Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2025, 13762 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2025, 13762 | beleidsregel |
Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 6 Wet RO
Van: College van procureurs-generaal
Aan: Hoofden van de OM-onderdelen
Registratienummer: 2025R004
Datum inwerkingtreding: 01-05-2025
Publicatie in Stcrt.:
Vervallen: Richtlijn voor strafvordering WAM 15-01-2025
Relevante beleidsregels OM: Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen
Instructie zaken parket CVOM
Aanwijzing inbeslagneming (2014A006)
Aanwijzing OM-strafbeschikking (2022A003)
Wetsbepalingen: Artikel 74 Sr, artikel 257a en 257b Sv
Bijlage(n): –
Deze richtlijn voor strafvordering bevat het strafbeschikkings- en strafvorderingsbeleid van het OM inzake art. 30 en 34 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) voor gekentekende voertuigen. Deze richtlijn geldt daarnaast voor onverzekerde aangewezen bromfietsen, gehandicapten voertuigen met motor en overige niet kentekenplichtige motorrijtuigen welke overtredingen nog wel feitgecodeerd kunnen worden afgedaan. Verder bevat deze richtlijn de recidiveregeling voor deze WAM feiten.
Vanaf 1 januari 2025 zijn de feitcodes A 901 a t/m A 901 d, A 903 a t/m A 903 c, A 904, A 914 a t/m A 914 d, A 917 a t/m A 917 c en A 918 afgesloten. Hierdoor kunnen deze overtredingen niet langer feitgecodeerd worden afgegaan en is de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen niet langer van toepassing op deze feiten.
Voornoemde feitcodes zijn afgesloten omdat er een goed alternatief voorhanden is voor handhaving van de verzekeringsplicht. Immers voert de RDW de 100%- controle uit middels registervergelijking. De kentekenhouders van onverzekerde gekentekende voertuigen worden periodiek via deze controle opgespoord en beboet.
Na het afsluiten van de WAM feitcodes kan door politie, in bijzondere gevallen, echter nog wel gehandhaafd worden op overtreding van de WAM door middel van het opmaken van een regulier proces-verbaal (tik-pv). Deze mogelijkheid wordt openhouden voor die gevallen waarin de politie van oordeel is dat een concrete bijzondere situatie daarvoor aanwezig is zoals situaties waarin de auto van de kentekenhouder bij een aanrijding is betrokken, de bestuurder zich vaker schuldig maakt aan onverzekerd rijden, er meerdere incidenten op naam van de bestuurder zijn geregistreerd, het voertuig geschorst is of de situatie waarin het vermoeden bestaat dat sprake is van een kat-vang constructie.
De reguliere pv’s inzake WAM-zaken worden, conform de Instructie zaken parket CVOM, ingestuurd naar en beoordeeld door Parket CVOM. De WAM feitcodes die betrekking hebben op niet-gekentekende voertuigen blijven opengesteld.
NB feitcodes A 921, A922 (gehandicapten voertuigen met motor), A927, A928 (overige niet kentekenplichtige motorrijtuigen), A933 en A 934 (aangewezen bromfietsen) blijven opengesteld. Deze voertuigen kennen een verzekeringsplicht, maar zijn niet gekentekend en worden om die reden niet meegenomen in de 100%- controle middels registervergelijking door de RDW. Hoewel deze overtredingen feitgecodeerd kunnen worden afgedaan is er voor gekozen om deze overtredingen op te nemen in de Richtlijn voor strafvordering WAM in plaats van de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen.
De volgende straffen en maatregelen kunnen op grond van artikel 257a, tweede lid, Sv door de officier van justitie worden opgelegd:
– een taakstraf van ten hoogste 180 uren;
– een geldboete;
– onttrekking aan het verkeer;
– een schadevergoedingsmaatregel;
– een ontzegging van de rijbevoegdheid voor ten hoogste zes maanden.
