Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 11 juni 2025, nr. 2025-0000016117, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte in verband met het vaststellen van een gewijzigd formulier specificatie servicekosten

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 260, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage VII van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt vervangen door de bijlage zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTINGEN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 11 JUNI 2025, NR. 2025-0000016117, TOT WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE IN VERBAND MET HET VASTSTELLEN VAN EEN GEWIJZIGD FORMULIER SPECIFICATIE SERVICEKOSTEN

Bijlage VII.

TOELICHTING

Algemeen

1. Aanleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt een aanpassing doorgevoerd in de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte. In bijlage VII van die regeling is een formulier specificatie servicekosten opgenomen. Dit formulier is sinds de invoering in 2014 niet meer gewijzigd.1 De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat een aantal aanpassingen wenselijk en noodzakelijk is met het oog op de gebruiksvriendelijkheid van het formulier en mede ten behoeve van een efficiëntere uitvoering van de beslechting van geschillen door de huurcommissie.

2. Het formulier specificatie servicekosten

Artikel 7:260 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat indien de huurder en verhuurder geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over een betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten, de huurder of verhuurder de huurcommissie kan verzoeken uitspraak daarover te doen. Indien de huurder of verhuurder de huurcommissie verzoekt de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de servicekosten – niet zijnde de nutsvoorzieningen met een individuele meter – vast te stellen, moet de verhuurder de servicekosten onderbouwen door middel van een bij ministeriële regeling vastgesteld formulier.2 Dit formulier is opgenomen in bijlage VII van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte.

3. Wijziging formulier specificatie servicekosten

De wijzigingen die hebben geleid tot het hernieuwde formulier specificatie servicekosten zijn tot stand gekomen op voorstel van de huurcommissie, huurders en verhuurders. In het navolgende worden alle doorgevoerde wijzigingen weergegeven.

Allereerst is een aantal algemene wijzigingen doorgevoerd, waaronder de wijziging van het oude logo van de huurcommissie. Het volledige formulier is bovendien herschreven in meer toegankelijke taal. Tevens is op elke bladzijde ruimte voor toelichting opgenomen op de aan te leveren gegevens.

Het formulier specificatie servicekosten in Bijlage VII bij de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt integraal vervangen door een nieuw formulier (artikel I). De wijzigingen ten opzichte van het oude formulier zijn de volgende:

Bladzijde 1

Het onderscheid tussen nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten is verwijderd. Hierdoor is het mogelijk om het formulier te gebruiken voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter. Dit is niet verplicht.3 Dit wordt pas verplicht met de invoering van de Wet modernisering servicekosten.

Er wordt gewezen op het belang van het volledig en juist invullen van het formulier. Gebeurt dit niet, dan stelt de huurcommissie de servicekosten vast op een bij ministeriële regeling vastgesteld bedrag. De huurcommissie kan de servicekosten ook in bepaalde gevallen op € 0,00 vaststellen. 4 Dit is voor de volledigheid in de tekst opgenomen.

Bij de algemene gegevens wordt gevraagd om de gegevens van de verhuurder, een eventuele beheerder en de gegevens van een eventueel contactpersoon. Op deze manier wordt voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over wie de verhuurder, de beheerder en de contactpersoon is.

‘Gegevens woonruimte’ is toegevoegd. Hier kunnen algemene en bijzondere gegevens over de woning ingevuld worden. Deze informatie heeft de huurcommissie nodig om tot een juist oordeel te kunnen komen.

Er is ruimte voor toelichting opgenomen. Hier kan de verhuurder, indien gewenst, toelichting geven op het onderdeel ‘gegevens woonruimte’.

Bladzijde 2 en 3

Voorheen konden maar acht verschillende kostenposten ingevuld worden. Dit blijkt in de praktijk vaak niet voldoende te zijn. Daarom is het aantal in te vullen servicekostenposten uitgebreid van acht naar zestien.

Er is meer tekst en uitleg opgenomen over wat er van de verhuurder wordt verwacht en wat de samenhang is tussen de algemene tabel op bladzijde 2 en de 16 kostenposten in paragraaf 9.1 tot en met 9.16. Zo wordt voorkomen dat verhuurders onbedoeld de verkeerde informatie invullen.

