Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 3 juni 2025, nr. IENW/BSK-2025/122587, tot aanwijzing van de toezichthouders Wet handhaving consumentenbescherming voor het personenvervoer per vliegtuig en over water en enkele reparaties in verschillende aanwijzingsbesluiten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8a.3, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming, artikel 10, vierde lid van de Schepenwet, artikel 311b, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 10a, eerste lid, van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 21, eerste lid, van de Zeebrievenwet, artikel 17, eerste lid, Havenbeveiligingswet, artikel 103 van de Spoorwegwet, artikel 14, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en artikel 15 van de Wet havenstaatcontrole;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het domein scheepvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1 door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • ‘– artikel 8a.3, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming’

B

Na artikel 2b wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 2c

Dit besluit berust mede op artikel 8a.3, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming.

ARTIKEL II

Het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘en de artikelen 62, eerste lid, 64, eerste lid en 65 van de Luchtvaartwet BES’ vervangen door ‘, de artikelen 62, eerste lid, 64, eerste lid en 65 van de Luchtvaartwet BES en artikel 8a.3, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming’.

B

In artikel 1, onderdeel a en onderdeel b, en in artikel 1a, onderdeel b en onderdeel c wordt ‘Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door ‘Inspectie Leefomgeving en Transport’.

C

Na artikel 1a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1b

Dit besluit berust mede op artikel 8a.3, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming.

D

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘artikel 62, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening’ vervangen door ‘artikel 62, eerste en tweede lid, van de Luchtvaartwet BES’.

ARTIKEL III

In het Besluit aanwijzing ambtenaren Schepenwet wordt in artikel 1 ‘van de divisies Scheepvaart en Vervoer van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door ‘van de Inspectie Leefomgeving en Transport’.

ARTIKEL IV

In artikel 1 van het Besluit aanwijzing ambtenaren toezicht nationaliteit zeeschepen wordt ‘van de toezichteenheid Zeevaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door ‘van de Inspectie Leefomgeving en Transport’.

ARTIKEL V

In artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Havenbeveiligingswet wordt ‘Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door ‘Inspectie Leefomgeving en Transport’.

ARTIKEL VI

Het Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Spoorwegwet 1875 wordt ingetrokken.

ARTIKEL VII

Het Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende terbeschikkingstelling ambtenaren van de divisie Vervoer aan de divisie Scheepvaart inspectie Verkeer en Waterstaat wordt ingetrokken.

ARTIKEL VIII

Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 juni 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

Algemeen

Het onderhavige besluit betreft hoofdzakelijk de aanwijzing van de toezichthouders in het kader van de naleving van de bepalingen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (hierna: Toegankelijkheidsrichtlijn). Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in andere aanwijzingsbesluiten bepaalde reparaties door te voeren. Deze correcties hebben betrekking op een naamswijziging van de toezichthouders en een wijziging van de grondslagen voor de aanwijzing. Eén aanwijzingsbesluit wordt ingetrokken omdat de grondslag van daarvan is vervallen. Een ander aanwijzingsbesluit wordt ingetrokken omdat het inmiddels overbodig is.

Toegankelijkheidsrichtlijn

De Toegankelijkheidsrichtlijn betreft verschillende sectoren. Met de wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming (Stb. 2024, 87) per 28 juni 2025 (Stb. 2024, 341) en het Implementatiebesluit toegankelijkheidsvoorschriften personenvervoer per vliegtuig en over water per diezelfde datum ((Stb. 2024, 139), hierna: het Implementatiebesluit) is voor het personenvervoer per vliegtuig en over water de Toegankelijkheidsrichtlijn geïmplementeerd. Met onderhavig ministerieel besluit zijn de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport als toezichthouder aangewezen. De toezichthouders zijn belast met de controle op de naleving van het Implementatiebesluit door dienstaanbieders die actief zijn in het personenvervoer per vliegtuig en over water.

Het toepassingsgebied van de Toegankelijkheidsrichtlijn betreft alle informatie die verstrekt wordt over de vervoersdienst, zowel bij het boeken van een ticket als alle navolgende communicatie. Voor vervoer van passagiers over water betreft het Implementatiebesluit een beperkt aantal ferry- en cruisemaatschappijen. Met betrekking tot het vervoer van passagiers per vliegtuig gaat het om Schiphol en de luchthavens van nationale betekenis, en om alle luchtvaartmaatschappijen die vluchten vanaf, via of naar een Nederlandse luchthaven aanbieden. Hierbij gaat het om meer dan tachtig luchtvaartmaatschappijen.

