Besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens van 11 juni 2024, betreffende het Bestuursreglement Autoriteit Persoonsgegevens

De Autoriteit Persoonsgegevens

besluit

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In dit bestuursreglement wordt verstaan onder:

verordening:

verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119);

Autoriteit Persoonsgegevens:

de Autoriteit persoonsgegevens, zoals ingesteld op grond van artikel 6 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

voorzitter:

lid, tevens voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens;

lid:

lid van de Autoriteit Persoonsgegevens;

buitengewoon lid:

lid dat door de AP is benoemd in de zin van artikel 7, tweede lid, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

raad:

Raad van advies bedoeld in artikel 7, negende lid, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.

HOOFDSTUK 2. INRICHTING EN BESLUITVORMING

Artikel 2

  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens vervult de taken die haar bij of krachtens wet en bij of krachtens de verordening zijn opgedragen.

  • 2. De Autoriteit Persoonsgegevens verricht de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de in het eerste lid bedoelde taken naar behoren te kunnen vervullen.

Artikel 3

  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2. De voorzitter benoemt één van de leden als vicevoorzitter. Deze benoeming wordt vastgelegd in een benoemingsbesluit.

  • 3. De voorzitter wordt bij zijn afwezigheid of ontstentenis vervangen door de vicevoorzitter. Hetgeen in dit reglement omtrent de voorzitter is bepaald, is mede van toepassing op de vicevoorzitter wanneer deze de voorzitter vervangt.

  • 4. De verdeling van de taken tussen de voorzitter, de andere leden en buitengewone leden wordt op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens bekendgemaakt.

Artikel 4

De voorzitter geeft leiding aan de Autoriteit Persoonsgegevens en bevordert daarbij een goede afstemming, samen met de leden wordt leiding gegeven aan het secretariaat van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Artikel 5

De Autoriteit Persoonsgegevens stelt een mandaat- en machtigingsregeling vast. In de mandaat- en machtigingsregeling wordt inzichtelijk gemaakt voor welke taken en bevoegdheden mandaat en machtiging wordt verleend aan het secretariaat van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Artikel 6

De Autoriteit Persoonsgegevens stelt de hoofdlijnen van de organisatie van het secretariaat vast. De Autoriteit Persoonsgegevens geeft daar op haar website bekendheid aan.

Artikel 7

  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens vergadert zo vaak als nodig is voor een goede afwikkeling van zijn werkzaamheden, doch in beginsel eenmaal per week in het zogenaamde Bestuurlijk Overleg.

  • 2. De vergadering is niet openbaar.

  • 3. Tot de vergadering hebben toegang de voorzitter, de andere leden, de secretaris en genodigden tenzij een lid en/of de voorzitter besluit tot een vergadering met enkel de voorzitter en de leden.

  • 4. Een buitengewoon lid kan in deze vergadering deelnemen aan de beraadslagingen, maar niet aan de besluitvorming als bedoeld in artikel 10.

Artikel 8

  • 1. De voorzitter bepaalt de tijd en de plaats van een vergadering. De agenda van een vergadering wordt op voorstel van de voorzitter vastgesteld door de leden.

  • 2. De voorstellen en adviezen die aan de vergadering worden voorgelegd, worden voorbereid door of onder verantwoordelijkheid van een directeur.

  • 3. De directeuren zien toe op een juiste uitvoering van de besluiten van de Autoriteit Persoonsgegevens en dragen zorg voor een periodieke rapportage daarover aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

Artikel 9

  • 1. Een lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de voorzitter.

  • 2. Als de voorzitter verhinderd is, doet hij hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de vicevoorzitter.

Artikel 10

  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een collegiaal besluitvormingsmodel dat vorm krijgt in het Bestuurlijk Overleg en waarbij wordt gestreefd naar eenstemmigheid.

  • 2. Een besluit is geldig indien dit is genomen in het Bestuurlijk Overleg.

  • 3. Een lid stemt zonder last.

  • 4. Ingeval van het ontbreken van eenstemmigheid wordt de besluitvorming voor een week aangehouden, tenzij de besluitvorming niet kan worden uitgesteld. In dat geval heeft de voorzitter uiteindelijk een beslissende stem en wordt deze wijze van besluitvorming in het verslag opgenomen.

  • 5. In spoedeisende gevallen dan wel in andere door de leden bij eenstemmigheid te bepalen gevallen, kan de vergadering schriftelijk hetzij op andere geschikte wijze geschieden. De wijze van besluitvorming wordt alsdan met de genomen beslissing in het verslag van het eerstvolgende bestuurlijk overleg vastgesteld.

Artikel 11

  • 1. De secretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag van het verhandelde in de vergadering. Het verslag bevat ten minste:

    • a. een opgave van de aanwezige personen;

    • b. een vermelding van de behandelde aangelegenheden;

    • c. zo nodig een voor goed begrip van hetgeen is besloten noodzakelijke, korte weergave van de gevoerde discussie;

    • d. de genomen besluiten en actiepunten.

  • 2. Een lid dat zich niet kan verenigen met een genomen besluit, kan daarvan een met redenen omklede aantekening in het verslag doen opnemen.

  • 3. Het verslag wordt binnen vijf dagen na de vergadering aan de leden verzonden. Het wordt de eerstvolgende vergadering na verzending, al dan niet gewijzigd, vastgesteld door de Autoriteit Persoonsgegevens.

Artikel 12

  • 1. Een lid kan verzoeken zich te mogen verschonen indien hij van mening is dat zijn onpartijdigheid bij een bepaalde aangelegenheid in het geding zou kunnen komen. Indien hij zich wil verschonen, richt hij zijn verzoek aan de voorzitter, dan wel, indien het de voorzitter betreft, aan de vicevoorzitter.

