Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juni 2025, kenmerk 4131373-1083806-WJZ, houdende wijziging van de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen in verband met het toevoegen van stoffen aan deel A van de bijlage en enkele technische wijzigingen [KetenID WGK027933]

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen;

Besluit:

ARTIKEL I

Deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 0, paragraaf 0.5.1, komt onderdeel e te luiden:

  • e) De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

B

In hoofdstuk I wordt tabel I-1 als volgt gewijzigd:

1. De stof ‘diisobutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

84-69-5

di-isobutylftalaat

0,6

(9)

2. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

(9) De SML geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

C

Hoofdstuk II wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 1.2.2., onderdeel o, wordt ‘butylbenzylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’ vervangen door ‘benzylbutylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’.

2. In paragraaf 1.3.3 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

a. De stof ‘2,2 bis(4-hydroxyfenyl)propaan’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan:

0,05

b. Na de stof ‘1,2 benzisothiazoline-3-on’ wordt de volgende stof ingevoegd met bijbehorende gegevens:

benzylbutylftalaat:

0,62

c. De stof ‘dibutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

dibutylftalaat:

0,62

d. De stof ‘di(2-ethylhexyl)ftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

di(2-ethylhexyl)ftalaat:

0,62

e. De stof ‘di-isobutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

di-isobutylftalaat:

0,62

f. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

2 De SML geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

3. Paragraaf 1.3.5 komt te luiden:

  • 1.3.5 De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

4. In paragraaf 2.3.2. wordt de tabel als volgt gewijzigd:

a. ‘aromatische aminen: NA’ wordt vervangen door

‘primaire aromatische aminen: NA1’.

b. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

1 Uitgedrukt als aniline. De aantoonbaarheidsgrens is 0,002 mg/kg levensmiddel of levensmiddelsimulant.

5. Paragraaf 2.3.4. komt te luiden:

  • 2.3.4. De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

D

Hoofdstuk III wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 4.2. wordt de tabel als volgt gewijzigd:

a. De stof ‘dibutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

 

dibutylftalaat

 

+

+

 

0,69

b. De stof ‘di(2-ethylhexyl)ftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

 

di(2-ethylhexyl)ftalaat

 

+

+

 

0,69

c. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

9 SML voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1

2. In paragraaf 5.7. wordt de tabel met voetnoten vervangen door:

 

SML (mg/kg)

 

Productcategorie genoemd in paragraaf 3.3

stof / groep stoffen

I

II

aluminium

1

1

6-aminohexaanlaktam

1,51

15

primaire aromatische aminen

NA1,2

NA2

benzthiazol

0,051

0,5

dibenzylamine

0,051

0,5

mercaptanen

NA1,3

NA3

zink

5

5

X Noot
1

Voor praktische toepassing wordt aangenomen, dat men voor een kind vijf wegwerpspenen per dag gebruikt. De specifieke migratielimiet per speen is derhalve een vijfde deel van de in de tabel vermelde waarde. Voor meermalig te gebruiken spenen en fopspenen is het in bijlage deel B, hoofdstuk I, onderdeel 4.2.1, onder 5, en onderdeel 4.2.2, onder 1, bepaalde ten aanzien van onderzoek van voorwerpen die bestemd zijn om meerdere malen met levensmiddelen in contact te komen van overeenkomstige toepassing.

X Noot
2

Het gehalte wordt uitgedrukt als aniline. De aantoonbaarheidsgrens is 0,002 mg/kg levensmiddel of levensmiddelsimulant.

X Noot
3

De aantoonbaarheidsgrens is 0,05 mg/kg levensmiddel of levensmiddelsimulant.

3. Paragraaf 5.9 komt te luiden:

  • 5.9 De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

E

Hoofdstuk IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 2.2., onderdeel g, onder 4°, wordt als volgt gewijzigd:

a. ‘butylbenzylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’ wordt vervangen door ‘benzylbutylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’;

b. ‘diïsodecylftalaat’ vervalt;

c. in de alfabetische volgorde wordt ingevoegd:

ftaalzuur, diësters met primaire verzadigde C9-C11-alcoholen met meer dan 90% C10 (CAS-nrs 0068515-49-1 en 0026761-40-0);.

