Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Justitie en Veiligheid van 23 april 2025, nr. IENW/BSK-2025/82804, houdende wijziging van diverse ministeriële regelingen in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Aanpassingsregeling Rijkswet nationaliteit zeeschepen)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie, artikel 22 van het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart, artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 2, derde lid, van het Frequentiebesluit 2013, artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Kaderwet subsidies I en M, artikel 3 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977, artikel 2b, vijfde lid, van de Remigratiewet, artikel 6, zesde lid, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, artikel 6 van het Schepenbesluit 1965, de artikelen 41, vierde lid, 46, tweede lid, en 58 van het Schepenbesluit 2004, de artikelen 2, 4, tweede lid, 6, derde en vierde lid, en 72, eerste lid, van de Schepenwet, artikel 231, eerste lid, van het Vissersvaartuigenbesluit, de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 10, tweede lid, en artikel 21, eerste lid, van de Wet scheepsuitrusting 2016, artikel 5 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, artikel 38 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, artikel 14, vierde lid, van de Wet wapens en munitie,;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

Onderdeel 2.5. Visserij van de bijlage bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In subonderdeel B 3320 wordt ‘een in het Nederlands scheepsregister opgenomen zeeschip’ vervangen door ‘een zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

B

In subonderdeel D 3322 wordt ‘een in Nederlands scheepsregister opgenomen schip’ vervangen door ‘een schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL II

In artikel 2, vierde lid, van het Besluit erkende organisaties Schepenwet wordt ‘op grond van Nederlandse rechtsregels’ vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels’.

ARTIKEL III

In artikel 1 van de Regeling erkende organisaties Schepenwet wordt in de begripsbepaling keuringsinstantie voor de zeegaande zeilende beroepsvaart ‘op grond van Nederlandse rechtsregels’ vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels’.

ARTIKEL IV

In artikel 3a, eerste lid, van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 wordt ‘Nederlandse schepen’ vervangen door ‘schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL V

In artikel 2 van de Regeling medische uitrusting aan boord van Nederlandse vissersvaartuigen wordt ‘op grond van Nederlandse rechtsregels’ vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels’.

ARTIKEL VI

De Regeling tarieven transportsectoren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, achtste lid, wordt in de begripsbepalingen onderzoek overname met langlopende certificaten en onderzoek overname zonder langlopende certificaten ‘Nederlandse vlag’ vervangen door ‘vlag van het Koninkrijk’.

B

Aan artikel 1.1a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De artikelen in hoofdstuk 3 Sector scheepvaart berusten mede op artikel 6, vijfde en zesde lid, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen.

C

Artikel 3.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘het rompbevrachtingsregister, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting,’ vervangen door ‘rompbevrachting, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen,’.

2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.

3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 4. Voor de afgifte van een bareboat-out verklaring als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen is een tarief verschuldigd van € 196.

D

Artikel 3.20 vervalt.

E

Artikel 3.21 komt te luiden:

Artikel 3.21

Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een zeebrief als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, of een voorlopige zeebrief als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, is een tarief verschuldigd van € 215.

F

Artikel 3.23 komt te luiden:

Artikel 3.23

Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Rijkswet nationaliteit zeeschepen of de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, en waarvoor niet in een van de overige bepalingen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 151 per manuur.

ARTIKEL VII

In artikel 5, onderdeel d, van de Regeling organisatie Kustwacht Nederland wordt ‘zeeschepen onder Nederlandse vlag’ vervangen door ‘zeeschepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL VIII

In bijlage 4 bij de Regeling vaststelling LFNP wordt onder 9. Tactische Opsporing, in het onderdeel Nautisch, ‘Nederlandse zeeschepen’ vervangen door ‘zeeschepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL IX

De Regeling veiligheid zeeschepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘op grond van Nederlandse rechtsregels’ vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels’.

