Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 2 juni 2025, nr. IENW/BSK-2025/63216, tot wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen in verband met de erkenning van instanties belast met het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht in het kader van implementatie van internationale luchtvaartvoorschriften en tot wijziging van de Regeling tarieven transportsectoren [KetenID WGK008751]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 6.51a, tweede lid, en 6.55, zesde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving van erkenning wordt ‘artikel 10a van de Wet’ vervangen door ‘artikel 10a van de Wvgs of artikel 6.51a van de Wlv’.

2. De begripsbepaling ‘wet’ vervalt.

3. In de alfabetische volgorde worden vier begripsomschrijvingen ingevoegd, luidende:

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Technische Voorschriften:

Technische Voorschriften als bedoeld in artikel 1 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht;

Wlv:

Wet luchtvaart;

Wvgs:

Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling is tevens gebaseerd op artikel 6.51a, tweede lid, van de Wlv.

C

In artikel 2, tweede lid, wordt in de onderdelen a tot en met f, ‘ of bijlage 1 bij de VSG’ telkens vervangen door ‘, bijlage 1 bij de VSG, of, voor zover van toepassing, zoals omschreven in de Technische Voorschriften’.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Minister’ vervangen door ‘minister’.

2. In het tweede lid wordt ‘of de IMSBC-Code’ vervangen door ‘, de IMSBC-Code of de Technische Voorschriften’.

E

In artikel 11 wordt ‘of de IMSBC-Code’ vervangen door ‘, de IMSBC-Code of de Technische Voorschriften’.

F

In artikel 15 wordt ‘Minister’ vervangen door ‘minister’.

ARTIKEL II

Aan artikel 2.19 van de Regeling tarieven transportsectoren worden twee leden toegevoegd, luidende:

• 5. Voor de behandeling van een aanvraag voor een erkenning betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht ingevolge artikel 2 van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen is een tarief verschuldigd van € 11.840.

• 6. Indien de aanvrager reeds in het bezit is van een erkenning als bedoeld in artikel 10a van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen is voor de behandeling van een aanvraag voor een erkenning betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht ingevolge artikel 2 van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen een tarief verschuldigd van € 8.880.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt allereerst tot wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen (hierna: REI) in verband met de erkenning van instanties die zijn belast met het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht ter implementatie van de Technische Voorschriften (Technical Instructions¹, hierna: TI) bij Annex 18² bij het Verdrag van Chicago³. In verband met de tarifering van de aanvragen voor een erkenning is daarnaast de Regeling tarieven transportsectoren gewijzigd.

In de REI staan de voorwaarden voor de erkenning van instanties die het keuren van verpakkingen, drukhouders, Intermediate Bulk Containers (hierna: IBC’s) en tanks, tot taak hebben. De betreffende instanties worden door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: IenW) erkend indien ze voldoen aan organisatorische en deskundigheidsvereisten teneinde een goed kwaliteitsniveau te waarborgen. De REI beschrijft de systematiek voor verschillende vervoersmodaliteiten waarin wordt vastgesteld welke handelingen met gevaarlijke stoffen een onderneming als erkende instantie mag uitvoeren. De REI was tot op heden enkel van toepassing op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren (VBG), per spoor (VSG) en over de weg (VLG). De bestaande regeling voorzag echter niet in de toewijzing van erkenningen voor bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het keuren van verpakkingen, drukhouders, IBC’s en tanks, binnen de luchtvaartsector.

Opgemerkt wordt dat de REI zich onderscheidt van de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht. De laatste regeling betreft de procedure voor het verkrijgen van erkenningen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht waarbij het niet alleen gaat om het vervoer zelf met inbegrip van het laden en lossen, maar ook om het voor vervoer aanbieden of het neerleggen tijdens het vervoer.

