Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 9 juli 2025, nr. IENW/BSK-2025/105100, houdende tijdelijke regels voor het verlenen van subsidie voor het versneld onderwerken van graanresten in 2025 (Tijdelijke subsidieregeling versneld onderwerken graanresten 2025) [KetenID WGK027667]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste lid, 6, zesde lid, 8, 10, tweede en vierde lid, 13 en 22 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

onderwerken:

het onder de grond werken van graanresten na de oogst van graan en het hakselen van stro zodanig, dat een perceel niet meer aantrekkelijk is voor op graanresten foeragerende ganzen;

uitvoeringsovereenkomst:

tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de minister, enerzijds, en een eigenaar of pachter van één of meer percelen, anderzijds, gesloten overeenkomst ‘Uitvoeringsovereenkomst versneld onderwerken graanresten 2025’.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel het door middel van subsidieverlening stimuleren van versneld onderwerken in de omgeving van de luchthaven Schiphol zodat de percelen in de omgeving van de luchthaven Schiphol niet meer aantrekkelijk zijn voor op graanresten foeragerende ganzen en daardoor het risico van aanvaringen tussen landende of startende vliegtuigen en ganzen in het gebied op en rond de luchthaven Schiphol wordt beperkt.

Artikel 3. Subsidieverlening

De minister kan op aanvraag voor het kalenderjaar 2025 een subsidie verstrekken voor het versneld onderwerken op percelen in het kader van het tegengaan van vogelaanvaringen op en rondom de luchthaven Schiphol.

Artikel 4. Subsidieontvangers en reikwijdte

  • 1. In aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 komen eigenaren of pachters:

    • a. van percelen die zich bevinden in het gebied dat op de in de bijlage 1 opgenomen kaart gearceerd is weergegeven; en

    • b. die een uitvoeringsovereenkomst met de minister hebben gesloten voor het versneld onderwerken van graanresten.

  • 2. Subsidie wordt alleen verstrekt voor percelen of delen van percelen waarop het graangewas een aaneengesloten oppervlak heeft van ten minste 0,5 hectare.

Artikel 5. Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt € 970,00 per hectare graanakker, indien het onderwerken binnen 48 uur na afronding van de oogst volledig en correct, overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst heeft plaatsgevonden.

  • 2. De subsidie bedraagt € 808,00 per hectare graanakker, indien het onderwerken later dan 48 uur na afronding van de oogst volledig en correct, overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst, heeft plaatsgevonden.

Artikel 6. Subsidieplafond en wijze van verdelen

  • 1. Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 bedraagt € 1.500.000,00.

  • 2. Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 7. Verplichtingen

Een eigenaar of pachter van één of meer percelen die in aanmerking wil komen voor een subsidie, voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. Een eigenaar of pachter die zijn percelen heeft ondergewerkt, zendt uiterlijk drie weken na de afronding van het onderwerken een volledig ingevuld en ondertekend registratieformulier naar het e-mailadres graanregeling@trifolium-bv.nl.

  • 2. Het registratieformulier, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als een aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Het te gebruiken model van het registratieformulier is opgenomen in bijlage 2.

Artikel 9. Subsidievaststelling

De minister stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 10. Betaling

In de beschikking tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 9, wordt opgenomen op welk moment de betaling in één keer plaatsvindt.

Artikel 11. Weigeringsgronden

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien:

  • a. bij controle van de percelen blijkt dat het onderwerken niet of niet correct heeft plaatsgevonden;

  • b. niet voldaan wordt aan artikel 7.

Artikel 12. Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 13. Inwerkingtreding en looptijd

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 15 juni 2025 en vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op:

  • a. de afwikkeling van subsidies die vóór de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verstrekt;

  • b. op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van de verstrekte subsidies;

  • c. aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling versneld onderwerken graanresten 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, ONDER A, VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING VERSNELD ONDERWERKEN GRAANRESTEN 2025.

BIJLAGE 2. MODEL REGISTRATIEFORMULIER, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 8 VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING VERSNELD ONDERWERKEN GRAANRESTEN 2025.

