Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 april 2025, kenmerk 4085456-1081313-PG houdende de wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg in verband met het aanpassen van de tarieven voor de start- en vervolgconsulten PrEP-zorg en het verduidelijken van de wijze van afrekening [KetenID WGK027662]

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 80,–’ vervangen door ‘€ 84’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 50,–’ vervangen door ‘€ 53’.

B

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd;

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering, wordt de uitkering vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten, tot ten hoogste de genoemde bedragen in de artikelen 3.2 en 4.4, verminderd met de eventuele overschrijding van de maximaal toegestane toevoeging aan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 5.3.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van onderdeel A terug tot 1 augustus 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg (hierna: de ASG-regeling). Op grond van de Regeling kan een specifieke uitkering (hierna: uitkering) worden verstrekt aan een coördinerende gemeentelijke gezondheidsdienst (hierna: GGD) voor de uitvoering van aanvullende seksuele gezondheidszorg en de coördinatie daarvan in de regio waarbinnen de coördinerende GGD werkzaam is. De uitkering heeft betrekking op activiteiten in het kader van soa-zorg, seksualiteitshulpverlening (ook wel Sense genoemd) en PrEP-zorg. Deze activiteiten vallen tezamen onder de noemer ‘aanvullende seksuele gezondheidszorg’. De uitvoering van de activiteiten gebeurt binnen Centra Seksuele Gezondheid (hierna: CSG’s), specifiek daarvoor ingerichte afdelingen binnen de GGD’en.

De wijziging betreft een aanpassing van de hoogte van de tarieven voor de start- en vervolgconsulten van PrEP-zorg voor 2024, en verduidelijking van de wijze waarop de uitkering wordt vastgesteld.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 4.3 staan de maximale tarieven voor de start- en vervolgconsulten voor de PrEP-zorg. Er geldt een maximum PxQ-tarief: een vaste prijs per start- en vervolgconsult. Het gaat hierbij om het gemiddelde van de totale kosten die worden gemaakt voor de startconsulten en voor de vervolgconsulten. Indien dit gemiddelde het PxQ-tarief overschrijdt, wordt dit niet vergoed. Er geldt daarnaast een budgetplafond voor de totale PrEP-zorg per coördinerende GGD, overschrijding wordt niet vergoed binnen de regeling.

Deze tarieven kunnen jaarlijks worden geïndexeerd als gevolg van loonkostenontwikkeling. Per abuis is de indexering van de tarieven voor de start- en vervolgconsulten voor 2024 niet meegenomen in de laatste wijzigingsregeling waarmee de indexering van de hoogte van uitkering voor de soa-zorg, seksualiteitshulpverlening en de coördinatie daarvan is geregeld. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de tarieven voor de start- en vervolgconsulten alsnog geïndexeerd.

Onderdeel B

In artikel 5.2 staat hoe de hoogte van de uitkering wordt vastgesteld. Voorheen werd de PrEP-zorg vanuit een aparte regeling bekostigd. Per abuis is de formulering met betrekking tot de vaststelling van de hoogte van de uitkering bij de samenvoeging van de PrEP-regeling met de ASG-regeling onjuist weergegeven. Door middel van deze wijzigingsregeling wordt de afrekening op basis van de werkelijke kosten verduidelijkt. In de toelichting bij de ASG-regeling1 was deze werkwijze al uitgeschreven, maar een verduidelijking in artikel 5.2, derde lid, werd wenselijk geacht. De huidige werkwijze wordt niet gewijzigd. De hoogte van de uitkering in het kader van PrEP-zorg bedraagt nooit meer dan de werkelijk gemaakte kosten voor de start- en vervolgconsulten die op basis van de gemiddelde tarieven uit artikel 4.3 worden berekend. De werkelijke kosten worden via de indicatoren van de SiSa-systematiek verantwoord. Het budgetplafond wat in artikel 4.4 is opgenomen wordt tevens nooit overschreden. Ook de activiteiten in het kader van soa-zorg, seksualiteitshulpverlening en coördinatie worden op basis van werkelijk gemaakte kosten afgerekend, waarbij tevens het budgetplafond uit artikel 3.2 niet wordt overschreden.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving, treedt deze Regeling in werking met ingang van dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling werkt ten aanzien van de onderdeel A terug tot 1 augustus 2024, omdat de aangepaste tarieven voor de start- en vervolgconsulten direct in de ASG-regeling die op 20 maart 2024 is gepubliceerd hadden opgenomen hadden moeten worden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

Naar boven