Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 17 juni 2025, nummer WBV 2025/13, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/33 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

33. Het asielbeleid ten aanzien van Syrië

33.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

33.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

33.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
33.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc

Geen bijzonderheden.

33.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

De IND merkt voor Syrië de volgende categorieën vreemdelingen aan als risicoprofiel:

  • Alawieten; en

  • LHBTIQ+.

33.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
33.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
33.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc

Geen bijzonderheden.

33.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

Geen bijzonderheden.

33.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

De IND neemt voor heel Syrië aan dat sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld.

33.5. Bescherming
33.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat het in Syrië niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen.

33.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat in Syrië geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is, tenzij sprake is van evidente, concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat de vreemdeling zich elders in Syrië kan vestigen.

33.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Syrië geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

33.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 juni 2025

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

TOELICHTING

A

Op 29 mei 2025 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht uitgebracht over de (veiligheids)situatie in Syrië. In de brief van 10 juni 2025 (kenmerk: 6440265) heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd dat het nieuwe ambtsbericht aanleiding is geweest om nieuw beleid te formuleren (C7/33 Vc). Het besluit- en vertrekmoratorium dat sinds 14 december 2024 voor vreemdelingen afkomstig uit Syrië gold, zal niet verlengd worden.

Uit het nieuwe ambtsbericht blijkt dat de algemene situatie in Syrië door de val van het regime van Assad redelijk verbeterd is. De minister heeft besloten om ten aanzien van de beoordeling of sprake is van willekeurig geweld in het kader van een gewapend conflict in het kader van artikel 15 onder c Kwalificatieverordening voor geheel Syrië aan te nemen dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld. Dit houdt in dat door de vreemdeling individuele, risico verhogende omstandigheden moeten worden aangevoerd om te onderbouwen dat er ondanks het lagere niveau van willekeurig geweld, in zijn individuele geval toch sprake is van een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer als gevolg van het willekeurig geweld. Gelet hierop zijn er aanpassingen doorgevoerd in paragraaf C7/33.4.2 Vc.

Naar aanleiding van het nieuwe ambtsbericht is bovendien vastgesteld dat de positie van alawieten sinds de val van het regime van Assad precair is. Alawieten worden daarom als risicoprofiel opgenomen. Paragraaf C7/33.3.2 Vc is daarom aangepast.

De beleidspassages die samenhingen met vrees voor het regime van Assad zijn uit het landgebonden beleid geschrapt.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer.

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

Naar boven