TOELICHTING

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Op grond van de Tijdelijke subsidieregeling versneld onderwerken graanresten 2025 (hierna: de subsidieregeling) kan subsidie worden verstrekt aan agrarische ondernemers die graanresten kort na de oogst onderwerken op hun percelen rondom Schiphol. De percelen worden hierdoor minder aantrekkelijk voor foeragerende ganzen en daarmee wordt het risico op aanvaringen tussen (met name overzomerende) ganzen en landende of startende vliegtuigen beperkt. Deze subsidieregeling is een voortzetting van de Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2023–2024, die per 1 januari 2025 is vervallen.

Uit de evaluatie van de Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2018–2022 is gebleken dat het overgrote deel van de agrarische ondernemers met graanpercelen in het gebied rondom de luchthaven Schiphol die voor subsidie in aanmerking komen een beroep doet op de regeling. Ook is gebleken dat na het onderwerken nauwelijks meer graankorrels beschikbaar zijn voor op graan foeragerende ganzen. Er is hierdoor op tarwepercelen een afname te zien van foeragerende ganzen. Dit geldt in mindere mate voor de ondergewerkte gerstpercelen. Om die reden zijn voor het onderwerken van gerst in de uitvoeringsovereenkomst specifieke voorwaarden opgenomen.

Gelijktijdig met de openstelling van deze subsidieregeling wordt ingezet op het onderzoeken van (goedkopere) alternatieven voor het onderwerken en het neerleggen van de verantwoordelijkheid voor de maatregelen bij Schiphol voor de periode na 2025, omdat het ook na 2025 belangrijk is dat in de omgeving van Schiphol zo min mogelijk graanresten beschikbaar zijn voor foeragerende ganzen.

De hoogte van de subsidie bedraagt € 970,00 per hectare. Uitgangspunt voor de subsidie is dat deze gebaseerd is op de werkelijke kosten. De subsidie van € 970,00 per hectare is gebaseerd op de kostenposten zoals uiteengezet in de bijlage bij deze toelichting.

2. Verhouding tot bestaande regelgeving

Deze subsidieregeling is gebaseerd op de Kaderwet subsidies I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: Kaderbesluit). De bepalingen van het Kaderbesluit zijn van toepassing op de subsidieverstrekking op grond van de onderhavige regeling, ook wanneer er niet expliciet in de regeling naar verwezen wordt. Voor de subsidieontvangers is dan ook niet alleen deze regeling, maar ook het Kaderbesluit van belang. In het Kaderbesluit zijn onder andere artikelen opgenomen over de subsidiabele kosten (hoofdstuk 3), het indienen van de aanvraag (hoofdstuk 5), afwijzingsgronden van een aanvraag (hoofdstuk 6), verplichtingen voor de subsidieontvanger (hoofdstuk 8) en de subsidievaststelling (hoofdstuk 10) die relevant zijn voor de subsidieontvanger. Voorts zijn de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Van belang daarbij zijn onder andere de bepalingen uit afdeling 4.2.5 over lagere vaststelling van de subsidie, afdeling 4.2.6 over intrekking van de subsidie en afdeling 4.2.7 over terugvordering van de subsidie.

3. Privacy

Voor de Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2023–2024 is beoordeeld of een Data Protection Impact Assessment (hierna: DPIA) moest worden gemaakt. Uit de DPIA Drempeltoets bleek dat dit niet noodzakelijk is omdat er geen hoog risico voor betrokkenen is. Deze conclusie geldt ook voor de onderhavige subsidieregeling.

4. Risicoanalyse

Een voorgaande versie van de regeling is getoetst aan de uitkomsten van de risicoanalyse die ingevolge de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking verplicht is (aanwijzing 20). In deze analyse is niet gebleken dat er risico’s zijn die tot aanvullende maatregelen leiden. Deze conclusie geldt ook voor de onderhavige subsidieregeling.