Annex 18 en de Technische Voorschriften

Het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht is internationaal vastgelegd in Annex 18 van het Verdrag van Chicago, waarin wereldwijde regels voor de luchtvaart worden opgesteld. De bijbehorende Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air geven een nadere gedetailleerde uitwerking van de algemene regels uit Annex 18. Zowel Annex 18 als de TI zijn geïmplementeerd in de luchtvaartregelgeving. In het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht is vastgelegd dat het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht slechts mag plaatsvinden voor zover dit toegestaan is ingevolge Annex 18 en de TI en voor zover de daarin gestelde regels in acht zijn genomen⁴.

In Annex 18 en in de TI worden taken of bevoegdheden toegekend aan een bevoegde autoriteit. Dit is ook het geval in de internationale voorschriften voor andere vervoersmodaliteiten. Vanwege de technische complexiteit en omvang van deze voorschriften kan de minister niet altijd als bevoegde autoriteit optreden. Daarom wijst de Minister van IenW, waar nodig en passend gezien de aard van de taak, per taak of bevoegdheid een bevoegde autoriteit aan voor de betreffende modaliteiten.

Op grond van artikel 6.51a, lid 1, van de Wet luchtvaart (hierna: Wlv) kan de minister instanties erkennen om specifieke taken uit te voeren die voortvloeien uit Annex 18 en de TI. Annex 18 vereist bijvoorbeeld dat verpakkingen voor gevaarlijke stoffen worden getest volgens de eisen uit de TI. Sedert 1 januari 2023 is in de TI de verplichting opgenomen dat verpakkingen moeten worden vervaardigd, gereviseerd en getest volgens een kwaliteitsborgingsprogramma dat de goedkeuring draagt van de bevoegde autoriteit om te garanderen dat elke verpakking aan de eisen van de TI voldoet.

Echter, de goedkeuring van het kwaliteitsborgingsprogramma was per die datum nog niet geregeld in de Nederlandse regelgeving. Erkenning van betrokken instanties was daardoor niet mogelijk. Voorwaarde om de erkenning te verkrijgen is dat deze instanties moeten kunnen aantonen dat ze beschikken over een kwaliteitsborgingsprogramma die de bevoegde autoriteit (in Nederland is dat in dit geval de Inspectie Leefomgeving en Transport, hierna: ILT, namens de Minister van IenW) moet goedkeuren.

Tot aan de inwerkingtreding van onderhavige regeling zijn er geen verpakkingen gebruikt die niet door een erkende instanties zijn getest. Het feit dat er geen erkende instantie bestaat in Nederland voor luchtvaartverpakkingen betekent niet dat Nederlandse bedrijven hun verpakkingen niet kunnen laten keuren. Ze kunnen gebruik maken van instanties die erkend zijn in andere landen. Een van de erkende instanties is het Belgische verpakkingsinstituut. Het Belgisch verpakkingsinstituut heeft in België een erkenning voor het testen van verpakkingen die voor de luchtvaart worden gebruikt.

Met deze regeling wordt het hiaat weggenomen en de TI op dit punt geïmplementeerd. Veel van de bepalingen uit de bestaande REI voor andere vervoersmodaliteiten zijn ook van toepassing op het luchtvervoer. De REI is daarom aangevuld met extra bepalingen om ervoor te zorgen dat deze voorschriften die gelden voor de andere modaliteiten, nu ook van toepassing zijn op het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. Bedrijven die voor andere vervoersmodaliteiten reeds over een erkenning beschikken voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en die nu gevaarlijke stoffen ook door de lucht willen vervoeren moeten ter verkrijging van een erkenning hiervoor voldoen aan de TI-eisen, waaronder een goedgekeurd kwaliteitsborgingsprogramma. De erkenning wordt afgegeven door de ILT namens de Minister van IenW.

In de artikelsgewijze toelichting worden de aanpassingen nader uitgelegd. Dit geldt ook voor de wijzigingen in de Regeling tarieven transportsectoren.

