Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 30 juni 2025, nr. WJZ/98745129, tot wijziging van de Regeling diergeneeskundigen in verband met een vrijstelling met betrekking tot de kwalificatie van dierenartsassistent paraveterinair voor personen met deelkwalificaties en oude diploma’s

De Staatssecretaris van Landbouw Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op de artikelen 7.5, eerste lid, en 10.1, eerste lid, van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan hoofdstuk 3 van de Regeling diergeneeskundigen wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 7. Vrijstelling kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair

Artikel 3.14 Vrijstelling kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair
  • 1. In afwijking van artikel 3.1, eerste lid, van het besluit laat de minister tot het beroepsmatig verrichten van de in artikel 3.1, tweede lid, van het besluit bedoelde diergeneeskundige handelingen toe degene die beschikt over:

    • a. een bewijs van het met goed gevolg voltooien van een voor 1 augustus 2012 gestarte en voor 1 januari 2018 voltooide krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs vastgestelde combinatie van deelkwalificaties die recht geeft op de kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair als bedoeld in artikel 2.1; of

    • b. een bewijs van het met goed gevolg voltooien van een voor 30 juli 2002 gestarte en voor 1 augustus 2006 voltooide:

      • 1°. vierjarige dagopleiding tot kaderfunctionaris veterinaire ondersteuning aan het AOC Groenhorst College te Ede, locatie Barneveld;

      • 2°. vierjarige dagopleiding tot kaderfunctionaris dierenzorg aan het AOC Groenhorst College te Ede, locatie Barneveld;

      • 3°. opleiding tot gespecialiseerd beroepsbeoefenaar dierenzorg aan het AOC Groenhorst College te Ede, locatie Barneveld;

      • 4°. cursus tot dierenartsassistent aan het AOC Groenhorst College te Ede, locatie Barneveld;

      • 5°. opleiding tot zelfstandig beroepsbeoefenaar dierenzorg aan het AOC Groenhorst College te Ede, locatie Barneveld, mits voorzien van de certificaten Bedrijfsvoeren dierenzorg en Beheren veterinaire ondersteuning;

      • 6°. opleiding tot dierenartsassistent aan de Leidse Onderwijs Instelling te Leiderdorp;

      • 7°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Oost te Lochem, locaties Doetinchem, Enschede en Voorst;

      • 8°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Terra te Groningen, locaties Emmen, Groningen en Meppel;

      • 9°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Friesland te Leeuwarden, locatie Sneek;

      • 10°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC De Groene Welle te Zwolle, locaties Hardenberg en Zwolle;

      • 11°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Holland College te Naaldwijk, locatie Maasland;

      • 12°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Limburg te Roermond, locaties Heerlen, Horst en Roermond;

      • 13°. opleiding tot dierenartsassistent aan het AOC Clusius College te Alkmaar, locatie Alkmaar;

      • 14°. opleiding tot dierenartsassistent verzorgd door Helicon Opleidingen te Boxtel, locatie Oss;

    • c. een bewijs van het met goed gevolg voltooien van een voor 1 augustus 1996 gestarte en voor 1 augustus 2006 voltooide:

      • 1°. opleiding tot dierenartsassistent verzorgd door Essay-opleidingen (voorheen Opleidingsinstituut voor paramedische beroepen, voorheen Instituut Leni Mooldijk) te Rotterdam;

      • 2°. opleiding dierverzorging aan de Christelijke Scholengemeenschap Groen van Prinsterer, Lagere Agrarische School te Barneveld;

      • 3°. opleiding dierverzorging aan het Agrarisch Opleidingscentrum Alkmaar, Lagere Agrarische School te Alkmaar;

      • 4°. opleiding dierverzorging aan het Agrarisch Opleidingscentrum Holland College te De Lier, locatie Maasland.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2025

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie

TOELICHTING

Inleiding

Deze regeling voorziet in een vrijstelling van de reguliere eisen voor het behalen van de kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair. Hierbij worden de diploma’s toegelaten die voorheen toegang boden tot het Diergeneeskunderegister (het register, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de Wet dieren). De regelgeving waarmee die diploma’s waren toegelaten is vervallen en biedt op dit moment geen toegang meer tot het register. Dit is ook de reden dat er een start- en einddatum aan de opleidingen is verbonden voor het in aanmerking komen voor een vrijstelling op grond van de onderhavige regeling, die correspondeert met het vervallen van de regelgeving.