2. In paragraaf 4.3. wordt de tabel met voetnoten vervangen door:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

sec. alifatische aminen:

NA1

aluminium:

5

cyanaatgroepen of isocyanaatgroepen:

NA1

epichloorhydrine:

QM = 1 mg/kg EP

peroxiden:

NA1

tolueensulfonchloride:

NA1

prim. alifatische aminen, in totaal:

3

alkyl (C8-C18) benzeensulfonaten, in totaal:

30

antimoon:

0,04

arseen:

0,01

1,2-benzisothiazoline-3-on:

30

bis(2-hydroxyethyl)ether en ethaandiol, in totaal:

30

2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan:

0,05

bismuth:

1

p-tert.butylbenzoezuur:

0,1

benzylbutylftalaat:

0,62

cadmium:

0,01

chroom:

0,1

dibutylftalaat:

0,62

dicyclohexylftalaat:

30

diethyleenglycolmonoethylether en triethyleen-

glycolmonoethylether, in totaal:

30

di(2-ethylhexyl)ftalaat:

0,62

epoxygroepen bevattende stoffen, andere dan geëpoxideerde lijn- en sojaolie, in totaal:

5 mg/kg in EP (als epoxy groep, MG = 43)

ftaalzuur, diësters met primaire verzadigde C9-C11-alcoholen met meer dan 90% C10

1,8

fenolische verbindingen, in totaal:

15 (als fenol)

o-fenylfenol, natriumzout:

0,1

formaldehyd en hexamethyleentetramine, in totaal:

15

fosforzure esters van geëpoxideerd polybutadieen met eindstandige hydroxylgroepen:

0,05

kobalt:

0,05

koper:

5

lithiumverbindingen, in totaal:

0,6 (als lithium)

lood:

0,013

mangaan:

0,6

melamine:

2,5

nikkel:

0,14

primaire aromatische aminen

NA4

2,4,7,9-tetramethyl-5-decyn-4,7-diol, ethyleenoxide-adduct:

0,05

vanadium:

0,05

zink:

5

zirkonium:

25

X Noot
1

Met de term ‘NA’ (niet aantoonbaar) wordt – voor praktische toepassing – bedoeld een waarde van ten hoogste 0,05.

X Noot
2

De SML geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

X Noot
3

Niet van toepassing op vertind staalplaat dat gebruikt wordt als verpakking van levensmiddelen.

X Noot
4

Het gehalte wordt uitgedrukt als aniline. De aantoonbaarheidsgrens is 0,002 mg/kg levensmiddel of levensmiddelsimulant.

X Noot
5

Voor gepassiveerde metalen die in contact (kunnen) komen met zure levensmiddelen moet de overeenstemming met de SML voor zirkonium worden aangetoond in het voedsel zelf, of anders in 1.5% citroenzuur.

F

Hoofdstuk IX wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 3.2. wordt de tabel als volgt gewijzigd:

a. De stof ‘aromatische aminen’ met bijbehorende gegevens wordt geschrapt.

b. De stof ‘dibutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

dibutylftalaat:

0,62

c. De stof ‘di(2-ethylhexyl)ftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

di(2-ethylhexyl)ftalaat:

0,62

d. Na de stof ‘melamine’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

primaire aromatische aminen:

NA3

e. Onderaan de tabel worden twee noten toegevoegd, luidende:

2 De SML geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

3 Het gehalte wordt uitgedrukt als aniline. De aantoonbaarheidsgrens is 0,002 mg/kg levensmiddel of levensmiddelsimulant.

2. Paragraaf 3.4. komt te luiden:

  • 3.4. De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

G

Hoofdstuk X wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 3, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de stof ‘1,2-bis(triethoxysilyl)ethaan’ wordt de volgende stof ingevoegd:

2-butyl-2-ethyl-1,3-propaandiol;

b. ‘N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide, CAS 2873-97-4, alleen te gebruiken als comonomeer in acrylcopolymeren, om keto-zijgroepen te induceren die met adipinezuurdihydrazide zijn gecrosslinked, in deklagen op plastics en niet in direct contact met voedsel;’ wordt vervangen door ‘N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide, CAS 2873-97-4;’.

2. In paragraaf 3, onderdeel k, wordt ‘butylbenzylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’ vervangen door ‘benzylbutylftalaat, ten hoogste 1% dibenzylftalaat bevattend;’.

3. In paragraaf 9, onderdeel a, wordt ‘volgens paragraaf 7 c. van dit Hoofdstuk.’ vervangen door

‘chroomnitride (CAS nr. 24094-93-7 of 12053-27-0), in chroom-nitride-gebaseerde deklagen verkregen door ‘Physical Vapor Deposition’ (PVD);

overige stoffen: volgens paragraaf 7 c. van dit Hoofdstuk.’