5. Consultatie, verzending aan Tweede Kamer, inwerkingtreding, vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn

De regeling is opgesteld in overleg met de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO). Vanwege de afstemming met LTO is voor deze regeling afgezien van internetconsultatie omdat dit niet in betekenende mate zou kunnen leiden tot aanpassing van het voorstel.1

Zoals hiervoor al is geconstateerd, kan deze regeling worden aangemerkt als een één op één voortzetting van de Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2023–2024. Gelet hierop zullen er geen gevolgen voor de regeldruk zijn. Daarom is deze regeling niet ter toetsing aangeboden aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR).

Op grond van artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt een subsidieregeling die strekt tot voortzetting van een eerdere subsidieregeling onder hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden voor overwegend dezelfde activiteiten niet eerder vastgesteld dan 30 dagen nadat het ontwerp van die subsidieregeling schriftelijk ter kennis is gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Conform deze verplichting is de ontwerpregeling op 18 april 2025 aan de Tweede Kamer overgelegd. In haar procedurevergadering van 23 april 2025 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de ontwerpregeling voor kennisgeving aangenomen. Binnen de hiervoor aangehaalde termijn van 30 dagen heeft geen van de kamerleden nadere inlichtingen omtrent de ontwerpregeling gevraagd.

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten voor regelgeving omdat het uitdrukkelijk de bedoeling is om het onderwerken van graanresten in de oogstperiode van 2025 voor vergoeding in aanmerking te laten komen en deze oogstperiode met name is gelegen in de maanden juni tot en met augustus. Om dezelfde reden wordt ook afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden. Op deze wijze worden ongewenste private nadelen voorkomen.2 Ten slotte werkt deze regeling om dezelfde reden ook terug tot en met 15 juni 2025.

Artikelsgewijs

Artikelen 4 en 7

Alleen eigenaren of pachters van een perceel dat binnen de zwarte lijn valt op de in bijlage 1 opgenomen kaart, komen in aanmerking voor een subsidie. Dit zijn de percelen die voor de luchtvaartveiligheid een risico vormen.

Net als onder de vorige regeling geldt als voorwaarde voor subsidie dat een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. In de uitvoeringsovereenkomst staan de verplichtingen omschreven waaraan de subsidie-ontvanger moet voldoen ter uitvoering van de subsidiebeschikking. Het betreft onder meer de verplichting om:

  • de graanresten onder te werken;

  • informatie te verschaffen ten aanzien van de percelen en het moment van oogsten;

  • toegang te verschaffen tot de percelen ten behoeve van controle.

Artikel 5

De hoogte van de subsidie is toegelicht in het algemene deel van de toelichting. Er bestaat een recht op het gehele subsidiebedrag als het onderwerken correct en volledig heeft plaatsgevonden binnen 48 uur na afronding van de oogst op een perceel of een deel van een perceel. Er is correct ondergewerkt op het moment dat de graanresten niet meer aan de oppervlakte liggen. Pas als nagenoeg alle graanresten niet langer aan de oppervlakte liggen, zijn de percelen niet langer aantrekkelijk voor ganzen.

Op grond van de uitvoeringsovereenkomst is het verplicht om het onderwerken binnen 48 uur uit te voeren. Dit is een voorwaarde voor toekenning van subsidie. Indien dit door weersomstandigheden niet mogelijk is, is het toegestaan om dit na 48 uur, doch op zo kort mogelijke termijn, alsnog te doen. Dan bedraagt de subsidie echter niet het gehele bedrag, maar € 808,00 per hectare. De transactiekosten van 20% worden in dat geval niet meer vergoed.

Artikel 6

Het eerste lid van dit artikel stelt het subsidieplafond voor 2025 vast. Het tweede lid regelt de wijze waarop de beschikbare subsidiegelden worden verdeeld. Er is gekozen voor een verdeling op volgorde van binnenkomst van aanvragen. Hiervoor geldt de datum waarop een volledige subsidieaanvraag is ingediend als datum van binnenkomst. Dit is geregeld in artikel 8, derde lid, onder a, van het Kaderbesluit. Indien een subsidieaanvraag bij eerste indiening nog niet volledig is, wordt conform het bepaalde in artikel 4:5, eerste lid van de Awb aan de aanvrager de mogelijkheid geboden om deze aanvraag aan te vullen. In het geval op een dag, waarop meerdere volledige subsidieaanvragen worden ingediend, het subsidieplafond wordt bereikt, voorziet artikel 8, derde lid, onderdeel b, van het Kaderbesluit erin dat een onderlinge rangschikking kan worden vastgesteld door middel van een loting.

