Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, van 17 april 2025, nr. IENW/BSK-2025/93055, tot instelling van een Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, hebben besloten dat wordt overgegaan tot het instellen van de Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening zoals vastgelegd in dit instellingsbesluit.

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

commissie:

de commissie zoals bedoeld in artikel 2;

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

ministerie:

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

projecten Hoger Naderen Luchthavens:

verkenning van de mogelijkheden om door aanpassing van de naderingswijze van burgerluchthavens de leefomgevingskwaliteit rondom de burgerluchthavens stapsgewijs en in overleg met de omgeving te verbeteren;

Schetsontwerp:

het eerste concept van de nieuwe indeling van het luchtruim dat binnen bestaande beleidskaders tot stand is gekomen en is gepubliceerd;

staatssecretaris:

Staatssecretaris van Defensie;

Voorlopig Ontwerp:

de nadere uitwerking van het eerste concept van de nieuwe indeling van het luchtruim, wat ter besluitvorming aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening.

  • 2. De commissie heeft tot taak om in het licht van de motie van de leden van Dijk en Grinwis (Kamerstukken II 2024/25, 31 936, nr. 1158) en aan de hand van het Schetsontwerp en de bijbehorende effectanalyses de minister te adviseren over de uitvoering van de nieuwe indeling van het luchtruim. Daarbij wordt de commissie gevraagd om de volgende punten in beschouwing te nemen:

    • a. de maatschappelijke doelstellingen die met de herindeling worden beoogd;

    • b. de veranderende geopolitieke omstandigheden;

    • c. de integraliteit van de herindeling van het luchtruim;

    • d. de objectiviteit van de totstandkoming van het voorgestelde Schetsontwerp;

    • e. de mogelijkheden om verbeteringen in de leefomgevingskwaliteit in de uitvoering te bereiken met de projecten Hoger Naderen Luchthavens.

    Keuzes over aantallen vliegtuigbewegingen op Schiphol (waaronder de Balanced Approach) en op andere luchthavens of vliegbases zijn geen onderdeel van de herindeling van het luchtruim en daarmee ook niet van de taak van de commissie. Meer algemeen gesteld, beschouwt het advies als leidend de geldende wet- en regelgeving en beleidskaders over leefomgevingskwaliteit, geluid, duurzaamheid en luchtruimindeling. Advisering over het aanpassen van regelgeving of beleidskaders maakt geen onderdeel uit van de taak van de commissie.

  • 3. Bij haar onderzoek om te komen tot een advies betrekt de commissie vroegtijdig een vertegenwoordiging van belanghebbenden waaronder een vertegenwoordiging van omgeving in een klankbordgroep, mede in het licht van de motie van de leden van Dijk cs (Kamerstuk 2024/25, 31 936, nr. 1187). Een Plan van Aanpak voor het betrekken van deze klankbordgroep maakt onderdeel uit van de taak van de commissie.

  • 4. Naar aanleiding van haar bevindingen en conclusies is de commissie bevoegd aanbevelingen aan de minister te doen.

  • 5. Het advies van de commissie wordt betrokken bij de verdere detaillering van het Schetsontwerp naar het Voorlopig Ontwerp en bij de invulling van de Hoger Naderen projecten rondom de burgerluchthavens. Daartoe zal het advies uiterlijk 1 november 2025 worden opgeleverd.

Artikel 3. Leden

De commissie bestaat uit:

  • a. Dr. Jan Jacob van Dijk, Culemborg, tevens voorzitter;

  • b. Maximaal vijf andere leden.

De commissie wordt ondersteund door een onafhankelijke externe secretaris. De benoeming van de leden geldt tot de opheffing van de commissie.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie onafhankelijk (en zonder beïnvloeding van derden) uit.

  • 2. De voorzitter wordt door de minister benoemd in overeenstemming met de staatssecretaris.

  • 3. Twee andere leden worden door de minister benoemd op grond van hun onafhankelijke expertise op het gebied van leefomgevingskwaliteit in relatie tot luchtvaart, luchtruimontwerp of luchtruimbeheer, naar aanleiding van de door representatieve bewonersgroepen aangedragen deskundigen.

  • 4. Twee onafhankelijke experts op het gebied van luchtruimontwerp, luchtruimbeheer, luchtverkeersafhandeling, en militaire paraatheid worden door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris, geselecteerd en worden door de minister als leden benoemd.

  • 5. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 6. De voorzitter en overige leden kunnen (op eigen verzoek, wegens ongeschiktheid of op andere zwaarwegende gronden) worden geschorst en ontslagen door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris.

Artikel 5. Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang van 17 april 2025 en wordt 8 weken na publicatie van het eindrapport opgeheven.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1. Het instellende ministerie voorziet in instelling van een onafhankelijk extern secretariaat.

  • 2. De minister vergoedt de externe secretaris van de commissie.

  • 3. Het secretariaat of de secretaris is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan (de voorzitter van) de commissie.

  • 4. Aan het secretariaat kunnen medewerkers worden toegevoegd.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast, met dien verstande dat in deze werkwijze is voorzien in het vroegtijdig betrekken van een klankborgroep van representanten van belanghebbenden, waaronder van de brede omgeving.

  • 2. De commissie verstrekt desgevraagd inlichtingen aan de minister die nodig zijn voor de uitvoering van diens taken. De minister, in overeenstemming met de staatssecretaris, kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van ministeriële taken redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8. Vergoeding

Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, zoals vastgelegd in de CAO Rijk, en de arbeidsduurfactor op 12/40. Reiskosten worden verrekend.

Artikel 9. Inwinnen van inlichtingen door een onderzoekscommissie

  • 1. De commissie is bevoegd om zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2. Het ministerie en het Ministerie van Defensie verlenen de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft.

  • 3. Ambtenaren van het ministerie en van het Ministerie van Defensie zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

Artikel 10. Kosten van externe commissies

  • 1. De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde raming, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek;

    • c. de kosten voor oplevering van het eindrapport;

    • d. de kosten voor ontmoetingslocaties van de commissie met externe deskundigen en voor ontmoetingen met de klankbordgroep;

    • e. ICT (ten behoeve van documentbeheer, mailadres, contactpunt voor externe partijen).

  • 2. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een kostenraming aan de minister aan.

  • 3. De commissie voert een eigen financiële administratie en levert een financieel overzicht aan.

  • 4. De commissie laat een accountantscontrole uitvoeren van het financieel overzicht.

Artikel 11. Huisvesting externe commissie

De commissie verricht haar externe werkzaamheden op locaties buiten het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarbij dienstverlening van het CAOP wordt betrokken.

Artikel 12. Eindrapport, tussenrapporten en uiterste datum voor oplevering

De commissie brengt uiterlijk 1 november 2025 haar advies over het Schetsontwerp uit aan de minister.

Artikel 13. Openbaarmaking externe commissies

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen. Op grond van de Wet open overheid, artikel 3, derde lid, sub b, maakt de commissie haar eigen advies openbaar. De adviesaanvraag wordt openbaar gemaakt door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris.

Artikel 14. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, op een eerder moment, de stukken en gegevens betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Luchtvaart van het ministerie.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 april 2025.

Artikel 16. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening.

Dit besluit zal met de bijbehorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de betrokkenen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

Inleiding

Het programma Luchtruimherziening werkt aan een slimmere en betere indeling van het Nederlandse luchtruim. Begin 2025 is, met het zogenoemde Schetsontwerp, door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de Staatssecretaris van Defensie, het eerste concept van de nieuwe indeling gepresenteerd. De effectanalyses die zijn uitgevoerd op deze nieuwe indeling zijn eveneens gepubliceerd.

De Tweede Kamer heeft verzocht om een externe commissie in te stellen om de nieuwe indeling te beoordelen en om hierbij representanten van de omgeving te betrekken. Met de instelling van de Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening zoals in bijgaand Instellingsbesluit neergelegd, geeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, invulling aan dit verzoek.

De aanleiding en de hoofdpunten van de externe adviescommissie worden hier beknopt toegelicht.

Aanleiding

In de eerder gepubliceerde Voorkeursbeslissing Luchtruimherziening1 is een vierde naderingspunt voor Schiphol genoemd. Dit heeft geleid tot zorgen in de omgeving van de provincies Utrecht en Gelderland over verschuiving van vliegverkeer boven deze regio’s. De Tweede Kamer heeft daarom op 12 juni 2024 een motie aangenomen van de leden van Dijk (NSC) en Grinwis (CU)2 om een externe commissie van experts en omwonenden in te stellen. Deze externe commissie dient “de nut en noodzaak van een vierde aanvliegroute [...] naar Schiphol, te beoordelen in het licht van de veranderende omstandigheden”.

Tijdens het Commissiedebat Luchtvaart op 24 oktober 2024 is toegezegd dat de Tweede Kamer geïnformeerd wordt over de opdracht en inrichting van deze commissie.

Op 19 december 2024 is een motie aangenomen van de leden van Dijk cs3 dat de regering verzoekt om ook representanten van omwonenden te benoemen in de externe commissie uitvoering Programma Luchtruimherziening.

In de Kamerbrief van 20 december 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat een externe adviescommissie zal worden ingericht om invulling te geven aan de moties. In dezelfde brief is de Tweede Kamer geïnformeerd dat in het begin van 2025 het eerste concept van de herindeling van het luchtruim met het Schetsontwerp door de Minister van IenW en de Staatssecretaris van Defensie wordt gepubliceerd. Het Schetsontwerp is op 21 februari gepubliceerd. Een vierde aanvliegroute maakt geen onderdeel uit van het Schetsontwerp.

De opgave voor de adviescommissie is daarom verbreed ten opzichte van de motie en zal zich richten op een beoordeling van de totstandkoming en de effecten van het Schetsontwerp en op de navolgbaarheid en objectiviteit van het gevolgde ontwerpproces.

