Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 15 juni 2025 tot wijziging van de Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag in verband met een aanpassing van de omvang van de oudercommissie, de zittingsduur van de leden en de introductie van de bevoegdheid voor de minister tot schorsing of ontslag vanwege zwaarwegende gronden

Nr. 2025-0000137696

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken

Directie Directe Belastingen & Toeslagen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 5.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt na ‘ontheffing’ ingevoegd ‘, ontslag’.

2. In het eerste lid vervalt ‘en ten minste acht leden’ en aan dat lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De commissie bestaat uit ten minste acht en ten hoogste vijftien leden.

3. In het derde lid wordt ‘deze regeling’ vervangen door ‘ten hoogste twee jaren, welke termijn eenmaal verlengd kan worden met ten hoogste twee jaren’.

4. Aan het vierde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Voorts kunnen zij wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

5. In het vijfde en zesde lid vervalt ‘tussentijds’.

B

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door ‘Dienst Toeslagen’.

C

In het opschrift van artikel 9 vervalt ‘en horizonbepaling’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, S.Th.P.H. Palmen-Schlangen

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

In deze regeling zijn wijzigingen opgenomen van de Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag (Instellingsregeling OC). De taak van de Oudercommissie Kinderopvangtoeslag (OC) is het (on)gevraagd adviseren van de Minister van Financiën (de minister) over de uitvoering, de juridische aspecten, het beleid en de communicatie over de hersteloperatie toeslagen, gericht op het herstellen van de problemen met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De OC is ingesteld voor de duur van de Instellingsregeling OC.

De hersteloperatie toeslagen duurt langer dan voorzien. De voorzitter van de OC heeft recent de opdracht gekregen om de OC te herijken en door te ontwikkelen, passend bij de volgende fase van de hersteloperatie toeslagen. Het accent komt daarbij te liggen op uitvoering van de regelingen en de dienstverlening aan gedupeerde aanvragers van een kinderopvangtoeslag. In dit kader acht de Staatssecretaris van Financiën – Herstel en Toeslagen, na overleg met de voorzitter van de OC over de doorontwikkeling van de OC, het wenselijk om enkele aanpassingen te doen in de Instellingsregeling OC die zien op het maximum aantal leden en de zittingsduur voor nieuwe leden, alsmede een introductie van ontslaggronden.

2. Toelichting op enkele wijzigingen

1. Zittingsduur en aantal leden

Op grond van deze wijzigingsregeling wordt geregeld dat benoeming van nieuwe leden in de OC en een eventuele nieuwe voorzitter van de OC niet langer geschiedt voor de duur van de Instellingsregeling OC, maar voor ten hoogste twee jaar met de mogelijkheid tot verlenging met ten hoogste twee jaar. Hiermee wordt een betere balans gezocht tussen enerzijds continuïteit van de advisering, en anderzijds de behoefte aan roulatie.

De leden van de OC brengen het perspectief van gedupeerde ouders in beeld bij het gevraagd en ongevraagd adviseren van de minister over de uitvoering, de juridische aspecten, het beleid en de communicatie over de hersteloperatie toeslagen, ten behoeve van de uitvoering van het herstelproces. Het is van belang dat ook gedupeerde ouders worden betrokken die zich in een ander stadium van het herstelproces bevinden. Tegelijkertijd is het voor de slagkracht van de OC niet wenselijk dat deze onbeperkt wordt uitgebreid. Om een gewenste representativiteit te kunnen realiseren, wordt daarom in overeenstemming met de wens van de OC voorgesteld om het aantal leden van de OC vast te stellen op een maximum van vijftien leden. Daarmee kan er een samenstelling ontstaan van huidige leden die zijn benoemd voor de duur van de Instellingsregeling OC (kort voor inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling waren dit tien leden) en nieuwe leden. Uitgaande van tien leden in de OC op het moment van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling, zal dit kort na inwerkingtreding gaan om ten hoogste vijf nieuwe leden. Indien een lid van de OC vertrekt, wordt bezien of de betreffende plek zal worden ingevuld. Dit zal in ieder geval gebeuren als de OC als gevolg van dit vertrek uit minder dan acht leden bestaat.

2. Bevoegdheid tot schorsing of ontslag

De hersteloperatie duurt langer dan voorzien. Dat heeft geleid tot de opdracht om de OC door te ontwikkelen en te professionaliseren. Onderdeel daarvan is dat in de Instellingsregeling OC wordt voorzien in een bevoegdheid voor de minister om een lid of de voorzitter wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden te kunnen schorsen of ontslaan. Met deze ontslaggronden wordt aangesloten bij hetgeen is geregeld in de Kaderwet adviescolleges en in de overige Instellingsregelingen¹ in het kader van de hersteloperatie toeslagen.

3. Herstel technische omissies

Naast bovenstaande wijzigingen vinden er twee technische wijzigingen plaats. Deze worden in het artikelsgewijze deel toegelicht.

3. EU-aspecten

Aan de wijzigingen die zijn opgenomen in deze regeling zijn geen EU-aspecten verbonden.

4. Budgettaire aspecten

De wijzigingen die in deze regeling zijn opgenomen hebben geen budgettaire gevolgen.

5. Uitvoeringsgevolgen

De wijzigingen die in deze regeling zijn opgenomen hebben geen uitvoeringsgevolgen voor de OC.