Daarnaast kunnen op grond van artikel 257a, derde lid, Sv aan de verdachte aanwijzingen worden gegeven die onder meer kunnen inhouden het doen van afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer. Nog niet alle sanctiemodaliteiten zijn in de praktijk onder de strafbeschikking gebracht. Voor de laatste stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de sanctiemodaliteiten wordt verwezen naar de Aanwijzing OM-strafbeschikking.
Indien in deze richtlijn bij de recidiveregeling in de tabel een bepaalde gradatie van een feit “OM-strafbeschikking of eis ter zitting“ wordt genoemd, geldt als uitgangspunt dat een strafbeschikking wordt uitgevaardigd. Dagvaarden dient uitsluitend in die gevallen plaats te vinden waarin gelet op de voorgenomen eis het opleggen van een strafbeschikking niet mogelijk is.1 Dagvaarden is ook aan de orde in die gevallen waarin sprake is van één of meer in de bijlage bij de Aanwijzing OM-strafbeschikking gestelde contra-indicaties. Bij dagvaarden vormt steeds de in deze of andere strafvorderingsrichtlijn(en) genoemde sanctie het uitgangspunt voor de eis ter zitting.
De officier van justitie mag, binnen de wettelijke strafmaxima, afwijken van de hoogte van de sanctie van de OM-strafbeschikking en/of eis ter zitting. Dat kan zowel naar beneden als naar boven, al naar gelang de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.
De officier van justitie kan een verdachte direct dagvaarden indien er twee of meer openstaande zaken op naam van verdachte staan geregistreerd waarin een strafbeschikking kan worden opgelegd en/of verdachte twee of meer niet onherroepelijke strafbeschikkingen op zijn naam heeft staan. Uitgangspunt in die gevallen is dat voor een nieuw feit geen politie- of OM-strafbeschikking wordt opgelegd.
NB In zaken waarin een strafbeschikking is uitgevaardigd doch waartegen verdachte verzet heeft ingesteld, is de officier van justitie bij zijn eis op zitting niet gebonden aan de geldboete die bij de initiële strafbeschikking is opgelegd. De officier kan bijvoorbeeld een taakstraf opleggen wanneer verdachte aanvoert niet in staat te zijn om een geldboete te voldoen. Wanneer verdachte geen grieven formuleert in het verzetschrift en dat ook op zitting niet doet, kan dat aanleiding zijn een hogere straf te vorderen. Verder geldt dat in het geval al een gedeeltelijke betaling heeft plaatsgevonden deze in de uitvoering door het CJIB in mindering wordt gebracht bij de executie van de door de rechter opgelegde straf. De officier dient het reeds voldane bedrag dus niet te verdisconteren in de eis.
Aan een minderjarige die wordt verdacht van overtreding van art. 30 of 34 WAM kan in beginsel een strafbeschikking worden uitgevaardigd.
Parallel aan hetgeen in de Wahv is vastgelegd, geldt dat ten aanzien van minderjarigen van 12 tot 16 jaar dat het boetebedrag de helft is van dat van meerderjarigen. Voor minderjarigen van 16 tot 18 jaar geldt een afwijkend boetebedrag bij de eerste overtreding. Dit bedrag bedraagt ¾ van het boetebedrag voor meerderjarigen.
Ook indien sprake is van beslag kan in de in deze richtlijn beschreven gevallen een OM-strafbeschikking worden uitgevaardigd.
Van recidive is sprake indien de overtreding wordt begaan binnen twee jaar na afdoening2 van de vorige strafrechtelijke overtreding van artikel 30 en/of artikel 34 WAM. Door het OM wordt via raadpleging van het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) vastgesteld of sprake is van recidive.