Er is geen bestaand platform, college of instituut om een dergelijke beoordeling uit te voeren, waarbij in overeenstemming met de moties ook representanten van de omgeving betrokken dienen te worden. Daartoe is de instelling van deze adviescommissie noodzakelijk.

Instellende ministerie

Het instellende ministerie is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het programma Luchtruimherziening is een volwaardig onderdeel van zowel het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als het Ministerie van Defensie. Voor de instelling van de adviescommissie is omwille van de uitvoerbaarheid en in de geest van de genoemde moties gekozen de commissie onder te brengen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De instelling is in overeenstemming met het Ministerie van Defensie gedaan en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Defensie zijn eveneens verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan de commissie.

Opdracht

De externe commissie wordt verzocht om aan de hand van het Schetsontwerp en de bijbehorende effectanalyses de nieuwe indeling van het luchtruim in het licht van de motie te beoordelen en hierover te adviseren aan de Minister van IenW. Daarbij wordt de commissie gevraagd om de volgende punten in beschouwing te nemen:

  • De maatschappelijke doelstellingen die met de herindeling worden beoogd;

  • De veranderende geopolitieke omstandigheden;

  • De integraliteit van de herindeling van het luchtruim;

  • De objectiviteit van de totstandkoming van het voorgestelde ontwerp; De mogelijkheden om verbeteringen in de leefomgevingskwaliteit in de uitvoering te bereiken met de projecten Hoger Naderen Luchthavens;

Keuzes over aantallen vliegtuigbewegingen op Schiphol (waaronder de Balanced Approach) en op andere luchthavens of vliegbases zijn geen onderdeel van de herindeling van het luchtruim en daarmee ook niet van de taak van de commissie. Meer algemeen gesteld, beschouwt het advies als leidend de geldende wet- en regelgeving en beleidskaders over leefomgevingskwaliteit, geluid, duurzaamheid en luchtruimindeling. Advisering over het aanpassen van regelgeving of beleidskaders maakt geen onderdeel uit van de taak van de commissie.

Het advies van de commissie over de totstandkoming, onderbouwing en effectanalyse van het eerste concept van de nieuwe luchtruimindeling, is van belang voor het Voorlopige Ontwerp, waarmee de nieuwe indeling van het luchtruim nader wordt uitgewerkt.

Onderdeel van de taak van de commissie is om een vertegenwoordiging van de brede omgeving te betrekken in een klankbordgroep.

Samenstelling commissie

De voorgestelde voorzitter betreft de heer JJ. van Dijk. De heer Van Dijk heeft bestuurlijke ervaring, zowel op lokaal, provinciaal als nationaal niveau. Ook zijn ervaring en deskundigheid vanuit het voorzitterschap van de Raad voor Leefomgeving en infrastructuur en vanuit de Commissie MER zijn relevant voor de externe commissie. Daarnaast heeft de heer Van Dijk geen eerdere of actuele functies op het domein van luchtvaart en luchtruim die de schijn zouden kunnen oproepen van belangenverstrengeling of vooringenomenheid.

Het cv van de heer Van Dijk is bijgevoegd bij dit Instellingsbesluit.

De andere leden van de commissie worden middels benoemingsbesluiten benoemd. Het kabinet vindt het van belang om, conform de motie, omwonenden goed te betrekken. Om die reden zijn representatieve bewonersgroepen uitgenodigd om onafhankelijke experts aan te dragen die onderdeel uitmaken van de commissie. De ministeries van IenW en Defensie zullen ook, in overleg met de voorzitter, onafhankelijke experts selecteren voor deelname in de commissie. De commissie bestaat naast de voorzitter en de onafhankelijke externe secretaris uit maximaal vijf andere leden die allen onafhankelijke expert zijn. Gelet op de sterke technisch-inhoudelijke component, is luchtruimkennis noodzakelijk, met name op het gebied van luchtruimbeheer en -gebruik, militaire paraatheid, en op leefomgevingskwaliteit (geluid/ emissies (CO2/NOx)) in relatie tot de luchtvaart.

Vergoedingen

Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend (Schaal 18, deeltijdfactor 3/10, overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies4).

De vergoedingen van de andere leden en secretaris zullen in een apart vergoedingenbesluit worden opgenomen.

Duur en Eindadvies

Het instellingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant. Omdat de adviescommissie al voor inwerkingtreding van het besluit aan de slag kan is voorzien in een bepaling met terugwerkende kracht. De adviescommissie kan daarmee met ingang van 17 april 2025 met haar werkzaamheden starten. Het advies van de commissie is van belang voor de nadere uitwerking van de nieuwe indeling van het luchtruim, die als Voorlopig Ontwerp begin 2026 wordt gepubliceerd. Op 1 november 2025 is het advies van de commissie uiterlijk benodigd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstukken II 2022/23, 31 936 nr. 997.

X Noot
2

Kamerstukken II 2024/25, 31 936, nr. 1158.

X Noot
3

Kamerstukken 2024/25, 31 936, nr. 1187.

X Noot
4

wetten.nl – Regeling – Wet vergoedingen adviescolleges en commissies – BWBR0024775

Naar boven