Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2025, 13144 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Zorgautoriteit | Staatscourant 2025, 13144 | interne regeling |
De Nederlandse Zorgautoriteit,
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 18 van het Bestuursreglement Nederlandse Zorgautoriteit;
Besluit:
Het Bestuursreglement Nederlandse Zorgautoriteit wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt door een puntkomma na onderdeel g, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
leidinggevende van een directie van de NZa;
gemeenschappelijk managementteam bestaande uit in ieder geval de bestuursleden van de Raad van Bestuur en de directeuren.
B
In artikel 2, tweede lid, vervalt de laatste zin.
C
Na artikel 4 wordt er een artikel toegevoegd, luidend:
D
Artikel 15 komt te luiden als volgt:
1. De Raad van Bestuur stelt een Raad van Advies in van maximaal zes externe onafhankelijke leden.
2. De Raad van Advies adviseert de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd over:
a. strategische beleidsthema’s;
b. de strategische agenda van de NZa;
c. nationale en internationale ontwikkelingen die de NZa raken;
d. de taakinvulling- en opvatting van de NZa;
e. de bedrijfsvoering van de NZa.
3. De Raad van Bestuur stelt een profiel op voor de leden van de Raad van Advies.
4. De bestuursleden kunnen de vergaderingen van de Raad van Advies bijwonen.
5. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de adviezen die de Raad van Advies schriftelijk vastlegt ten behoeve van de Raad van Bestuur, voorzien van een appreciatie aan de minister worden toegezonden. De Raad van Bestuur besteedt in het jaarverslag aandacht aan de wijze waarop hij is omgegaan met de bevindingen en adviezen van de Raad van Advies.
E
Onder vernummering van de artikelen 17 tot en met 19, tot 16 tot en met 18, vervalt het (huidige) artikel 16.
F
In artikel 16 (nieuw) wordt ‘artikel 17 Wmg’, vervangen door: artikel 17 van de Wmg.
G
De Bijlage behorend bij artikel 15 van het Bestuursreglement NZa, vervalt.
H
De Bijlage behorend bij artikel 16 van het Bestuursreglement NZa, vervalt.
Utrecht, 8 april 2025
Nederlandse Zorgautoriteit G.J.C.M. Engwirda-Kromwijk Voorzitter Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft op 28 januari 2025 besloten tot aanpassing van het Bestuursreglement Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: Bestuursreglement) onder voorbehoud van goedkeuring van deze aanpassing door de Minister van VWS. Bij brief van 4 april 2025 met kenmerk 4074672-1080145-BPZ heeft de Minister van VWS goedkeuring verleend voor de voorgestelde wijzigingen in het Bestuursreglement NZa en publicatie van dit wijzigingsbesluit in de Staatscourant.
Het gemeenschappelijk managementteam (hierna: gmt) is bedoeld voor NZa-brede afstemming over (vaak impactvolle) overkoepelende strategische onderwerpen die de interne organisatie en de zorg betreffen, zoals bijvoorbeeld het bespreken van de aanpak en/of de stand van zaken van strategische bedrijfsvoeringsdossiers, personeelsbeleid, informatievoorziening en informatiebeveiliging, het werkprogramma en de begroting, gedachtevorming over en/of bespreking van de zorginhoudelijke koers- of positiebepaling dan wel visievorming (en positiebepaling) op specifieke (zorginhoudelijke) strategische thema’s, gewenste bevoegdheden op een bepaald terrein of invulling van de (meerjaren) strategische agenda. Ook wordt in het gmt eens per kwartaal de periodieke, NZa-brede reflectie op de voortgang van de strategische agenda in samenhang met ontwikkelingen binnen en buiten de NZa in het gmt besproken aan de hand van de thema’s personeel, financiën, informatievoorziening en externe ontwikkelingen.
Het gmt bestaat in ieder geval uit de directeuren en de RvB-leden en is bij uitstek de plek waar samen- én tegenspraak tot stand komt. Om die reden is de definitie van directeur toegevoegd aan artikel 1. Het gmt krijgt met de formele verankering in het Bestuursreglement een steviger en formelere rol in de advisering aan de RvB.
Een en ander neemt niet weg dat voor onderwerpen die over koers- en positiebepaling of visievorming gaan, er in voorkomende gevallen in overleg met de portefeuillehouder voor gekozen kan worden om de stap van het gmt over te slaan en direct een RvB-besluit te vragen. Daarbij is met name te denken aan situaties waarin een RvB-besluit vereist/gewenst is maar er om redenen van spoed geen tijd is om beide gremia te doorlopen. Ook in die situaties moet de interne afstemming uiteraard op enigerlei wijze zijn geborgd voordat een besluit van de RvB wordt gevraagd.
Hierbij is te bedenken dat het gmt een adviserend overleggremium is, maar dat dit overleggremium als zodanig geen eigenstandige bevoegdheden heeft op basis van het Mandaatbesluit NZa (de formele bevoegdheden liggen bij directeuren, unitmanagers, portefeuillehouders, RvB-leden en RvB). Dit betekent dat na de bespreking in het gmt soms nog een handeling/besluit nodig is van degene die daartoe de bevoegdheden heeft op basis van het Mandaatbesluit NZa.
