De Minister van Klimaat en Groene Groei,
Overwegende,
Dat TenneT TSO B.V., hierna aan te duiden als: TenneT, het voornemen heeft om ondergrondse
hoogspanningskabels van het windenergiegebied Nederwiek op zee naar het bestaande
380 kV hoogspanningsstation Borssele en een nieuw converterstation in de gemeente
Borsele te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project 'net
op zee Nederwiek 1’;
Dat net op zee Nederwiek 1 de aanleg of uitbreiding van het net op zee als bedoeld
in artikel 20ca in samenhang met artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998 betreft,
zodat op de aanleg van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van
de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is;
Dat voor het project net op zee Nederwiek 1 voor het in werking treden van de Omgevingswet
toepassing is gegeven aan de Rijkscoördinatieregeling zodat op grond van artikel 4.106a
van de Invoeringswet Omgevingswet in samenhang met artikel 16.7 van de Omgevingswet
de coördinatieregeling als bedoeld in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) van toepassing is op de besluiten voor de uitvoering van het project net op
zee Nederwiek 1, met uitzondering van het inpassingsplan.
Dat TenneT voornemens is een buitenplanse omgevingsactiviteit voor een tijdelijk werkterrein
en tijdelijke werkweg op het strand en voor de lasactiviteiten van de kabels aan te
vragen als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder a, van de Omgevingswet;
Dat op grond van artikel 3:21, derde lid, Awb, de Minister van Klimaat en Groene Groei
kan bepalen dat dit besluit, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als
bedoeld in afdeling 3.5 van die wet wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoördineerde
voorbereiding wordt betrokken, wanneer dat besluit de besluitvorming over de te coördineren
besluiten redelijkerwijs niet in betekenende mate zal versnellen of aan deze toepassing
anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;
Dat het bovengenoemde besluit een beperkte wijziging betreft van het Rijksinpassingsplan
net op zee Nederwiek 1en het meecoördineren van dat besluit de hiervoor bedoelde procedure
daarom redelijkerwijs niet in betekende mate zal versnellen of dat daaraan anderszins
aanmerkelijke voordelen zouden zijn verbonden;
Dat het, gelet op het voorgaande, wenselijk is het hiervoor bedoelde besluit apart
voor te bereiden van de overige benodigde besluiten;
Gelet op:
artikel 3:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit: