Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 21716 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2025, 21716 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 48, tweede en zesde lid, van het Besluit personenvervoer 2000;
Besluit:
De Regeling van 12 december 2000 tot vaststelling bedragen, bedoeld in artikel 48, tweede en zesde lid, Besluit personenvervoer 2000 (Stcrt. 2000, 245), wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘€ 50,00’ vervangen door ‘€ 70,00’.
B
In artikel 2 wordt ‘€ 15,00’ vervangen door ‘€ 20,00’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
Deze regeling wijzigt de Regeling van 12 december 2000, tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 48, tweede en zesde lid, Besluit personenvervoer 2000 (hierna: boeteregeling OV). In de boeteregeling OV is het bedrag vastgelegd dat een reiziger moet betalen indien deze desgevraagd niet een geldig vervoerbewijs kan tonen of overhandigen aan de ambtenaren en personen die belast zijn met toezichts- en opsporingstaken op grond van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: boetebedrag). Dit boetebedrag wordt met deze wijzigingsregeling verhoogd van € 50,00 naar € 70,00. Als de reiziger het boetebedrag niet binnen veertien dagen betaalt, stelt de vervoerder hem nogmaals in de gelegenheid binnen veertien dagen dit boetebedrag te betalen, verhoogd met een bedrag aan administratiekosten. De administratiekosten worden met deze wijzigingsregeling verhoogd van € 15,00 naar € 20,00. Als de reiziger binnen de aangegeven termijn betaalt, vervalt het recht van strafvervolging ter zake van overtreding van artikel 70 van de Wet personenvervoer 2000, waarin het verbod is neergelegd gebruik te maken van het openbaar vervoer zonder een geldig vervoerbewijs.
Een verhoging van het boetebedrag en de administratiekosten is op zijn plaats, nu het huidige bedrag sinds 2016 niet is gewijzigd. Met de verhoging van het boetebedrag wordt beter aangesloten bij de vervoerstarieven, welke in de afgelopen jaren wel zijn geïndexeerd. De hoogte van het boetebedrag is een prikkel om het reizen zonder geldig vervoerbewijs tegen te gaan.
De kosten voor het reizen met het openbaar vervoer zijn sinds de laatste verhoging van het boetebedrag cumulatief met meer dan 25% gestegen. De consumentenprijsindex (CPI) is gedurende dezelfde periode gestegen met 26,8%. Om het afschrikwekkende effect van een boete en de kans op het naleven van de voorschriften te behouden moet het boetebedrag periodiek geïndexeerd worden. Met inachtneming van de consumentenprijsindex is in het Bestuurlijk Overleg ‘Sociale Veiligheid in het OV’ een verhoging van het boetebedrag van € 50,00 naar € 70,00 overeengekomen, zodat de boete relatief even zwaar blijft voor de ontvanger en het effect zo behouden blijft. Eenzelfde indexatiewijze wordt in het rapport ‘Boetestelsels in balans’ door het OM geadviseerd1. In het rapport wordt geconcludeerd dat indexering van het boetetarief nodig is om de geldontwaarding te corrigeren. Ook wordt gesteld dat de proportionaliteit met die verhogingen juist in stand wordt gehouden: de straffen blijven relatief even zwaar.
De verhoging van de bedragen brengt geen andere administratieve lasten met zich dan reeds voortvloeiden uit de boeteregeling. Evenmin heeft de verhoging van de bedragen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. De maatregel raakt alleen reizigers die in overtreding zijn van het verbod op het reizen in het openbaar vervoer zonder geldig vervoerbewijs. De betrokken OV-bedrijven hebben aangegeven zeer beperkte tot geen gevolgen te voorzien op het gebied van regeldruk.
De bedragen die de vervoerder kan opleggen ingevolge artikel 48, tweede en zesde lid, Wp2000 zijn vastgelegd in de boeteregeling. Een andere mogelijkheid voor het in verhouding brengen van de kosten van de overtreding ten opzichte van die van een geldig vervoersbewijs bestaat niet. Wel wordt door vervoerders uitvoering gegeven aan de andere aanbevelingen en flankerende maatregelen uit het ‘Onderzoek Betaalmoraal: Waarom betalen reizigers niet altijd de juiste prijs voor hun ov-reis?’ 2 De onderzoekers stellen dat de afschrikkende werking van boetes een essentieel aandachtspunt is in het bredere kader van maatregelen om de betaalmoraal in het openbaar vervoer te verbeteren. De onderzoekers adviseren om de hoogte van de boetes te herzien, zodat de boetes hun preventieve afschrikwekkende werking behouden.
Het ontwerp van deze ministeriële regeling is niet ter internetconsultatie aangeboden, aangezien zij geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk heeft.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten, vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, treedt deze wijzigingsregeling in werking met ingang van 1 oktober 2025.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar vervoer en Milieu, A.A. Aartsen
Openbaar Ministerie, 11 september 2023, Rapport: ‘Boetestelsels in balans’, Kenmerk: 2023D36265
Bijlage Rapport ‘Waarom betalen reizigers niet altijd de juiste prijs voor hun ov-reis?’ bij Kamerbrief ‘Stand van zaken en vooruitblik ontwikkelingen OV & Taxi’, 11 februari 2025, kenmerk: 23645-834
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-21716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.