TOELICHTING
Inleiding
Deze regeling voorziet in een vrijstelling van de reguliere eisen voor het behalen
van de kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair. Hierbij worden de diploma’s
toegelaten die voorheen toegang boden tot het Diergeneeskunderegister (het register,
bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de Wet dieren). De regelgeving waarmee die
diploma’s waren toegelaten is vervallen en biedt op dit moment geen toegang meer tot
het register. Dit is ook de reden dat er een start- en einddatum aan de opleidingen
is verbonden voor het in aanmerking komen voor een vrijstelling op grond van de onderhavige
regeling, die correspondeert met het vervallen van de regelgeving.
Aanleiding
Uitgangspunt van het wettelijk stelsel is dat alleen toegelaten beroepsbeoefenaars,
waaronder dierenartsassistent paraveterinairen, diergeneeskundige zorg mogen verlenen.
Het beroep dierenartsassistent paraveterinair is een gereglementeerd beroep. Om toegelaten
te worden tot het verrichten van diergeneeskundige handelingen als dierenartsassistent
paraveterinair dient de in Nederland gediplomeerde diergeneeskundige een aanvraag
tot toelating (registratie, inschrijving in het Diergeneeskunderegister) in bij de
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Voor de dierenartsassistent paraveterinairen bevat het Besluit diergeneeskundigen
in hoofdstuk 3 de bepalingen op basis waarvan personen kunnen worden toegelaten tot
het uitoefenen van de diergeneeskunde in beperkte omvang. Toelating vindt plaats indien
is vastgesteld dat betrokkenen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden en de betreffende
opleiding met goed gevolg hebben doorlopen. Dit kan worden vastgesteld aan de hand
van een diploma van de opleidingsinstelling. In artikel 3.1 van het Besluit diergeneeskundigen
is opgenomen aan welke eisen de beroepsbeoefenaar moet voldoen om te kunnen worden
toegelaten en welke diergeneeskundige handelingen door de toegelaten beroepsuitoefenaar
mogen worden verricht. Daarnaast bevatten de artikelen 3.13 tot en met 3.16 van het
Besluit diergeneeskundigen procedurele bepalingen met betrekking tot de toelating.
Op dit moment worden enkel personen die de vierjarige MBO-opleiding Paraveterinair
hebben afgerond toegelaten tot het Diergeneeskunderegister.
Met ingang van 1 augustus 2012 is de mogelijkheid vervallen om door middel van het
behalen van bepaalde deelcertificaten de kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair
onder de Wet educatie en beroepsonderwijs te verkrijgen. In artikel 7.3 van het Besluit
diergeneeskundigen was in verband daarmee voorzien in overgangsrecht: diegenen die
een dergelijke opleiding met deelcertificaten gevolgd hadden of voor 1 augustus 2012
gestart waren met deze opleiding, konden tot 1 januari 2018 nog worden toegelaten
tot genoemde beroepen.
Door de jaren heen zijn er verschillende opleidingen geweest die, onder de destijds
geldende wetgeving, registratie van dierenartsassistent paraveterinairen in het Diergeneeskunderegister
toelieten.1 Door deze wisselende diplomavereisten zijn er momenteel personen die in het verleden
wel zouden zijn toegelaten tot het Diergeneeskunderegister en onder de huidige regelgeving
niet.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft het Centraal
Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) gemandateerd en gemachtigd om het Diergeneeskunderegister
te beheren.2 Sinds 2022 zijn ongeveer 90 aanvragen voor registratie in het Diergeneeskunderegister
geweigerd door het CIBG. Onder deze 90 weigeringen bevinden zich personen die diploma’s
hebben behaald die onder de destijds geldende regelgeving (een groep met ‘deelcertificaten
diploma’s’ en een groep met ‘diploma’s van de inmiddels vervallen Regeling aanwijzing
opleiding paraveterinairen’) wel tot het Diergeneeskunderegister zouden zijn toegelaten.
Om wisselende redenen waren zij zich niet bewust dat zij zich hadden moeten inschrijven
in het Diergeneeskunderegister om bevoegd hun werkzaamheden uit te voeren, waardoor
zij zich niet hebben ingeschreven. Vanaf 2022 is de druk vanuit werkgevers om te controleren
of medewerkers correct geregistreerd staan in het Diergeneeskunderegister toegenomen.
Hierbij kwam naar voren dat meerdere personen werkzaam als dierenartsassistent paraveterinair
niet staan ingeschreven en zich niet bewust waren van deze verplichting.
