Regeling van de Minister van Financiën van 17 mei 2025, kenmerk 2024-0000134478, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling toezicht trustkantoren 2018 in verband met een vrijstelling voor pensioenuitvoeringsorganisaties

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 7 van de Regeling toezicht trustkantoren 2018 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het opschrift wordt ‘en pensioenuitvoeringsorganisaties’ toegevoegd.

2. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Vrijstelling van het verbod wordt verleend aan de derde waaraan een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, werkzaamheden heeft uitbesteed als bedoeld in artikel 34 van de Pensioenwet of artikel 43 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover deze derde de uitbestede werkzaamheden voor het pensioenfonds verricht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, E. Heinen

TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Inleiding

Dit besluit bevat een wijziging van de Regeling toezicht trustkantoren 2018. De wijziging betreft een vrijstelling voor pensioenuitvoeringsorganisaties of, zoals die in de wet worden aangeduid, ‘derden waaraan een pensioenfonds, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, werkzaamheden voortvloeiend uit de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling heeft uitbesteed’.

Algemeen geldt dat de vrijstellingen in de Regeling toezicht trustkantoren 2018 niet in strijd mogen zijn met de belangen die de Wet toezicht trustkantoren 2018 beoogt te beschermen. De vrijstellingen zien op gevallen waarbij het integriteitstoezicht op andere wijze gewaarborgd is, of waarbij de integriteitsrisico’s verwaarloosbaar zijn.

§ 2. Inhoud van de regeling

Artikel 7, tweede lid, van Regeling toezicht trustkantoren 2018 behelst een vrijstelling voor het verlenen van trustdiensten door pensioenuitvoeringsorganisaties aan een pensioenfonds. Het artikel behoeft uitbreiding om derden waaraan een pensioenfonds op grond van artikel 34 van de Pensioenwet of artikel 43 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling werkzaamheden heeft uitbesteed, vrij te stellen van het verbod voor het verlenen van een trustdienst zonder vergunning.

Op grond van de Wet toezicht trustkantoren 2018 worden pensioenuitvoeringsorganisaties aangemerkt als trustkantoor als zij een trustdienst verlenen aan een pensioenfonds. In de praktijk besteden pensioenfondsen regelmatig werkzaamheden uit aan pensioenuitvoeringsorganisaties met betrekking tot het voeren van de pensioenadministratie, pensioencommunicatie, het doen van pensioenuitkeringen en het beheren en beleggen van het pensioenvermogen. Ook komt het voor dat pensioenuitvoeringsorganisaties domicilie (adresverlening) aan pensioenfondsen verlenen.

De integriteitsrisico’s bij pensioenuitvoeringsorganisaties worden voldoende ondervangen omdat de pensioenfondsen, voor wie de pensioenuitvoeringsorganisaties werkzaamheden verrichten, reeds onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank (DNB). De integriteit van zowel pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties wordt geborgd door de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Bij het uitbesteden van werkzaamheden aan een pensioenuitvoeringsorganisatie dient het pensioenfonds namelijk zorg te dragen dat deze derde partij de relevante regels van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling naleeft.

§ 3. Financiële en regeldrukgevolgen

Het besluit is niet openbaar geconsulteerd, omdat het een vrijstelling betreft die geen aanvullende verplichtingen voor burgers of bedrijven met zich meebrengt. Deze regeling heeft verder geen gevolgen voor de rijksbegroting.

§ 4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling brengt geen materiële wijzigingen in het takenpakket van DNB teweeg. Het besluit is in samenspraak met toezichthouder DNB tot stand gebracht.

De Minister van Financiën, E. Heinen

Naar boven