Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu van 24 maart 2025, nr. 6164735, houdende instelling van de Taskforce Antisemitismebestrijding (Instellingsbesluit Taskforce Antisemitismebestrijding)

De Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu,

Besluiten:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bewindspersonen:

de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu;

b. taskforce:

de Taskforce Antisemitismebestrijding zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een Taskforce Antisemitismebestrijding.

  • 2. De taskforce heeft tot taak gerichte voorstellen te doen, die passen binnen het kader van de bestaande wet- en regelgeving, voor maatregelen:

    • a. ten behoeve van de veiligheid van Joodse studenten op hogescholen en universiteiten en het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten;

    • b. die een handelingsperspectief bieden ten aanzien van de veiligheidsconsequenties van sit-ins op OV-stations.

  • 3. De taskforce heeft tevens tot taak het gesprek te stimuleren tussen de organisaties die betrokken zijn bij de in het tweede lid genoemde domeinen om tot verbetering van de veiligheid in deze domeinen te komen.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De taskforce bestaat uit een voorzitter en negen andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden benoemd door de Minister van Justitie en Veiligheid.

  • 3. De benoeming geschiedt voor de instellingsduur van de taskforce.

  • 4. De voorzitter en overige leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 4 Instellingsduur

De taskforce wordt opgeheven per 1 februari 2026 of, indien de taskforce de Minister van Justitie en Veiligheid eerder schriftelijk te kennen geeft dat naar zijn oordeel zijn werkzaamheden zijn afgerond, op de dag nadat deze kennisgeving door de Minister van Justitie en Veiligheid is ontvangen.

Artikel 5 Werkwijze en beraadslaging

De taskforce stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6 Kosten

  • 1. De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde raming, voor rekening van de Minister van Justitie en Veiligheid. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de vergoeding van de voorzitter en de andere leden van de taskforce;

    • b. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • c. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek;

    • d. de kosten voor oplevering van het eindrapport.

  • 2. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een kostenraming aan de Minister van Justitie en Veiligheid aan.

  • 3. De commissie voert een eigen financiële administratie en levert een financieel overzicht aan.

  • 4. De commissie laat een accountantscontrole uitvoeren van het financieel overzicht.

Artikel 7 Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2025.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Taskforce Antisemitismebestrijding.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

Het afgelopen jaar is in Nederland antisemitisme helaas opgelaaid. Dit antisemitisme zorgt, onder andere, voor onveiligheid voor Joden in Nederland in het openbaar vervoer en op school. Het kabinet heeft daarom in zijn strategie bestrijding antisemitisme (Kamerstukken II, 2024/5, 30 950, nr. 429) van 22 november 2024 aangekondigd een Taskforce Antisemitismebestrijding (hierna: taskforce) in te stellen om deze veiligheid te verbeteren.

In dit besluit wordt geregeld welke opdracht de taskforce meekrijgt. De taskforce heeft tot taak gerichte voorstellen te doen voor maatregelen die passen binnen het kader van de bestaande wet- en regelgeving, om de veiligheid van Joden te bevorderen, in het bijzonder de veiligheid van Joodse studenten op universiteiten, het weren van antisemitische sprekers op hogescholen en universiteiten en veiligheidsconsequenties van de sit-ins op OV-stations, binnen de grenzen van het demonstratierecht, zodat de betrokken organisaties vanuit hun eigen verantwoordelijkheid met de maatregelen aan de slag kunnen. Daarnaast heeft de taskforce tevens de taak deze organisaties met elkaar in gesprek te brengen om zelf tot verbetering van de veiligheid in de genoemde domeinen te komen.

De taskforce zal bestaan uit een voorzitter en negen andere leden die worden benoemd door de Minister van Justitie en Veiligheid. De Taskforce wordt ingesteld voor de periode tot de oplevering van het eindverslag, die maximaal twaalf maanden zal beslaan. Om tot een gedegen advies te komen, zal de taskforce inlichtingen inwinnen bij twee kopgroepen. De kopgroep Veiligheid Joodse Studenten (KVJS) zal bestaan uit ervaringsdeskundigen/leden met kennis van en/of visie op het onderwerp, zoals een studentenrabbijn en een deskundige op het gebied van veiligheid op hogescholen en universiteiten. De kopgroep Veiligheid Joodse Reizigers (KVJR) zal bestaan uit ervaringsdeskundigen/leden met kennis van en/of visie op het onderwerp, zoals vertegenwoordigers van reizigersorganisaties en BOA’s. De Taskforce formuleert in het verlengde van de opgave opdrachten aan de KVJS en KVJR met bijbehorende aanpak en randvoorwaarden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

Naar boven