Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 28 april 2025, nummer WBV 2025/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/34 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

C7. Landgebonden beleid

34. Het asielbeleid ten aanzien van Turkije
34.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

34.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

34.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
34.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc

Geen bijzonderheden.

34.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

De IND merkt voor Turkije de volgende groepen aan als risicoprofiel:

  • personen die actief zijn in de politiek, journalistiek of op het gebied van mensenrechten;

  • DEM-leden en -activisten (voormalig HDP); en

  • (toegedichte) Gülen-aanhangers.

34.3.3. Vervolging vanwege dienstweigering of desertie

Het algemene beleid in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc is van toepassing.

De IND neemt ten aanzien van dienstplichtige Koerden in beginsel niet aan dat zij een gegronde vrees hebben in een conflict te worden ingezet tegen eigen volk of familie.

34.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
34.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
34.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc

Geen bijzonderheden.

34.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

Geen bijzonderheden.

34.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

34.5. Bescherming
34.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat het voor LHBTIQ+ niet mogelijk is bescherming te verkrijgen van de autoriteiten of internationale organisaties, tenzij sprake is van concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat het verkrijgen van bescherming mogelijk is.

34.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Geen bijzonderheden.

34.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Er is in Turkije sprake van adequate opvang in de zin van paragraaf B8/6 Vc voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

34.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 april 2025

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

TOELICHTING

A

Op 24 februari 2025 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht uitgebracht over de (veiligheids)situatie in Turkije. In de brief van 30 mei 2025 (kenmerk: 6153424) heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd dat het nieuwe ambtsbericht aanleiding is geweest om enkele wijzigingen door te voeren in het landgebonden asielbeleid voor Turkije (C7/34 Vc).

Uit voornoemd ambtsbericht blijkt dat de Turkse oppositiepartij HDP heeft besloten om haar naam te veranderen in Halkların Eşitlik ve Demokrasi Partisi (Partij van Volkeren Voor Gelijkheid en Democratie, HEDEP). Deze naam leek volgens het Turkse Hof van Cassatie te veel op de naam van een pro-Koerdische partij (HADEP) en daarom is er voor gekozen om de afkorting DEM te gebruiken. Vanwege deze naamswijziging is in paragraaf C7/34.3.2 Vc de beschrijving van het risicoprofiel naar ‘DEM-leden en -activisten (voormalig HDP)’ aangepast. Met deze wijziging is geen beleidswijziging beoogd.

Daarnaast volgt uit het ambtsbericht dat er sprake is van een negatieve houding vanuit de Turkse autoriteiten tegenover LHBTIQ+ en dat dit gevolgen heeft voor de mate waarin LHBTIQ+ bescherming kunnen inroepen bij de Turkse autoriteiten. De Minister heeft daarom besloten om voor LHBTIQ+ aan te nemen dat het niet mogelijk is om bescherming te verkrijgen van de Turkse autoriteiten of internationale organisaties, tenzij sprake is van concrete en individualiseerbare aanknopingspunten op basis waarvan kan worden aangenomen dat het verkrijgen van bescherming mogelijk is. Gelet hierop zijn er aanpassingen doorgevoerd in paragraaf C7/34.5.1 Vc.

Ook is er in paragraaf C7/34.6 Vc een redactionele aanpassing verricht ter bevordering van de leesbaarheid. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer.

De Minister van Asiel en Migratie, namens deze, R. Maas directeur-generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst

Naar boven