B

In bijlage 3a wordt in paragraaf 1, onderdeel k, onder 6, ‘Voor bestaande schepen die voor de eerste keer onder Nederlandse vlag worden gebracht’ vervangen door ‘Voor bestaande schepen die voor de eerste keer op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL X

In de artikelen 6, 8 en 15, eerste lid, van de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen wordt ‘onder Nederlandse vlag’ vervangen door ‘dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL XI

In artikel 33 van de Regeling wapens en munitie wordt ‘Nederlands schip’ vervangen door ‘schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL XII

In artikel 4, eerste lid, onderdeel 1°, onder r, van de Remigratieregeling wordt ‘Nederlands zeeschip’ vervangen door ‘zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL XIII

In bijlage 1, paragraaf 0. Het Maritiem Masterplan als kader., van de Tijdelijke subsidieregeling Maritiem Masterplan wordt ‘Nederlandse schepen’ vervangen door ‘schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL XIV

Artikel 21 van de Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering wordt als volgt gewijzigd:

A

In het eerste lid wordt ‘onder Nederlandse vlag’ vervangen door ‘die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

B

In het tweede lid wordt ‘een zeeschip op het tijdstip waarop dit de Nederlandse vlag gaat voeren’ vervangen door ‘een zeeschip op het tijdstip waarop dit op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

ARTIKEL XV

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip dat de Rijkswet nationaliteit zeeschepen in werking treedt.

ARTIKEL XVI

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanpassingsregeling Rijkswet nationaliteit zeeschepen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

Om de Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Rnz) in werking te kunnen laten treden is de aanpassing van Nederlandse regelgeving noodzakelijk. Dit gebeurt door de Aanpassingswet Rnz1, het Aanpassingsbesluit Rnz2, en onderhavige Aanpassingsregeling. Zo worden Nederlandse wetten, algemene maatregelen van bestuur en regelingen in overeenstemming gebracht met de terminologie en het stelsel van de Rnz. Deze regeling wijzigt een aantal ministeriële regelingen, zodat de terminologie in deze regelingen overeenstemt met de terminologie van de Rnz. Ook zijn enkele verwijzingen naar regelgeving die is vervallen met de inwerkingtreding van de Rnz, aangepast. Naast deze aanpassingsregeling bestaat er ook een afzonderlijke inhoudelijke regeling, die een nadere uitwerking van de Rnz betreft.3

Deze regeling bevat slechts technische wijzigingen. De terminologische wijzigingen houden in dat de woorden ‘Nederlandse vlag’ zijn vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’, de woorden ‘Nederlands (zee)schip’ of ‘Nederlandse (zee)schepen’ zijn vervangen door ‘Nederlands(e) (zee)schip/schepen dat/die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is/zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’, en de woorden ‘op grond van Nederlandse rechtsregels’ zijn vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels’. Naast deze wijzigingen zijn ook bepaalde verwijzingen aangepast. Met de inwerkingtreding van de Rnz zijn de Zeebrievenwet en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting ingetrokken. De inhoud hiervan is opgenomen in de Rnz. Verwijzingen naar deze regelgeving moeten dus worden gewijzigd in verwijzingen naar de Rnz. Daarnaast is met de Aanpassingswet Rnz de inhoud van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel overgeheveld naar artikel 194a van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Onderhavige regeling wijzigt ook deze verwijzingen.

Omdat deze regeling enkel technische en terminologische aanpassingen betreft, heeft de regeling geen inhoudelijke gevolgen. De reikwijdte van de onderhavige bepalingen is met onderhavige regeling niet veranderd. De regeling heeft dan ook geen gevolgen voor de uitvoering, het toezicht op en de handhaving van de te wijzigen regelingen. Het heeft tevens geen inhoudelijke veranderingen voor burgers of bedrijven tot gevolg, en brengt het geen administratieve lasten of uitvoeringslasten met zich mee.

Om bovenstaande redenen heeft eveneens geen internetconsultatie plaatsgevonden. Er is immers sprake van een situatie waarin consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing. Ook is deze regeling niet aangeboden voor toetsing door de ATR, omdat deze ministeriële regeling geen gevolgen kent voor de regeldruk. Met het Ministerie van Economische zaken, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Financiën is in verband met wijzigingen in regelingen op hun beleidsterreinen overeenstemming bereikt.

II. ARTIKELEN

Artikel I (Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009)

Artikel I wijzigt in de bijlage bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 de terminologie in enkele subonderdelen van ‘in het scheepsregister opgenomen schip’ naar ‘schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren’.

Artikelen II, III, IV, V, VI, onderdeel A, VII, VIII, IX, X, XI, XII, XIII en XIV (Besluit erkende organisaties Schepenwet, Regeling erkende organisaties Schepenwet, Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015, Regeling medische uitrusting aan boord van Nederlandse vissersvaartuigen, Regeling tarieven transportsectoren, Regeling organisatie Kustwacht Nederland, Regeling vaststelling LFNP, Regeling veiligheid zeeschepen, Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen, Regeling wapens en munitie, Remigratieregeling, Tijdelijke subsidieregeling Maritiem Masterplan en Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering)

De artikelen VI, onderdeel A, VII, IX, onderdeel B, X en XIV passen de terminologie van de genoemde regelingen aan. De woorden ‘Nederlandse vlag’ zijn vervangen door ‘op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren’. Hiermee is aangesloten bij de officiële benaming van de vlag, zoals die ook wordt gebruikt in de Rnz. Omdat het een rijkswet betreft, gelden de regels in de Rnz niet alleen voor Nederland maar ook voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Door te verwijzen naar de ‘voor Nederland geldende rechtsregels’, is duidelijk dat de rechtsregels van de Rnz van toepassing zijn voor zover deze gelden voor Nederland. Gedacht moet worden aan regels voor zeeschepen die zijn ingeschreven in het Nederlandse vlagregister of waarvoor een buitengewone of voorlopige zeebrief is afgegeven door een de voor Nederland bevoegde minister.

Met de wijziging in de artikelen II, III, V, en IX, onderdeel A, wordt ook bereikt dat de rechtsregels van de Rnz van toepassing zijn voor zover deze gelden voor Nederland. De regels in de Rnz gelden naast voor Nederland namelijk ook voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Door te verwijzen naar de ‘voor Nederland geldende rechtsregels’, is duidelijk dat hier, naast het andere Nederlandse recht, de regels uit de Rnz onder vallen die voor Nederland gelden.

De wijzigingen in de artikelen IV, VIII, XI, XII en XIII betreffen steeds het vervangen van de woorden ‘Nederlands schip’, ‘Nederlands zeeschip’ en ‘Nederlandse zeeschepen’ door ‘schip of schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is [zijn] de vlag van het Koninkrijk te voeren’. Zo is ook hier verduidelijkt dat het steeds gaat om een schip dat in het vlagregister van het land Nederland is ingeschreven.

Artikel VI, onderdelen B tot en met F (Regeling tarieven transportsectoren)

In artikel VI, onderdeel B, wordt een omhangbepaling opgenomen in de Regeling tarieven transportsectoren om zo een grondslag op te nemen voor de bedragen ter vergoeding van de kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag, van de registratie en van de overige documenten die bij of krachtens de Rijkswet nationaliteit zeeschepen worden afgegeven, alsmede van duplicaten en gewaarmerkte afschriften van deze documenten.

In artikel VI, onderdelen C, D, E en F, wordt een aantal artikelen aangepast zodat niet meer wordt verwezen naar de Zeebrievenwet en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting. Deze wetten zijn namelijk ingetrokken door de Aanpassingswet Rnz. In plaats daarvan wordt nu verwezen naar de Rnz.

Artikel XV

Voor de inwerkingtreding van deze aanpassingsregeling wordt aangesloten bij de datum waarop de Rnz, de Aanpassingswet Rnz en het Aanpassingsbesluit Rnz voor Nederland in werking treden. De Rijkswet, de Aanpassingswet, het Aanpassingsbesluit en deze Aanpassingsregeling kunnen niet afzonderlijk van elkaar in werking treden. Daarbij is aangesloten bij de vaste verandermomenten die gelden voor regelgeving. Aangezien een wetswijziging in werking treedt met ingang van 1 januari of 1 juli, treedt het gehele stelsel (Rnz, de Aanpassingswet Rnz, het Aanpassingsbesluit Rnz en onderhavige regeling) met ingang van 1 juli 2025 in werking.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

Kamerstukken I 2021/22, 34 836, A.

X Noot
2

Besluit houdende aanpassing van diverse algemene maatregelen van bestuur en de intrekking van het Besluit nationaliteitstoets zeeschepen in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen

X Noot
3

Regeling houdende regels omtrent de aanvraag van inschrijving in het vlagregister van zeeschepen en tot aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren (Regeling registratie zeeschepen)

Naar boven