zaaknummer: RWSZ2025-00006401
Datum: 18 april 2025
DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR VAN DE RIJKSWATERSTAAT OOST-NEDERLAND
Begripsbepalingen:
In dit besluit wordt verstaan onder:
- 1.
“de hoofdingenieur-directeur”, de hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat Oost-Nederland adres: Eusebiusbuitensingel 66 te Arnhem, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht);
- 2.
“SVW”, de Scheepvaartverkeerswet;
- 3.
“RPR”, het Rijnvaartpolitiereglement;
- 4.
“BPR”, het Binnenvaartpolitiereglement;
- 5.
“AWB”, de Algemene Wet Bestuursrecht;
- 6.
“BABS”, het Besluit Administratieve Bepalingen Scheepvaartverkeer.
OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT
Vereiste van besluit
Op grond van artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet, juncto artikel 2, onder a. van het BABS, is voor het plaatsen of verwijderen van verkeerstekens, zoals opgenomen in o.m. bijlage 8 van het BPR/RPR, een verkeersbesluit vereist van het bevoegde gezag. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a.1e van de Scheepvaartverkeerswet ben ik bevoegd.
Belangenafweging en motivering
Om mogelijke verwarring te vermijden, door verschillende toepassingen van vaarwegmarkering, is er behoefte ontstaan om de recreatiegeul op een éénduidige wijze te markeren. Er is besloten om ten behoeve van de veilige vaart bijzondere vaarwegmarkering uit te leggen op een diepte van minimaal 2,00 meter. Indien door ingezette waterstandsdaling 2,00 meter niet meer gegarandeerd kan worden, volgt een bericht aan de scheepvaart. Indien door ingezette waterstandsdaling 1,50 meter niet meer gegarandeerd kan worden, wordt de recreatiegeul opgenomen. Het uitleggen en opnemen van vaarwegmarkering op Rijkswateren is een landelijke taak van Rijkswaterstaat.
Procedure
Door mij is geen openbare voorbereidingsprocedure gevolgd als bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht. Reden hiervan is dat maatregel een verduidelijking betreft van reeds bestaand en uitgevoerd beleid en dat belanghebbenden hierdoor redelijkerwijs niet in hun rechten worden geschaad.
BESLUIT:
Op grond van voorstaande besluit ik kenbaar te maken:
- 1.
Dat in de bocht van St. Andries langs de rechteroever de recreatiebetonning wordt uitgelegd met kenmerk R-SA2, R-SA4, R-SA6, R-SA8, R-SA10, R-SA12, R-SA14 en R-SA 16;
- 2.
Dat voor de stad Nijmegen langs de rechteroever de recreatiebetonning wordt uitgelegd met kenmerk R-W2, R-W4, R-W6, R-W8, R-W10, R-W12 en R-W14;
- 3.
Dat aan de Vlietberg langs de linkeroever de recreatiebetonning wordt uitgelegd met kenmerk R-W1, R-W3, R-W5 en R-W 7;
- 4.
Dat aan de Bizonbaai langs de linkeroever de recreatiebetonning wordt uitgelegd met kenmerk R-W9, R-W11, R-W13, R-W15 en R-W17;
- 5.
Dat in de bocht van Erlecom langs de rechteroever de recreatiebetonning wordt uitgelegd met kenmerk R-W16, R-W18, R-W20, R-W22, R-W24, R-W26 en R-W28;
- 6.
Dat het uitleggen van de nieuwe markering plaats zal vinden medio april 2025 en medio oktober weer wordt opgenomen.
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking na publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR