Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 22293 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Staatscourant 2025, 22293 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Wet basisregistratie ondergrond;
Besluit:
De Regeling basisregistratie ondergrond wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel i wordt ‘grondwaterstandsonderzoek’ vervangen door ‘grondwaterstandonderzoek’.
2. In onderdeel q wordt ‘grondwatergebruikssysteem’ vervangen door ‘grondwatergebruiksysteem’.
3. Aan het slot van onderdeel s vervalt ‘en’.
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel t door ‘; en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
u. milieuhygiënisch bodemonderzoek, opgenomen in bijlage XXII bij deze regeling.
B
In artikel 11a, eerste en tweede lid, wordt ‘artikel 9, derde lid’ telkens vervangen door ‘artikel 9, vierde lid’.
C
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur’ vervangen door ‘artikel 5.1 van de Wet open overheid’.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van inzage door en verstrekking aan bronhouders als de gegevens via een beveiligde digitale koppeling door of namens een bronhouder zijn geleverd.
D
In artikel 15 wordt ‘bijlagen I tot en met XV’ vervangen door ‘bijlagen I tot en met XXII’.
E
Bijlage VII wordt vervangen door de bijlage, opgenomen in bijlage A bij deze regeling.
F
Na Bijlage XXI wordt Bijlage XXII toegevoegd, opgenomen in bijlage B bij deze regeling.
1. Onderdelen A, D en F van deze regeling treden in werking op het tijdstip dat het Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie ondergrond in verband met het toevoegen van het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek in werking treedt.
2. Onderdelen B en C van deze regeling treden in werking met ingang van 1 juli 2025.
3. Onderdeel E van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Deze bijlage betreft de catalogus van het registratieobject grondwatermonitoringput, versie 1.1, met datum 12 april 2024, en is gepubliceerd op https://docs.geostandaarden.nl/bro/vv-im-gmw-20240412/.
Deze bijlage betreft de catalogus van het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek, versie 1.1, met datum 25 september 2024, en is gepubliceerd op https://docs.geostandaarden.nl/bro/sad/.
De Wet basisregistratie ondergrond (hierna: Bro) is op 1 januari 2018 in werking getreden. In de basisregistratie ondergrond (hierna: BRO) worden gegevens opgenomen over de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond die voortvloeien uit verkenningen, over ondergrondse constructies, over gebruiksrechten en over authentieke modellen in relatie tot de ondergrond. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO) is verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer en ziet toe op het gebruik van de BRO. De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (hierna: TNO) verricht in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de Minister van VRO de feitelijke werkzaamheden met betrekking tot de inrichting en het beheer van de BRO.
De BRO is een onderdeel van het stelsel van basisregistraties. Bronhouders die bij de uitvoering van een wettelijke taak of bij het verrichten van werkzaamheden een in het Besluit Bro aangewezen brondocument ontvangen of genereren met betrekking tot de ondergrond van Nederland of het continentaal plat, leveren dat brondocument aan via het bronhouderportaal. Bestuursorganen zijn vervolgens verplicht om de BRO te raadplegen wanneer zij gegevens over de ondergrond nodig hebben. Burgers, bedrijven en overheden kunnen de BRO kosteloos raadplegen.
In de Regeling Bro zijn de technische aspecten van de BRO uitgewerkt. Dit betreft de levering van brondocumenten en de eisen aan de aan te leveren gegevens (catalogus met gegevensstandaarden), de technische en administratieve inrichting van de BRO, en de inzage in en verstrekking van gegevens.
De catalogus definieert per brondocument (registratieobject) waar de in hoofdstuk 3, paragraaf 2, van de Wet Bro genoemde gegevens moeten worden opgenomen en bepaalt de kwaliteitseisen waaraan deze gegevens moeten voldoen. De catalogi beschrijven per registratieobject de gegevensdefinitie, de mogelijke waarden en de kwaliteit waaraan de gegevens moeten voldoen.
Het Besluit Bro is aangevuld met het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek uit het registratiedomein milieukwaliteit, in deze regeling wordt de bijbehorende catalogus vastgesteld. Daarom wijzigen ook artikelen 11 en 15.
Daarnaast wordt in deze regeling de bestaande catalogus inzake het registratieobject grondwatermonitoringput gewijzigd.
Artikel 11a is technisch gewijzigd met het oog op de Wet van 6 november 2024 tot wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond in verband met het aanwijzen van drinkwaterbedrijven als bronhouders en enkele andere wijzigingen.1 Ten slotte is artikel 13 gewijzigd, enerzijds met twee technische correcties en anderzijds om het artikel te verduidelijken.
Het nieuwe registratieobject betreft milieuhygiënisch bodemonderzoek (Site Assessment Data ofwel SAD uit de categorie verkenningen). Het plan is om in een later stadium het registratieobject overheidsbesluit bodemverontreiniging (Soil Legal Decision; SLD uit de categorie gebruiksrecht) onder de werking van de BRO te brengen. Samen vormen deze twee registratieobjecten het registratiedomein milieukwaliteit. Deze registratieobjecten hebben grote potentie om hergebruikt te worden.
Van het registratieobject SAD bepaalt de catalogus in Bijlage XXII de gegevensdefinitie, de mogelijke waarden en de kwaliteit waaraan de gegevens moeten voldoen. Artikelen 11 en 15 verwijzen naar deze catalogus.
SAD gaat over het kwantitatieve onderzoek naar de aard en gehalten van verontreinigende stoffen in de bodem. Bij veel ruimtelijke ontwikkelingen in of op de bodem (denk aan bouw- en graafwerkzaamheden) is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. In het verleden is veel bodemonderzoek verricht en ook nu worden jaarlijks enkele tienduizenden onderzoeken uitgevoerd. Efficiënter is resultaten van onderzoeken beter en op een uniforme wijze toegankelijk te maken. De resultaten zijn nu weliswaar vaak vastgelegd in gemeentelijke en provinciale bodeminformatiesystemen, maar de toegankelijkheid en kwaliteit zijn zeer divers. Een eenduidige ontsluiting met een gegarandeerd kwaliteitsniveau zal er toe leiden dat minder onderzoeken nodig zijn: er kan worden teruggevallen op reeds aanwezige onderzoeksresultaten. In diverse onderzoeken2 zijn schattingen gemaakt van de kosten die hiermee worden bespaard. Het gaat dan om miljoenen euro’s per jaar. In het Eindrapport Vervolgonderzoek ‘Milieuhygiënische bodemkwaliteitsgegevens in de Basisregistratie Ondergrond’3 werden deze bedragen bevestigd.
Catalogi wijzigen van tijd tot tijd door gewijzigde inzichten en gewijzigde omstandigheden. Dat is thans het geval met een eerder vastgestelde catalogus:
Bijlage VII Grondwatermonitoringput (GMW).
Inhoudelijk zijn de wijzigingen beperkt van omvang. De wijzigingen betreffen het inmeten van grondwaterputten en enkele wijzigingen aan de putcode; voorts de mogelijkheid om een koppeling met verkenningen te maken, en om de registratie van putten buiten landsgrenzen te faciliteren; daarnaast is gerealiseerd dat de niet-openbaarheid van geometrie van grondwatermonitoringputten kan worden aangegeven, en zijn de verschillende vormen van filterbescherming uitgebreid. Tenslotte zijn diverse kleine wijzigingsverzoeken verwerkt en is het redactionele deel van de catalogus aangevuld en op onderdelen aangepast aan nieuwe ontwikkelingen (onder andere de toevoeging van drinkwaterbedrijven als bronhouder per 1 juli 20254).
De catalogi en wijzigingen daarin zijn tot stand gekomen door samenwerking tussen alle partijen die betrokken zijn bij de desbetreffende informatieketen. Dat betreft partijen als overheden (gemeenten, provincies, waterschappen), bedrijfsleven (ingenieursbureaus en adviesbureaus) en wetenschappelijke instituten (TNO, WENR5). Over de wijzigingen bestaat breed overeenstemming.
Artikel 11a is gewijzigd, omdat het derde lid van artikel 9 van de Wet Bro wijzigt in een vierde lid in de Wet van 6 november 2024 tot wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond in verband met het aanwijzen van drinkwaterbedrijven als bronhouders en enkele andere wijzigingen.
In artikel 13, eerste lid, was abusievelijk een verwijzing naar artikel 10 van de voorheen geldende Wet openbaarheid van bestuur nog niet vervangen door een verwijzing naar het thans geldende artikel 5.1 van de Wet open overheid. Dat is bij deze gecorrigeerd.
Daarnaast is in het tweede lid de term ‘bestuursorgaan’ vervangen door ‘bronhouder’, om rekening te houden met bovengenoemde wet waarmee de drinkwaterbedrijven per 1 juli 2025 worden toegevoegd als bronhouders van de BRO.
Ten slotte is het tweede lid aangepast om te verduidelijken dat gegevens in een vertrouwelijke categorie die aangeleverd worden, afgeschermd worden voor een ieder maar wel toegankelijk blijven voor bronhouders als die deze gegevens voor het vervullen van hun taken nodig hebben.
Dit was altijd beoogd.