Aanwijzing ILT

Dit besluit betreft alleen de aanwijzing van toezichthouders die toezicht houden op naleving van de regels voor de dienstaanbieders die actief zijn in het personenvervoer per vliegtuig en over water. Interdepartementaal is het besluit genomen om het toezicht sectoraal in te vullen. Omdat de ILT reeds is aangewezen als toezichthouder voor passagiersrechten en de rechten van passagiers met een beperkte mobiliteit op het terrein van lucht- en scheepvaart, is er vanuit het oogpunt van coherentie ervoor gekozen om ook het toezicht op naleving van het Implementatiebesluit bij de ILT te beleggen. Het beleggen van het toezicht bij de ILT is daarnaast in lijn met de behoeften van de doelgroep en de reacties ontvangen op de internetconsultatie.

Gevolgen

De gevolgen voor de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingslasten zijn aangegeven in de nota van toelichting bij het Implementatiebesluit. Met betrekking tot het Implementatiebesluit is een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) uitgevoerd.1 Omdat het onderhavige besluit uit het Implementatiebesluit voortvloeit en niet-inhoudelijke wijzigingen betreft, is er voor gekozen om voor het onderhavige besluit niet een HUF-toets uit te voeren en het niet ter toetsing voor te leggen aan het Adviescollege toetsing en regeldruk.

Advisering en consultatie

In het kader van de consultatie van het Implementatiebesluit zijn verschillende partijen geconsulteerd. Ook de Raad voor de Rechtspraak en het College voor de Rechten van de Mens zijn geconsulteerd. Tot slot heeft er ook een internetconsultatie plaatsgevonden voor het Implementatiebesluit. Zie voor een uitgebreide toelichting op de consultatie de nota van toelichting bij het Implementatiebesluit.2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 28 juni 2025. Dit is ook moment waarop het Implementatiebesluit in werking treedt. Met deze bepaling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Daarbij is gebruik gemaakt van de uitzondering in aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel d (implementatie van bindende EU-rechtshandelingen, verdragen of andere besluiten van volkenrechtelijke organisaties). Op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c (reparatieregelgeving), is het ook voor de overige wijzigingen mogelijk om af te wijken van de vaste verandermomenten en de minimum invoeringstermijn.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met dit besluit worden de ambtenaren van de ILT aangewezen als toezichthouders voor het Implementatiebesluit op het terrein van het personenvervoer over water.

Artikel II

Met dit besluit worden de ambtenaren van de ILT aangewezen als toezichthouders voor het Implementatiebesluit op het terrein van het personenvervoer per vliegtuig.

Artikelen III, IV en V

Met deze wijzigingen is de actuele naam van de ILT overgenomen in reeds bestaande aanwijzingsbesluiten. Er is voor gekozen om niet specifiek een bepaald onderdeel van de ILT aan te wijzen, omdat hiermee na mogelijke interne ILT-reorganisaties wijzigingen worden voorkomen.

Artikel VI

De Spoorwegwet 1875 (Stb. 1875, 67), waar het besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Spoorwegwet 1875 op is gebaseerd, is per 1 december 2015 komen te vervallen. Daardoor mist de grondslag voor het besluit en wordt het besluit dus ingetrokken. Daarnaast is er op basis van de huidige Spoorwegwet een apart Besluit aanwijzing toezichthouders spoorwegen vastgesteld waarin toezichthouders zijn aangewezen.

Artikel VII

Dit besluit kan worden ingetrokken aangezien alle ambtenaren die in dit besluit zijn aangewezen in dienst zijn van de ILT, en er bij de aanwijzing geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen verschillende organisatieonderdelen van de ILT. Dat maakt deze regeling overbodig.

Artikel VIII

Voor het inwerkingtredingsmoment is aangesloten bij het moment waarop het Implementatiebesluit in werking treedt. Bij Koninklijk Besluit van 9 november is dat bepaald op 28 juni 2025 (Stb 2024, 341). Op dat moment treedt ook het Implementatiebesluit toegankelijkheidsvoorschriften personenvervoer per vliegtuig en over water in werking (Stb. 2024, 139).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


X Noot
1

Pagina 15 van het Implementatiebesluit (Stb. 2024, 139).

X Noot
2

Pagina 16 van het Implementatiebesluit (Stb. 2024, 139).

Naar boven