Aanleiding

Uitgangspunt van het wettelijk stelsel is dat alleen toegelaten beroepsbeoefenaars, waaronder dierenartsassistent paraveterinairen, diergeneeskundige zorg mogen verlenen. Het beroep dierenartsassistent paraveterinair is een gereglementeerd beroep. Om toegelaten te worden tot het verrichten van diergeneeskundige handelingen als dierenartsassistent paraveterinair dient de in Nederland gediplomeerde diergeneeskundige een aanvraag tot toelating (registratie, inschrijving in het Diergeneeskunderegister) in bij de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Voor de dierenartsassistent paraveterinairen bevat het Besluit diergeneeskundigen in hoofdstuk 3 de bepalingen op basis waarvan personen kunnen worden toegelaten tot het uitoefenen van de diergeneeskunde in beperkte omvang. Toelating vindt plaats indien is vastgesteld dat betrokkenen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden en de betreffende opleiding met goed gevolg hebben doorlopen. Dit kan worden vastgesteld aan de hand van een diploma van de opleidingsinstelling. In artikel 3.1 van het Besluit diergeneeskundigen is opgenomen aan welke eisen de beroepsbeoefenaar moet voldoen om te kunnen worden toegelaten en welke diergeneeskundige handelingen door de toegelaten beroepsuitoefenaar mogen worden verricht. Daarnaast bevatten de artikelen 3.13 tot en met 3.16 van het Besluit diergeneeskundigen procedurele bepalingen met betrekking tot de toelating.

Op dit moment worden enkel personen die de vierjarige MBO-opleiding Paraveterinair hebben afgerond toegelaten tot het Diergeneeskunderegister.

Met ingang van 1 augustus 2012 is de mogelijkheid vervallen om door middel van het behalen van bepaalde deelcertificaten de kwalificatie dierenartsassistent paraveterinair onder de Wet educatie en beroepsonderwijs te verkrijgen. In artikel 7.3 van het Besluit diergeneeskundigen was in verband daarmee voorzien in overgangsrecht: diegenen die een dergelijke opleiding met deelcertificaten gevolgd hadden of voor 1 augustus 2012 gestart waren met deze opleiding, konden tot 1 januari 2018 nog worden toegelaten tot genoemde beroepen.

Door de jaren heen zijn er verschillende opleidingen geweest die, onder de destijds geldende wetgeving, registratie van dierenartsassistent paraveterinairen in het Diergeneeskunderegister toelieten.1 Door deze wisselende diplomavereisten zijn er momenteel personen die in het verleden wel zouden zijn toegelaten tot het Diergeneeskunderegister en onder de huidige regelgeving niet.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) gemandateerd en gemachtigd om het Diergeneeskunderegister te beheren.2 Sinds 2022 zijn ongeveer 90 aanvragen voor registratie in het Diergeneeskunderegister geweigerd door het CIBG. Onder deze 90 weigeringen bevinden zich personen die diploma’s hebben behaald die onder de destijds geldende regelgeving (een groep met ‘deelcertificaten diploma’s’ en een groep met ‘diploma’s van de inmiddels vervallen Regeling aanwijzing opleiding paraveterinairen’) wel tot het Diergeneeskunderegister zouden zijn toegelaten. Om wisselende redenen waren zij zich niet bewust dat zij zich hadden moeten inschrijven in het Diergeneeskunderegister om bevoegd hun werkzaamheden uit te voeren, waardoor zij zich niet hebben ingeschreven. Vanaf 2022 is de druk vanuit werkgevers om te controleren of medewerkers correct geregistreerd staan in het Diergeneeskunderegister toegenomen. Hierbij kwam naar voren dat meerdere personen werkzaam als dierenartsassistent paraveterinair niet staan ingeschreven en zich niet bewust waren van deze verplichting.

Vrijstelling

Artikel 10.1, eerste lid, van de Wet dieren voorziet in de mogelijkheid om een vrijstelling te verlenen van het bepaalde bij of krachtens die wet, voor zover het belang van de gezondheid van de mens, dieren of planten, het belang van het welzijn van dieren of het belang van het milieu zich daartegen niet verzetten. De in het eerste lid van artikel 10.1 genoemde belangen verzetten zich niet tegen het verlenen van de onderhavige vrijstelling. Het niet verlenen van de vrijstelling zou betekenen dat het arbeidspotentieel van de beroepsgroep niet volledig wordt benut. Zeker gezien de tekorten op de arbeidsmarkt binnen de diergeneeskundige sector en de werkdruk voor dierenartsen is het belangrijk dat het arbeidspotentieel in de veterinaire sector volledig wordt benut. De mensen die momenteel geen inschrijving in het Diergeneeskunderegister kunnen krijgen met oude diploma’s of deelcertificaten werken veelal al in een dierenartsenpraktijk en hebben dus relevante werkervaring. Zij beschikken tevens over dezelfde scholing als personen die zich ten tijde van de destijds geldende regelgeving en de eerdere vrijstelling hebben ingeschreven en daardoor bevoegd hun werk mogen uitvoeren. Daarnaast werken dierenartsassistent paraveterinairen altijd minimaal op aanwijzing en onder controle van een dierenarts. Daarom is de met deze regeling geïntroduceerde vrijstelling gewenst en verzetten de voornoemde belangen zich er niet tegen.