4. Paragraaf 12.3. wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de stof ‘tert.butylbenzoezuur’ worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens ingevoegd:

benzylbutylftalaat:

0,65

2-butyl-2-ethyl-1,3-propaandiol:

5

b. Na de stof ‘5-chloor-2-methyl-4-isothiazolin-3-on’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

chroom-verbindingen

0,1 (als chroom)

c. De stof ‘dibutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

dibutylftalaat:

0,65

d. Na de stof ‘dibutylftalaat’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

di(2-ethylhexyl)ftalaat:

0,65

e. De stof ‘di-isobutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

di-isobutylftalaat:

0,65

f. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

5 De SML van 0,6 mg/kg geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

5. Paragraaf 12.6. komt te luiden:

  • 12.6. De afgifte van primaire aromatische aminen door materialen of voorwerpen die worden vervaardigd met gebruikmaking van aromatische isocyanaten of door middel van diazokoppeling bereide kleurstoffen, moet voldoen aan de eisen gesteld in bijlage II, onderdeel 2, van Verordening (EU) nr. 10/2011.

H

In hoofdstuk XII, paragraaf 2, wordt tabel XII-1 als volgt gewijzigd:

1. De stof ‘dibutylftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

157

74880

84-74-2

dibutylftalaat

0,6

(1)(2)

2. De stof ‘di(2-ethylhexyl)ftalaat’ met bijbehorende gegevens wordt vervangen door:

283

74640

117-81-7

di(2-ethylhexyl)ftalaat

0,6

(1)(2)

3. Onderaan de tabel wordt een noot toegevoegd, luidende:

(2) De SML geldt voor de som van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), uitgedrukt als DEHP-equivalenten met behulp van de volgende formule: DBP*5 + DIBP*4 + BBP *0,1 + DEHP*1.

ARTIKEL II

Verpakkingen en gebruiksartikelen die voldoen aan de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen zoals deze luidde op 30 juni 2025 en voor 1 januari 2026 in de handel zijn gebracht mogen verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitgeput.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot toevoeging van nieuwe stoffen aan deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen die de afgelopen maanden door belanghebbenden zijn aangevraagd en door de Nederlandse Commissie beoordeling veiligheid voedselcontactmaterialen (hierna: NCbvv) zijn beoordeeld. De NCbvv voert in opdracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de risicobeoordelingen uit voor nationale toelatingen in het kader van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen.

De NCbvv heeft naar aanleiding van uitgevoerde risicobeoordelingen geadviseerd dat bepaalde stoffen kunnen worden toegelaten en onder welke voorwaarden dat zou kunnen. Beoordelingen van de NCbvv worden standaard openbaar gemaakt. Daartoe zijn de betreffende beoordelingen op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (www.rivm.nl) gepubliceerd.

Verder worden enkele technische wijzigingen en correcties doorgevoerd en wordt de Specifieke Migratie Limiet (hierna: SML) van een aantal stoffen in overstemming gebracht met de SML die geldt in Verordening (EU) nr. 10/20111. In sommige tabellen werden verschillende wijzigingen in stoffen en voetnoten aangebracht. Voor de leesbaarheid zijn die tabellen in hun geheel vervangen.

2. Consultatie

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet2. Deze consultatie heeft geleid tot aanpassing van het ontwerp om de SML’s van dibutylftalaat (DBP), di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) en de bepalingen voor de afwezigheid van primaire aromatische aminen in overeenstemming te brengen met de bepalingen in Verordening (EU) nr. 10/2011.

3. Notificatie

Het ontwerp van deze regeling is gemeld aan de Europese Commissie ter voldoening aan artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/15353. De notificatie bij de Europese Commissie is noodzakelijk, aangezien artikel I van deze regeling technische voorschriften bevatten in de zin van richtlijn (EU) 2015/1535. Deze notificatie heeft niet geleid tot opmerkingen van de Europese Commissie en de lidstaten.

4. Gevolgen voor regeldruk en financiële gevolgen

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. De kennisnemingskosten zijn nihil. Er zijn beperkte nalevingskosten. In enkele gevallen wordt uit voedselveiligheidsoverwegingen de Specifieke Migratie Limiet van stoffen aangescherpt; in die gevallen zullen bedrijven moeten nagaan of hun producten nog aan de wetgeving voldoen en zullen zij, zo nodig, de producten aan de nieuwe eisen moeten aanpassen.

Het bedrijfsleven heeft aanvragen ingediend voor de toelating van bepaalde stoffen in verpakkingen en gebruiksartikelen. Deze regeling zorgt onder andere voor het toevoegen van stoffen aan diverse hoofdstukken van deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen. Door de toevoeging van deze stoffen kan het bedrijfsleven gebruik gaan maken van deze stoffen. Dit brengt positieve bedrijfseffecten met zich mee.

