Wijziging Besluit gespen Herinneringsmedaille Internationale Missies

28 maart 2025

Nummer: MINDEF20250005491

De Minister van Defensie

Handelend in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 4, eerste lid, en artikel 5, derde lid, van het Besluit Herinneringsmedaille Internationale Missies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1 van het Besluit gespen Herinneringsmedaille Internationale Missies wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel dd wordt als volgt gewijzigd:

a. In subonderdeel 11° komt ‘: NAVO OPERATIES’ te vervallen.

b. Subonderdeel 12° komt als volgt te luiden:

• 12°. de Very High Readiness Joint Task Force (Maritime) ‘VJTF(M)’, vanaf 1 januari 2025 Vigilance Activities (VA) genoemd, voor zover de deelname vanaf 24 februari 2022 heeft plaatsgevonden in de zeegebieden van Europa, waarbij wordt afgeweken van de eis dat de inzet een aaneengesloten periode betreft: NAVO OPERATIES;

2. Onderdeel ee wordt als volgt gewijzigd:

a. In subonderdeel 24° komt ‘: EU-OPERATIES’ te vervallen.

b. Een subonderdeel 26° wordt toegevoegd, luidende:

• 26°. de EU-operatie ‘EUM Armenië’ voor zover deze deelname vanaf 20 februari 2023 heeft plaatsgehad in Armenië: EU-OPERATIES;

3. Onderdeel gg wordt als volgt gewijzigd:

a. In subonderdeel 14° komt ‘: MULTINATIONALE OPERATIES’ te vervallen.

b. Een subonderdeel 17° wordt toegevoegd, luidende:

• 17°. United Nations Command ‘UNC’ voor zover deze deelname vanaf 1 januari 2025 heeft plaatsgehad vanaf HQ UNC te Camp Humphreys in Zuid-Korea: MULTINATIONALE OPERATIES;

4. In onderdeel ll wordt, onder vervanging van ‘: FORWARD PRESENCE’ aan het slot van subonderdeel 7° door een puntkomma, een subonderdeel 8° toegevoegd, luidende:

• 8°. Enhanced Air Policing Estland ‘EAP Estland’ voor zover de deelname heeft plaatsgehad vanaf Airbase AMARI in Estland van 1 december 2024 tot en met 31 maart 2025, waarbij voor wat betreft het personeel dat deelneemt aan de deployment en redeployment wordt afgeweken van de eis dat de inzet een aaneengesloten periode betreft: FORWARD PRESENCE;

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Defensie, R. Brekelmans

TOELICHTING

Degene die gedurende een bepaalde periode heeft deelgenomen aan een operatie of missie ter handhaving of bevordering van de vrede en daarbij in alle opzichten een goede plichtsbetrachting en goed gedrag heeft betoond, wordt een herinneringsmedaille toegekend (Besluit Herinneringsmedaille Internationale Missies) en na iedere afzonderlijke deelname een daarmee verbonden gesp (Besluit gespen Herinneringsmedaille Internationale Missies). Dit besluit tot wijziging van het Besluit gespen Herinneringsmedaille Internationale Missies voorziet in drie wijzigingen waarmee operaties worden toegevoegd waar Nederland aan heeft deel genomen of deelneemt.

De eerste wijziging betreft de toevoeging van een subonderdeel 26° (de EU-operatie ‘EUM Armenië) aan artikel 1, onderdeel ee (dat ziet operaties van de Europese Unie). De GVDB-missie van de EU in Armenië EUMA is een civiele observatiemissie met monitors die in het land worden ingezet, om de impact van het conflict op de bevolking in de door conflicten getroffen gebieden te beoordelen. Hoofdtaken van deze missie zijn observatie via patrouilles in de grensgebieden, het verbeteren van human security voor de lokale bevolking en het bijdragen aan de normalisatie van de relaties tussen Armenië en Azerbeidzjan.

Nederland levert in EU-verband sedert 20 februari 2023 in Armenië een bijdrage door deelname van civiele experts (van de Nationale Politie) aan deze monitoringsmissie. Sinds het Besluit van 26 juni 2013 tot wijziging van het Besluit Herinneringsmedaille Vredesoperaties (Stb. 2013, 295) is het mogelijk om een herinneringsmedaille toe te kennen aan dergelijke civiele experts.

Met de tweede wijziging wordt een subonderdeel 17° toegevoegd aan onderdeel gg (dat ziet op deelname aan operaties in Multinationaal verband). Defensie levert vanaf 1 januari 2025 aan het United Nations Command (UNC) een bijdrage door deelname van een aantal militairen hieraan. Het UNC is de multinationale militaire macht opgericht in 1950 om Zuid-Korea te ondersteunen tijdens en na de Koreaanse oorlog.

De derde wijziging betreft de toevoeging van een subonderdeel 8° aan onderdeel ll (dat ziet op deelname aan Forward Presence-operaties). Defensie levert een bijdrage aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in de oostflank van Europa, de zogeheten enhanced Forward Presence. Een van deze activiteiten betreft enhanced Air Policing (EAP) in Oost-Europese landen. EAP behelst de inzet van de Quick Reaction Alert met gevechtsvliegtuigen wanneer de integriteit van het NATO-luchtruim geschonden wordt of dreigt te worden. Defensie draagt bij aan EAP Estland. De inzet behelst twee rotaties met ongeveer 90 militairen per rotatie. Daarnaast nemen ongeveer 5 militairen deel als National Datalink Management Cell.

Personeel dat deelneemt aan de deployment en redeployment van EAP Estland wordt meerdere malen ingezet, echter veelal in korte perioden van minder dan 30 dagen. Daarmee wordt niet altijd voldaan aan de eis dat de inzet minimaal 30 aaneengesloten dagen moet betreffen (artikel 5, eerste lid, onder a, Besluit Herinneringsmedaille vredesoperaties). Om dit personeel toch in aanmerking te laten komen voor een HIM-gesp, worden de inzet-dagen bij elkaar opgeteld, zodat alsnog een minimum van 30 dagen kan worden verkregen. Deze afwijking is mogelijk op grond van artikel 5, derde lid, onder a, Besluit Herinneringsmedaille vredesoperaties.

Tot slot bevat het onderhavige besluit een wijziging van technische aard. De in artikel 1, onderdeel dd, subonderdeel 12°, van het Besluit gespen HIM genoemde operatie Very High Readiness Joint Task Force (Maritime) ‘VJTF(M)’ heeft sinds 1 januari 2025 in NAVO-verband een andere naam, te weten Vigilance Activities (VA) en dat wordt in genoemd subonderdeel 12° tot uiting gebracht.

De Minister van Defensie, R. Brekelmans