De NZa geeft met het formaliseren van het gmt onder andere invulling aan de toezegging richting het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om de positie van het gmt binnen de NZa te verankeren. Dit is ook een aanbeveling uit de Kaderwetevaluatie. Deze toezegging is gedaan in relatie tot de nieuwe topstructuur van de NZa. In deze nieuwe topstructuur wordt definitief de stap gezet naar een tweehoofdige (i.p.v. driehoofdige) RvB, bestendiging van de rol van het gmt en een in- en externe rol van de directeuren.
Ook wordt met deze aanpassing invulling gegeven aan de toezegging richting de OR om, naast een verankering van de positie van het gmt, de inrichting van de governance beter te enten op de uitgangspunten van ‘Goed Bestuur’, meer in het bijzonder aan de ruimte die er is voor ‘tegenspraak’.
Door het gmt formeel te verankeren en zo de interne ‘tegenspraak’-rol van het gmt te borgen kan dit een bijdrage leveren aan het borgen van ‘tegenspraak’ bij RvB-besluiten, omdat de RvB dan logischerwijs moet afwegen wat ze doet met de opmerkingen van het gmt, c.q. of daar voldoende mee is gedaan in de voorgelegde stukken.
Door het gmt formeel te verankeren wordt een efficiencyslag bereikt. Enerzijds wordt aan de organisatie veel duidelijker gemaakt welke onderwerpen op welke tafel worden besproken, anderzijds wordt voorkomen dat dezelfde onderwerpen in achtereenvolgende overleggen aan de orde moeten komen vanwege de samenstelling van elk van die overleggen.
De wijziging in artikel 1 en het toegevoegde artikel 4a beogen dit te bewerkstelligen.
De volzin waarin was aangegeven dat het personeelsbeleid enerzijds en de beheersing van ICT-processen en informatiebeveiliging anderzijds in afzonderlijke portefeuilles binnen de RvB moeten worden ondergebracht, vervalt. De noodzaak van deze beperking wordt thans niet meer gezien.
Dit laat onverlet dat de leden van de RvB de portefeuilles evenwichtig verdelen, zoals ook geadviseerd in de Kaderwetevaluatie, rekening houdend met zowel de zwaarte van de portefeuilles als met een evenwichtige verdeling van interne c.q. op bedrijfsvoering gerichte en externe c.q. op inhoud gerichte onderwerpen.
De recent afgeronde Kaderwetevaluatie1, bevat een oordeel over het functioneren van de NZa in de periode 2018 tot en met 2022. Strategies in Regulated Markets (SiRM) heeft deze evlauatie uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VWS.
Een van de adviezen in deze evaluatie is om de governance te versterken. Een evenwichtige governance met checks and balances is essentieel voor een sterke autoriteit. Bij de Kaderwetevaluatie is geadviseerd om de Audit Adviescommittee en de Raad van Advies samen te voegen tot 1 intern toezichthoudend orgaan met ruimere bevoegdheden. Anders dan in dit advies van de Kaderwetevaluatie staat, is dit géén toezichthoudend orgaan, maar een adviesorgaan; het toezicht ligt immers bij het Ministerie van VWS zoals later ook in het advies van Governance in Balans is onderkend. Dit orgaan kan een klankbord en effectieve sparringpartner zijn voor de Raad van Bestuur (RvB) in de bepaling en afbakening van de strategische agenda en de invulling hiervan.
Dit orgaan is de Raad van Advies genoemd. De bepaling (artikel 16) met betrekking tot de Audit Adviescommittee en de bijlage behorende bij artikel 16 komen daarmee te vervallen. Artikel 15 is aangepast in lijn met de Kaderwetevaluatie en het onderzoek dat Governance in Balans heeft verricht naar een toekomstbestendige en passende inrichting van de governance m.b.t. de huidige twee adviesorganen, bij de rol van NZa in een veranderend maatschappelijk speelveld en bij de wensen van NZa (en via de NZa van het Ministerie van VWS).
Ook zijn de bevoegdheden van de Raad van Advies verruimd zoals ook geadviseerd in de Kaderwetevaluatie. Naast de strategische beleidsthema’s, de strategische agenda van de NZa en de nationale en internationale ontwikkelingen die de NZa raken, kan de Raad van Advies de RvB ook gevraagd en ongevraagd adviseren over de taakinvulling- en opvatting van de NZa en de bedrijfsvoering van de NZa inclusief de beheersing van interne processen.
Het profiel voor de werving van de leden van de Raad van Advies wordt nog wel opgesteld maar niet meer als bijlage bij het Bestuursreglement opgenomen. De Bijlage behorend bij artikel 15 komt daarmee te vervallen.
Voor het overige zijn de bevoegdheden en taakomschrijvingen van de (leden van de) Raad van Advies gelijk gebleven.
Dit betreft een technische aanpassing.
De integrale tekst van het Bestuursreglement Nederlandse Zorgautoriteit is te vinden op de website van de NZa: www.nza.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-13144.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.