Vrijstelling
Artikel 10.1, eerste lid, van de Wet dieren voorziet in de mogelijkheid om een vrijstelling
te verlenen van het bepaalde bij of krachtens die wet, voor zover het belang van de
gezondheid van de mens, dieren of planten, het belang van het welzijn van dieren of
het belang van het milieu zich daartegen niet verzetten. De in het eerste lid van
artikel 10.1 genoemde belangen verzetten zich niet tegen het verlenen van de onderhavige
vrijstelling. Het niet verlenen van de vrijstelling zou betekenen dat het arbeidspotentieel
van de beroepsgroep niet volledig wordt benut. Zeker gezien de tekorten op de arbeidsmarkt
binnen de diergeneeskundige sector en de werkdruk voor dierenartsen is het belangrijk
dat het arbeidspotentieel in de veterinaire sector volledig wordt benut. De mensen
die momenteel geen inschrijving in het Diergeneeskunderegister kunnen krijgen met
oude diploma’s of deelcertificaten werken veelal al in een dierenartsenpraktijk en
hebben dus relevante werkervaring. Zij beschikken tevens over dezelfde scholing als
personen die zich ten tijde van de destijds geldende regelgeving en de eerdere vrijstelling
hebben ingeschreven en daardoor bevoegd hun werk mogen uitvoeren. Daarnaast werken
dierenartsassistent paraveterinairen altijd minimaal op aanwijzing en onder controle
van een dierenarts. Daarom is de met deze regeling geïntroduceerde vrijstelling gewenst
en verzetten de voornoemde belangen zich er niet tegen.
Uitvoering
Aan het CIBG is mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur te beslissen over toelating van diergeneeskundigen. Dit geldt ook voor de
registratie van diergeneeskundigen in het Diergeneeskunderegister. Het CIBG hanteert
voor de toelating van dierenartsassistent paraveterinairen met een ouder diploma op
basis van de onderhavige vrijstelling een beslisboom, op basis waarvan wordt gekeken
of het desbetreffende diploma of de desbetreffende deelcertificaten in aanmerking
komen voor registratie van de betrokkene in het Diergeneeskunderegister. De beslisboom
die is opgesteld naar aanleiding van de vrijstelling die tot 1 januari 2018 gold op
basis van artikel 7.3 van het Besluit diergeneeskundigen kan daarvoor onverkort worden
gebruikt.
De verwachting is dat het aantal nieuwe aanvragen die in aanmerking komen voor deze
vrijstelling na de publicatie van deze regeling rond de 200 zal liggen. Reden hiervoor
is dat een deel van de personen om wie het gaat afwacht wat de vrijstellingsregeling
inhoudt alvorens zich te melden bij het CIBG. Het CIBG voorziet door het gebruik van
de eerdergenoemde beslisboom geen wijzigingen in de uitvoering en zag daarom geen
noodzaak voor een uitvoeringstoets.
Deze vrijstellingsregeling heeft geen effect op het toezicht en de handhaving door
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De uitvoering van deze vrijstellingsregeling
en de (toetsing van) registratie in het Diergeneeskunderegister ligt in het geheel
bij het CIBG. Daarom is door de NVWA geen uitvoeringstoets uitgevoerd.
Regeldruk
Naar verwachting zullen ongeveer 200 personen gebruik maken van de vrijstelling. Het
invullen van het registratieverzoek kost ongeveer een uur per registratie. Uitgaande
van het standaard uurtarief van € 17 per uur komen de regeldrukkosten dan neer op
€ 17 × 200 = € 3.400. Echter hadden zij in het verleden deze registratie ook moeten
doen. De extra regeldruk door deze vrijstellingsregeling komt dus in principe neer
op € 0.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een
formeel advies omdat het geen significante gevolgen voorziet voor de regeldruk.
Internetconsultatie
Er is afgezien van een internetconsultatie. De vrijstellingsregeling is technisch
van aard en sluit aan bij de in het verleden toegelaten opleidingen en eerder overgangsrecht.
Een internetconsultatie had niet in betekenende mate kunnen leiden tot een significante
wijziging van de conceptregeling. Het zou onredelijk zijn om bepaalde beschreven opleidingen
uit te sluiten, die in het verleden wel recht gaven tot toelating in het Diergeneeskunderegister.
Deze vrijstellingsregeling voorziet in een verlenging van het overgangsrecht zoals
dat gold van 1 juli 2014 tot 1 januari 2018, om op deze manier mensen die opgeleid
zijn voor het beroep dat zij uitoefenen toe te kunnen laten tot het Diergeneeskunderegister.
Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Afgeweken wordt van het beleid van vaste
verandermomenten. De afwijking is wenselijk om aanmerkelijke ongewenste nadelen voor
de doelgroep te voorkomen. De personen die van de vrijstelling gebruik kunnen maken
zijn nu niet ingeschreven in het Diergeneeskunderegister en kunnen zich niet inschrijven,
terwijl ze wel de beoogde diergeneeskundige handelingen willen verrichten en dus ingeschreven
moeten zijn om dat te mogen doen. Spoedige inwerkingtreding van deze regeling is dus
gewenst.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie