoegde innovatiethema 4 in de MOOI-missie Elektriciteit is hierop een uitzondering geformuleerd: hiervoor zijn slechts twee ondernemingen die niet met elkaar in een groep verbonden zijn, vereist. De reden hiervoor is dat de kernenergiesector kleiner is dan andere sectoren die vallen onder de overige innovatiethema’s of MOOI-missies. Het hanteren van dezelfde eis zou ertoe leiden dat slechts een zeer beperkte groep in aanmerking zou komen voor subsidie en een kleiner dan gewenst aantal projecten tot stand kan komen.
In artikel 4.2.47, tweede lid, is bepaald dat de resterende subsidieplafonds van de MOOI-missies bij elkaar worden opgeteld en als één subsidieplafond verdeeld worden op volgorde van rangschikking van alle resterende aanvragen ongeacht tot welke missie die behoren. Hiervoor geldt al een uitzondering voor het subsidieplafond van de MOOI-missie Industrie, omdat innovatiethema 3 specifiek opengesteld is voor het Nationaal Groeifondsprogramma BioBased Circular. De middelen waarmee deze openstelling geregeld was, waren afkomstig uit het Nationaal Groeifonds en mogen niet ingezet worden voor andere missies.
In onderdeel B is eenzelfde uitzondering voor de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4, toegevoegd, omdat de Klimaatfondsmiddelen voor kernenergie niet ingezet morgen worden voor andere missies.
In onderdeel C is in de afwijzingsgrond in artikel 4.2.49, onderdeel a, aangepast. Bij de subsidiemodule MOOI wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde vooraanmeldingsprocedure als bedoeld in artikel 21 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies. Met de vooraanmelding vraagt een samenwerkingsverband advies aan de Adviescommissie MOOI, bedoeld in artikel 4.2.49b van de RNES, over de inhoud van een MOOI-project waarvoor dit samenwerkingsverband voornemens is een subsidieaanvraag in te dienen. Het advies van de Adviescommissie MOOI is niet bindend, maar een vooraanmelding is wel een voorwaarde voor de subsidieaanvraag. In onderdeel C van deze wijzigingsregeling is de uiterlijke datum voor het indienen van de vooraanmelding van de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4, toegevoegd. Om ervoor te zorgen dat de vooraanmelding (ruim) vóór de openstelling plaatsvindt en daarover advies kan worden gegeven, dient uiterlijk op 1 oktober 2025 om 17.00 uur een vooraanmelding bij de Adviescommissie MOOI te zijn ingediend.
Door middel van dit onderdeel is het vierde innovatiethema toegevoegd aan de MOOI-missie Elektriciteit in bijlage 4.2.6. Hiervoor wordt de doelstelling van MOOI-missie Elektriciteit aangepast zodat de eerste toepassing ook een toepassing kan zijn in een (deel van een) nucleaire reactor voor energieopwekking bij de opslag van radioactief materiaal. Daarnaast is door middel van dit onderdeel het vierde innovatiethema toegevoegd aan MOOI-missie Elektriciteit in bijlage 4.2.6.
In de tabel horende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 is voor de MOOI-missie Elektriciteit, innovatiethema 4, een nieuwe openstellingsperiode met een bijbehorend subsidieplafond opgenomen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-22357.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.