Bij de implementatie van deze regeling kan een bestuursorgaan een bedrijf in het kader van een onderzoeksopdracht de opdracht geven om gegevens over milieuhygiënisch bodemonderzoek rechtstreeks aan de BRO te leveren (als dataleverancier namens het bestuursorgaan). Een bestuursorgaan kan de gegevens van een bedrijf ook zelf leveren aan de BRO. In beide gevallen moet een bedrijf voldoen aan de eisen van de BRO. De eenmalige regeldruk komt met name voort uit het aanpassen van werkprocessen, het realiseren van de benodigde software, het koppelen van de verschillende softwaresystemen en het leveren van de bestaande gegevens aan de BRO. Structurele regeldruk komt voort uit het leveren van gegevens, het onderhouden van de softwaresystemen en het onderzoeken van terugmeldingen. Naar verwachting kost dit een extra inspanning van 10 minuten per uitgevoerd bodemonderzoek om de gegevens aan te leveren aan de BRO. Dit alles betekent een lastendruk van € 150.000 incidenteel en € 245.000 structureel. Daarentegen wordt juist een lastenbesparing verwacht vanwege de herbruikbaarheid van de gegevens in het domein milieukwaliteit.6
Voor wat betreft de wijziging van de catalogus VII geldt dat daaruit voor bestuursorganen en drinkwaterbedrijven geen wezenlijke gevolgen voortvloeien, anders dan de eisen voor de registratie van gegevens die de catalogus met zich meebrengt.
De gehele regeling heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers.
Voor de bestuursorganen zijn de regeldrukgevolgen van de nieuwe registratieobjecten beperkt. Zij zullen de levering en het gebruik van deze gegevens in hun werkprocessen en IT-systemen moeten implementeren, dan wel deze activiteiten machtigen aan opdrachtnemers. Het overgrote deel van de bronhouders heeft dat proces reeds gerealiseerd in het kader van de invoering van de eerste vier tranches van de BRO van 1 januari 2018 tot 1 juli 2022. Bij de uitbreiding met milieuhygiënisch bodemonderzoek moeten deze processen worden aangevuld of geactualiseerd.
Levering van de gegevens over milieukwaliteit aan de BRO wordt gefaciliteerd, doordat de bodemapplicaties die bestuursorganen nu gebruiken in opdracht van de Minister van VRO worden aangepast voor de levering van gegevens over SAD en mogelijk in de toekomst ook over SLD. De bronhouders (of hun dataleveranciers) gebruiken applicaties van drie verschillende softwareleveranciers voor registratie van gegevens over milieukwaliteit uit bodemonderzoeken en uit besluitvorming over bodemverontreiniging. Aan deze applicaties zijn functionaliteit en koppelvlakken voor de gegevenslevering toegevoegd. Daardoor kan de bronhouder deze gegevens nu eenvoudig (laten) leveren aan de BRO. De BRO vereist geen extra vastlegging van gegevens maar gebruikt gegevens die nu al in de bodemapplicaties zijn vastgelegd.
Het ministerie betaalt de softwareleveranciers voor het in de periode 2025-2026 ondersteunen van de bronhouders voor de initiële doorlevering van bestaande gegevens uit de bodemapplicaties naar de BRO.
Deze regeling vloeit voort uit het Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie ondergrond in verband met het toevoegen van het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek.
De ontwerpcatalogus voor het registratieobject SAD uit het registratiedomein milieukwaliteit is opgesteld door het standaardisatieteam BRO met inbreng van alle relevante stakeholders: in expertsessies, in periodieke sprintreviews en op basis van een publieke consultatie van 21 februari tot 3 april 2024 via Basisregistratieondergrond.nl.
De resultaten zijn deels verwerkt in de catalogus, en beantwoord via een reactiedocument. De reacties op de catalogus SAD met toelichting op de verwerking zijn te vinden via https://www.bro-productomgeving.nl/bpo/latest/milieuhygienisch-bodemonderzoek-sad.
Met een aantal insprekers is contact gelegd om specifieke punten door te nemen.
Op advies van de Domeinbegeleidingsgroep en de Programmabegeleidingsgroep van de BRO milieukwaliteit heeft de Programmastuurgroep BRO 25 september 2024 de Catalogus SAD vastgesteld en geadviseerd deze wettelijk vast te stellen. In deze stuur- en begeleidingsgroepen zijn VNG, IPO en UvW, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en het standaardisatieteam BRO vertegenwoordigd.
De vervanging van de catalogus grondwatermonitoringput (GMW) is met de betrokken overheden, bedrijven en andere stakeholders afgestemd. Daarbij is een afzonderlijk consultatieproces doorlopen voor de catalogus. De ontwerpcatalogus heeft van 1 december 2023 tot en met 19 januari 2024 ter inzage gelegen via Basisregistratieondergrond.nl.