Uitvoering en handhaving

De ILT houdt toezicht op de naleving van onder meer (veiligheids)wetten en regels voor de luchtvaart en handhaaft deze. In dat verband is deze regeling aan de inspecteur-generaal (hierna: IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de bepalingen van de regeling. De IG acht de wijziging van de REI voldoende handhaafbaar en fraudebestendig en in beginsel uitvoerbaar. De IG acht de onderhavige regeling fraudebestendig. De door de ILT aangedragen opmerkingen en suggesties wat betreft onderhavige regeling zijn voor zover mogelijk meegenomen in de regeling en de toelichting daarop.

Een van de opmerkingen betreft de mogelijkheid om aan de aanvrager van de erkenning een tarief in erkenning te brengen. Met onderhavige regeling worden twee door de ILT voorgestelde tarieven opgenomen in de Regeling tarieven transportsectoren.

Daarnaast is het verzoek van de IG om een helder onderscheid te maken tussen de REI en de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht. In het algemeen deel van de toelichting onder de paragraaf Inleiding wordt het onderscheid tussen de twee regelingen kort verwoord.

Internetconsultatie

Een ontwerp van de onderhavige regeling is in de periode van 16 december 2025 tot en met 27 januari 2025 opengesteld voor openbare internetconsultatie. Doel van deze consultatie was burgers en bedrijven te informeren over de in voorbereiding zijnde regelgeving en hen de gelegenheid te bieden een reactie te geven op het ontwerp. Dit heeft 1 reactie opgeleverd.

Er is een reactie ontvangen van het Belgisch Verpakkingsinstituut (Hierna: BVI). In reactie op onderhavige regeling geeft het BVI aan dat T&CPI (Testing & Consultancy Packaging International, handelend onder het Belgisch verpakkingsinstituut B.V.) niet wordt vermeld als erkende instantie in Nederland waarvan ICAO-TI een uitbreiding van erkenning zou zijn. Gevraagd wordt of de uitbreiding automatisch komt of dat hiervoor een uitbreiding van de erkenning aangevraagd moet worden. Ten aanzien hiervan wordt opgemerkt dat het BVI hierover separaat wordt geïnformeerd. De vraag van het BVI geeft op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van onderhavige regeling aangezien het een procesmatig punt betreft.

Gevolgen voor de regeldruk

De ontwerpregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (hierna: ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Inwerkingtreding

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimum invoeringstermijn omdat het hier implementatie betreft. Vanwege de reeds verstreken implementatiedatum is het wenselijk dat de onderhavige regeling zo snel als mogelijk in werking treedt. Onderhavige regeling treedt daarom met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikelsgewijs

Artikel I (wijziging Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen)

Onderdeel A

In artikel 1 zijn een aantal begripsbepalingen aangepast en ingevoegd omwille van de toevoeging van de bepalingen in de REI die betrekking hebben op luchtvaart. Daarnaast zijn enkele omissies hersteld en wetstechnische correcties aangebracht.

Onderdeel B

In artikel 1a is artikel 6.51a Wlv als nieuwe grondslag van de REI benoemd. Op basis van het eerste lid van artikel 6.51a Wlv heeft de Minister van IenW de bevoegdheid om instanties te erkennen om bepaalde taken uit te voeren. Het betreft hier met name taken die voortvloeien uit de toepasselijke internationale regelgeving met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. Door het toevoegen van deze grondslag kunnen in de REI voorschriften hiertoe worden opgenomen.