De recidiveregeling t.a.v. de overtredingen van artikel 30 WAM en artikel 34 WAM luidt als volgt:
|
Recidiveregeling artikelen 30 (uitgezonderd lid 2) en 34 WAM |
||||
|---|---|---|---|---|
|
Motorrijtuigen ex. bromfiets Art. 30 lid 1, art. 30 lid 4, art 34 lid 3 |
Bromfietsen (incl. aangewezen bromfietsen), Art. 30 lid 1, art. 30 lid 4, art. 34 lid 3. |
Gehandicaptenvoertuigen met motor, art 30 lid 1, art 30 lid 4 |
Overige niet kentekenplichtige motorrijtuigen, art 30 lid 1, art. 30 lid 4 |
|
|
Eerste overtreding Meerderjarigen |
OM-strafbeschikking: € 700 |
OM-strafbeschikking: € 500 |
OM strafbeschikking € 500 |
OM strafbeschikking Categorie 1 en 8: 700 Categorie 6: € 500 |
|
Eerste overtreding Minderjarigen van16 tot 18 jaar |
Minderjarige OM-strafbeschikking: € 525 |
Minderjarige OM-strafbeschikking: € 375 |
Minderjarige OM-strafbeschikking € 375 |
Minderjarige OM-strafbeschikking Categorie 1 en 8: 525 Categorie 6: € 375 |
|
Eerste overtreding Minderjarigen van 12 tot 16 jaar |
Minderjarige OM-strafbeschikking: € 350 |
Minderjarige OM-strafbeschikking: € 250 |
Minderjarige OM-strafbeschikking € 250 |
Minderjarige OM-strafbeschikking Categorie 1 en 8: 350 Categorie 6: € 250 |
|
Tweede overtreding Meerderjarigen |
OM-strafbeschikking of eis ter zitting: geldboete € 800,– en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
OM-strafbeschikking of eis ter zitting: geldboete € 600,– en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
OM-strafbeschikking of eis ter zitting: geldboete € 600,– en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Categorie 1 en 8: OM-strafbeschikking of eis ter zitting: geldboete € 800,– en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk Categorie 6: OM-strafbeschikking of eis ter zitting: geldboete € 600,– en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
|
Tweede overtreding Minderjarigen van 16 tot 18 jaar |
Eis ter zitting geldboete € 575 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Eis ter zitting geldboete € 425 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Eis ter zitting geldboete € 425 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Categorie 1 en 8: Eis ter zitting geldboete € 575 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk Categorie 6: Eis ter zitting geldboete € 425 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
|
Tweede overtreding Minderjarigen van 12 tot 16 jaar |
Eis ter zitting geldboete € 380,– en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Eis ter zitting geldboete € 260,– en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Eis ter zitting geldboete € 260,– en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
Categorie 1 en 8: Eis ter zitting geldboete € 380 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk Categorie 6: Eis ter zitting geldboete € 260 en 2 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk |
|
Derde overtreding Meerderjarigen |
Eis ter zitting: 2 weken hechtenis onvoorwaardelijk1 en 6 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Eis ter zitting: 10 dagen hechtenis onvoorwaardelijk en 6 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Eis ter zitting: 10 dagen hechtenis onvoorwaardelijk en 6 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Categorie 1 en 8: Eis ter zitting: 2 weken hechtenis onvoorwaardelijk2 en 6 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig Categorie 6: Eis ter zitting: 10 dagen hechtenis onvoorwaardelijk en 6 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
|
Derde overtreding Minderjarigen van 12 tot 18 jaar |
Eis ter zitting: Taakstraf (werkstraf) 24 uur en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Eis ter zitting: Taakstraf (werkstraf) 20 uur en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Eis ter zitting: Taakstraf (werkstraf) 20 uur en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Categorie 1 en 8: Eis ter zitting: Taakstraf (werkstraf) 24 uur en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig Categorie 6: Eis ter zitting: Taakstraf (werkstraf) 20 uur en 4 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk; eventueel verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen voertuig |
Hechtenis kan in geval van een overtreding door een minderjarige als hoofdstraf niet worden geëist; dit volgt uit art. 77h lid 1 onder b WvSr.
Hechtenis kan in geval van een overtreding door een minderjarige als hoofdstraf niet worden geëist; dit volgt uit art. 77h lid 1 onder b WvSr.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-13762.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.