Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 2 juni 2025, nr. IENW/BSK-2025/120873, tot wijziging van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol in verband met de inwerkingtreding van de wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht [KetenID WGK027433]

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 8.27, 8.28, 8.29 en 8.30 van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘het aantal bewegingen met handelsverkeer’ ingevoegd ‘en het aantal daarvan’.

B

In artikel 3.2, eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘het aantal bewegingen met handelsverkeer’ ingevoegd ‘en het aantal daarvan’.

C

In bijlage 1 wordt in de rij over artikel 4.2.3a in de kolom ‘Gegevens’ na ‘het aantal bewegingen met handelsverkeer’ ingevoegd ‘en het aantal daarvan’.

D

In bijlage 8 wordt § 4.1a als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt na ‘het aantal bewegingen met handelsverkeer’ ingevoegd ‘en het aantal daarvan’.

2. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘b.’ geplaatst.

3. Voor onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. Een vlucht wordt meegeteld in het totaal aantal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer als:

    • de vlucht is geregistreerd als handelsverkeer overeenkomstig § 3.1, onderdeel k, in samenhang met § 2.4, onderdeel f, met tenminste de volgende gegevens:

      • de schemadatum;

      • de baantijd (datum, uren, minuten, seconden) van de vlucht in lokale tijd;

      • de schematijd in lokale tijd;

      • de vluchtsoort en

      • het vluchtnummer;

    • het soort vlucht, geregistreerd onder § 2.4, onderdeel f, valt in een van de volgende categorieën:

      • passagierslijnvluchten;

      • passagierschartervluchten;

      • vrachtlijnvluchten;

      • vrachtchartervluchten, of

      • positioneringsvluchten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht (Stb. 2025, 119) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

1. Inleiding

Ingevolge de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI) registreren, koppelen en verwerken de exploitant van de luchthaven Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en de luchtvaartmaatschappijen bepaalde gegevens en verstrekken deze aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In de RMI staat vermeld op welke wijze dit dient te geschieden.

Op 1 november 2025 treedt het Besluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht in werking waarmee een maximum aantal vliegtuigbewegingen handelsverkeer voor het etmaal van 478.000 is vastgesteld 1. Het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht van 32.000 wordt gewijzigd in 27.000.

Het maximum aantal vliegtuigbewegingen wordt gehandhaafd door de ILT. De onderhavige wijziging van de RMI bepaalt welke gegevens Schiphol hiervoor aan de ILT moet aanleveren.

2. Inhoud wijziging

Op grond van artikel 2.2 van de RMI registreert de exploitant van Schiphol de in bijlage 1 (Gegevens over de milieu- en veiligheidsbelasting) bij de RMI opgenomen gegevens en verstrekt deze gegevens binnen de daarbij aangegeven termijn aan de inspecteur-generaal overeenkomstig artikel 3.1 en 3.2 van de RMI.

Ingevolge de onderhavige wijziging registreert de exploitant in verband met het maximum aantal vliegtuigbewegingen opgenomen in artikel 4.2.3a van het LVB, op adequate wijze het aantal feitelijke vliegtuigbewegingen met handelsverkeer van het etmaal en verstrekt deze maandelijks aan de inspecteur-generaal, binnen twee weken na afloop van elke maand. De gegevens worden vastgesteld volgens de met de onderhavige wijziging opgenomen paragraaf 4.1a in bijlage 8. Voor het maximum aantal vliegtuigbewegingen handelsverkeer gedurende de periode tussen 23.00 en 7.00 uur is dit al eerder in de RMI opgenomen.

3. Gevolgen

De wijziging vloeit voort uit de in de inleiding genoemde wijziging van het LVB en heeft zelfstandig geen gevolgen. Op grond van de RMI worden door de exploitant reeds gegevens geregistreerd en verstrekt, de wijziging behelst geen wijziging ten opzichte van de huidige werkwijze. Door de ILT wordt sinds 2015 anticiperend op het nieuwe stelsel met preferent baangebruik en een maximumaantal vliegtuigbewegingen gehandhaafd. In verband daarmee wordt door Schiphol al de nodige informatie aangeleverd, onder meer over het maximumaantal vliegtuigbewegingen per jaar met handelsverkeer. De wijziging van het LVB heeft om die reden geen significante regeldrukeffecten tot gevolg en daarom heeft het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) aangegeven de ontwerpwijziging van het LVB en de ontwerpwijziging van de RMI niet te selecteren voor een formeel advies.

4. Afstemming

De wijziging is afgestemd met de exploitant van Schiphol.

De ILT heeft de ontwerpregeling beoordeeld als handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig.

Over het ontwerp van de hiervoor bedoelde wijziging van het LVB heeft van 18 februari tot en met 31 maart 2025 een zienswijzeprocedure voor eenieder plaatsgevonden. Over deze bij dat besluit behorende wijziging van de RMI heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden omdat de wijziging puur technisch en niet inhoudelijk van aard is en een internetconsultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van het voorstel.

5. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking tegelijk met de hiervoor genoemde wijziging van het LVB en dat is op 1 november 2025. Omdat dit besluit en de regeling aansluiten bij het gebruiksjaar van Schiphol, dat loopt van 1 november tot en met 31 oktober, kunnen de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn voor regelgeving niet worden aangehouden en wordt op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, daarvan afgeweken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


X Noot
1

Stb. 2025, 119.

Naar boven