Artikelen 8 en 9

De subsidievaststelling geschiedt zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening. De subsidie wordt in één keer vastgesteld, nadat daartoe conform artikel 8 een aanvraag is gedaan.

Artikel 11

In dit artikel zijn de gronden opgenomen op basis waarvan subsidieverstrekking geheel of gedeeltelijk kan worden geweigerd. Dit kan wanneer de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. Daarnaast worden ook (voorafgaand aan de subsidieverstrekking) percelen gecontroleerd door een derde partij. Als daaruit blijkt dat het onderwerken niet of niet correct heeft plaatsgevonden, kan dit ook een reden zijn om de subsidieverstrekking geheel of gedeeltelijk te weigeren.

Artikel 12

Een voorwaarde voor het kunnen verstrekken van de subsidie is dat de begroting dit toelaat. Indien er onverhoopt geen ruimte is op de begroting om subsidies te verstrekken, kan er geen aanspraak op subsidieverstrekking worden gemaakt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

BIJLAGE UITEENZETTING KOSTENPOSTEN

Berekening vergoeding per ha voor het onderwerken van de graanresten

   

Derving stro-opbrengst

€ 475,00

Het stro kan niet langer verkocht worden, aangezien dit wordt ondergewerkt.

Extra kosten hakselen

€ 49,00

Om het stro goed onder te kunnen werken moet het fijn worden gehakseld. Dit is een extra bewerking.

Niet ontvangen opbrengst drijfmest

€ 105,00

Voor het uitrijden van drijfmest krijgt de agrarische ondernemer normaal gesproken een vergoeding. Doordat er wordt ondergewerkt, is het voor de agrarische ondernemer in mindere mate mogelijk om drijfmest uit te rijden.

Grondbewerken (onderwerken)

€ 159,00

Na het hakselen wordt het stro met een cultivator ingewerkt. In het geval van wintergerst moet de bewerking met een ploeg gebeuren.

Extra onkruidbestrijding

€ 60,00

Het onderwerken zorgt ervoor dat onkruid beter kan groeien op het land. Extra onkruidbestrijding is nodig om dit te voorkomen.

Extra kunstmest toedienen

€ 99,00

Het gehakselde stro zal in het naar, voor het volgende gewas, moeten verteren en daarvoor is het nodig om extra kunstmest toe te dienen.

Bestrijding heermoes en kosten Adblue

€ 10,00

Door direct het stro te hakselen, is het lastiger om heermoes te bestrijden. Ook is tegenwoordig ivm emissie-eisen Adblue nodig voor de verschillende benodigde bewerkingen.

Extra brandstof bij nat ploegen

€ 2,00

Het direct zwart maken van het land na de graanoogst kan leiden tot natter land bij het ploegen. Dat geeft extra brandstofgebruik.

Totaal niet ontvangen opbrengsten en kosten

€ 959,00

 

Af effect stro verwerking in bodem

€ -151,00

Het verwerken van stro in de bodem heeft ook een gunstig effect op de bodemvruchtbaarheid.

Totaal

€ 808,00

 

20% meewerkingvergoeding

€ 162,00

Er wordt uitgegaan van transactiekosten van 20%. De transactiekosten betreffen onder meer de kosten voor de financiering van de machines waarmee moet worden ondergewerkt, de afschrijfperiode op machines van meer dan vijf jaar, voor eventuele verzekeringen, inflatie, het verrichten van administratieve handelingen en eventuele structuurschade aan de grond.

Vergoeding

€ 970,00

 

X Noot
1

Dit is één van de motieven om af te zien van internetconsultatie (zie de brief van de Minister van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 8 juli 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114, p. 2).

X Noot
2

Dit is één van de uitzonderingen om van vaste verandermomenten en van de minimuminvoeringstermijn af te wijken (Aanwijzing 4.17, vijfde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Naar boven