6. Gevolgen voor bedrijfsleven en burger

De wijzigingen van de Instellingsregeling OC hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten van de burger.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (artikel 5 van de Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag)

Artikel I, onderdeel A, onder 2, wijzigt artikel 5, eerste lid, Instellingsregeling OC. Hiermee wordt geregeld dat niet alleen het minimumaantal leden van de OC is vastgesteld (acht leden), maar nu ook het maximumaantal leden. De OC kan ten hoogste uit vijftien leden bestaan. Volledigheidshalve, de voorzitter is niet een van de leden.

Artikel I, onderdeel A, onder 3, wijzigt artikel 5, derde lid, Instellingsregeling OC. Hiermee wordt geregeld dat de voorzitter en de leden van de OC niet meer worden benoemd voor de gehele duur van de Instellingsregeling OC, maar voor ten hoogste twee jaar met de mogelijkheid om dit een keer met ten hoogste twee jaar te verlengen. Voor leden van de OC die zijn benoemd voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijzigingsbepaling geldt dat zij zijn benoemd voor de duur van de Instellingsregeling OC. Voor leden die worden benoemd in de OC vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling geldt dat deze ten hoogste vier jaar deel daarvan zullen uitmaken. Indien de huidige voorzitter (die voor de duur van de Instellingsregeling OC is benoemd) tussentijds vertrekt, zal de maximale benoemingsduur eveneens gelden voor een nieuwe voorzitter. In verband met de wijziging van de benoemingsduur vervalt op grond van artikel I, onderdeel A, onder 5, het begrip ‘tussentijds’ in artikel 5, vijfde en zesde lid, Instellingsregeling OC. Nu het bij nieuwe benoemingen ook mogelijk is dat een benoeming eindigt als gevolg van het bereiken van de maximale benoemingsduur, zal er niet altijd meer sprake zijn van een tussentijds vertrek. Ook in de situatie waarin er geen sprake is van een tussentijds vertrek, is het de bedoeling dat de minister een andere voorzitter benoemt of een ander lid kan benoemen.

Artikel I, onderdeel A, onder 4, voegt een zin toe aan artikel 5, vierde lid, Instellingsregeling OC, op grond waarvan het lidmaatschap en het voorzitterschap van de OC niet langer uitsluitend voortijdig kunnen eindigen op eigen verzoek van een lid van de OC onderscheidenlijk de voorzitter van de OC. De minister krijgt de bevoegdheid om de voorzitter en de leden wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden te schorsen en te ontslaan. Hiermee wordt aangesloten bij hetgeen is geregeld in de overige Instellingsregelingen in het kader van de hersteloperatie toeslagen. Met de formulering van de gronden voor ontslag wordt aangesloten bij hetgeen is geregeld in artikel 13 van de Kaderwet adviescolleges, zoals ook bij de eerdergenoemde Instellingsregelingen het geval is. Deze ontslagbevoegdheid is niet alleen van toepassing voor toekomstige benoemingen, maar ook voor bestaande benoemingen. Artikel I, onderdeel A, onder 1, wijzigt het opschrift van artikel 5 Instellingsregeling OC, om tot uitdrukking te brengen dat ook een ontslagbevoegdheid in dat artikel is opgenomen.

Voor een onderbouwing van het invoeren van een maximumaantal leden in de OC, het wijzigen van de benoemingsduur van de voorzitter en de leden en het introduceren van ontslaggronden wordt verwezen naar paragraaf 2 van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel I, onderdeel B (artikel 7 van de Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag)

De organisatie van de Belastingdienst is met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd. De onderdelen Douane en Toeslagen zijn met ingang van die datum in de basis zelfstandige directoraten-generaal. Om de ontvlechting tot uitdrukking te brengen is op grond van de Fiscale verzamelwet 2024 daarom de onafhankelijke(re) rol van het bestuursorgaan benadrukt door de wettelijke naam te veranderen van Belastingdienst/Toeslagen naar Dienst Toeslagen. De Wet hersteloperatie toeslagen is hiertoe aangepast. In de Instellingsregeling OC wordt ‘Belastingdienst/Toeslagen’ daarom ook vervangen door ‘Dienst Toeslagen’.

Artikel I, onderdeel C (artikel 9 van de Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag)

In het opschrift van artikel 9 Instellingsregeling OC staat ‘Inwerkingtreding en horizonbepaling’. Dit is onjuist. Op 5 november 2022 is artikel 10, tweede en derde lid, Instellingsregeling OC vervallen.² In die leden was het vervallen van de Instellingsregeling OC met ingang van 1 juli 2024 geregeld (horizonbepaling). Het opschrift is toen ten onrechte niet gewijzigd. Met deze wijziging wordt dit hersteld.

Artikel II (inwerkingtredingsdatum)

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025. Er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van minimaal twee maanden tussen de publicatiedatum van deze regeling in de Staatscourant en de inwerkingtreding van de maatregelen. Dit is wenselijk, omdat daardoor kort na de publicatie van deze wijzigingsregeling in de Staatscourant nieuwe leden kunnen worden aangesteld waarvoor de regels betreffende de tijdelijke benoeming gelden. De afwijking van de minimuminvoeringstermijn is mogelijk, omdat de wijzigingen van de Instellingsregeling OC enkel zien op de OC en deze op verzoek van de OC worden doorgevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën, S.Th.P.H. Palmen-Schlangen

---

1 De Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen, de Instellingsregeling Commissie van onafhankelijke deskundigen hersteloperatie toeslagen en de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade.

2 Artikel II, onderdeel G, van de Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 19 oktober 2022 tot wijziging van enige uitvoeringsregelingen op het gebied van toeslagen (Stcrt. 2022, 29760).