  • 2. Indien de Autoriteit Persoonsgegevens van mening is dat de onpartijdigheid van een lid bij een bepaalde aangelegenheid in het geding zou kunnen komen of de schijn van partijdigheid de taakvervulling van de Autoriteit Persoonsgegevens met betrekking tot die aangelegenheid kan schaden, kan de Autoriteit Persoonsgegevens besluiten een lid ook zonder verzoek verschoning te verlenen.

  • 3. Indien verschoning wordt toegewezen of verleend, neemt het desbetreffende lid niet deel aan de behandeling van en de besluitvorming over de desbetreffende aangelegenheid.

Artikel 13

  • 1. De voorzitter en de andere leden onthouden zich van alles wat een goede taakvervulling van de Autoriteit Persoonsgegevens kan schaden.

  • 2. Als een buitengewoon lid in een omstandigheid verkeert die een goede taakvervulling van de Autoriteit Persoonsgegevens kan schaden, doet het daarvan onverwijld mededeling aan de voorzitter.

  • 3. De nevenfuncties van de voorzitter en de andere leden worden op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens bekend gemaakt.

Artikel 14

  • 1. De artikelen 2:4 en 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op de werkzaamheden van de voorzitter en de andere leden van van toepassing, ook na beëindiging van hun functie.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op diegenen die belast zijn met de administratieve en secretariële ondersteuning van de Autoriteit Persoonsgegevens en op diegenen die vergaderingen geheel of gedeeltelijk hebben bijgewoond.

Artikel 15

  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens kan nadere voorzieningen treffen met betrekking tot zijn werking, indien een goede afwikkeling van de werkzaamheden dat nodig maakt.

  • 2. In alle gevallen, niet voorzien in dit reglement of een besluit bedoeld in het eerste lid, beslist de voorzitter.

  • 3. Indien de aard van de betrokken aangelegenheid dat met zich meebrengt, bevordert de voorzitter een wijziging van dit reglement.

HOOFDSTUK 3. BELEIDSPLAN EN BELEIDSREGELS

Paragraaf 3.1. Beleidsplan

Artikel 16
  • 1. De Autoriteit Persoonsgegevens stelt jaarlijks een jaarplan vast, passend binnen de meerjarig vastgestelde focusgebieden en thema’s.

  • 2. Bij de beoogde activiteiten voor het volgende jaar gaat de Autoriteit Persoonsgegevens uit van de begroting voor het desbetreffende jaar en het te verwachten budget.

Paragraaf 3.2. Beleidsregels

Artikel 17

De beleidsregels die worden gehanteerd bij de uitvoering van de taken en werkzaamheden bedoeld in artikel 2 worden in de Staatscourant en op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens bekend gemaakt.

HOOFDSTUK 4. RAAD VAN ADVIES

Artikel 18

  • 1. De raad heeft tot taak de Autoriteit Persoonsgegevens te adviseren over de hoofdlijnen van het beleid en andere algemene aspecten van de bescherming van persoonsgegevens.

  • 2. De Autoriteit Persoonsgegevens stelt de raad in de gelegenheid om de nodige opmerkingen te maken ten aanzien van de focusgebieden, de inhoud van hetjaarplan en het uitgebracht jaarverslag.

Artikel 19

  • 1. De raad vergadert tenminste tweemaal per jaar, te weten in het voorjaar en in het najaar en voorts zo vaak als nodig is.

  • 2. De voorzitter van de raad wordt gekozen door de Autoriteit Persoonsgegevens, geeft leiding aan de vergaderingen en bevordert dat alle leden van de raad voldoende ruimte krijgen om blijk te geven van hun opvattingen.

  • 3. De leden en de buitengewone leden, de directeuren en andere genodigden kunnen de vergaderingen van de raad bijwonen en aan de gedachtewisseling deelnemen.

  • 4. De Autoriteit Persoonsgegevens draagt zorg voor een goede verslaglegging van de vergaderingen van de raad.

  • 5. De vergaderingen van de raad zijn niet openbaar.

Artikel 20

  • 1. De leden van de raad kunnen door de Autoriteit Persoonsgegevens betrokken worden bij andere belangrijke aangelegenheden op het terrein van hun ervaring of belangstelling.

  • 2. De leden van de raad stellen de Autoriteit Persoonsgegevens in kennis van alles wat zij van belang achten voor een goede uitvoering van de taken van de Autoriteit Persoonsgegevens.

  • 3. De Autoriteit Persoonsgegevens verstrekt de leden van de raad alle inlichtingen die zij voor de uitoefening van de taak van de raad behoeven.

  • 4. De Autoriteit Persoonsgegevens verstrekt de leden van de raad het door de AP na afloop van ieder kalenderjaar opgesteld jaarverslag met een overzicht van de werkzaamheden in dat kalenderjaar.

Artikel 21

  • 1. De leden van de raad onthouden zich van alles wat een goede taakvervulling van de raad kan schaden.

  • 2. De artikelen 2:4 en 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op de werkzaamheden van de raad van toepassing.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

Het besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens van 10 juli 2018 tot vaststelling van een bestuursreglement (Stcrt. 2018, nr. 64127) wordt ingetrokken.

Artikel 23

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 11 juni 2024

Artikel 24

Dit besluit wordt aangehaald als: Bestuursreglement Autoriteit Persoonsgegevens.

Dit besluit zal in de Staatscourant en op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens worden geplaatst.

Den Haag, 26 mei 2025

Autoriteit Persoonsgegevens, A. Wolfsen, voorzitter

Naar boven