Bovenaan de tabel is ook verduidelijkt dat het totaalbedrag voor een servicekostenpost in de tabel op bladzijde 2 moet overeenkomen met het totaalbedrag voor de specifieke kostenpost in de tabellen vanaf bladzijde 4 tot en met 19. In de praktijk komt het geregeld voor dat de totale kosten (uit de facturen) afwijken van de totale kosten die doorberekend worden aan de huurder. De verhuurder wordt erop gewezen om te controleren of alles goed is ingevuld en de berekeningen kloppen. Daarmee wordt voorkomen dat fouten worden gemaakt en de huurcommissie niet goed kan controleren wat de totale kosten zijn, wat nadelig is voor de verhuurder.

In de tabel is een extra kolom ingevoegd, waarin de totale jaarlijkse kosten voor de huurder kunnen worden ingevuld. Die kunnen namelijk afwijken van de totale jaarlijkse kosten voor de verhuurder, omdat de verhuurder niet alle gemaakte kosten hoeft door te berekenen aan de desbetreffende huurder. Dit bedrag voor de verhuurder is doorgaans het bedrag dat op de factuur vermeld staat en zal dus afwijken van de totale kosten voor de huurder of huurders.

De verhuurder wordt gevraagd om aan te geven of en wanneer hij de servicekosten met de huurder heeft afgerekend. Dit is namelijk niet altijd duidelijk.

Er is een tabel toegevoegd voor de gegevens over de nutsvoorzieningen met een individuele meter. In de praktijk is het soms lastig te achterhalen hoe de verhuurder tot de uiteindelijke kosten van de huurder is gekomen. Op deze manier wordt het voor de verhuurder vergemakkelijkt om de juiste gegevens aan te leveren, waardoor de huurcommissie de kostenpost goed kan beoordelen.

Er is ruimte voor toelichting opgenomen.

Bladzijde 4 tot en met 19

Bij alle in te vullen kostenposten is verduidelijkt dat niet alleen alle facturen, maar ook eventuele bijbehorende documenten ingevuld en opgestuurd moeten worden. Hiermee wordt voorkomen dat de verhuurder slechts de facturen en niet die bijbehorende documenten meestuurt, waardoor de huurcommissie de kostenposten niet goed kan beoordelen. Ook is verduidelijkt dat bankafschriften en voorschotfacturen niet meegestuurd hoeven te worden, omdat hieruit niet de daadwerkelijk gemaakte kosten blijken.

Onderaan elke kostenpost is een tabel opgenomen waar het totaalbedrag, de berekening en het te betalen bedrag door de huurder moet worden ingevuld. Op deze manier wordt de verhuurder geholpen bij het controleren van de berekening en hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt hoe hij tot de uiteindelijke kosten is gekomen. Naar verwachting kan de zaakbehandelaar van de huurcommissie hierdoor beter volgen wat de verhuurder doet en hoeft een kostenpost niet bij gebrek aan specificatie op het wettelijk vastgestelde standaardbedrag te worden gesteld.5

Er is ruimte voor toelichting opgenomen.

Bladzijde 20

Tot slot is er een bijlage opgenomen die 40 extra invulregels bevat waar extra facturen en bijbehorende documenten kunnen worden ingevuld, indien de tabellen in 9.1 tot en met 9.16 niet afdoende zijn.

Artikel II

Artikel II regelt de inwerkingtreding. Hierbij is aangesloten bij de vaste verandermomenten. Er is afgeweken van de minimale invoeringstermijn. Een spoedige inwerkingtreding draagt bij aan een efficiëntere uitvoering van de beslechting van geschillen door de huurcommissie. Belanghebbende partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van deze wijziging en kunnen hierdoor niet worden benadeeld.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 19 juni 2014, nr. 2014-0000317037, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de werkwijze van de huurcommissie

X Noot
2

Artikel 7:260 lid 3 Burgerlijk Wetboek.

X Noot
3

Artikel 18, vierde lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte jo. artikel 7:260 lid 3 BW.

X Noot
4

Artikel 18, vierde lid, van de 4 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

X Noot
5

Artikel 18, vierde lid, Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte juncto Bijlage XIII Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte.

Naar boven