De kosten voor bedrijven worden ook gematigd doordat er een redelijke overgangsperiode is waarin producten die in de betreffende vorm al eerder op de markt zijn gebracht, na de inwerkingtreding nog op de markt mogen worden gebracht.

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van deze regeling is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). De NVWA acht de voorgestelde wijzigingen handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig. Daarnaast merkt de NVWA op dat in hoofdstuk I de SML voor dibutylftalaat (DBP) ontbreekt. Deze zou, naar analogie van de SML voor di-isobutylftlaat (DIBP), een waarde van 0,6 voor de gewogen som van DBP, DIBP, BBP en DEHP moeten hebben. De NVWA merkt terecht op dat deze SML ook geldt als alleen dibutylftalaat aanwezig is, maar het vermelden van de SML voor dibutylftalaat in hoofdstuk I is overbodig, omdat in dat geval de SML voor dibutylftalaat in Verordening (EU) nr. 10/2011 van toepassing is. Een aanpassing van de tekst kan daarom achterwege blijven.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Inhoudelijke wijzigingen op grond van dossierbeoordelingen door de NCbvv

Er worden twee stoffen toegevoegd aan het hoofdstuk X (deklagen) van deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen (hierna: WVG). Daarnaast worden van één stof de gebruiksvoorwaarden aangepast. Daarvoor hebben aanvragers die om toelating van deze stoffen hebben gevraagd, een dossier ingediend. De beoordeling van de dossiers leidt tot opneming van deze stoffen met bijbehorende restricties, resp. tot aanpassing van de opgenomen restricties.

In hoofdstuk X (deklagen), paragraaf 3, onderdeel a, (monomeren) van deel A van de bijlage bij de WVG worden op grond van beoordelingen van de NCbvv de volgende aanpassingen aangebracht:

  • Er wordt één stof toegevoegd (2-butyl-2-ethyl-1,3-propaandiol), te gebruiken voor polyestercoatings op metaal.

  • Van één stof (N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide) worden de gebruiksvoorwaarden verruimd.

Daarnaast wordt in paragraaf 9 van hetzelfde hoofdstuk een nieuwe stof (chroomnitride) toegelaten die wordt gebruikt voor het coaten van metalen gebruiksvoorwerpen.

Correcties en verduidelijkingen

In de WVG bleek op verschillende plaatsen sprake te zijn van verschillende maximale migratiewaarden voor de weekmakers dibutylftalaat en di-isobutylftalaat. In de Europese plasticsverordening4 is sinds de wijziging van 11 juli 20235 voor dibutylftalaat (DBP), samen met di-isobutylftalaat (DIBP), benzylbutylftalaat (BBP) en di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) een gewogen som-SML van 0,6 mg/kg voedsel van toepassing. Deze limiet is nu op alle plaatsen in de WVG waar een van deze stoffen genoemd wordt, overgenomen.

De stof ‘2,2 bis(4-hydroxyfenyl)propaan’ (beter bekend onder de naam bisfenol A, BPA) kent toepassingen in plastics en coatings. In 2018 is in Europese wetgeving de SML van BPA in plastics en coatings verlaagd. Deze verlaagde SML dient ook van toepassing te zijn op de materialen die in de WVG zijn geregeld.

Deze regeling zorgt ervoor dat de SML voor deze stof in de WVG in overeenstemming wordt gebracht met die in de Europese wetgeving. Als voor de publicatie van deze regeling de Europese wetgeving rond het gebruik en de SML van BPA en vergelijkbare stoffen wordt aangepast, wordt deze wijzigingsregeling aangepast, zodat de WVG in overeenstemming blijft met de Europese wetgeving.

Artikel II

In artikel II is een overgangstermijn opgenomen. De overgangstermijn bestaat uit twee delen: een periode van zes maanden (tot 1 januari 2026) gedurende welke verpakkingen en gebruiksartikelen die voldoen aan de WVG zoals deze luidde op 30 juni 2025, nog in de handel mogen worden gebracht en een niet begrensde periode gedurende welke producten die al in de handel zijn gebracht, nog mogen worden verhandeld. Deze overgangsperiode sluit aan bij de periode die in de Europese Unie wetgeving over voedselcontactmaterialen gebruikelijk is.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de regeling. Voor de inwerkingtreding is aangesloten bij de vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PbEU 2011, L 12).

X Noot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van industrie en handel, van consumenten, van betrokken ministeries en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
3

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).

X Noot
4

Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PbEU 2011, L 12).

X Noot
5

Verordening (EU) 2023/1442 van de Commissie van 11 juli 2023 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, wat betreft wijzigingen in toelatingen van stoffen en de toevoeging van nieuwe stoffen (PbEU 2023, L 177).

Naar boven