Onderdeel C

In het tweede lid van artikel 2 van de REI zijn de verschillende handelingen beschreven waarvoor een erkenning kan worden aangevraagd. Het toepassingsbereik van de REI wordt met deze aanpassing uitgebreid met handelingen zoals omschreven in de TI voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. Dit voor zover van toepassing omdat gevaarlijke stoffen door de lucht niet kunnen worden vervoerd volgens alle modaliteiten die wel van toepassing zijn voor andere transportmodaliteiten. Te denken valt aan het vervoer van gevaarlijke stoffen in IBC’s en tanks. In de luchtvaart wordt zeer restrictief omgegaan met dit type vervoer. Luchtvaart is restrictiever omdat het transport van gevaarlijke stoffen via de lucht grotere risico’s met zich meebrengt. Bij gevaarlijke stoffen-transport via de lucht moet rekening gehouden worden met druk- en temperatuurverschillen, beperkte tijd voor reactie bij incidenten, ernst van de gevolgen voor mensen en de lading. De voornaamste reden waarom IBC’s niet toegelaten zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht zonder goedkeuring van de overheid zijn de grotere hoeveelheden die in geval van lekkage een probleem kunnen vormen. IBC’s worden in tegenstelling tot tanks niet individueel gekeurd. Er bestaat enkel een prototype keuring en voor de rest moeten ze gefabriceerd worden volgens een kwaliteitsprogramma.

Onderdeel g van artikel 2, tweede lid, van de REI is niet van toepassing omdat de TI geen specifieke regels heeft waaraan moet voldaan worden om de compatibiliteit aan te tonen van kunststof verpakkingen met de gevaarlijke stoffen. Volgens de TI valt dit volledig onder de verantwoordelijkheid van de verlader.

Onderdelen D en E

Naast het herstellen van een omissie in het eerste lid van artikel 4 is de vermelding van de TI opgenomen wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht in het tweede lid van artikel 4 en artikel 11. Dit omdat voor het vervoer door de lucht de voorschriften uit de TI van toepassing zijn. Met het opnemen in het tweede lid van artikel 4 wordt een nadere specificatie gegeven ten aanzien van de handelingen waarvoor een onderneming erkend wordt. De uitvoering van handelingen die zien op het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht moeten de TI in acht worden genomen. Hiertoe is het begrip TI toegevoegd aan artikel 11. In het kader van het toezicht en de handhaving kan met deze bepaling bij constatering van strijdigheid met de TI in de uitvoering van de werkzaamheden als genoemd in artikel 2, tweede lid, van de REI, de erkenning worden geschorst of ingetrokken krachtens artikel 6.51a, vierde lid, Wlv.

Onderdeel F

In artikel 15 is een verschrijving gecorrigeerd.

Artikel II (wijziging Regeling tarieven transportsectoren)

Met de wijziging van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen wordt voorzien in de toewijzing van erkenningen voor bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het keuren van verpakkingen, drukhouders, IBC’s en tanks, binnen de luchtvaartsector. Omdat dit een nieuw type werkzaamheden betreft voor een aanvrager, zal dit initieel meer werk opleveren voor de ILT. De ICAO-TI moet naast ADR⁵/RID⁶ worden gelegd om te bepalen waar van belang zijnde verschillen aanwezig zijn om daarna te bezien of het aanleiding geeft voor bijvoorbeeld een additionele audit. Daarbij moet er mogelijk kennis en expertise van andere (ILT) afdelingen ingezet te worden. Een kostendekkend tarief voor de inzet voor vergunningverlening leidt tot een bedrag van € 11.840 per erkenningsaanvraag. Dit betreft aanvragen van bedrijven die niet beschikken over een erkenning voor het testen van verpakkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen via de andere vervoersmodaliteiten (ingevolge artikel 10a Wet vervoer gevaarlijke stoffen). Bedrijven die al wel beschikken over een erkenning voor het testen van verpakkingen voor de andere vervoersmodaliteiten, en die ook een erkenning willen voor het testen van verpakkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht geldt een lager tarief, te weten € 8.880. Dit omdat de behandeling van deze aanvraag de ILT relatief minder tijd kost dan die van een aanvraag in de situatie waar het betreffende bedrijf niet reeds beschikt over een erkenning voor een van de andere modaliteiten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

---

1 De bij Annex 18 behorende Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air.

2 De op grond van het Verdrag van Chicago vastgestelde Annex 18 (The Safe Transport of Dangerous Goods by Air).

3 Het op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

4 Artikelen 1 en 3, eerste lid, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

5 Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, ADR.

6 Reglement betreffende het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen, RID.