Uitvoering

Aan het CIBG is mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur te beslissen over toelating van diergeneeskundigen. Dit geldt ook voor de registratie van diergeneeskundigen in het Diergeneeskunderegister. Het CIBG hanteert voor de toelating van dierenartsassistent paraveterinairen met een ouder diploma op basis van de onderhavige vrijstelling een beslisboom, op basis waarvan wordt gekeken of het desbetreffende diploma of de desbetreffende deelcertificaten in aanmerking komen voor registratie van de betrokkene in het Diergeneeskunderegister. De beslisboom die is opgesteld naar aanleiding van de vrijstelling die tot 1 januari 2018 gold op basis van artikel 7.3 van het Besluit diergeneeskundigen kan daarvoor onverkort worden gebruikt.

De verwachting is dat het aantal nieuwe aanvragen die in aanmerking komen voor deze vrijstelling na de publicatie van deze regeling rond de 200 zal liggen. Reden hiervoor is dat een deel van de personen om wie het gaat afwacht wat de vrijstellingsregeling inhoudt alvorens zich te melden bij het CIBG. Het CIBG voorziet door het gebruik van de eerdergenoemde beslisboom geen wijzigingen in de uitvoering en zag daarom geen noodzaak voor een uitvoeringstoets.

Deze vrijstellingsregeling heeft geen effect op het toezicht en de handhaving door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De uitvoering van deze vrijstellingsregeling en de (toetsing van) registratie in het Diergeneeskunderegister ligt in het geheel bij het CIBG. Daarom is door de NVWA geen uitvoeringstoets uitgevoerd.

Regeldruk

Naar verwachting zullen ongeveer 200 personen gebruik maken van de vrijstelling. Het invullen van het registratieverzoek kost ongeveer een uur per registratie. Uitgaande van het standaard uurtarief van € 17 per uur komen de regeldrukkosten dan neer op € 17 × 200 = € 3.400. Echter hadden zij in het verleden deze registratie ook moeten doen. De extra regeldruk door deze vrijstellingsregeling komt dus in principe neer op € 0.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies omdat het geen significante gevolgen voorziet voor de regeldruk.

Internetconsultatie

Er is afgezien van een internetconsultatie. De vrijstellingsregeling is technisch van aard en sluit aan bij de in het verleden toegelaten opleidingen en eerder overgangsrecht. Een internetconsultatie had niet in betekenende mate kunnen leiden tot een significante wijziging van de conceptregeling. Het zou onredelijk zijn om bepaalde beschreven opleidingen uit te sluiten, die in het verleden wel recht gaven tot toelating in het Diergeneeskunderegister. Deze vrijstellingsregeling voorziet in een verlenging van het overgangsrecht zoals dat gold van 1 juli 2014 tot 1 januari 2018, om op deze manier mensen die opgeleid zijn voor het beroep dat zij uitoefenen toe te kunnen laten tot het Diergeneeskunderegister.

Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Afgeweken wordt van het beleid van vaste verandermomenten. De afwijking is wenselijk om aanmerkelijke ongewenste nadelen voor de doelgroep te voorkomen. De personen die van de vrijstelling gebruik kunnen maken zijn nu niet ingeschreven in het Diergeneeskunderegister en kunnen zich niet inschrijven, terwijl ze wel de beoogde diergeneeskundige handelingen willen verrichten en dus ingeschreven moeten zijn om dat te mogen doen. Spoedige inwerkingtreding van deze regeling is dus gewenst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie


X Noot
1

Zoals in de van 1 februari 1996 tot 9 augustus 2002 geldende Regeling aanwijzing opleidingen paraveterinairen, die meermaals is gewijzigd.

X Noot
2

Besluit mandaat en machtiging directeur CIBG inzake toelating, registratie en doorhaling van de uitoefening van de diergeneeskunde.

Naar boven