Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 14 april 2025, nr. BZ2515019, tot wijziging van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en de Sanctieregeling Haïti 2022

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op Verordening (EU) nr. 2025/610 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU L 2025/610), Besluit (GBVB) 2025/604 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU L 2025/604), Verordening (EU) nr. 2025/608 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 2022/2309 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (PbEU L 2025/608), Besluit (GBVB) 2025/601 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/2319 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (PbEU L 2025/601) en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, vervalt ‘3, 4,’.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, dan wel over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar, gewapende groepen en daarmee geassocieerde personen die in de Centraal-Afrikaanse Republiek actief zijn, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

ARTIKEL II

De Sanctieregeling Haïti 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikelen 2,’ vervangen door ‘artikelen 2, eerste en tweede lid,’.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 5,’ vervangen door ‘artikel 2, derde, vierde of vijfde lid, artikel 5,’.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, dan wel over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar, personen of entiteiten in Haïti ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikelen 6, eerste en tweede lid,’ vervangen door ‘artikelen 2, derde, vierde en vijfde lid, 6, eerste en tweede lid,’.

2. In het tweede lid wordt ‘artikelen 6, eerste en tweede lid,’ vervangen door ‘artikelen 2, derde, vierde en vijfde lid, 6, eerste en tweede lid,’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 en de Sanctieregeling Haïti 2022.

Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014

Op 30 juli 2024 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2745 (2024) aangenomen, waarbij het wapenembargo tegen de regering van de Centraal-Afrikaanse Republiek werd opgeheven. In diezelfde resolutie wordt een wapenembargo ingesteld tegen gewapende groepen en daarmee geassocieerde personen die in de Centraal-Afrikaanse Republiek actief zijn.

Op 24 maart 2025 heeft de Raad van de Europese Unie, Besluit (GBVB) 2025/604¹ vastgesteld. Dit besluit wijzigt Besluit 2013/798/GBVB overeenkomstig Resolutie 2745 (2024). Het gewijzigde wapenembargo uit artikel 1 van Besluit 2013/798/GBVB is overgenomen in artikel 2 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 (Artikel I, onderdeel B). Artikel 1 van de Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014 is gewijzigd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 2025/610² (Artikel I, onderdeel A).

Sanctieregeling Haïti 2022

Op 18 oktober 2024 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2752 (2024) aangenomen, waarin wordt bepaald dat de situatie in Haïti nog steeds een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid en voor de stabiliteit van de regio. Tevens spreekt de Veiligheidsraad in diezelfde resolutie zijn ernstige bezorgdheid uit over onder meer de illegale handel in, en omleiding van, wapens en munitie naar gewapende bendes in Haïti. Deze bendes maken zich schuldig aan aanhoudende en destabiliserende criminele activiteiten die ertoe bijdragen dat de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten worden ondermijnd. Voorts kan de verlening van humanitaire bijstand worden belemmerd en kan het verstrekkende negatieve humanitaire en sociaal-economische gevolgen hebben. De VN-Veiligheidsraad introduceert daarom een verbod op de levering, verkoop of overdracht aan Haïti van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor. Dit wapenembargo vervangt derhalve het wapenembargo in verband met handvuurwapens, lichte wapens en munitie op grond van Resolutie 2699 (2023). Tevens wordt voorzien in een verbod op technische bijstand, opleiding, financiële of andere bijstand, gerelateerd aan militaire activiteiten of de levering, het onderhoud of het gebruik van wapens en aanverwant materieel. Besluit (GBVB) 2022/2319 is overeenkomstig Resolutie 2752 (2024) gewijzigd door Besluit (GBVB) 2025/601³; het wapenembargo is opgenomen in het gewijzigde artikel 3 van de Sanctieregeling Haïti 2022 (artikel II, onderdeel B). Verordening (EU) nr. 2025/608⁴ dat Besluit (GBVB) 2025/601 uitwerkt, regelt onder andere het verbod op technisch en financiële bijstand ten aanzien van het wapenembargo in artikel 1, eerste lid, van de Sanctieregeling Haïti 2022 (Artikel I, onderdeel A). Uitzonderingen op deze technisch en financiële bijstand zijn opgenomen in artikel 1, tweede lid, van de Sanctieregeling Haïti 2022. De betrokken bevoegde autoriteiten zijn geactualiseerd in artikel 4 van die regeling (Artikel II, onderdeel C).

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen wordt verwezen naar de website www.Rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

---

1 Besluit (GBVB) 2025/604 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Besluit 2013/798/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU L 2025/604).

2 Verordening (EU) nr. 2025/610 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 224/2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (PbEU L 2025/610).

3 Besluit (GBVB) 2025/601 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/2319 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (PbEU L 2025/601).

4 Verordening (EU) nr. 2025/608 van de Raad van 24 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 2022/2309 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Haïti (PbEU L 2025/608).