Er zijn ongeveer 48 reacties op de catalogus GMW binnengekomen. Daarvan zijn 27 in de catalogus verwerkt. Alle reacties met toelichting op de verwerking zijn gepubliceerd op de BRO productomgeving. Deze zijn te vinden via https://www.bro-productomgeving.nl/bpo/latest/grondwatermonitoringput-gmw.
De conceptregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
De ontwerpregeling is op 12 juli 2024 voorgelegd aan de Europese Commissie (2024/0395/NL) ingevolge artikel 5, eerste lid, van richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241). Van de Europese Commissie is geen reactie ontvangen.
De inwerkingtreding van deze regeling is verschillend bepaald voor verschillende onderdelen van de regeling.
Voor wat betreft de te wijzigen catalogus van het registratieobject grondwatermonitoringput geldt dat deze wijziging op 1 januari 2026 in werking treedt. Dat is een vast verandermoment, en het is een voor bronhouders bekend moment dat wijzigingen van catalogi in werking treden.
De wijziging van artikelen 11a en 13 hangt voor een deel samen met de Wet van 6 november 2024 tot wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond in verband met het aanwijzen van drinkwaterbedrijven als bronhouders en enkele andere wijzigingen. In artikel 13 wordt de term ‘bestuursorgaan’ vervangen door ‘bronhouder’ vanwege de aanwijzing van de drinkwaterbedrijven als bronhouders in deze wet. Deze wet wijzigt het derde lid van artikel 9 van de Wet Bro in een vierde lid, waarnaar wordt verwezen in artikel 11a.
Daarom is de inwerkingtreding van de wijziging van artikelen 11a en 13 bepaald op het moment van inwerkingtreding van deze wet, 1 juli 2025.
Ten slotte wordt voor wat betreft de nieuwe catalogus en artikelen 11 en 15 die daarnaar verwijzen, voor het moment van inwerkingtreding aangesloten bij het moment van inwerkingtreding van het bovenliggende besluit.
Er wordt met de momenten van inwerkingtreding afgeweken van het vereiste van de minimale invoeringstermijn en de vaste verandermomenten, hetgeen voor wat betreft de nieuwe catalogus gerechtvaardigd is, omdat de bronhouders reeds op de hoogte zijn van de nieuwe catalogus en geen extra tijd nodig hebben. De wijziging van artikelen 11a en 13 betreft een technische wijziging en daarom is er geen noodzaak voor een invoeringstermijn of inwerkingtreding op een vast verandermoment.
Artikel 11 van de Regeling Bro regelt de vaststelling van de catalogus van de BRO.
Ten eerste corrigeert onderdeel A schrijffouten in onderdelen i en q. ‘Grondwaterstandsonderzoek’ had moeten luiden ‘grondwaterstandonderzoek’ en ‘grondwatergebruikssysteem’ had moeten luiden ‘grondwatergebruiksysteem’ conform het Besluit Bro en Bijlagen X en XVIII bij de Regeling Bro. Dat is bij deze gecorrigeerd.
Ten tweede voegt onderdeel A het nieuwe registratieobject dat aan het Besluit Bro is toegevoegd, toe aan artikel 11. Dit betreft het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek. Voor een nadere toelichting zie paragraaf 2.1 van het algemene deel van deze toelichting.
Paragraaf 2.3 van het algemeen deel van de toelichting licht deze wijziging toe.
In de bepaling inzake wederzijdse erkenning in artikel 15 is de verwijzing naar de bijlagen geactualiseerd zodat naar alle bijlagen wordt verwezen. In alle bijlagen kunnen overigens technische voorschriften voorkomen.
Dit onderdeel wijzigt bijlage VII, waarin de catalogus voor het registratieobject grondwatermonitoringput is opgenomen. Voor de wijzigingen zie paragraaf 2.2 van het algemene deel van deze toelichting.
Dit onderdeel voegt Bijlage XXII toe, catalogus voor het registratieobject milieuhygiënisch bodemonderzoek. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.1 van het algemene deel van deze toelichting.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze regeling. Zie voor een nadere toelichting hoofdstuk 6 van het algemeen deel van deze toelichting.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
WENR staat voor Wageningen Environmental Research, een onderdeel van de universiteit van Wageningen. WENR vervaardigt onder meer de in de BRO opgenomen bodemkaart, het model grondwaterspiegeldiepte en de geomorfologische kaart.
Rapport Milieuhygiënische bodemkwaliteitsgegevens in de BRO, Ecorys, 13 juli 2023. Zie Basisregistratieondergrond.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-22293.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.