Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 23 mei 2025, nummer WBV 2025/12, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/21 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

21. Het asielbeleid ten aanzien van Libanon

21.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

21.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

21.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
21.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc

Geen bijzonderheden.

21.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

Geen bijzonderheden.

21.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
21.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

21.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc

Geen bijzonderheden.

21.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

Geen bijzonderheden.

21.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

De IND neemt voor Libanon aan dat sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld in de gouvernementen Zuid, Nabatiye en Baalbek-Hermel.

21.5. Bescherming
21.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4. Vc

De IND neemt in ieder geval voor de volgende categorieën in het algemeen aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties te verkrijgen:

  • (geregistreerde en niet-geregistreerde) Libanese Palestijnen;

  • niet-Libanese Palestijnen.

Het vorenstaande geldt niet als op grond van het individuele asielrelaas aannemelijk is dat de vreemdeling de bescherming van de autoriteiten en/of internationale organisaties kan verkrijgen.

21.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt voor de volgende categorieën in het algemeen aan dat er geen binnenlands beschermingsalternatief aanwezig is:

  • (geregistreerde en niet-geregistreerde) Libanese Palestijnen;

  • niet-Libanese Palestijnen.

Het vorenstaande geldt niet als op grond van het individuele asielrelaas aannemelijk is dat de vreemdeling zich elders in Libanon kan vestigen.

21.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Geen bijzonderheden.

21.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

21.8. Bijzonderheden

Terugkeer naar Libanon

De IND neemt voor niet-Libanese Palestijnen, die voorafgaand aan hun komst naar Nederland Libanon als land van gebruikelijke verblijfplaats hadden, aan dat zij bij terugkeer naar Libanon een reëel risico op uitzetting lopen en beoordeelt op basis van de individuele omstandigheden of een dergelijke uitzetting leidt tot (indirect) refoulement.

De IND verleent aan de volgende categorieën een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd:

  • Niet-Libanese Palestijnen uit Libanon waarvan aannemelijk is dat zij zullen worden uitgezet naar een tweede/eerdere land van gebruikelijke verblijfplaats waarvoor geldt dat zij aldaar een gegronde vrees voor vervolging of ernstige schade hebben.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 mei 2025

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

TOELICHTING

A

De Minister van Asiel en Migratie heeft per brief van 14 november 2024, met kenmerk 5850626 aan de Tweede Kamer bericht, dat zij een besluit- en vertrekmoratorium heeft ingesteld voor vreemdelingen afkomstig uit Libanon. Het besluit- en vertrekmoratorium voor Libanon is ingesteld voor de duur van zes maanden en verloopt op 13 mei 2025.

In de brief van 17 juni 2025 (kenmerk: 6341221) heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd dat de situatie rondom het conflict tussen Israël en Hezbollah inmiddels voldoende duidelijk is om het landenbeleid ten aanzien van artikel 15 onder c van de Kwalificatierichtlijn voor Libanon vast te stellen en het beslissen op asielaanvragen van Libanese asielzoekers te hervatten. Met dit wijzigingsbesluit worden enkele wijzigingen doorgevoerd in het landgebonden asielbeleid voor Libanon (C7/21 Vc).

De minister heeft besloten om voor enkele gouvernementen aan te nemen, dat daar sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld gelet op, onder andere, de door Israël gepleegde aanvallen in Zuid- en Oost-Libanon op voornamelijk Hezbollah-leden. Echter zijn er bij de Israëlische aanvallen in Libanon ook oorlogsmethoden gebruikt die de kans op burgerslachtoffers vergroten of burgers expliciet als doel nemen.

Aangezien er momenteel geen einde van het geweld tussen Israël en Hezbollah in zicht is, is in paragraaf C7/21.4.1 Vc opgenomen dat er in de gouvernementen Zuid, Nabatiye en Baalbek-Hermel sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld.

Ook zijn er in paragraaf C7/21.1 Vc en C7/21.7 Vc aanpasingen verricht, aangezien de minister heeft besloten het eerder ingestelde besluit- en vertrekmoratorium voor Libanon niet te verlengen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer.

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

Naar boven